pi
SM
Zondag 26 Juni 4904
5 centiemen per nummer.
56s,e Jaar 3630.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Een geleerde
kritieker.
IDE IMI-ALT
met den Witten Baard.
LANDBOUW.
Kiesomkooperij. -
Klop Klop Klop
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
g'-v jij
!-■• '(is
CLIQUE Sl UM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vat
dit blad.
AALST. 25 JUNI 1904.
De geleerde held van Dendergaln heeft
zich verstout onze arDeidswetgeving te
bespreken. Moeten wij zeggen dat hij als
een blinde over kleuren spreekt en er
totaal nevens slaat Het oog van dien
man is zoodanig beneveld met liberale
vooroordeelen dat hij bijster ziet. Hij
meent dat, omdat de geuzen zich volkomen
op maatschappelijk gebied onmachtig
hebben getoond, er geen goed werk is te
verrichten.
Arme man
Het was hem niet genoeg eene dwaas
heid te hebben begaan met weleer de
artikels der Revue de Belgique uit te
leggen en er een zin aan te geven die er
op verre na niet optrok, zonder dat hij de
eerste lettar er van had gelezen, meer nog,
zonder dat hij dit tijdschrift had gezien 1
En hij kon dat uitleggen
Nu heeft hij zijne sterkte willen beproe
ven op de ongevallenwet van onze catho-
lieke Regeering. Hij heeft zich van
hetzelfde gehalte getoond als rajed Ad.
Daens die meent en aan zijne lezers wijs
heeft gemaakt dat het in Duitschland de
Staat was die de werklieden tegen arbeids
ongevallen verzekerde Die ook heeft de
Duitsche wet niet gezien noch gelezen. En
nochtans hij heeft er met een pyramidale
stoutheid over geschreven, maar er ook
eene onvergeeflijke dwaasheid over uitge
kraamd.
Hoort thans de geleerde kritiiker van
Dendergalm, onder den titel Facadi
wetten.
De wet op de werkongevallen is
de gebrekkigste van gansch Europa:
de boerenwerklieden en visschers
zijn van dezelver voordeelen uitge-
sloten.
Men ziet onze held maakt vergelijkin
gen, hij kent de ongevallenwetgeving van
Europa en hij vindt de onze de gebrek
kigste.
Wij gaan dat niet als ernstig opnemen.
Onze geleerde schrijver heeft die verschil-
lige wetten niet gezien noch gelezen. Wij
weten dat hij niet in staat is de landen
van Europa op te noemen waar eene wet
op de arbeidsongevallen bestaat.
Dat hij beginne ons dat bewijs te leve
ren, dat hij ons zegge waar de ongelukken
op het werk door eene bijzondere wet
worden geregeld en wanneer deze wc t is
gestemd.
Dat zal hij niet, dat kan hij niet, alhoe
wel hij acht dagen tijd heeft om op onze
uitdaging te antwoorden en dus er zich
op voor te bereiden.
Dat is een.
6e VERVOLG.
Terwijl Gertruda deze woorden sprak
bloosde zij en sloeg de oogen neer van
schaamte.
Maar lieve Gertruda, waarom hebt
gij u dan nooit tot mij gewend riep de
oude dame uit.
Dat zou zoo goed als bedelen zijn
geweest. Wanneer Cecil, mijn broeder,
er nog was, dan zou ik aan hem geld
gevraagd hebben. Geld kan wel niet altijd
gelukkig maken, maar men kan er toch
het ongeluk mede verzachten.
Luister eens, Gertruda, zegde Mevr.
Ford, ik heb meer geld dan ik ooit kan
geven en mijn zoon stelt zijne fortuin te
mijner beschikking. Voor mij zelve heb
ik bovendien nog de rente van een legaat,
dat mijn broeder mij heeft nagelaten.
Mijn geheel leven heb ik van zijne edel
moedigheid genoten, laat mij daarom,
in naam van haren grootvader, ook iets
voor Phillis en voor u doen.
Gertruda schudde echter droevig het
hoofd.
Mevr. Ford vervolgde
De landbouwwerklieden, zegt de ge
leerde kriticus, zijn uit de voordeelen der
wet gesloten.
