i mis m
Donderdag 4 Augusti ID04 5 centiemen per nummer 56s,e Jaar 5(»60
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
liberale
eerlijkheid.
Wat zeer dom is.
HET GEHEIM
Goddeloos bestier.
RECHTVAARDIGHEID.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
jning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
nngen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 81LM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrgdbg
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vat
dit blad.
AALST, 3 AUGUSTI 1904.
Moest men onze liberale tegenstrevers
op hun woord gelooven, dan zijn er op
de wereld geen deftigere, geen eerlijkere
geen rechtveerdigere politiekers dan zij te
vinden.
Maar de waarheid is, dat die liberale
deugden nergens te vinden zijn. Immers
t'jsschen zeggen en zijn bestaat er bij hen
volkomen tegenspraak.
De liberale meerderheid van den pro -
vmciale Raad van Henegauw komt ons
andermaal te toonen hoe de liberalen de
eerlijkheid verstaan.
Die liberale eerlijke lieden komen een
aanslag te plegen, die overal met de
rtste strengheid is beoordeeld gewor-
niet alleen door de catholieken maar
ook door tal van liberalen.
Wanneer zij namelijk uitspraak te doen
hadden over de kiezing in 't Canton Chiè-
vres, hebben zij maar zonder omwegen
den catholieken gekozene M. De Bruyc-
ker, van de hand gewezen om hem te
vervangen dooreen liberaal van den mi-
versten bloede, M. Leblux.
Hce zij het aan boord hebben gelegd
nm die hatelijke rechtsverkrachting te
plegen, zegt ons het volgende uittreksel
van een schrijven van Le Courrier de
l'Escaut
Weihoe de stemopneming (tijdens
de kiezing) had plaats in 't bijzijn van
liberale getuigen, waarvan geen enkele
eenige bezwaar maakte. Die stemopne
ming heeft voor uitslag dat de heer De
Bruycker, de catholieke candidaat, geko
zen verklaard wordt, en geen enkel libe
raal maakt daar verzet tegen. Eenige we
ken later dienen de mislukte candidaten
der liberale partij bij den provincialen
Raad eene klacht in, en vragen een on
derzoek over de twee stemmingen van
Chièvres. Eene commissie samengesteld
uit 7 anticlerikalen en 5 catholieken,
gelast met de volmachten der gekozenen
van dit Canton na te zien, stelt voor de
herkiezing goed te keuren.
Is dat niet klaar genoeg, en hoe is
't mogelijk het verder aandringen der
mislukten uit te leggen, tenzij door het
inzicht eene dier laakbare trukken te ge
bruiken, waarvan alleen de liberalen het
geheim bezitten
Die trukken waren op voorhand ge
reed gemaakt.
De liberaal Cauchie vraagt het on
derzoek der stembriefjes, waardoor 118
nieuwe briefjes, die nietig zijn, uit de
pakken te voorschijn komen. En tusschen
die 118 nietige briefjes zijn er 90 ten na-
deele van M. De Bruycker. Op die 118
stembrieven bemerkte men eene lijn ge
trokken met een hard potlood. Nu het
potlood bij de kiezingen gebruikt is een
zacht potlood, zoodanig dat de kiezers
die de bedoelde lijn zouden getrokken
hebben op hunne kiesbrieven allen van
een hard potlood voorzien waren. Ge ziet
dat zan hier.
Die schandelijke konkelfoezerij strekt
tot oneer van de vergadering, die er zich
plichtig aan maakte.
Drie klachten zijn ingediend eene
bij M. de Trooz, minister van inwendige;
eene bij den minister van Rechtswezen en
eene derde bij den Procureur generaal
van 't Parket. Een grondig onderzoek is
noodzakelijk. Dit geheim dient klaarge-
trokken en de ware bedriegers ontmas
kerd te worden. Wij hopen dat 't gerecht
zijnen loop zal hebben en dat de verval-
schers zullen ontdekt worden.
