w Zondag 1 Mei 11)04 5 centiemen per nummer S6s,e Jaar 3034. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en I Arrondissement van Aalst Arrondissement van Aelsl. K A M E R K 1 E Z I N G Candidaten der Catholieke Vereeniging. Fameuze Kerels ?<r De Godsdienst en de geuzen. Werkmanswoningen. DE DENDERBODE GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrUft in bij C. Van de Putte-Goóssens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE SUUM. VADERLAND. TAAL, VRIJHEID. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladeijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrgd»g in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 3o APRIL 1904. op ZONDAG 29 MEI 1904. EFFECTIEVE CANDIDATEN 1. M. Woeste Karei, Stnacsmlnlster, ElMne,< 2. M. De Sadeleer Lodewijk, a«ivoc«»i, HaeHert. 5. M. de Belhime R°" Leo, StdH-pen, A. e Iel 4. M. Pieraei't Paul Geneesheer, Gee- raerdsbergen. 5. M. Moyersoen Komaan, p™«.Raadslid, A«i»t PLAATSVERVANGERS 1. M. Paul Pieraei't, voornoemd. 2. M. Komaan Moyersoen, voornoemd. 3. M. Van der Linden Arthur, Lid der besten- dige Deputatie te GoeflerOinge. 4. M. Van der Taelen Emiel, Burgemeester van Idegem. sï 0 De socios roemen dikwijls op hunne Verdraagzaamheid zij hebben graag in den mond de woorden van internationale broederlijkheid I Zij maken geen onder scheid lusschen landen voor hen zijn geene grenzen al de werkers zijn broe ders 1 Dat is bluf en daarmeê worden gewoon lijks onze weiklieden in de doekskens gedaan, bijzonder voor Frankrijk is dit het geval. Wat al plagerijen heelt men in dit land al niet uitgevonden tegenover de Belgen Welnu wie zijn de inblazers van al die hatelijke maatregelen De socialisten, zij en niemand anders. En worden zij in hunne werking tegen de Belgen ten minste door onze socios afgekeurd I. tegendeel. Het tegenovergestelde is waar. De Fransche socialisten ver volgen de Belgische weiklieden en onze Belgische socialisten doen met die Fran sche dwingelanden meê. In 1892 wierden de Belgische mijn werkers uil het Noorder-departement ge dreven door de Fransche werkstakers. Zij moesten in allerijl wegvluchten en dik wijls hun goed en have achterwege laten. De Fransche werklieden, socialisten aan wier hoofd Basly stond, Basly. een roode leider, vervolgden ze en sloegen ze af; Die zelfde Basly komt in België ban- ketteeren met de socialisten en hij wordt toegejuicht Zoo handelen de socialisten tegenover onze Vlaamsche werklieden 1 IDE TvH-AT-T met den Witten Baard. 2e VERVOLG. Een paar jaar later was zij getrouwd en toen haar man kort daarop stierf, was zij met haar dochter achtergebleven. Het dochtertje van de weduwe Lecomte groeide op tot een schoon meisje en de moeder dacht, dat zij eene schitterende partij deed, toen zij trouwde met zekeren M. Cbaxlts, eenen jongmensch, met ten knap voorkomen en die niet behoefde te werken, om in zijn onderhoud te voor zien. Mevrouw Lecomte kwam bij het jonge paar inwonen, zij,hield van haren schoon zoon bijna evenveel als van hare dochter en was overgelukkig, toen zij een jaar later grootmoeder werd van eenen schoo- nen tweeling, gezonde meisjes. Maar het geluk van het gezin scheen niet van lan gen duur te mogen zijn. Toen de tweelingzusters reeds een paar jaren oud waren, moest M. Charles, die een Engelschman was, wegens dringende omstandigheden eensklaps naar Engeland vertrekken, maar hij beloofde zijne vrouw, dat hij na een paar dagen schrijven en aa veertien dagen terugkomen zou. In Vooruit van 3 November 1892 vin den wij een hatelijk wetsontwerp door een socialist P. Lafarque neérgelegd. Wij gaan het aanstonds geven, het is nogmaals gericht tegen de Belgische werklieden. En Vooruit heeft