Heeft hij anikel 2 gelezen
Wij vinden daar nochtans het volgende
in (artikel 2 p. II;.
Delandbou wondernemingen waar-
•1 in gewoonlijk ten minste «li-ie
ai-hciclcrs werkzaam zijn.
.Dus is het totaal verkeerd te gelooven
dats»! onze landbouwwerklieden zijn
uitgesloten. Velen zijn verzekerd.
Wij zullen ten andere doen opmerken
dat in de kleinere boerderijen de gevaren
bij den arbeid niet zeer groot zijn en bij
gevolg dat er zich de behoefte voor eene
bijzondere bescherming niet doet ge
voelen.
Meent onze schrandere tegenstrever dat
daarom onze landbouwwerklieden van
alle recht beroofd zijn
Dan toont hij zich wezenlijk onwetend
en is zijne domheid slechts geevenaard
door de stoutheid zijner uitdrukkingen.
De toestand der besprokene werklieden
is een gansch bijzondere die door ons
burgerlijk wetboek wordt geregeld.
Het grootste deel der ongelukken in
den landbouw komen uit van de dieren
slagen van paarden, stooten van koeien,
stieren enz.of door vallen, in geval van
braak enz.
Welnu dit alles is voorzien door ons
burgerlijk wetboek artikelen 1385 en
i386, waarinde eigenaar verantwoordelijk
wordt verklaard.
Men zou ongelijk hebben te gelooven
dat Dendergalm de ontoereikendheid dei
toepassingen van onze arbeidsongevallen
wet beknibbelt uit bezorgdheid voor de
landbouwwerklieden. Dat men zich dat
niet inbeelde hij schreef alleen uit liefde
voor afbrekerij hij kritikeert stelselmatig
en daarom ook is zijne kritiek zonder
eenige weerde. Ziet eens wat de geuzen
ovir onze landbouwers hebben geschre
ven hoe. zij ze hebben uitgescholden,
hoe zij hen te Gent, te Brussel en elders
hebben onthaald. Wat al scheldwoorden
heeft de gcuzerij hun naar het hoofd ge
worpen hoeveel stokslagen op hunnen
rug niet doen regenen Zij zijn en blij
ven voor de geuzenploegen die in God
gelooven, barbaren, pijpekoppen,
mastentoppen, enz. enz.
Wat de visschers betreft, deze komen
niet uitdrukkelijk in de wet. Er wordt
in de wet, niet gesproken van visschers
maar vallen zij er daarom buiten
Wij denken het niet wij meenen zelfs
stellig het tegenovergestelde. Wij steunen
ons op de volgende woorden van artikel
2, par. II
De nijverheidsondernemingen die
niet zijn begrepen in de hierboven opge-
n somde soorten en waarin gewoonlijk
ten minste vijf arbeiders werkzaam
zijn.
Dat zal wel het geval zijn voor de
visschers onzer zeekust.
Daarbij hun toestand is gemakkelijk
om regelen door par. Ill van art. 2 dat
luidt
De hieiboven niet opgesomde onder-
nemingen waarvan de grvaarlijke aard
bij koninklijk besluit wordt erkend, op
advies van de commissie der arbcids-
gevallen.
Desnoods dus blijft er eenvoudig een
koninklijk besluit te nemen en gewis dat
zal onze catholieke Regeering doen die
zich zoo arbeiderlievend heeft aangesteld.
Wat blijft er van de dwaze kritiek van
Dendergalm nog over
- Ik had zoo gaarne gewild, dat gij
mijnen broeder gekend hadt. Hij was
zoo edel, zoo mild en zoo goed, hij zou
u en Phillis zeker hebben lief gehad.
En waren de andere zoons ook zoo
als Reginald
In het minst niet. Thorn, de oudste
is een edel jongmensch met een schoon
gelaat en een zacht karakter, maar hij
was nooit thuis, hij hield niet van de
jacht en de andere genoegens van het
buitenleven, hij ging dikwijls op reis,
maar toch hield iedereen hier evenveel
van hem.
