HOPHANDEL. Zondag 14 Augusti 1904 5 centiemen per nummer. 56sle Jaar 3063. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. HOPTEELT OPROEP Planters en Kooplieden. 3D IE IMLATST met den Witten Baard. DcZondagrusl. w Stukken Brokken. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maandenfr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3d0 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vat dit blad. AALST, i3 AUGUSTI 1904. TOT DE Het College van Burgemeester en Schepenen der Stad Aalst, brengt ter kennis van de belanghebbenden dat er 6 Prijskampen worden uilgeschreven voor de Landbouwers welke van'hun eigen gewas de beste Hop op de Merkt zullen brengen. De Prijskampen zullen plaats hebben 1° Zaterdag 3 September, ten 10 uren. 2° Zaterdag 10 September, idem 3° Zaterdag 17 September, idem 4° Zaterdag 24 September, idem 5° Zaterdag 1 October, idem 6° Zaterdag 8 October, idem Er zullen prijzen verleend worden van 5, 10, 15, <20 fr. in evenredigheid der hoeveelheid op de Merkt te koop In het beoordeelen der Hopzal de Jury rekening houden van 1° De rijkheid in lupulin (geelstof) en geur (reuk), 20 punten 2° De fraaie kleur, 5 punten 3° De verzorgde pluk, 10 punten 4° De wijze waarop zij gedroogd is, 15punten. Iedereen weet dat de u Groene Bel de rijkste is in lupulin en dat de Car- nau - veel armer is dan de andere soorten De Hop der landbouwers die hun ge was drogen bij middel van het ijzeren toestel datdc Hop-commissie kosteloos toestaat aan de planters welke hunnen eest wijzigen volgens hare inlichtingen, heeft altijd eenen fijnen geur en eene fraaie kleur. Op den fijnen geur der Hop heeft grooten invloed 1° liet plukken eer zij rijp is 2° het te laat inoogsten 3° het drogen op eenen hoogen warmtegraad 4° het verkeerd behandelen op den eest. De Hop moet zuiver geplukt zijn» zoodanig dat zy noch lange stelen, noch bladers bevat. Men kan de Hop bederven door het drogen. 1° Als zij te weinig gedroogd is of te veel gebroken. 2° Als er rook door de bellen gaat,die aan de Hop haren fijnen geur ontneemt, 3J Als men de Hop te dik op de droogtafel legt, en een groot vuur maakt, zoodat de onderste laag bellen O l3e VERVOLG. IV. DE DOODE IN HET SPOORWEG- RIJTUIG. Eindelijk na lange afwezigheid, schreef de graaf van Chatterly dat hij zou terug- keeren. Hij zou den eerstvolgenden Dijnsdag met den trein van vijf ure te Salton aan komen, den eenigen trein, waarvan de reizigers niet genoodzaakt waren te Will- mington over te stappen. Hij had wel niet verzocht dat zijne vrouw hem zou komen afhalen, maar zij meende dat die oplettendheid van harent wege hem genoegen zou doen en daarom liet zij het poneywagentje inspannen en reed, van eenen knecht vergezeld, naar de statie. Phillis had zij thuis gelaten. Het was een prachtige Septemberdag, de zon scheen zoo warm, alsof het in den zomer was en het loover der boomen vormde de prachtigste kleurschakeerin- gen. Gertrude hield in het voorbijrijden even voor Lanehouse stil, om daar te verzengt, terwijl de bovenste laag over vloedig zweet. 4° Als men te vroeg solfer brandt vooral terwijl de Hop zweet. Rook en zwaveldampen lossen zich op in het vocht, kleven aan de schubben en be derven den geur, de bellen verliezen hunnen glas, de lupulin wordt bruin, de looistof en de hars verliezen een deel hunner kostbare eigenschappen. Om aan den Prijskamp deel te nemen moet men ten minste 100 kilogr. Hop op de Merkt brengen, welke in één of verscheidene zakken mag bevat zijn. 300 kilogr. zullen twee loten, 500 kilo gram, drie loten uitmaken, waarmede men naar de prijzen kan dingen. De mededinger moet dit gewicht door een bulletijn der Hopwaag bewijzen. De Hop mag op voorhand niet ver kocht zijn, zij moet op de Merkt te koop gesteld worden. Ten einde te vermijden dat dezelfde Hop op verschillende dagen aan den Prijskamp zou deelnemen, moet de mededinger het bewys brengen dat zijne Hop verkocht en geleverd is. Wij denken de Planters te mogen aanraden, hunne Hop van rijke geurige hoedanigheid, zooals de Groene en de Friesche niet te vermengen met deze die arm is in hoedanigheid, zoo als vorige jaren zullen de Brouwers de beste bij voorkeur koopen, zelfs aan een hoogeren prijs Yan heden af kan men verdere inlich tingen hekomen bij de Leden der Hop- commissie MM. M.