Graaf de Rouillé, oudkamerlid in
't Canton Chièvres verkozen heeft M. Le
blux uilgedaagd zijn ontslag met hem in
te dienen en 't kiezerskorps te laten uit
spraak doen. Maar de ajjfijiaa Leblux
weigert en om reden.
Alle menschen moeten leven.
Iedereen, wie hij ook weze, moet kun
nen bestaan en door zijne werkzaamheid
het noodige bekomen tot zijn levenson
derhoud.
Maar ziet
Daar zijn hedendaagsch vele menschen,
die alsof waren zij gek, hunne eigene
broodwinning gansch te niet doen en de
schuld zijn, dat zij in hunne nering zeer
nauw vemepen zitten.
Men vind ze in alle stielen en handels
vakken en zeer noodlottiglijk zijn zij de
eerste en voorname oorzaken van het ver
val hunner eigene zaak.
Waardoor toch
Ha Zij weten hunnen stiel, hunne
nering niet te eerbiedigen en door ande
ren naar waarde te doen schatten, want
in de plaats van, gelijk elk verstandig
man, te zorgen dat hunne winst behoor
lijk toereikend weze voor hun redelijk be
staan, denken zij zeer dwazelijk gedwon
gen te zijn veel tot onder den prijs te
werken of te verkoopen.
Zij vergenoegen hen met eene spot
winst en staan maar al te veel van het
voordeel af, welk zij rechtmatig mogen
vergen, voor hun verdienstelijk werk of
voor hunne goede waar.
Zulke handelwijze is ten hoogste on
verstandig en af te keuren, want op die
wijze wordt het onmogelijk op eene eer
lijke wijze van zijne winst te bestaan.
Men moet er vast van overtuigd zijn
dat al wie werkt of verkoopt eene redelijke
winst moet nemen of vergen, want geen
mensch leeft voor hem alleen, maar met
en door alle anderen samen.
Dus wat hij maakt, maken ook nog
anderen wat hij verkoopt, hebben ook
nog anderen in hunnen winkel en het
is geenszius toegelaten aan iemand, wie
hij ook weze, den stiel te bederven of de
nering te niet te doen, door anderen ook
uitgeoefend.
Men moet natuurlijk den kooper niet
bestelen, zooals de dief doet in een bosch,
door hem te hooge prijzen te doen beta
len.
Men mag evenmin den klant als levend
villen, door een veel te hoog loon te
eischen, dan het werk verdient. Men moet
redelijk zijn en blijven.
Doch men denke niet dat men veel
voordeel zal doen door te verkoopen met
eene zeer geringe winst of te werken te
gen een hongerloon. De menschen zullen
daarvoor niet te meer naar u komen; in
tegendeel. zii zullen gauw gewaar worden
dat gij hen niet ter trouw Kumr aienen ot
gerieven, want niemand kan tooveren en
alzoo is het onmogelijk zeer gord werk te
leveren of voortreffelijke waren te verkoo
pen, aan veel lageren prijs dan de mede
dingers in het vak.
En men weze ook niet zoo dwaas te
meenen, dat het veel beter is te bestaan
met vele kleintjes, want meestal is men
beter met veel min verkoop of veel min
werk, wanneer men het wat meer weet te
doen betalen.
Maar, zal men zegeen, als ik niet werk
of verkoop onder den prijs, dan heb ik
niets te doen. Ik moet schenteventen
Dat is eene grove dwaling, want wan
neer hetgeen gij maakt of te koop stelt
goed en deugdelijk is, moogt gij stout
uwen prijs vragen. Men zal hem u liever
geven voor iets dat deugt, dan veel min
voor iets dat niet deugt.
En het is eene onomstootelijke waar
heid, dat al wie veel onder den prijs
werkt een knoeier is en dat dezen, die
hunne waren veel goedkooper geven dan
anderen, enkel maar kwade hoedanigheid
verkoopen.
Niemand kan wonderen doen en wil
men iets hebben dat goed is, men moet
den behoorlijken prijs betalen.
Ook al wie verstand heeft en goed wil
gediend zijn, zal met het schenteventen
VAN DEN
o
19* Vervolg.