En Donald, de tweede zoon
Donald was het evenbeeld van zij
nen vader, den besten schutter, den stout-
moedigsten ruiter uit het geheele graaf
schap. Hij stierf aan eene kwaadaardige
koorts. Men telegrafeerde aan Thorn, die
altijd zoo innig veel van zijnen broeder
had gehouden. Thorn kwam dan ook
terstond, maar helaas, dezelfde koorts
tastte ook hem aan en hij stierf in dezelf
de week. O mijne lieve, dat was een
droevige tijd, dien ik nooit zal kunnen
vergeten, want mijn eenige dochter was
met Thorn verloofd en zijne dood heeft
ook haar het leven gekost.
Arme tante Edith
Gij, die zelf de moedersmarten kent,
zult u het beste in mijnen toestand kun-
NI h Die plant wordt meer
en meer als groen voeder in ons land
geteeld. En inderdaad, op betrekkelijk
korten tijd levert zij eene groote massa
groenvoeder, die vooral goed van pas
komt, wanneer de klaver min of meer
mislukt is. Maïs is ir. den vollen zin des
woords eene zomervrucht en vraagt vele
warmte. Ook moet met de volle zon
afwachten vooraleer te planten.
De meestopbrengende soort is de peer-
dentand (Maïs Caragua) aldus genoemd
omdat de zaden afgeplat zijn en den vorm
hebben van eenen peerdentand.
Die voederplant kan heel goed komen
na inkarnaatklaver, na snijrogge of nog
na eene eerste snede gewone klaver, waar
bij men van de tweede weinig te ver
wachten is.
Volgens M. Damseaux, leeraar aan het
Landbouwgesticht te Gembloers, heeft
men van i5otot 200 kil. zaad per hectaar
noodig.
Om smakelijk en malsch voeder te be
komen en tevens eene groote opbrengst
te hebben, moet men sterk bemesten. En
daar de landbouwer op dit oogenblik
over niet veel stalmest meer beschikt,
zullen scheikundige meststoffen hier de
hoofdrol spelen. Kan met echter eene
halve dosis stalmest geven des te heter.
Beir ook bewijst hier de grootste dien
sten. Beschikt men echter over weinig
stalmest en beir dan moet men rijkelijk
bemesten met scheikundige meststoffen.
1000 kgr groene maïs bevat 840 kgr
water, 3,2 kgr stikstof, 3 kgr fosfoorzuur
en 4,3 kgr potasch.
Eene opbrengst van 5o,ooo kgr per
hectaar zou dus aan den grond ontne
men 160 kgr stikstof, i5o kgr fosfoor
zuur en 2i5 kgr potasch.
3oo tot 5oo kgr sodanitraat in twee
keer gebruikt, 5oo kgr superfosfaat en
400 kgr chloorpotasch, mogen als eene
doeltreffende bemesting aanzien worden
Niet zelden worden potaschmesten,vooral
in zware gronden, verwaarloosd.
Nochtans bekwam Garsla, een Fransch
landbouwkundige, in een tiental proe
ven welke bij gedurende de jaren 1894
tot 1896 nam, eene gemiddelde verhoo
ging van 9.870 kgr enkel door bijvoeging
van potasch.
De fosfoorzuur- en potaschmesten wor
den best bij het omploegen ingeploegd.
Het sodanitraat kan men de helft bij
het zaaien of planten ineggen en de an
dere helft eenigen tijd na het uitkomen.
Voor.leeligst plant men maïs op rijen
dan kan men iien grond eens duchtig
ophakken en alzoo toegang geven aan
luêht en warmte Alsmede liet uitschie
tend onkruid verdelgen. Lowis.
VELDWACHTERS.
La
E Revue Communale van i5 Juni
1904 herinnert een ministerieelen
omzendbrief van 5 september 1887,
waaraan wij het volgende ontlee-
nen.
De veldwachters mogen, zonder
eenige toestemming van gelijk wie, zich
bezighouden met allerhande handelszaken
en assurantiën uit te oefenen naar beliefte,
uitgezonderd herberg en likeurwinkel
houden.(Art. 60 van't landelijk wetboek)
Bedoelde vrijheid levert geen gevaar
op, want moesten deze agenten om reden
van hunne gepriveerde stielen hunnen
dienst van veldwachter verwaarloozen, dan
hebben de besturen het recht maatregelen
te nemen tegenover zulke agenten, met
opschorsing of afstelling.