-L. Gheeraerdts, Voorzitter Baron Leo de Bethune. L. Boterberg, F. Cumont, Ph. De Wolf-vander Noot, Rid der L. Schellehens, Od.Van der Sc/meren, L. Van Overstraeten; J. Regniers, Schrij ver. Gedaan te Aalst, den 6 Augusti 1904. De Burgemeester, De Secretaris, M.-L. Gheeraerdts. O. Reyntens. Welke de houding der geuzen is in die belangrijke kwestie toonen ons de woorden door M. De Blieck uitgespro ken in de zitting van 1 Aug. 1.1. Ziehier wat hij zegde volgens Dendergalm. (7-8-04). M. De Blieck, zegt tegen den rust- dag niet te zijn der werklieden. Docli ik ben nog op de hoogle niet van die wet en zou er eerst en vooral kennis willen van nemen om te weten of die wet voldoening zal geven aan'twerk- volk en ze in hunne vrijheid niet zal krenken. Dat is de houding van Pilatus. Hij is er niet tegen omdat hij niet durft uit schrik voorde werklieden hij is er niet voor, het wetsontwerp is tegen de zeggen dat haar echtgenoot thuis kwam. Jaak Ford stond op het punt te voet naar Salton te gaan, daar zijn paard kreupel was geworden en mevr. Edith haar rijtuig noodig had. Wilt gij bij mij instappen vroeg Gertruda, er is nog plaats genoeg. Van dat vriendelijk aanbod wil ik gaarne gebruik maken, antwoordde Jaak, ik moet naar Wilmington. Toen hij naast haar in het rijtuig zat, vroeg hij Waar is Phil Gertruda antwoorde - Ik heb haar thuis gelaten, gij be grijpt wel waarom. Zij was er anders wel door teleurgesteld. Wij komen wat te vroeg voor den trein in Salton, maar ik hoop dat zulks u niet hinderen zal. Toch niet. Veel meer spraken zij niet met elkaar. Dicht bij Salton gekomen, begon Jaak weer. Ik ga naar Willmington om Jim Cart af te halen. Ik geloof wel dat het hem genoegen zal doen, wanneer hij mij daar aan de statie vindt. Dat denk ik ook. Ik ben blij dat wij een nieuwen predikant krijgen. Hij komt nog maar voorloopig, om met de pastorij en de gemeente eens ken nis te maken. Hij zal eerst trouwen, voor dat hij zijn ambt aanvaardt. Zij hadden de statie bereikt. De gravin liet het rijtuig en de poneys leerstelsels der geuzerij. De liberalen zijn voor de vrijheidder verdruk king van anderen. Eli wel. gij Daensers en Socios die voorde demokratieke tint en kleur dei- geuzen op de trom bebt geslagen, die overal hebt uitgeroepen dat de geuzen volksgezinde hervormingen genegen waren, dat zij het welzijn der werklie den en de rechtveerdigheid beoogden, daar hebt ge nu een staaltje van hunne hervormingsgezindheid, van hunne fa meuze democratie. Wij, Vlamingen, zeggen daarvan Zij geven u den stamp van den ezel. Wel bekome liet u heeren Daensers en Socios Dat is maar een begin, gij zult van de democratie der geuzen nog andere toeren zien. Keeren wij tot M. De Blieck terug, de controleur lijk men zegde. Hij be kende den 1 Augusti liet ontwerp op de Zondagrusl nog niet te kennen. Noch tans sedert verscheidene toehen was liet. in alle dag- en weekbladen de arm tierige Dendergalm uitgezonderd ge drukt en afgekondigd. Wat mocht hij dan wel zoo druk aan 't controleeren zijn, dat hij eene armzaligheid van 11 artikelen nog niet beeft kunnen lezen Is er nu dan toch eene kwestie die se dert jaren meer is besproken en gron diger is gekend dooi- al degenen die zich een weinig op de hoogte houden der maatschappelijke beweging? Wij maken ons compliment aan dege nen die in den lieer De Blieck een con troleur hebben gezien Controleur van le klas Hij moest nu toch ook een rede geven waarom hij tegen de wet op de Zondag- rust was De Zondagrust, 't ware belachelijk indien 't niet zoo dom ware.» Hij moest weten of die wet vol doening zou geven aan 't werkvolk en ze in hunne vrijheid niet zou krenken, (sic.) Hij bekommert zich met de vrijheid der werklieden Die brave, volksge zinde heer Doch in der waarheid liet is om de vrijheid der werklieden niet dat hij beangstigd is, hot is om die der patroons hunne werklieden te kunnen