Zeg eens, jongens! hernam de de
tective, met zijn eigenaardige, vrije ma
nier van spreken, wij zijn hier niet op
eene begrafenis Ik geloof, als gij mij
vraagt, dat wij wat anders te doen heb
ben dan klaagliederen aan te heffen of
lag, onzen neus te loeren, alsof wij ons
leste oordje versnoept hadden Ik zal
beginnen met u te vertellen, wat ik ge
daan heb. Ik heb twee man meegebracht
goede speurhonden allebei, dat verze
ker ik u en die heb ik uitgezonden.
Zij moeten uitvisschen wat zij maar kun
nen. En wat nu die vermoorde Fransche
dame betreft, daar heb ik ook al werk
van gemaakt. Ik heb een vriend in Parijs
bij het vak, natuurlijk en dien heb
ik geschreven. Dat is een kerel, die vindt
alles uit, al vroegt gij hem waar de zuster
van des duivels grootmoeder gebleven is.
Heel waar let maar op, binnen een
paar dagen zal hij alles van die Made
leine Faure kunnen vertellen. Daar ginds
in Frankrijk doen zij die dingen behen
dig. Dat is zeker
Ten minste, viel Robert Power in,
uit zijne diepe gedachten opschietende,
ten minste als het haar ware naam is.
Maar wie staat er voor in, dat zij geen
naam heeft aangenomen Het eene komt
mij zoo waarschijnlijk voor als het an
dere.
Zeer waar, mijn vriend, zeer waar
antwoordde Brusel, min of meer spot
tend. Maar ziedaar juist wat wij moeten
uitvinden. En daar zullen we op zijn tijd
ook wel van hooren. Maar nu van dat
andere exemplaar van het zwakkere ge
slacht Die teere schoone, die zulke lieve
avondbezoeken brengt!... wat weet gij
daarvan
Power haalde zijne schouders op.
Daar weet gij juist zooveel van als
ik sprak hij somber.
Het is toch ccn onbegrijpelijk ding!
begon de commissaris weder, Brusel aan
ziende met dezelfde hulpelooze uitdruk
king op het gezicht. Ik heb u verteld,
wat mijn inspekteur onderzocht heeftzij
is aan geen van de omliggende staties
gezien, uit geen van de omliggende dor
pen is een spoor van bericht omtrent haar
ontvangen, het is goed mogelijk, dat hij
gelijk heeft en dat zij nog hier in Sand
bank is 1
Jawel, dat hebt gij mij verteld, com
missaris I hervatte de detective ernstig,
maar neem mij niet kwalijk, ik wou dat
liever van den inspekteur zelf hooren.
En weer dacht hij aan hetgeen bij
durende de zitting op Power's gezicht
had meenen te lezen.
Komaan, zegde hij plotseling met
een doordringenden blik op Power, als
gij iets weet, inspekteur, laat ons dan niet
in het donker. Dat is niet eerlijk. Vooruit
er mee, kerel 1
Power keerde zich om en zag den de
tective trotsch in het gelaat.
De inspekteur, antwoordde hij uit
de hoogte, heeft niets met de zaak te ma
ken Gij -zijt van Londen gezonden om
ze in handen te nemen ga u gang.
Aan iemand van uwe kunde en ervaring
is zij zeker goed toevertrouwd
Deze lof scheen niet in Brusel's smaak
te vallen. Integeddeel, zijn gelaat nam
eene half verschrikte uitdrukking aan.
Ik bedoelde waarlijk geen beleedi-
ging, sprak hij haastig. Geloof mij, ik
meende niets kwaads het is nu eenmaal
zoo mijne manier. En zie eens, ging hij
op kal men toon voort, wij zijn nu hier
om elkaar te helpen. Ik vraag niets dan
een weinig hulp in het begin, help mij
op weg, dat is al wat ik vraag. Ik heb
dadelijk gezegd, dat gij, naar mijn ge
dachten, de zaak kapitaal hebt aange
pakt, is het niet waar commissaris? Heb
ik u dat niet gezegd en om nu de ronde
waarheid te zeggen ik geloof, dat gij
meer weet.
