HOPHANDEL.
Zondag 14 Augusti 1904
5 centiemen per nummer.
56sle Jaar 3063.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
HOPTEELT
OPROEP
Planters en Kooplieden.
3D IE IMLATST
met den Witten Baard.
DcZondagrusl.
w
Stukken
Brokken.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8UUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3d0 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vat
dit blad.
AALST, i3 AUGUSTI 1904.
TOT DE
Het College van Burgemeester en
Schepenen der Stad Aalst, brengt ter
kennis van de belanghebbenden dat er
6 Prijskampen worden uilgeschreven
voor de Landbouwers welke van'hun
eigen gewas de beste Hop op de Merkt
zullen brengen.
De Prijskampen zullen plaats hebben
1° Zaterdag 3 September, ten 10 uren.
2° Zaterdag 10 September, idem
3° Zaterdag 17 September, idem
4° Zaterdag 24 September, idem
5° Zaterdag 1 October, idem
6° Zaterdag 8 October, idem
Er zullen prijzen verleend worden
van 5, 10, 15, <20 fr. in evenredigheid
der hoeveelheid op de Merkt te koop
In het beoordeelen der Hopzal de Jury
rekening houden van
1° De rijkheid in lupulin (geelstof) en
geur (reuk), 20 punten 2° De fraaie
kleur, 5 punten 3° De verzorgde
pluk, 10 punten 4° De wijze waarop
zij gedroogd is, 15punten.
Iedereen weet dat de u Groene Bel
de rijkste is in lupulin en dat de Car-
nau - veel armer is dan de andere
soorten
De Hop der landbouwers die hun ge
was drogen bij middel van het ijzeren
toestel datdc Hop-commissie kosteloos
toestaat aan de planters welke hunnen
eest wijzigen volgens hare inlichtingen,
heeft altijd eenen fijnen geur en eene
fraaie kleur.
Op den fijnen geur der Hop heeft
grooten invloed 1° liet plukken eer zij
rijp is 2° het te laat inoogsten 3° het
drogen op eenen hoogen warmtegraad
4° het verkeerd behandelen op den eest.
De Hop moet zuiver geplukt zijn»
zoodanig dat zy noch lange stelen, noch
bladers bevat.
Men kan de Hop bederven door het
drogen.
1° Als zij te weinig gedroogd is of te
veel gebroken.
2° Als er rook door de bellen gaat,die
aan de Hop haren fijnen geur ontneemt,
3J Als men de Hop te dik op de
droogtafel legt, en een groot vuur
maakt, zoodat de onderste laag bellen
O
l3e VERVOLG.
IV.
DE DOODE IN HET SPOORWEG-
RIJTUIG.
Eindelijk na lange afwezigheid, schreef
de graaf van Chatterly dat hij zou terug-
keeren.
Hij zou den eerstvolgenden Dijnsdag
met den trein van vijf ure te Salton aan
komen, den eenigen trein, waarvan de
reizigers niet genoodzaakt waren te Will-
mington over te stappen.
Hij had wel niet verzocht dat zijne
vrouw hem zou komen afhalen, maar zij
meende dat die oplettendheid van harent
wege hem genoegen zou doen en daarom
liet zij het poneywagentje inspannen en
reed, van eenen knecht vergezeld, naar
de statie.
Phillis had zij thuis gelaten.
Het was een prachtige Septemberdag,
de zon scheen zoo warm, alsof het in
den zomer was en het loover der boomen
vormde de prachtigste kleurschakeerin-
gen.
Gertrude hield in het voorbijrijden
even voor Lanehouse stil, om daar te
verzengt, terwijl de bovenste laag over
vloedig zweet.
4° Als men te vroeg solfer brandt
vooral terwijl de Hop zweet. Rook en
zwaveldampen lossen zich op in het
vocht, kleven aan de schubben en be
derven den geur, de bellen verliezen
hunnen glas, de lupulin wordt bruin,
de looistof en de hars verliezen een deel
hunner kostbare eigenschappen.
Om aan den Prijskamp deel te nemen
moet men ten minste 100 kilogr. Hop
op de Merkt brengen, welke in één of
verscheidene zakken mag bevat zijn.