dwingen des Zondags te arbeiden. De vrijheid van den patroon bestaat in 't persoonlijk te mogen arbeiden en ook in anderen to kunnen dwingen te werken. Kon hij anderen niet dwin gen, hQ zou niet vry zyn, leeren de geuzen Maar de werkman beeft ook rechtop de vrijheid, recht te rusten volgens de wetten van de natuur. En als hij die rust niet nemen kan, als hij in zijn recht wordt bedreigd door don patroon, dan MOET de Staat hen beschermen. De werklieden vragen een rustdag onder het toezicht van den groom op het perron. Jaak nam een kaartje naar Willmington en volgde haar. Juist reed een trein binnen de reizi gers stapten uitde lokomotief werd er afgehaakt, op een ander spoor gebracht en aan het achtereinde van den trein ge- plaats, die naar Willmington zou terug- keeren. Neef en nicht zetten zich op eene bank neer en wachtten op het vertrek var den trein, waar zij nog een kwartier tijd toe hadden. Van de plaats waar zij zaten hadden zij een schoon gezicht. Rechts lag de uitgestrekte heide van Northshire, met haar purperachtig waas, links lagen mal- sche weilanden en prachtige akkers en aan den horizont vertoonde zich een zoom van zacht hellende heuvelen, waarop men, bij dezen helderen dag, hier en daar een huisje kon onderscheiden. De spoorbaan liep dwars over die wei landen. Ik vind, dat de spoorweg een der schoonste streken van Northshire bedor ven heeft, zegde Jaak. Dat ben ik niet met u eens, ant woordde de gravin, ik vind het juist aan genaam, dat een vreemdeling, die na eene lange reis hier uitstapt, eensklaps door zooveel schoonheid is omringd. Dat moet zijn vermoeid oog gunstig treffen. Daar komt de trein, zegde Ford en per week. Dat is een ontegensprekelijk recht. Voor dat geheiligd recht moet de onbeperkte vrijheid de bandeloos heid der vrijheid van den patroon wij ken Wij vinden bet gezegde van den heer De Blieck kostelijk De wet belet het Zondagwerk dus wordt hier natuurlijk eene vrijheid be perkt in den zin der geuzerij, en voor de patroons én voor de werklieden. Deze laatste zullen des Zondags in hunne fabriek niet mogen arbeiden. Doch, vragen de catholieken, is dat wel eene vrijheid beperken in den waren zin van 't woord Is vrijheid daar geen handeloosheid en kan bande loosheid, exces wel tegen een net bepaald recht opwegen Overdrijven wij niets. Hier moet een absoluut recht van den arbeider gehandhaafd worden recht op eene natuurlijke rust tegenover de wilkeur der pa troons, een overdreven recht dat men vrijheid noemt. Zonderling, thans beroepen de heeren geuzen zich op de vrijheid, thans willen zij hunnen neusnijper opzetten en zorg vuldig toezien of de vrijheid niet wordt geschonden, maar als er spraak is van de vrijheid van onderwijs en van ver gadering die natuurlijke rechten zijn, dan zingen de heeren geuzen een ander deuntje Van die vrijheden willen zij niet die vrijheden wenschen zij naai de maan, die vrijheden verfoeien zij met al den haat hunner geuzenzlel Waarom dit verschil Onze lezers weten het. Het is dus niet uit genegeheid voor een princiep; het is om eene maatschap pelijke rede. De liberalen willen maar op een gebied de vrijheid dat is op huishoükundig gebied en dat is juist de slechte. Overal elders zijn zij tegen de vrijheid. Wij zullen daar een afzonder lijk artikel over schrijven om het te be wijzen wij zullen alsdan ook gelegen heid hebben deze gedachten nader te be palen. U E V O LUTIE. Moest men de theoriën van den heer Amatus Bogaerts aannemen, dan zijn de lieve socios nooit partijgangers van het geweld geweest, nooit liefhebbers en minnaars van de bloedige revolutie. Wij hebben dien heer beloofd hem nu en dan een beentje te knagen te geven, dat is eene aanhaling, waarop hij zijne spitsvoudige uitleggingen kan beproeven. Wij beginnen met Le Pecple van 29 Januari 1901, eenige lijnen van Leo Meysmans bij was kiesch genoeg om te blijven zit ten, teneinde de jonge vrouw niet te hin deren, bij de eerste begroeting met haren echtgenoot, maar deze was er niet. Eenigzins teleurgesteld keerde Gertruda zich om en wilde terugkeeren naar hare bank. Toen zij