Alles wat ik weet, heb ik zooeven
in de gerechtszitting gezegd en kunt gij
j gehoord hebben, antwoordde Power koel
en het stielbederven zelf niet ingenomen
zijn en daarom moeten allen dezen raad
in acht nemen, die goud waard is
Verkoop goede waar. Maak goed werk
EN... VRAAG EEN GOEDEN PRIJS.
Dan zult gij kunnen bestaan.
En... anderen ook.
(De Stad Brugge). H. D. Z.
Sedert de hospitalen door wereldsche
verzorgers bediend zijn, in Frankrijk,
gebeuren er onder opzicht van Gods
dienst, schrikwekkende dingen.
Niet alleen heeft het vrijdenkersbestier
de geestelijken en de zusters uit de hospi
talen verwijderd, maar om te mogen be
recht worden moeten eerst allerlei hate
lijke en belachelijke pleegvormen vervuld
worden daarenboven weigeren de be
dienden dagelijks den priester en de hulp
van den godsdienst aan zieken die er ach
ter vragen.
Ziehier hoever de hatelijke strengheid
gaat der reglementen.
Over eenigen tijd, in het Hópital de
Ménages te Parijs, had eene vrouw, door
gedurig aan te dringen, erin gelukt eenen
priester bij haar sterfbed te roepen zij
hol rrolnlr laatclo -hftilhre
Sacramenten te mogen ontvangen
Nevens haar, al den anderen kant, was
eene andere oude vrouw stervend, die
gelukkig over de tegenwoordigheid van
den priester, ook begeerde berecht te
worden.
De priester moest hem maar omkeeren
om zijne bediening uit te oefenen. Men
weigerde hem stellig de toelating om de
stervende te berechten.
Men beging de schreeuwende dwaas
heid te eischen, dat hij eerst uit het hos
pitaal vertrok en dat de oude vrouw al de
vereischte formaliteiten volbracht om
hem terug te roepen.
Vooraleer de priester mocht wederkee-
ren, was de vrouw dood.
Die gruwelen geschieden dagelijks.
Eene jonge vrouw riep hartverscheurend
achter eenen priester.
De bezorgster antwoordde dat zij geen
tijd had om haar daarmeê bezig te hou
den en de arme vrouw stierf eenige uren
later in den droevigsten angst.
De andere zieken, getuigen daarvan,
hebben bitterlijk daarover hun beklag ge
daan, maar voor alle antwoord kregen zij
niets anders dan bedreigingen van den
geneesheer
Over eenige dagen wierd het H.
Oliesel in eene zaal toegediend 1 't Is de
eerste maal sedert elf maanden zegde
de bewaakster In die hospitalen sterven
al de manspersonen zonder Sacramenten
en men wordt eraan gewoon van de men
schen te zien sterven gelijk de beesten.
Dat komt ervan als men goddeloozen
aan het bestier heeft
Ware de partij der liberale contróleun
hier meester, weldra zou ons Hospitaal
ingericht zijn op zijn Fransch
tjes. Indien ik soms een eigen meening
over de zaak heb, geloof ik het recht te
hebben, die voor mijzelf te houden. Mee
ningen zijn gevaarlijke dingen en iemand
kan er licht een zot figuur meê maken!
Natuurlijk gaf Brusel ten ant
woord. Gij kunt doen zooals gij goed
vindt. Maar laat mij u een ding zeggen
gij doet verkeerd, als gij boos op mij zijt
en u daarom zoo gesloten houdt. Onder
kameraden ben ik een lap-uit en zeg wat
mij voor den mond komt, maar ik meen
het goed, in waarheid Ik ben een ronde
kerel en als gij denkt, dat het mijn plan
is om met de eer te gaan strijken, die
eigenlijk aan een ander toekomt, dan kent
gij Tom Brusel niet, neen zeker niet
Met zijne heldere, scherpe oogen, zijne
blonde bakkebaarden, zijn grooten neus
en zijn flink, open gelaat zag Tom Brusel
er inderdaad zoo uit als hij zichzelven
beschreven had. Zijne manieren waren
wel wat al te vrij en zeker al te gemeen
zaam voor een eerste kennismaking. Zijn
toon klonk dikwijls brutaal en onbe
schaafd, maar men kon zien, dat hij er
geen kwaad mee bedoelde en elke ge
dachte om te beleedigen hem vreemd was.