geen woor- deken van afkeuring, oh neen, die aver- rechte broederlijkheid schijnt hem Ie bevredigen. (i Gezel Lafarque legt het volgende wetsvoorstel ntêr a Art. 1. De nijveraars en onderne- b mers die vreemde werklieden bezigen, B ZULLBN EENE PATENTE VAN 2 FRANK PER a VREEMDE WERKMAN BETALEN. b Zij zullen daarenboven eene som be- i> talen zijnde het verschil tusschen de i) loonen betaa.d aan de vreemde werk- b lieden en deze die zij zouden moeten b betaald hebben, hadoen zij Fransche b werklieden gebezigd. De Fransche b loonen zullen vastgesteld worden door b de vakverceniging en bij gebrek aan b deze door den Werkrechtersraad en den Vrederechter. Art. 2. Dese sommen aldus geheven zullen oienen om eene voorzienigheids- kas te stichten voor oude werklieden. b Hij vraagt de hoogdringendheid, i) Lafarque legt ook de volgende dagorde b neêr De Kamer noodigt de Regcering uit, n maatregelen te nerren om de mijn- n compagnies te beletten vreemde a werklieden te bezigen om de loonen te doen dalen en aanslagen te plegen b op het algemeen stemrecht, b Wat moeten wij uit die aanhaling leeren Verschillige dingen i°dat al de plagerijen en taksen die onze Franschmans treffen het werk zijn der socialisten. 2° dat de socialisten streven om onze werklieden uit Frankrijk te drijven met aan de nijveraars, dus ook de land bouwers te verbieden vreemde werk lieden te gebruiken. 3» dat zij de Fransche werklieden willen pensioeneeren op den rug onzer Franschmans. En dat is een ktasse on- rechtveerdigheid. 4° dat onze socialisten niets doen om aan hunne Fransche confraters de onrecht veerdigheid van hunne handelwijze te doen begrijpen. Zij zijn met hen 'takkoord om onze werklieden uit te buiten. 5» dat het bedrog is en kult-den-boer als de socialisten van broederlijkheid spreken. Zij zijn de vijanden der werklieden want anders zouden zij in 't harnas zijn gesprongen voor onze Vlaamsche werklie den. Weg met de socialisten, dus, moet de leus zijn in Mei Onze werklieden moe ten wraak nemeu in de stembus over de plagerijen waarvan zij het slachtoffer zijn van wege de socialisten, die ajifrijapaoiq kerels van Frankrijk 1 Op Franschmans wreekt u 1 't Is kiezing en onze geuzen gaan overal rondbazuinen dat zij den Godsdienst niet bf vechten en hem ook niet aanvallen willen dat zij hem nu lijk later in vrede zullen laten. Dat zullen de geuzen niet, die van Aalst zoo min als die van Gent en elders. Moesten onze geuzen gekozen geraken, zij zouden te Brussel het vrijmetselaars ministerie steunen zij zouden AL de wetten stemmen die dat ministerie zou voordragen, wetten over de verplichte, onzijdige of goddelooze school, wetten over het schoolenkwest, wetten op de kloosters, met een woord, al wat de catho- lieken eerbiedigen en vereeren, zouden zij trachten te treffen. Godsdienstige gevoelens hebben zij zelf niet. Dbnbergalm, hun orgaan, heeft al de geloofspunten van onzen H. Gods dienst geloochend of bespot dit blad heeft nooit durven zeggen wat het denkt over het bestaan van God, over de men- scltelijke ziel Het dorst niet een woor deken antwoorden over die punten van reii en wijsgerigen aard. Dendbrgalu is 't akkoord met de geu zen van de groote steden. Hij steunt wat zij verlangen hij beknibbelt wat aij hekelen. Onze geuzen staan dus op gelijke lijn met die van Brussel, die gekende vrijmet selaars zijn, of liever, zij zullen hun ootmoedige knechten zijn, in alles slaafsch en gedwee gehoorzamen. Drie weken verliepen er evenwel, zon der dat er taal ot teeken van den afwezi gen echtgenoot werd ontvangen. Marguerite Charles en hare moeder verkeerden in doodt lijke onrust en de jonge vrouw hield zich overtuigd dat alleen ziekte haren