300 kilogr. zullen twee loten, 500 kilo
gram, drie loten uitmaken, waarmede
men naar de prijzen kan dingen. De
mededinger moet dit gewicht door een
bulletijn der Hopwaag bewijzen.
De Hop mag op voorhand niet ver
kocht zijn, zij moet op de Merkt te koop
gesteld worden.
Ten einde te vermijden dat dezelfde
Hop op verschillende dagen aan den
Prijskamp zou deelnemen, moet de
mededinger het bewys brengen dat
zijne Hop verkocht en geleverd is.
Wij denken de Planters te mogen
aanraden, hunne Hop van rijke geurige
hoedanigheid, zooals de Groene en de
Friesche niet te vermengen met deze
die arm is in hoedanigheid, zoo als
vorige jaren zullen de Brouwers de
beste bij voorkeur koopen, zelfs aan
een hoogeren prijs
Yan heden af kan men verdere inlich
tingen hekomen bij de Leden der Hop-
commissie
MM. M.-L. Gheeraerdts, Voorzitter
Baron Leo de Bethune. L. Boterberg, F.
Cumont, Ph. De Wolf-vander Noot, Rid
der L. Schellehens, Od.Van der Sc/meren,
L. Van Overstraeten; J. Regniers, Schrij
ver.
Gedaan te Aalst, den 6 Augusti 1904.
De Burgemeester,
De Secretaris, M.-L. Gheeraerdts.
O. Reyntens.
Welke de houding der geuzen is in
die belangrijke kwestie toonen ons de
woorden door M. De Blieck uitgespro
ken in de zitting van 1 Aug. 1.1. Ziehier
wat hij zegde volgens Dendergalm.
(7-8-04).
M. De Blieck, zegt tegen den rust-
dag niet te zijn der werklieden. Docli
ik ben nog op de hoogle niet van die
wet en zou er eerst en vooral kennis
willen van nemen om te weten of die
wet voldoening zal geven aan'twerk-
volk en ze in hunne vrijheid niet zal
krenken.
Dat is de houding van Pilatus. Hij is
er niet tegen omdat hij niet durft uit
schrik voorde werklieden hij is er
niet voor, het wetsontwerp is tegen de
zeggen dat haar echtgenoot thuis kwam.
Jaak Ford stond op het punt te voet
naar Salton te gaan, daar zijn paard
kreupel was geworden en mevr. Edith
haar rijtuig noodig had.
Wilt gij bij mij instappen vroeg
Gertruda, er is nog plaats genoeg.
Van dat vriendelijk aanbod wil ik
gaarne gebruik maken, antwoordde Jaak,
ik moet naar Wilmington.
Toen hij naast haar in het rijtuig zat,
vroeg hij
Waar is Phil
Gertruda antwoorde
- Ik heb haar thuis gelaten, gij be
grijpt wel waarom. Zij was er anders wel
door teleurgesteld. Wij komen wat te
vroeg voor den trein in Salton, maar ik
hoop dat zulks u niet hinderen zal.
Toch niet.
Veel meer spraken zij niet met elkaar.
Dicht bij Salton gekomen, begon Jaak
weer.
Ik ga naar Willmington om Jim
Cart af te halen. Ik geloof wel dat het
hem genoegen zal doen, wanneer hij mij
daar aan de statie vindt.
Dat denk ik ook. Ik ben blij dat wij
een nieuwen predikant krijgen.
Hij komt nog maar voorloopig, om
met de pastorij en de gemeente eens ken
nis te maken. Hij zal eerst trouwen, voor
dat hij zijn ambt aanvaardt.
Zij hadden de statie bereikt.
De gravin liet het rijtuig en de poneys
leerstelsels der geuzerij. De liberalen
zijn voor de vrijheidder verdruk
king van anderen.
Eli wel. gij Daensers en Socios die
voorde demokratieke tint en kleur dei-
geuzen op de trom bebt geslagen, die
overal hebt uitgeroepen dat de geuzen
volksgezinde hervormingen genegen
waren, dat zij het welzijn der werklie
den en de rechtveerdigheid beoogden,
daar hebt ge nu een staaltje van hunne
hervormingsgezindheid, van hunne fa
meuze democratie. Wij, Vlamingen,
zeggen daarvan Zij geven u den stamp
van den ezel.