evenwel langs den laatsten coupé van den trein ging, waarvan het portel niet geopend was geworden, zegde zij tegen den beambte, dien zij persoon lijk kende in dien coupé zit eene jonge dame, die ingeslapen schijnt, Wilton ten min ste zij verroert zich niet. Wilton opende het portel, de statiebe ambte, die de kontrol waarnam, kwam bij en Jaak Fo'd een weinig nieuwsgierig geworden, plaatste zich naast zijne nicht. Ik geloof dat zij ziek is, fluisterde Gertruda hem toe. Wanneer zij eene vreemdelinge is, zou uwe moeder haar dan willen opnemen Mijn echtgenoot is zoo afkeerig van bezoekers, dat ik het niet durf wagen haar mee naar het kasteel te nemen. De statie-overste, die er bijgekomen was, fluisterde zijnen beambte iets in het oor. Deze snelde weg en kwam een oogen- blik later terug met eenen kleinen heer met grijs haar, die zooeven uit den trein gestapt was. Het was dokter Bardon, de geneesheer van Salton, Men beschuldigt ons somtijds de Omwenteling te prediken en den klas senstrijd te verbitteren. Wij moeien daarom de vertalers der sociale feiten niet worden deze spreken luide ge noeg, door hen zeiven, dat de huidige samenleving gemaakt is door de grooten tegen de kleinen en dat de tusschenkomst van de macht noodig is om onzen wereld van ongerechtigheden te vergruizen. Gezel Meysmans is dus 't akkoord met de schrijvers van liet communistisch manifest, dat het socialism in eene wieg van bloed en roof bij zijne geboorte zal gelegd worden Zelfs doet dit vooruit zicht het hart van onzen rooden schrij ver van vreugde poppelen. Hoort hem, hij gaat voort Wat ons betreft wij begroeten de Omwenteling, aanstaande en vrijma kend en zoo zij puinen veroorzaakt en buitensporigheden meebrengt, zooveel te slechter voor degenen welke haar onver mijdelijk zullen gemaakt hebben. Bekla gen wij ons omdat de storm eenige schouwen neerwerpt, als hij met zijn machtigen adem een einde komt stellen aan de hitte der hondsdagen en zuivere lucht komt schenken aan de hijgende en verdrukte horsten Hoe zou de heer Amatus Bogaerts het aan boord leggen om het woord omwen teling in bovenstaande lijnen zooveel te doen beteekenen als hervorming, als omkeering in den wereld der gedach ten, reden enz. Dal is onmogelijk. Ook meenen wij dat die lieve beer hoofdopsteller met zijne lezers den spot heeft gedreven als hij zulke zonderlinge beteekenis hechtte aan het woord Revolutie VRIJE WIL. Wij hebben dikwijls onze Dender- galmers beschuldigd materialisten te zijn, 't is te zeggen, mannen die aanne men dat de mensch uitsluitend stof is, geene ziel heefl en bijgevolg dat alles zich bepaalt bij het tegenwoordige leven. Als de mensch geene onstoffelijke ziel heeft, kan hij niet vrij zijn, zich niet vrij bewegen, niet vrij handelen. Een rein stoffelijk wezen is met de innerlijke vrijheid niet overeen te bren gen. I)e wetten der natuurlijke weten schappen steunen op eene onverander lijke en noodlottige werking. Als de voorwaarden en de oorzaak der hande ling gesteld worden, volgt deze nood zakelijk. Als de mensch niet vrij is, kan hij ook niet verantwoordelijk zijn voor zijne daden. Zoo het inderdaad niet wreed zijn iemand te straffen voor iets dat hij niet verhelpen kon, noch belet ten De straf verondersteld de vrij toil. Bijgevolg als de materialisten kon- sequent met hunne leerstelsels zijn, moeten zij de afschaffing vragen van de Hij nam haastig den hoed af voor de gravin van Chatterly, stapte in den wag gon, bezag en betaste de jonge dame, die daar zoo onbeweeglijk in eenen hoek lag en beval dat men haar terstond naar de wachtkamer moest dragen. Dit bevel werd ten uitvoer gebracht door Jaak Ford en den statieoverste, die het meisje op eene lange tafel neerlegden. Mev. Chatterly haalde haar reukfleschje te voorschijn en wilde den dokter helpen, haar tot bewustzijn terug te brengen, maar deze legde eene hand op het hart en voelde met de andere den pols en zegde ernstig Zij is dood 1 Allen deinsden terug, terwijl de dokter voortging Mijnheer de statieoverste wees zoo goed die coupé terstond te laten doorzoe ken. Ik vermoed dat wij hier