echtgenoot kon ge dwongen hebben, haar in zulk eenen angst te brengen. De oude Mevrouw Lecomte bedacht eensklaps, dat zij niets met zekerheid van haren schoonzoon wist, daar hij nooit over zijne famile of afkomst had gesproken. Er kwam nu eene geheime vrees in haar op, dat Charles misschien tot eene adelijke familie behoorde, die mogelijk pogingen gedaan had, om hem van zijn gezin af te brengen. Eindelijk toen de angst der beide vrou wen ten toppunt was gestegen, kwam er bericht, niet van den vermiste, maar van eenen bloedverwant, die onderteekende Jaak Ford. b M. Ford deelde met veel omzichtigheid eene noodlottige lijding mede hij meldde nat zijn neef bij eene spoorwegramp zwaar gekwetst was geworden en reeds stervend was, toen hij tot het bewustzijn terug keerde het was te laat om nog zijne vrouw te telegrafeeren. M. Ford schreef verder, dat, ofschoon hij zelf niet rijk was, hij gaarne de wedu we van zijnen neef wilde ondersteunen en daarom, zoodra hij zich een weinig van zijne droefheid had hersteld, naar Parijs zou komen om met mevr. Charles het een en ander te. bespreken. De moeite van die reis werd hem be spaard want de ongelukkige Marguerite werd door dit droevig bericht zoo aange daan, dat zij twaalf uren later stierf. De oude mevrouw Lecomte bleef nu met de tweelingzusters achter, die nie mand anders hadden, om voor haar te zorgen. Zij schreef terstond aan M. Ford, deelde het nieuwe 6terfgeval mede en voegde erbij dat zij hoopte, dat bij iets voor de arme weezen doen zou. Hij antwoordde per keerende post, dat hij een jonggezel was en de kinderen daarom niet bij zich in huis kon nemen, maar wanneer mevrouw Lecomte zich met de opvoeding wilde belasten, dan wilde hij gaarne per jaar 2000 franken afstaan. Met die som was de grootmoeder zeer tevreden, bij een weinig spaarzaamheid, kon zij er met hare kleinkinderen wel van leven. Het geld werd zeer geregeld ontvangen maar de weldoener toonde nooit de min ste belangstelling in de tweelingzusters. Jaren verliepen en de kinderen waren I opgegroeid tot schoone meisjes van twin- Op verdraagzaamheid valt van hunnen 't wege niet te rekenen. Zij zullen het goede recht der catholieken niet eerbie digen. Het is Dendergalm die geschreven heeft dat de Kulturkampf in Duitschland een tijdperk was van de ware vrijheid. Wij ook, voegde hij er bij, denken b dat het beter is de geestelijkheid, pries- Urs en paters aan de deur van het land b te zetten, b Dendergalm wil dus, en met hem de geuzen van Aalst, want hij is hunnen tolk, de geestelijkheid verbannen. Van de geestelijkheid tot de andere geloovigen is maar een stap. Wie de geestelijkheid wil treffen, zal de catho- lfrken met met vrede laten. Zij zullen uit de staatsambten gesloten worden dat heeft een geus, hoogleeraar een geleerd man dus I gezegd. Een ander geuzenblad ging nog verder, het zegde Wie beêvaren gaat is maar b goed om afgerost te worden 1 b Doch het sterkste van al moet nog komen. Een geus van Brussel, een hoog leeraar weerschreefBoet, verban- b ning, gevang zijn wettelijke mid- D delen. Waarom ze niet toepassen Toepassen, op wie Op de catholiek n omdat zij geloofden, beévaren gingen en uiterlijk den Godsdienst beleden 1 En dat is hunne verdraagzaamheid I Ehwel die wraakroepende taal hebb- n de geuzen van Aalst nooit afgekeurd. Zij h' bben nooit gezegd dat is valsch, dat is verkeerd Neen 1 Zij hebben die ijselijke taal goedge keurd. Zij hebben die wreede woorden toegejuicht 1 Zij hebben het gedaan in Dendergalm I Dendergalm vondt dat Pergameni ge lijk had, dat de catholieken om hun geloof, om hunne gedachten, om hunnen Godsdienst in de boet geslagen, mochten verbannen en in 't gevang geworpen worden 1 