londerdag 23 Augusti 11)04 3 centiemen per nummer. 36s,e Jaar 51)66. Vrif onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aaht. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL. VRIJHEID. Nationale voorspoed HET GEHEIM I Rijk zijn T DE HITTE. De aanstaande zittijd. AELST. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kecing van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes denfr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- rangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, n in alle Postkantoren des Lands. CUIQVE SUllM. Per drukregel. Gewone 15 centiemen; Reklamen fr. 1-00: Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele va„ dit blad. AALST, 24 AUGUSTI 1904. De Revue de Belgique, orgaan der liberale vrijdenkers en vrijmetselaars, kondigt een artikel af over het hedendaag- scbe België. De bestanddeelen van dat artikel zegt de Revue zijn ontleend aan de inleiding van een propagandeboek, opgesteld door het algemeen commissa riaat van België bij de Tentoonstelling van Parijs. Aiboewei die inleiding niet ondertee- kenö is voegt de Revue er nog bij zullen onze lezers er zonder moeite den schrijftrant in erkennen vaneenen onzer oudste en getiouwste medewerkers. Die oude en getrouwe medewerker is niemand anders dan M. J. Carlier, liberale oud- volksvertegenwoordiger en algemeene commissaris van BiJgiëbij de Tentoon stelling van St-Louis, 't Is dus 2lsof het geen hier volgen gaat door de Revue de Belgique zelve geschreven ware. Nu, in gemelde inleiding wordt bewe zen dat België, in alle opzichten, op den eerster, rang der meest beschaafde landen staat en, zoo gaat de schrijver voort Dat alles is verwezenlijkt met behoud van eenen allergunstigsten geldelijken toestand en van een krediet van allereer- sten rang. Onze opènban-schuld, aan 3 ten honderd, staat onveranderlijk nage noeg aan pari gekwoteerd, als zij het zelfs niet overtreft en het net onzer spoorwegen maakt er bijna alleen de tegenwaarde van uit. Alhoewel de openbare ontvangsten sedert i83i van 65 miljoen tot 65o miljoen geklommen zijn, toch zijn de jaarlijk sche lasten per hoofd om zoo te ztggen niet vermeerderd en gaan zij niet boven de 34 frank. 1 Welke edele zaak heeft ooit België doof of onverschillig gevonden In welke orde van denkbeelden heeft het zijnen altijd moedigen en zekeren stap vertraagd? Aan ons lar.d is niets vreemd gebleven en de verbetering van zijn officieel of bijzon der onderwijs, van zijne wetenschappe lijke of letterkundige maatschappijen leveren hem langs om meer ondervinding- rijke werkers en spaarzame huishoudsters op, zoowel als ingenieurs, rechtsgeleerden en kunstenaars, die tot den strijd zijn uitgerust. Zeer wel, bravo, bravissimo Maar, wat verschil tusschen die liberale beoor deeling van den toestand van België, en de gewone taal onzer liberale bladen en tijdschriften vooral vóór, maar ook nog na de kiezingen Hebben ze niet aan onze ooren getuit en tuiten ze nog alle dagen dat onze open bare schuld op verschrikkelijke wijze ver meerdert en dat zij geene tegenwaarde heeft Hebben ze van de vermeerdering der openbare inkomsten, die een bewijs van bloei en voorspoed is, geen gebruik ge maakt en maken ze er niet nog dagdijks gebruik van, om te beweren dat de belas tingen met verscheidene miljoenen zijn verhoogd Wisten ze ooit of weten ze nog aan hunne lezers iets anders te vertellen dan dat alleen in de officieele scholen een degelijk onderwijs wordt gegeven en dat de bijzondere, 't is te zeggen de vrije catholieke scholen voor niets anders go d zijn