Er spruit nogtans uit dezen omzend
brief dat geene overheid, onder voorwend
sel van concurrencie, aan de veldwachters
mag verbieden winkel te houden, voor
zooveel deze geen herberg houdt. Het
gemeentebestuur mag in dit geval niet
'VJschenkomen 't zij door opschorsing
noch afstelling, alles volgens vermelden
omzendbrief.
De gemeenteraad van Montenaken
(Limburg) heeft verleden jaar de twee
veldwachters opgeschorst, omdat zij wei
gerden hun ontslag te geven van verze
keringsagenten tegen brand enz. De be-
bestendige afvaarding en de gouverneur
van Limburg bekrachtigden het besluit
van den gemeenteraad, maar bij konink
lijk besluit werd dit van deputatie en
gouverneur verbroken, de veldwachters
toelatende agent van assurantie te zijn,
voor zooveel de dienst niet verwaarloosd
wordt.
getal stemmen dat zij bekwamen VER
MEERDEREN.
Hoe Vermeerderen De liberalen
houden niet op te beweeren dat de catho-
lieken geklopt werden, plat gelijk eene
vijg den 20 Mei laatst.
Toe toe antwoordt citoyen Bel
trand daarop Dat zijn vodden! MEN
KAN NIET ZEGGEN zoo schrijft M.
Bertrand letterlijk, DAT DE CATHO-
LIEKE REGEERING DEN 29 MEI
EEN GEVOELIG VERLIES ON
DERGING.
Is dat klaar
M. Bertrand cijfert uit dat de katholie
ken nu in het land 40 DUIZEND STEM
MEN MEER bekomen hebben dan in de
laatste kiezing. De winst van de catho-
lieken is grooter. Juist gerekend, is het
58 DUIZEND STEMMEN die zij bij-
wonnen. Maar 't komt er niet op aan.
Ziedaar hoe volgens een roode bond
genoot der liberalen, de catholieken door
de liberalen zijn geklopt geworden.
In onbepaald verlof. Op 7 Juli
zullen ongeveer 6000 milicianen der
vier eerste linieregimenten, klassen van
1900 en 1901 en der carabiniers, klas
van 1900, in onbepaald verlof naar huis
gezonden worden.
STAD
AELST
Men schrijft uit Gent aan La XXe Siè
cle dat naar het schijnt het Parket
geen gevolg zal geven aan de klacht
wegens kiesomkooperij neêrgelrgd tegen
de groene candidaten.
Het Parket handele naar goeddunken,
maar wat vast en zeker is, 't is dat er op
tijd en stond eene vraag van verbreking
der verkiezing van Pie Daens aan de
Volkskamer zal gezonden worden.Gansch
't land moet kunnen oordeelrn over den
ellendigen kiestruk, door den welken
Groene Pie een overgroot gedeelte van
't kiezerskorps heeft verschalkt.
Altijd spreekt men van de belofte van
afstand van een deel der parlementaire
vergoeding aan de W« De Backer en kin
deren, maar men zwijgt over de zaak van
't pensioen van den Staat die haar zou
verzekerd zijn in geval van verkiezing
van Pie Daens. Waarom Dat zal aan
de Volkskamer uitgelegd worden.
Klokke Roeland mag nu uit goede
bron al vernemen wat ze wil, ziedaar...
nen plaatsen. Maria stierf op haar zeven
tiende jaar, maar in mijn hart leeft zij
nog altijd voort. Gertruda, begrijpt gij
nu niet, dat ik eenig recht heb u te hel
pen Mijne eigene moeder droeg den
titel, dien gij thans draagt en die titel
had op mijn kind moeten overgaan.
Maar....
Toen Maria nog leefde, was ik niet
zoo rijk, zooals thans en daarom kon ik
haar jaarlijks i5oo fr. zakgeld toestaan.
Ik zou u met vreugde meer aanbieden,
maar ik geloof wel, dat gij met deze klei
ne som genoeg zult hebben en voor mij
zal het zijn alsof ik nog altijd het zakgeld
aan Maria uitbetaalde.
Twee uren later ging Gertruda met
haar dochterke aan de hand door het
park naar het kasteel terug-
Dank zij de edelmoedigheid van mevr.