e Schreeuwt niet, domperkes, lacht u b geen bult Pergameni ia er zoo zeer b niet neven Hoort gij dat lezer Dendergalm zegt dat Pergameni er niet neven is, dat hij gelijk heeft. De geuzen van Aalst willen dus de kerkvervolging zij willen den gods dienstoorlog lijk hij in Frankrijk is ont ketend. Die ijselijke politiek is de hunne. Dat zij die aanhalingen niet loochenen. Zij zullen het niet durven zij weten immers dat zij juist zijn en wij nummer an bladzijde aanduiden kunnen Kiezers, opent de oogen. Laat u door de geuzen niet verblinden. Te laat zoudt gij het betreuren moest gij u aan hunne tegenwoordige huichelarij laten beet ne- De antiklerikale Gazette de Charleroi, na vastgesteld te hebben, dat de wet van 9 Oogst 1889 op de werkmanswoningen voor uitwerksel heeft gehad, dat op min dan i5 jaar tijd meer dan 3o,ooo wonin gen den eigendom van werklieden wer den, schrijft het volgende Indien de maatschappijen voor 't op richten van werkmanswoningen hare ontwikkeling volhouden, en met dezelfde snelheid vooruitgaan, welke werkman zal binnen een kwaarl eeuws zijn huis niet bezitten Dat zal zeker de beste waarborg zijn voor 't behoud van den eigendom. Welnu, de wet, die zulke heerlijke uit slagen oplevt-ft is, het werk van het ministerie Beernaert en van de catholieke meerderheid. En het thans in bespreking zijnde wetsvoorstel, dat de voordeeltn der wet van 9 Oogst 1889 uitbreidt ten gunste der kleine burgers en beamb ten, en dat moedwillig door de geuzen werdt tegengewerkt, is het werk van het huidige cabinet de Smet de Nayer. De dankbare kiezers zullen het niet vergeten. tig jaar, terwijl in het vriendelijk gelaat van mevr. Lecomte menige rimpel was gekomen. Zij begon zeer duidelijk te voelen, dat zij oud weid en drong er bij de meisjes met nadruk op aan, dat zij eene loopbaan zouden kiezen om in haar eigen onder houd te voorzien, toen haar, zonder eeni- ge voorafgaande waarschuwing, eene vreeselijke ramp trof. Het jaargeld, dat M. Jaak Ford gedu rende achttien jaren met de grootste nauwgezetheid had gezonden bleef eens klaps weg. De oude grootmoeder wachtte eenige dagen in toenemende onrust en schreef ten slotte aan eenen advokaat, die haar eens, toen MFord op reis was geweest, in zijnen naam het geld had gezonden. Het antwoord kwam per keerende post maar was niet geschikt om de oude viouw gerust te stellen. De advokaat schreef dat M. Ford nog leefde en volmaakt gezond was, maar hem geen bevel had gegeven, geld naar Parijs te zenden. De arme vrouw stond als versteend, toen zij dezen brief las. Er was maar een man, wien zij om raad kon vragen doktor Bolton, een Engelsche geneesheer, die sedert het hu welijk van de arme Marguerite, het gezin behandeld had en, daar hij een landge noot was, spoedig de huisvriend was ge worden. Hij kende de gcheele geschiedenis van den dood van M. Charles en de edelmoe digheid van M. Ford. Hij was altijd een oprechte vriend van de tweelingzusters geweest en zijne be langstelling was nog toegenomen sedert een zijner neven verliefd was op eene van haar, die Nora heette. De verloving was nog niet gekend, daar de jonge man nog geene vaste betrekking had. Mevrouw Lecomte zette haren hoed op en begaf zich met den brief naar dok ter Bolton. De geneesheer was thuis en zat in zijne kamer in een gemakkelijken leunstoel zijn dagblad te lezen, terwijl zijne vrouw met een handweik tegenover hem zat. Na den brief gelezen te hebben, vroeg hij aan de weduwe Is het geld al eens over tijd geko men Nog nooit 1... M. Ford kan omtrent weten hoe oud de meisjes zijn en denkt waarschijn lijk, dat zij op twintigjarigen leeftijd wel in haar eigen onderhoud zouden kunnen voorzien. Sedert de dood van