dan om een geslacht van dommerik- ken te kweeken Is hun deuntje door de groene scheurmakers getrouw nagezongen niet altijd geweest en is het niet nog, dat ons land een der achterlijkste is van Europa en aan den staart der beschaafde natiën komt, omdat het volk leeft in de slavernij van pastoor en kasteelheer Welnu, geheel dat gebouw vari grieven tegen de twintigjarige klerikale ov, r- heerscbing wordt door den liberalen M Carlier ineens in duigen geworpen en zoo fijn vermorzeld, dat er niets dan stof van overblijft. Wellicht zal men zeggen ja maar M. Carlier schreef Gat niet voor de Bel gen, maar wel voor de vreemdelingen die de Tentoonstelli ng van St- Lou is bezoeken Het spreekt van zelfs dat hij zijn tafereel van den Belgischen voorspoed een beetje levendig heeft gekleurd, al was het maar om aan de regeering te behagen, die hem tot algemecnen komtnissaris heeft be noemd. Foei Zijn het de liberalen die zoo spreken van hunnen partijgenoot, van eenen ouden en getrouwen medewerker der Revue de Belgique, het fanatiek orgaan waar vroeger de Laurents, de Pergameni's en andere papenvreters hun ne gal in uitspuwden Zijn zij het die van een lieren liberaal eenen mouwvager en voetlikker van het catholiek ministerie maken Niet, niet waar Overigens, met het opstel van M. Carlier over te nemen en merkwaardig te noemen,brengt de Revue de Belgique hulde aan de echtheid van het tafeieel dat haar oude en getrouwe medewerker van Bslgië's voorspoed schetst en erkent zij—willens of onwil lens - dat de bijzonderste grieven welke de liberale drukpers dagelijks tegen de regeering inbrengt, niets anders bevatten dan gemeenen laster en onvaderlandsche kleineering van de Belgische natie. VAN DEN Op onze dagen hooren we nog al dik wijls de vraag stellen als er kwestie is van trouwen Hoe zit het Zijn er nog al schijven Zijn ze rijk Wat is rijk zijn beste lezers Ge zult zeggen, dat is veel geld en goed bezitten. Maar hoeveel moet men in handen hebben om den naam van rijk waardig te zijn Dat valt te zien. Op den buiten schat men vele menschen voor rijk, die in de stad op deze hoedanigheid geen aanspraak zouden maken. Ge zult wel misschien zeggen, goede lezer, wat belang geeft deze zaak! Hewel, wij zullen u zeggen, dat er veel menschtn gevonden worden, die jaren en jaren, ja, geheel hun leven werken en zwoig -n, armiieiig en bekrompen leven met het doel van eens te kunnen doorgaan als 1 ijk, of dezen titel te laten aan eenen erfge- Wclke dwaasheid Rijk zijn wordt hij velen gehouden als het geluk! Dit is niet altijd waar. Hoe- vclc menschen vindt mi n niet, die geluk kig en tevreden leven, die hun beste doen, om deftig door de wereld te komen, zonder bezit van geld of goed Zij slijten met genoegen hunne dagen en trachten hun bestaan te winnen zonder den eeretitel des lijkdoms na te jagen Ha we kenner, vele lieden die rijk zijn, die om niets wegens hun bestaan moeten verlegen zijn, en die dom genoeg zijn zich alle genoegens te ontzeggen en hunne dagen in verveling en verdriet slijten... Mijn Gol, welk ellendig en droef leven Nooit genoeg Altijd die zucht naar meer en meer Geld bezitten voor het bloote bezit, dat is belachelijk en dom bezitten voor 't genot dat is lofielijk en hoogst te prijzen. Zich zei ven en de zijnen weldoen, de menschen, die in nood zijn helpen, de goede werken ondersteunen, ziedaar het nut, liet voordeel en 't aangename rijk te zijn. Wie goed gebruik .naakt van den gun- stigen toestand, waarin de voorzienigheid hem geplaatst heeft, verwerft en verdient de achting zijner medeburgers. En