Wel bekome liet u heeren Daensers
en Socios Dat is maar een begin, gij
zult van de democratie der geuzen nog
andere toeren zien.
Keeren wij tot M. De Blieck terug,
de controleur lijk men zegde. Hij be
kende den 1 Augusti liet ontwerp op de
Zondagrusl nog niet te kennen. Noch
tans sedert verscheidene toehen was liet.
in alle dag- en weekbladen de arm
tierige Dendergalm uitgezonderd ge
drukt en afgekondigd. Wat mocht hij
dan wel zoo druk aan 't controleeren
zijn, dat hij eene armzaligheid van 11
artikelen nog niet beeft kunnen lezen
Is er nu dan toch eene kwestie die se
dert jaren meer is besproken en gron
diger is gekend dooi- al degenen die
zich een weinig op de hoogte houden
der maatschappelijke beweging?
Wij maken ons compliment aan dege
nen die in den lieer De Blieck een con
troleur hebben gezien
Controleur van le klas
Hij moest nu toch ook een rede geven
waarom hij tegen de wet op de Zondag-
rust was De Zondagrust, 't ware
belachelijk indien 't niet zoo dom
ware.» Hij moest weten of die wet vol
doening zou geven aan 't werkvolk en
ze in hunne vrijheid niet zou krenken,
(sic.)
Hij bekommert zich met de vrijheid
der werklieden Die brave, volksge
zinde heer Doch in der waarheid liet
is om de vrijheid der werklieden niet
dat hij beangstigd is, hot is om die der
patroons hunne werklieden te kunnen
dwingen des Zondags te arbeiden.
De vrijheid van den patroon bestaat
in 't persoonlijk te mogen arbeiden en
ook in anderen to kunnen dwingen te
werken. Kon hij anderen niet dwin
gen, hQ zou niet vry zyn, leeren de
geuzen
Maar de werkman beeft ook rechtop
de vrijheid, recht te rusten volgens de
wetten van de natuur. En als hij die
rust niet nemen kan, als hij in zijn
recht wordt bedreigd door don patroon,
dan MOET de Staat hen beschermen.
De werklieden vragen een rustdag
onder het toezicht van den groom op het
perron.
Jaak nam een kaartje naar Willmington
en volgde haar.
Juist reed een trein binnen de reizi
gers stapten uitde lokomotief werd er
afgehaakt, op een ander spoor gebracht
en aan het achtereinde van den trein ge-
plaats, die naar Willmington zou terug-
keeren.
Neef en nicht zetten zich op eene bank
neer en wachtten op het vertrek var den
trein, waar zij nog een kwartier tijd toe
hadden.
Van de plaats waar zij zaten hadden
zij een schoon gezicht. Rechts lag de
uitgestrekte heide van Northshire, met
haar purperachtig waas, links lagen mal-
sche weilanden en prachtige akkers en
aan den horizont vertoonde zich een zoom
van zacht hellende heuvelen, waarop
men, bij dezen helderen dag, hier en
daar een huisje kon onderscheiden.
De spoorbaan liep dwars over die wei
landen.
Ik vind, dat de spoorweg een der
schoonste streken van Northshire bedor
ven heeft, zegde Jaak.
Dat ben ik niet met u eens, ant
woordde de gravin, ik vind het juist aan
genaam, dat een vreemdeling, die na eene
lange reis hier uitstapt, eensklaps door
zooveel schoonheid is omringd. Dat moet
zijn vermoeid oog gunstig treffen.
Daar komt de trein, zegde Ford en
per week. Dat is een ontegensprekelijk
recht. Voor dat geheiligd recht moet de
onbeperkte vrijheid de bandeloos
heid der vrijheid van den patroon
wij ken
Wij vinden bet gezegde van den heer
De Blieck kostelijk
De wet belet het Zondagwerk dus
wordt hier natuurlijk eene vrijheid be
perkt in den zin der geuzerij, en voor
de patroons én voor de werklieden.