niet voor een natuurlijke dood staan, er is eene mis daad gepleegd. De gravin en Jaak Ford waren stom van ontzetting. Het meisje was nog zoo jong, zoo schoon Het was eene vreese- lijke gedachte, dat zij zoo tragisch om het leven gekomen was. Inderdaad, de vreemdelinge was op vallend schoon cn had daarbij zulk on schuldig gelaat. Indien zij niet de kleeren van eene volwassene had gedragen, dan zou men haar voor een vijftienjarig kind hebben hunnen houden. Zij droeg den langen grijzen reisman- tribunalenDeze im mers veronderstellen de verantwoordelijkheid van 's men- schen daden en zijn vrijen wil. Wat belieft er de groote wijsgeeren van Dendergalm en de verlichte geesten welke aan dit blad zijne artikels inbla zen Doch, lieve lezer, ga nu toch aan die armtierige helden niet vragen dat zij hun gedrag en handelwijze overeen brengen met hunne grondbeginsels. Voor ongerijmdheden en dwaasheden gaan zij niet achteruit. Wij moeten bekennen dat de socia listen nopens het punt dat wij bespre ken, krasser dan onze geuzen vooruit treden. Zij loochenen den vrijen wil en roepen als gevolg Weg met de tribu nalen Ziellier hoe stout gezel Meysmans spreekt in een artikel van Le Peuple, hetzelfde dat wij hooger doden kennen 0 Wij gelooven niet aan de meiuche- lijke verantwoordelijkheid het noodlot tige beheerscht al de verschijnselen van den wil. Deze is maar het gevolg van anthropologische en sociale factoren. IFy nemen dus hel begrip van de straf niet uan, welke slechts met den vrijen wil kan overeengebracht worden. Die taal heefl ten minste het voordeel der duidelijkheid eu dal zult ge uit den mond der üendkrgalmkrs niet krijgen, welke moeite men zich ook geve. Duidelijk zijn, dat nooitdan zouden zij de menschen niet meer kunnen be driegen. En, ge moet weten, dat is het hooge, schoone doel dat is het blauwe ideaal. Wij zullen die woorden herroepen, indien zij nopens de vrije wil van den mensch, nopens zijne verantwoorde lijkheid en het wettige der tribunalen hun gedacht openhertig durven zeggen. Wij zullen vruchteloos wachten, want zelfs Monsieur le Rédacteur, heeft den moed zijner wijsgeerige overtuiging niet. Wat zouden wij dan van de ande ren durven verlangen ONVOORZICHTIGE VERGELIJKING. Het is soms onvoorzichtig vergelij kingen te maken. Dat zouden wij mis- schion wel van de volgende mogen zeggen. Wij lezen in een zeker lokaal- bladje Werpen wij een oogslag op Frank rijk waar sedert 40 i 50 jaren het zuiver A. S. in voege is, en laat ons zien of de toestand van de Fransche werkman ge lukkiger is dan die vair den arbeider in Belgie. 1° In België bestaat er eene wetge ving die het afjagen van den werkman op het werk verbiedt niets daarvan in Frankrijk. De uitdrukkingen zijn een weinig ontpaald. Wij hebben voorzeker wetten die den arbeid beschermen, die aan kin deren onder zekeren ouderdom, aan tel, een klein zwart kanten hoedje met witte bloemen, lange grijze handschoenen met veel knopjes en Fransche bottienen. Hare wangen waren zoo zacht als de bladeren eener bloem, hare oogen he melsblauw, het schoone blonde haar viel in zwarte lokken op het marmerblanke voorhoofd. Zelfs de dood had dit lieftal lige gelaat ontzien, de oogen drukten geenen doodsangst, geene ontsteltenis uit, de lippen plooiden zich als tot eenen glimlach en wanneer dokter Bardon niet zoo stellig verklaard had dat zij dood was, dan hadden Gertruda en M. Ford get niet kunnen gelooven, want zij geleek eerder op een* slapende, die elk oogen- blik kon ontwaken. Arm kind, zegde Jaak eerbiedig, over haar zal zeker wel getreurd worden. De gravin schrikte. Hoe kwam zij hier fluisterde zij. Ik weet zeker dat zij eene vreemde linge is. De statieoverste kwam terug, na den coupé doorzocht te hebben. Dit onderzoek scheen niet veel aan het licht te brengen, want eene gewone lede ren reistesch, en een rond mandje, waar wellicht eenige verfrisschingen in ge weest waren, was alles wat men gevondtn had. In het mandje lagen nog eenige bonbons de dokter nam een daarvan, brak ze door en rook er aan. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1