mijne dochter, zegde Mevr. Lecomte met eenen zucht, heb ik slechts eenen brief van M. Ford De liberalen en het Pausdom. Aan het verslag van M. Baron Leo de Bethune, over het budjet van buiten- landsche zaken is eene nota der minder heid gehecht opgesteld door M. Féron, radico-liberaal van Brussel. In die nota eischte M. Féron dat Bel gië alle diplomatieke betrekkingen met Z. H. den Paus zou afbreken en, in naam der liberale partij stelde hij aan do Volkshamer voor den Pauselijken Nuntius weg te zenden. Onder ander zegde M. Féron in zijne nota 't volgende, 't gene bewijst dat moesten de liberalen hier meester worden men met Z. H. den Paus zou afbreken en Z. E. den Nuntius weggejaagd wor den. Dank aan de politieke handelingen b der geestelijkheid, dank ook aan de uitbreiding eener aanzienlijke doode hand, heimelijk en wederrechterlijk n heringericht, herwint de Paus in Bel» b giê feitelijk het tijdelijk gezag dat hij b in Italië verloor, en oefent het op on- b rechtstreeksche wijze uit. En de aan- b weligheid van den Nuntius te Brussel is het trotsch bewijs van het knecht- schap, waarin de onafhankelijkheid b onzer burgerlijke samenleving verzinkt. Alle vrije mannen kwamen onop- i) houdelijk in 't verzet tegen het handhaven van een toestand zoo i) kwetsend voor 'a lands waardig- b heid. M. Bn de Bethune. verslaggever tee- kende hiertegen protest aan en deed door gegronde beweegredrn uitscnljneu Oot het wetgevend land herhaaldelijk en open lijk die hevige maconnieke handelwijze afkeurde. Spijtig dat plaatsgebrek ons niet toelaat het merkweerdig verslag van M. de Bethune in extenso meê te deelen. Bij de openbare beraadslaging her haalde M. Féron het voorstel der liberalen en socialisten van met Z. H. den Paus alle diplomatieke gemeenschap af te bre ken en Z. E. den Pauselijken Nuntius weg te jagen. M. Bnde Bethune, verslaggever, bleef het antwoord niet schuldig en in zitting van Dijnsdag 26 April, sprak hij de vol gende redevoering uit, welke de alge- meene goedkeuring der Cath. Rechterzijde verwierf De heer de Bethune, verslaggever.— De heer minister heeft te recht aange merkt, dat de redevoering van den heer Féron beter zou plaats gevonden hebben in de behandeling der interpellatie van de heeren Hymans, Huysmansen Braun. Hij heeft verzet aangeteekend tegen da redevoering van den heer Féron. Het is voor de rechterzijde plicht zich met den heer minister te vereenigen en daarom in 't kort de ongegrondheid der beschuldi gingen van het achtbaar lid tegen onze partij te bewijzen. Eerst en vooral zijn wij van oordeel, dat het betreurenswaardig is dat de heer ontvangen, waarin hij baloofde mij eene ondersteuning te zullen zenden. Gedu rende eenige jaren, sloot hij steeds zijn vizietkaartje bij het geld, maar in den laatsten tijd zond hij het stetds onder aangeteekend pakket, zonder een woord er bij. Maar gij hebt hem toch altijd be richt van ontvangst gezonden Zeker. Er ontstond een lang stilzwijgen, dat door Mevr. Bolton afgebroken werd, die eensklaps zegde John. herinnert gij u nog dat ge dien M. Ford van het eerste oogenblik af gewantrouwd hebt, hoe gij vermocdet, dat hij volstrekt geen neef, maar M. Charles zelf was, die het leven in zijn klein gezin moede was geworden en on der zijne voorname vrienden en bloed verwanten in Engeland nog voor jong gezel wilde doorgaan Weet gij dat nog Ik weet niet wat ik er van denken moet, zegde de dokter, destijds was ik er vast van overtuigd. Tegelijk gaf hij aan zijne vrouw eenen wenk te zwijgen. Mevr. Lecomte verwijderde zich kort daarop. De dokter liep peinzend de kamer op en neer, Eeensklaps sprak hij tot zijne vrouw Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1