Deze laatste zullen des Zondags in
hunne fabriek niet mogen arbeiden.
Doch, vragen de catholieken, is dat
wel eene vrijheid beperken in den
waren zin van 't woord Is vrijheid
daar geen handeloosheid en kan bande
loosheid, exces wel tegen een net
bepaald recht opwegen Overdrijven
wij niets. Hier moet een absoluut
recht van den arbeider gehandhaafd
worden recht op eene natuurlijke
rust tegenover de wilkeur der pa
troons, een overdreven recht dat men
vrijheid noemt.
Zonderling, thans beroepen de heeren
geuzen zich op de vrijheid, thans willen
zij hunnen neusnijper opzetten en zorg
vuldig toezien of de vrijheid niet wordt
geschonden, maar als er spraak is van
de vrijheid van onderwijs en van ver
gadering die natuurlijke rechten zijn,
dan zingen de heeren geuzen een ander
deuntje Van die vrijheden willen zij
niet die vrijheden wenschen zij naai
de maan, die vrijheden verfoeien zij
met al den haat hunner geuzenzlel
Waarom dit verschil Onze lezers
weten het.
Het is dus niet uit genegeheid voor
een princiep; het is om eene maatschap
pelijke rede. De liberalen willen maar
op een gebied de vrijheid dat is op
huishoükundig gebied en dat is juist de
slechte. Overal elders zijn zij tegen de
vrijheid. Wij zullen daar een afzonder
lijk artikel over schrijven om het te be
wijzen wij zullen alsdan ook gelegen
heid hebben deze gedachten nader te be
palen.
U E V O LUTIE.
Moest men de theoriën van den heer
Amatus Bogaerts aannemen, dan zijn
de lieve socios nooit partijgangers van
het geweld geweest, nooit liefhebbers
en minnaars van de bloedige revolutie.
Wij hebben dien heer beloofd hem
nu en dan een beentje te knagen te
geven, dat is eene aanhaling, waarop
hij zijne spitsvoudige uitleggingen kan
beproeven.
Wij beginnen met Le Pecple van 29
Januari 1901, eenige lijnen van Leo
Meysmans
bij was kiesch genoeg om te blijven zit
ten, teneinde de jonge vrouw niet te hin
deren, bij de eerste begroeting met haren
echtgenoot, maar deze was er niet.
Eenigzins teleurgesteld keerde Gertruda
zich om en wilde terugkeeren naar hare
bank.
Toen zij evenwel langs den laatsten
coupé van den trein ging, waarvan het
portel niet geopend was geworden, zegde
zij tegen den beambte, dien zij persoon
lijk kende
in dien coupé zit eene jonge dame,
die ingeslapen schijnt, Wilton ten min
ste zij verroert zich niet.
Wilton opende het portel, de statiebe
ambte, die de kontrol waarnam, kwam
bij en Jaak Fo'd een weinig nieuwsgierig
geworden, plaatste zich naast zijne nicht.
Ik geloof dat zij ziek is, fluisterde
Gertruda hem toe. Wanneer zij eene
vreemdelinge is, zou uwe moeder haar
dan willen opnemen Mijn echtgenoot
is zoo afkeerig van bezoekers, dat ik het
niet durf wagen haar mee naar het kasteel
te nemen.
De statie-overste, die er bijgekomen
was, fluisterde zijnen beambte iets in het
oor.
Deze snelde weg en kwam een oogen-
blik later terug met eenen kleinen heer
met grijs haar, die zooeven uit den trein
gestapt was.
Het was dokter Bardon, de geneesheer
van Salton,
Men beschuldigt ons somtijds de
Omwenteling te prediken en den klas
senstrijd te verbitteren. Wij moeien
daarom de vertalers der sociale feiten
niet worden deze spreken luide ge
noeg, door hen zeiven, dat de huidige
samenleving gemaakt is door de grooten
tegen de kleinen en dat de tusschenkomst
van de macht noodig is om onzen wereld
van ongerechtigheden te vergruizen.