hij die de rol niet verstaat welke het Opperwezen hem oplegt, als goedbedeelde der fortuin, wordt veracht van iedereen en mag de dood afwachten en zijn geld laten liggen voor anderen, die er soms lang op geloerd hebben n er veelal goede sier mee ma ken. We benijden hem niet maar we beklagen hem diep. Voorzeker is geld hebben een schoon meubel in een huishouden, en 't geld dat stom is. maakt recht dat krom is, Maar 't geld geeft niet wat het niet heeft zijne weldaden hangen af van dengene die geld bezit. Beste lezer, weest weinig bekommerd met rijk zijn, maar weet goed gebruik te maken van 't geen ge wint en bezit, en ge zult een gelukkig en benijdenswaardig leven slijten. Wat moet het in Congo zijn Zoo spreekt men gewoonlijk in de heete zomer dagen. Maar is 't in Congo dan toch zoo warm Wtl, lezer, moest ik u z-.ggen dai de hitte daar zoover gaat dat men het wanr daar maar in de zon te zetten heeft en dat hel kookt ge zoudt mij niet geloo ven; motst ik u nog zeggen dat de vogels, als /ij 's namiddags te lang in de gloeiende zonnestralen blijven vliegen, in vlam schieten en gebraden op den grond neder- vallen, ge zoudt me niet geloovon moest ik 11 zeggen dat als de hennen eiers leggen in den zonneschijn, deze op siaanden voet hard gekookt zijn, ge zou it mij niet gelooven en ge zoudt wei gelijk hebben. Zulke overtollige hitte is er niet in den Congo. De heetste tijd van 't jaar is 't nat jaargetijde dat binst onzen winter komt. In de schaduw binnen 't huis, klimt dan de warmtemeter tot 35 centigraden, som tijds tot 2 en 3 graden hooger nog; buiten in de volle zon tot in de 5o graden, ja zelf tot 60 De koudste tijd van 't jaar is het droog seizoen als het hier zomer is. Gij weet bij ondervinding hoe warm do lucht is, 's winters in eene kamer waar de stoof goed brandt dat de pot rood is op de warmtemeter gerekend, is dat rond de 18 centigraden warmte. Zulke warmte noemt men den koude in den Congo, dat zijn dan koude morgend- stonden, en iedereen zit te beven. Gebeurt het dat de warmtemeter zinkt tot i5 of 10 graden warmte, dan is dat eene ware buitensporigheid van 't weder: men spreekt ervan geheel het land door gelijk hier als het op eenen nacht eenen voet diep gevrozen heeft. Maar winter, ware winter kent men niet in den Congo, moest er winter zijn zooals hier om 't bloed van den witte te vernieuwen, het ware voor hen daar zoo doodelijk niet. Jaar in jaar uit, in warme, heete lucht leven, zijn gelijk de buitenplanten die gedurig bin - nenstaan zij verslensen, zij verwelken. Van tijd tot tijd moeten zij naar hunne streek weerkeeren, of gelijk de planten buitengezet worden, in hunne lucht. o 22* Vervolg. Hij zal wel meer brieven hebben ge schreven dan die Power verbrand heeft, daar kunnen wij zijn schrift meê verge lijken. En dan zijn kleercn en allerlei soort van dingen... Als wij den kerel maar eerst hebben, vinden wij bewijzen genoeg, heb daar geen zorg voor. Ja, maar... begon de commissaris hoodschuddend. O, ik weet wat gij zeggen wilt, commissaris, ging de detective voort, ik geef u toe, dat het gewaagd is. Sint-Alba is een groot heer en daarenboven geen kat om zonder handschoenen aan te pak ken, dat is zeker Het is gevaarlijk, zelfs almachtig gevaarlijk. Maar wat moeten wij doen Dat vraag ik u maar, wat moe ten wij doen Ik voor mij geloof dat de inspekteur gelijk heeft en die Sint- Alba waarlijk de man is. dien wij zoeken; ieder uur dat wij hem op vrije voeten laten, is een gevaar te meer voor ons. Nu, gij moet het weten, hernam Grand, den strijd opgevende, hoewel nog verre