Edith Ford bezat zij thans meer geld,
dan waarover zij in jaren had kunnen
beschikken, maar toch was zij buitenge
woon ernstig en somber gestemd.
Het was haar alsof zij een voorgevoel
had, dat haar een nieuw verdriet dreigde,
als zag zij een ongeluk dat haar met on
verbiddelijke snelheid naderde.
De avond begon reeds te vallen, toen
zij op het kasteel terugkam.
De oude opzichter Jordan stond in de
voorzaal en toen zijne meesteres binnen-
De liberale victorie
M. Louis Bertrand is socialistische
volksvertegenwoordiger van Brussel. Hij
heeft een klein boekje uitgegeven over
den uitslag der kiezingen van 29 Mei.
Beltrand bekent, geheel openhertig, dat
de socialisten hard geklopt werden in de
kiezingen van 29 Mei. Inderdaad, zij heb
ben eene geheele collectie van hunne
mannen in den slag gelaten, met de groote
schreeuwers Furnémont en Cavrot aan
't hoofd.
De socialisten bekwamen in de kiezing
van den 29 Mei bij de 12 duizend stem
men MIN dan in de vorige stemming,
't Was de eenige partij, die, ondanks de
vermeerdering van het kiezerskorps, stem
men verloor.
De catholieken, integendeel, zagen het
kwam, naderde hij haar en zegde op eer
biedigen toon
Mevrouw, mijnheer de graaf heeft
mij opgedragen u te zeggen dat hij naar
Londen is vertrokken.
Naar Londen herhaalde de gravin.
Ja, mevrouw. Mijnheer de graaf is
van hier naar de statie gereden, waar hij
den trein van 5 ure nog wilde hebben.
Ik geloof dat hij met den middagpost een
brief ontvangen heeft, die met zijne plot
selinge reis in verband staat, want vijf
minuten nadat ik hem zijne brieven ge
bracht had, belde hij en bevool dat men
zijnen reiszak moest gereed maken.
Het was een raadselachtig geval, maar
niettemin gevoelde de gravin zich eenigs-
zins verlicht door de afwezigheid van ha
ren man.
De arme Gertruda vermoedde niet hoe
veel rampen en droelheid er voor haar
uil de plotselinge reis naar Londen zou
den voortspruiten.
Het kasteel Chatterly lag tamelijk ver
van de hoofdstad verwijderd en het moest
omstreeks middernacht geweest zijn, toen
de graaf daar aankwam.
Kort voor het morgenmaal kreeg zij
bezoek, een bezoek dat zeer zelden op
het kasteel Chatterly ontvangen werd,
want Jaak Ford vermeed zijnen neef zoo
veel als mogelijk was.
De jaarlijksche Markt en Tentoonstel
ling der Paarden cn Veulens van het
zwaar inlandsch trekras, der Cantons
Aelst en Herzele, alsmede der Gemeenten
Appels, Audegem, Denderbelle, Dender-
monde, Lebbeke, Mespelaere, S1 Gillis,
Wieze, Denderhautem Hillegem, welke
zullen plaats hebben op Kermisavond,
Zaterdag 2 Juli aanstaande, ten 8 uren
's voormiddags, op het Esplanadeplein
(nabij de Statie) beloven dees jaar wel te
gelukken.
Menigvuldige inschrijvingen zijn reeds
toegekomen en alles doet voorzien dat het
getal ten toon en te koop gestelde Paarden
en Veulens verdubbeld zal wezen tegen
dit van verleden jaar.
Gelukkige invoering.De liefhebbers
kunnen hier benevens de Veulens, de
voortteelers zien, en eene Commissie is
ter hunner beschikking om de afstamming
te waarborgen.
Kostelooze inschrijving in het Belgisch
Paardenstamboek.
De buitengewone prijskamp voor de
beste voortteelers vergezeld van 't schoon
ste lot zuigelingen afstammelingen, ten
minste zes, belooft prachtig te zijn, te
meer daar wij reeds de bijtreding onzer
hengstenhouders bekomen hebben.