Gezel Meysmans is dus 't akkoord met
de schrijvers van liet communistisch
manifest, dat het socialism in eene wieg
van bloed en roof bij zijne geboorte zal
gelegd worden Zelfs doet dit vooruit
zicht het hart van onzen rooden schrij
ver van vreugde poppelen. Hoort hem,
hij gaat voort
Wat ons betreft wij begroeten de
Omwenteling, aanstaande en vrijma
kend en zoo zij puinen veroorzaakt en
buitensporigheden meebrengt, zooveel te
slechter voor degenen welke haar onver
mijdelijk zullen gemaakt hebben. Bekla
gen wij ons omdat de storm eenige
schouwen neerwerpt, als hij met zijn
machtigen adem een einde komt stellen
aan de hitte der hondsdagen en zuivere
lucht komt schenken aan de hijgende
en verdrukte horsten
Hoe zou de heer Amatus Bogaerts het
aan boord leggen om het woord omwen
teling in bovenstaande lijnen zooveel te
doen beteekenen als hervorming, als
omkeering in den wereld der gedach
ten, reden enz.
Dal is onmogelijk. Ook meenen wij
dat die lieve beer hoofdopsteller met
zijne lezers den spot heeft gedreven als
hij zulke zonderlinge beteekenis hechtte
aan het woord Revolutie
VRIJE WIL.
Wij hebben dikwijls onze Dender-
galmers beschuldigd materialisten te
zijn, 't is te zeggen, mannen die aanne
men dat de mensch uitsluitend stof is,
geene ziel heefl en bijgevolg dat alles
zich bepaalt bij het tegenwoordige
leven.
Als de mensch geene onstoffelijke
ziel heeft, kan hij niet vrij zijn, zich
niet vrij bewegen, niet vrij handelen.
Een rein stoffelijk wezen is met de
innerlijke vrijheid niet overeen te bren
gen. I)e wetten der natuurlijke weten
schappen steunen op eene onverander
lijke en noodlottige werking. Als de
voorwaarden en de oorzaak der hande
ling gesteld worden, volgt deze nood
zakelijk.
Als de mensch niet vrij is, kan hij
ook niet verantwoordelijk zijn voor
zijne daden. Zoo het inderdaad niet
wreed zijn iemand te straffen voor iets
dat hij niet verhelpen kon, noch belet
ten De straf verondersteld de vrij toil.
Bijgevolg als de materialisten kon-
sequent met hunne leerstelsels zijn,
moeten zij de afschaffing vragen van de
Hij nam haastig den hoed af voor de
gravin van Chatterly, stapte in den wag
gon, bezag en betaste de jonge dame, die
daar zoo onbeweeglijk in eenen hoek lag
en beval dat men haar terstond naar de
wachtkamer moest dragen.
Dit bevel werd ten uitvoer gebracht
door Jaak Ford en den statieoverste, die
het meisje op eene lange tafel neerlegden.
Mev. Chatterly haalde haar reukfleschje
te voorschijn en wilde den dokter helpen,
haar tot bewustzijn terug te brengen,
maar deze legde eene hand op het hart en
voelde met de andere den pols en zegde
ernstig
Zij is dood 1
Allen deinsden terug, terwijl de dokter
voortging
Mijnheer de statieoverste wees zoo
goed die coupé terstond te laten doorzoe
ken. Ik vermoed dat wij hier niet voor
een natuurlijke dood staan, er is eene mis
daad gepleegd.
De gravin en Jaak Ford waren stom
van ontzetting. Het meisje was nog zoo
jong, zoo schoon Het was eene vreese-
lijke gedachte, dat zij zoo tragisch om
het leven gekomen was.
Inderdaad, de vreemdelinge was op
vallend schoon cn had daarbij zulk on
schuldig gelaat. Indien zij niet de kleeren
van eene volwassene had gedragen, dan
zou men haar voor een vijftienjarig kind
hebben hunnen houden.
Zij droeg den langen grijzen reisman-
tribunalenDeze im mers veronderstellen
de verantwoordelijkheid van 's men-
schen daden en zijn vrijen wil.