van overtuigd. Gij zijt in die soort van zaken meer bedreven dan ik. Ik waarschuw 11 alleen, voor den wanhopi- gen toestand, waarin wij komen als wij eene misgreep doen. Zeker, zeker antwoordde Brusel. Wij moeten voorzichtig zijn. Laten wij de hcele zaak nog eens nagaan. Wij heb ben er allemaal belang bij, ik vooral, die met de behandeling belast ben. Nu, wat is het geval Wij vinden een jonge, Fransche vrouw vermoord de schuldige ontsnapt. Wie is de schuldige Wij hebben geen andere, die verdacht kan worden, dan de vrouw, die haar 's avonds kwam bezoeken. Goed Maar nu komt onze inspekteur hier en zegt, dat was geen vrouw, maar een verkleede man. Laat ons nu voor een oogenblik aannemen wij gelooven onzen inspek teur niet wij houden ons eerste denk beeld vast het was eene vrouw. Wat krijgen wij dan?... Niets als een soort van geestverschijning, een vrouw, die door niemand gezien of waargenomen is, nadat zij den trap van juffrouw Gre gory opging, zij verdwijnt, ja nog sterker, ook vóór zij zich aan juffrouw Gr<gory vertoont, heeft geen sterveling iets van een vreemde vrouw gezien of gemerkt, terwijl zij toch eenige dagen in die plaats moet vertoefd hebben, getuige hare be kendheid met het huis en zijn achteruit gang. Ook aan de beide staties, zoowel als in de hotels, in een woord, nergens weet men iets van die vrouw Vergeet dat niet. De heele plaats is vol van den moord, iedereen spreekt er over, uren in den omtrek jan en alle man weet, dat de politie eene vreemde, donkere vrouw zoekt en niemand daagt er op om te zeg gen Zoo'n mensch heb ik dan of ''an gezien. Is dat vreemd of niet, commis- saris De detective wierp het bovenlijf ach teruit, om M. Grand als het ware nog beter in het oog te vatten, vóór hij zijn betoog vervolgde. Hij wachtte niet op antwoord. En nu kom ik aan het andere ge zichtspunt, besloot hij. Wij gelooven onzen inspecteur wel. Wat krijgen wij dan Dan krijgen wij ten minste iets. De inspekteur vindt een stukske van een brief, die aan de vermoorde vrouw werd geschreven. Er staan maar een of twee woorden op, maar die zijn met een bij zonder opmerkelijke hand geschreven en hij erkent omiddellijk daarin het hand schrift van een oude kennis. En wat volgt daarop Nog dienzelfden dag ont moet hij die oude kennis, waaraan hij door het schrift herinnerd werd, ofschoon hij hem sinds jaren niet gezien had, hier in de stad. Zeg ik het goed, inspekteur Nu is dat vreemd of niet?... Is dat op merkelijk of niet Breng die twee om standigheden in verband, commissaris en denk eens goed na I Er moet nog slechts een ding bij gevoegd worden, hernam Power, nadat Te Brussel voorziet men, in de dunge- zaaide kringen die nog aan politiek doen, dat de aanstaande parlemenlaire zittijd kort zal zijn en dat van in Mei de Kamers hunne werkzaamheden zullen sluiten. Daarvoor zijn twee redenen de eerste dat iedereen het eens is om in de eerste dagen van Mei de Tentoonstelling van Luik te openen. De tweede reden, met de eerste in be trekking, is dat het niet past dat volks vertegenwoordigers en senators te Brussel weerhouden worden, wanneer men in hun arrondissement dc fasten inricht van het groot nationaal jubileum. De zittijd zal kort zijn, dat valt niet te betwijfelen. Men zal de begrooting stemmen en alles wat men hoptn kan indien alles goed gaat is dat de Kamers niet uit eengaan zonder het land te hebben be giftigd met eene goede wet, die ten voor- deele van den werkman zal bevestigen, wat men zeer tenrechte genoemd heeft, het recht op de Zondagrust. Zelfde personen, wiir vooruitzichten ik hier meedeel, bevestigen dat het wets ontwerp op de mijnen dit jaar zelf niet zal neergelegd worden. Waartoe goed, zegt men, aangezien het toch niet zal gestemd worden, zoolang op voorhand die stof geleverd aan de declamaties der socialisten, die geene an dere oplossing aannemen, dan de exploi tatie der mijnen door den Staat Die vertragingen zijn te betreuren, want zoolang eene nieuwe wet niet zal gestemd zijn, zullen de vragen tot mijn- concessies in de Limburgsche en Ant- werpsche Kempen niet worden toege staan. 