Mosselen. Wij lezen in een Hol-
landsch blad
Na een lang tijdperk van rust, begint
wéér leven en bedrijvigheid te komen
in den handel van mosselen uit den
Braakman. 0
Er worden nu reeds tot 1200 balen
per week verzonden. Dit getal neemt van
nu af aan geregeld toe, tot dat in Augus
tus en September het toppunt bereikt
wordt.
De hoedanigheid van de mosselen is
reeds vrij goed, en de gunstige weerge
steldheid zal, in een paar weken tijds, nog
veel verbetering brengen. De prijzen zijn,
even als verleden jaar, 5 frank en half per
baal.
Volgens een verschenen verslag over
den toestand der visscherijen op de
Schelde en de Zeeuwsche Stroomen, in
1903, werden in 't afgeloopen jaar 84.488
balen mosselen uit den 0 Braakman ver
zonden. i>
Hij moest den graaf evenwel over drin
gende zaken spreken, en daarom wilde
hij spoedig weten, wanneer deze terug
verwacht werd, hij liet zich dus door de
kleine Phillis onaangeduid naar de ont
vangkamer van hare moeder geleiden.
Het spijt mij dat Reginald niet
thuis is, zegde Gertruda, die zich altijd
eenigszins verlegen tegenover Jaak ge
voelde. Hij is gisteren naar Londen ver
trokken, terwijl Philis en ik op Lane-
house waren. Men zegde mij, dat hij met
de middagpost eenen prief ontvangen
heeft, die hem waarschijnlijk tot die reis
deed besluiten.
En weet gij niet wanneer hij teruk-
komt
Ik weet er niets van, maar ik denk
wel dat ik dezen middag eenen brief van
hem zal ontvangen, en als hij daarin
schrijft dat hij niet spoedig terugkomt, dan
kan ik hem wellicht de zaak mededeelen
waarover gij hem wenscht te spreken.
Jaak aarzelde.
Weet gij dat de predikantsplaats van
Chatterly tot het patronaat van uwen
echtgenoot behoort
Waarlijk Neen, ik wist hel ook
niet. Ik zou zoo gaarne wenschen, dat
dokter Arthur terugkeerde en dezen on-
aangenamen predikant wegzond. Ik hou
niet van M. Jones.
Leve de E. V. De roode Pbuple
stelt het volgende vast voor de provinciale
kiezingen in de Brusselsche omschrij
ving
De liberalen bekomen 21,450 stemmen
en hebben daarvoor 16 zetels
De catholieken bekomen 22,i5o stem
men en hebben geen enkelen zetel
De socialisten bekomen 17,685 stem
men en hebben geen enkelen zetel.
De Peuplb vindt dat natuurlijk on
rechtvaardig.
Maar de Peuple heelt er schuld aan,
dat de partij die het meeste getal stemmen
bekwam, geen enkelen zetel heeft 't ia
hij, die de socialisten in de ballotteering
voor de liberale volksvijanden deed stem
men.
Ik ook niet. Dokter Arthur betaalt
hem het volle bedrag voor zijn ambt en
toch klaagt hij gedurig dat het te weinig
is. Wij zijn met de familie Arthur per
soonlijk zeer bevriend en dezen morgen
kreeg mijne moeder per telegraaf bericht
dat de dominee overledan is.
Nu zal ik u zeggen waarvoor ik hier
kom. Wanneer Reginald de betrekking
niet aan een zijner kennissen heeft be
loofd, dan zou ik ze voor een ouden
vriend willen verzoeken.
Zoover ik weet heeft Reginald met
niemand over deze betrekking gespro
ken.
Maar heeft hij wellicht het patro-
naatrecht verkocht
De gravin werd rood van schaamte.
Zij wist zeer goed dat haar echtgenoot
alles verkocht wat maar «enigzins te ver-
koopen was.
Ik hoop het niet, stamelde zij.
Dat zou mij onaangenaam zijn, her
nam Jaak Ford, want ik zou Reginald
gaarne elk bedrag uitbetalen dat hij er
voor eischt, wanneer hij die betrekking
aan mijnen vriend wilde toevertrouwen.
Gij behoeft mij zoo verschrikt niet aan
te zien, het is gemeend wat ik zeg.
Wie is uw vriend
Wordt voortgezet.