Hij kon het bovendien niet helpen, dat
hij Power in zoon slechte luim aantrof
en juist die punten aanroerde, waar om
trent deze zelf nog in twijfel en onrust
verkeerde.
Robert voelde echter reeds oprecht be
rouw over zijn onbeleefden uitval.
Van i865 tot 1870 noemde de liberale
minister Bara 334 liberale rechters tegen
33 catholieken, in de verschillige recht
banken van 't land.
Later wierd hij nogmaals minister en
van 1879 tot 1884 deed hij de volgende
benoemingen in Oost- en West-Vlaande-
ren
Beroepshof i5 liberalen en geen en
kele catholiek.
Rechtbanken 43 liberalen en geen
enkele catholiek.
Vredegerechten 29 liberalen en 1 ca
tholiek.
Samen 87 liberalen en 1 catholiek I I
En ziehier de toestand der gerechtsho
ven van geheel 't land onder 't laatste
uu0raal ministerie.
'ÉrroSh. GÏt: A libfr' 5. c"boL
Brussel 3g 12
Luik 28 7 it
Samen 107 26
Is dat recht Neen, cn die schreeu
wende onrechtvaardigheid moeten de
catholieken na 20 jaar catholiek ministerie
uitzweeten Ziehier het bewijs, toestand
in 1904
Verbrekingshof 12 liber. 9 cathol.
Beroepsh. Genti3 14
Brussel 41 16
Luik 19 i5
Samen 85 54
Dus, de catholieken hebben na 20 jaar
bestuur nog het deel niet kunnen beko
men welk hun in de benoemingen toe
komt ten gevolge der onafzetbaarheid der
rechters over twintig jaren door de libe
ralen benoemd.
Voeg daarbij dat de liberalen onder
het catholiek ministerie meer dan een
derde der benoemingen krijgen alhoewel
zij in de kiezingen het derde der stem
men niet kunnen ophalen.
Waar is nu de rechtvaardigheid, bij de
liberalen, of bij de catholieken
Vergeef mijn drift, sprak hij, den
anderen zijn hand toestekende. Waarlijk,
ik ben niet ongenegen u te helpen, maar
ik verkeer zelf nog in het duister.... Met
dat al wat ik voor u doen kan, ben ik
bereid om te doen.
Braaf gesproken, zoo mag ik u hoo
ren 1 hernam Brusel, Powers hand met
groote hartelijkheid in in de zijne druk
kende. Van nu af aan kunt gij op Tom
Brusel rekenen Neen, ik hou niet van
praatjes maken, ik meen het oprecht, ik
ben er trotsch op met een kerel als gij
zijt samen te werken
Hartelijk dank voor uwe goede mee
ning antwoordde Robert glimlachend»
En nu wat de zaak betreftik zal u zeg
gen wat ik denk... ik zal u alles zeggen,
maar voor vele dingen vergeet niet, dat
het maar vermoedens zijn bewijzen heb
ik niet. Hebt gij het lijk gezien?
Ja zeker.
Hebt gij dc twee diepe sneden aan
den hals oplettend bezien Hebt gij de
wond onder aan den arm opgemerkt
Natuurlijk.
Hebt gij gehoord, hoe de ontsnap
ping door het venster, langs het schuin-
sche dak van het schuurtje moet plaats
hebben gehad
Ja. Wat verder
Wat verder herhaalde Power, ter
wijl zijn oogen schitterden en de gansche
uitdrukking van zijn gelaat als bij toover-
slag veranderde. Wordt voortgezet.