't Zijn overigens niet de socialisten alleen welke tegen deze concessies gekant zijn de koolmaalschappijen van Hene gouw en van de provincie Luik zijn reeds ongerust over de concurrentie die de Vlaamsche koolstreek hun weldra zal aandoen. En zij verlangen dat deze zoo laat mo gelijk in uitbating gesteld worde. (Corresp. Handelsblad.) o Creemboter. Markt van Woensdag 24 Oogst 1904. 60 kilogrammen ter markt. Prijs fr. 3,oo tot 0,00 per kil. een oogenblik stilte had geheerscht. Die Sint-Alba vertoefde reeds etnige dagen hier en logeerde in het Marine-hotel, het zelfde hotel waarnaar de vermoorde vrouw inlichtingen ingewonnen heeft. Juist, juist riep Brusel levendig uit, dat had ik nog vergeten Zie, daar hebben wij een spoor, een goed spoor, dat mag niet verwaarloosd worden. En waarom zouden wij er niet op ingaan Wij hebben al het voordeel aan onzen kant... Gij zult immers zoo dom niet ge weest zijn, inspekteur, om hem te laten merken, dat gij hem herkendet Hij heeft mij zelfs niet gezien, ant woordde Robert, daarvan ben ik zeker. Goed, zeer goed De zaak loopt alsof zij gesmeerd was. Wij bewijzen dat hij die vrouw indertijd gekend heeft en geven de reden op. waarom hij haar uit den weg wilde hebben. Wij toonen aan, dat hij zich verkleed heeft als vrouw, natuurlijk volgens afspraak met haar, wij vertellen hoe hij bij haar gekomen is in de Rob-Roy-Villa en hoj hij haar daar den hals heeft afgesneden. Het klinkt machtig zonderling, is het niet Maar onmogelijk is het niet. Ik heb meer van zulke gevallen gezien, vooral onder bui tenlanders, die hebben er een handje van. En let nu eens op ons voordeel. De man houdt zich voor volkomen veilig, hij weet niets van onzen vriend den inspek teur af en denkt, dat wij nog op de jacht naar die vrouw zijn. Wij gaan op onzen man af, pakken hem bij den kraag en zetten hem tegenover onzen maat hier. Ha 1 Ouwe jongen, dat gezicht van hem wil ik zien als gij hem zijn gemeenen, vuilen sloopmoonl voor de voeten gooit 1 Als hij niet onmiddellijk door de mand valt, begrijp ik er niets meer van. Laat het een waagstuk zijn om zoo'n grooten sinjeur aan te pakken, tegenover de kans, die wij hebben, betcekcnd het niets, hoe genaamd niets BrustTs welsprekendheid bleef niet zonder invloed, hoewel het duidelijk was, dat de aarzeling van Grand, een eenvou dig, hoogst voorzichtig man, zonder de minste verbeeldingskracht, nog volstrekt niet overwonnen was. Wij zouden in elk geval een hevel van in echtenisneming noodig hebben, begon hij op bedenkelijken toon. Welke rechter hier, deukt gij. dat zulk een stuk tegen iemand als di n Sint-Alba zou dur ven onderteekenen Laat de rechters voer mijn paart naar den drommel loepen riep Brusel verstoord uit. Zij moeten te« kenen als ik het hen zeg Het is geene kleinigheid, het is een moord, laten ze maar oppas sen, dat zeg ik Ik geloof dat ik iemand weet, die ons wel zal willen helpen 1 hernam Power bedaarder. Wie dan vrosg de commissaris nieuwsgierig. Wordt voortgezet,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1