Wat belieft er de groote wijsgeeren
van Dendergalm en de verlichte geesten
welke aan dit blad zijne artikels inbla
zen
Doch, lieve lezer, ga nu toch aan die
armtierige helden niet vragen dat zij
hun gedrag en handelwijze overeen
brengen met hunne grondbeginsels.
Voor ongerijmdheden en dwaasheden
gaan zij niet achteruit.
Wij moeten bekennen dat de socia
listen nopens het punt dat wij bespre
ken, krasser dan onze geuzen vooruit
treden. Zij loochenen den vrijen wil en
roepen als gevolg Weg met de tribu
nalen
Ziellier hoe stout gezel Meysmans
spreekt in een artikel van Le Peuple,
hetzelfde dat wij hooger doden kennen
0 Wij gelooven niet aan de meiuche-
lijke verantwoordelijkheid het noodlot
tige beheerscht al de verschijnselen van
den wil. Deze is maar het gevolg van
anthropologische en sociale factoren.
IFy nemen dus hel begrip van de
straf niet uan, welke slechts met den
vrijen wil kan overeengebracht worden.
Die taal heefl ten minste het voordeel
der duidelijkheid eu dal zult ge uit den
mond der üendkrgalmkrs niet krijgen,
welke moeite men zich ook geve.
Duidelijk zijn, dat nooitdan zouden
zij de menschen niet meer kunnen be
driegen. En, ge moet weten, dat is het
hooge, schoone doel dat is het blauwe
ideaal.
Wij zullen die woorden herroepen,
indien zij nopens de vrije wil van den
mensch, nopens zijne verantwoorde
lijkheid en het wettige der tribunalen
hun gedacht openhertig durven zeggen.
Wij zullen vruchteloos wachten, want
zelfs Monsieur le Rédacteur, heeft den
moed zijner wijsgeerige overtuiging
niet. Wat zouden wij dan van de ande
ren durven verlangen
ONVOORZICHTIGE
VERGELIJKING.
Het is soms onvoorzichtig vergelij
kingen te maken. Dat zouden wij mis-
schion wel van de volgende mogen
zeggen. Wij lezen in een zeker lokaal-
bladje
Werpen wij een oogslag op Frank
rijk waar sedert 40 i 50 jaren het zuiver
A. S. in voege is, en laat ons zien of de
toestand van de Fransche werkman ge
lukkiger is dan die vair den arbeider in
Belgie. 1° In België bestaat er eene wetge
ving die het afjagen van den werkman op
het werk verbiedt niets daarvan in
Frankrijk.
De uitdrukkingen zijn een weinig
ontpaald. Wij hebben voorzeker wetten
die den arbeid beschermen, die aan kin
deren onder zekeren ouderdom, aan
tel, een klein zwart kanten hoedje met
witte bloemen, lange grijze handschoenen
met veel knopjes en Fransche bottienen.
Hare wangen waren zoo zacht als de
bladeren eener bloem, hare oogen he
melsblauw, het schoone blonde haar viel
in zwarte lokken op het marmerblanke
voorhoofd. Zelfs de dood had dit lieftal
lige gelaat ontzien, de oogen drukten
geenen doodsangst, geene ontsteltenis
uit, de lippen plooiden zich als tot eenen
glimlach en wanneer dokter Bardon niet
zoo stellig verklaard had dat zij dood
was, dan hadden Gertruda en M. Ford
get niet kunnen gelooven, want zij geleek
eerder op een* slapende, die elk oogen-
blik kon ontwaken.
Arm kind, zegde Jaak eerbiedig,
over haar zal zeker wel getreurd worden.
De gravin schrikte.
Hoe kwam zij hier fluisterde zij.
Ik weet zeker dat zij eene vreemde
linge is.
De statieoverste kwam terug, na den
coupé doorzocht te hebben.
Dit onderzoek scheen niet veel aan het
licht te brengen, want eene gewone lede
ren reistesch, en een rond mandje, waar
wellicht eenige verfrisschingen in ge
weest waren, was alles wat men gevondtn
had. In het mandje lagen nog eenige
bonbons de dokter nam een daarvan,
brak ze door en rook er aan.
Wordt voortgezet.