iJk |g] Zondag 18 September 1904 5 centiemen per nummer. S6s,e Jaar 3075. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Woorden en Wind. IDEIMLATsr met den Witten Baard. Hopbeurs-tentoon stelling- De Kerkgoederen. DE DENDERBODE Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. 1 - - -•••; ~*T\ -"I S \-T. I J CUIQUE HU M. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bü accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele Vdt dit blad. AALST, 17 SEPTEMBER 1904. In Klokke Roeland van Zondag 11 September vinden wij een heele reesem van hervormingen die de zoogezegde christene democraten in 't voordeel van den werkman willen invoeren. De lijst is opgemaakt door M. Fonteyne en is tamelijk lang. Veel krachtinspanning en studie heeft dat werk niet gevergd de eerste scho lier de beste zou in staat zijn zoo een stuk op te stellen, als hij geen rekening moet houden van de werkelijkheid, als hij niet moet toonen of dit alles prak tisch is en of er middelen bestaan om die verbeteringen door te voeren. Het is in geenen deele ernstig met holklinkende woorden en stadhuisach tige uitdrukkingen uit te bazuinenwij willen dit, wij willen datals geen stap verder moet gedaan worden. Na dien wensch uitgedrukt te hebben, en wen- schen uitdrukken is geen lastig werk, begint eerst de ernstige taak. Op het terrein waarop de heer Fon teyne zich plaatst is de concurrentie mogelijk, wij zeggen meer, gemak kelijk. Die heer moet nog bij de socialisten ter school gaan die Kunnen nog andere schitterende kleuren om hunne lezers te verbluffen. Want dit alles is bluf. Wij gaan van dichterbij, uit loutere liefhebberij, eenige punten onderzoeken. Wij cilee- ren Wij, willen voor den werkman een eerlijk bestaan.... d) En daarom willen wij de verplich tende verzekering van alle loonarbeiders: Verzekering tegen Ziekte, ongeval, krankheid, ouderdom, en voor weduwen en weezen. Nu en kan dc werkman niet of maar moeilijk en nog maar gedeeltelijk. En daarom vragen wijde verzekering van den arbeider, zooveel mogelijk door 't kapitaal te betalen, als vollediging der onvoldoende loonen... de hongerloonen. Wij zouden op die hongerloonen veel kunnen zeggen. Wij zouden aan M. Fonteyne kunnen vragen de rechtzin nigheid te hebben van M. Bertrand en de vooruitgang in ons land te willen vaststellen. Wij zouden hem kunnen zeggen eens rond te kijken, op den buiten bij voorbeeld, en eens toe te zien hoeveel alles er is verbeterd. Wij zullen het niet doen; M. Fonteyne is ziende blind. Hij wil de verbeterin- I7e VERVOLG. En mevrouw de gravin zal wel ver heugd zijn dat gij komt, ging Jordan voort, want ik hoorde haar zooeven nog tot de kleine Phillis zeggen, dat zij mor gen vroeg wat eerder uitrijden wilde, om op Lane-house afscheid te nemen. Jaak Ford staarde den ouden man ver wonderd aan. Afscheid te nemen Gij bedoelt toch niet dat de gravin op reis gaat Ja, mijnheer, mijnheer de graaf en mevrouw de gravin gaan Dijnsdag beiden op reis, eerst naar Londen en dan naar Frankrijk, waar zij twee maanden zullen blijven. Gertruda, die bezig was hare koffers in te pakken, bevestigde het door den op zichter medegedeelde nieuws. Zij zag er bedrukt uit. Zoo bleek als een geest zegde Jaak later aan zijne moeder. De jonge man gevoelde een groot ver langen, aen graaf rekenschap te vragen gen niet nagaan hij zal ze ook nooit bekennen, want dan kon hij zijn stok paardje van de hongerloonen niet meer bespringen, dan kon hij datuitmuntend thema niet meer bespreken waarmede hij hoopt de werklieden op te hitsen. Het is zoo gemakkelijk tot de driften der massa te spreken, veel lichter toch dan tot hunne gezonde rede. Wij echter gaan het trachten te doen. Stellen wij eerst vast dat de heer Fonteyne bijna uitsluitend de lasten van de algemeene verzekering der werklie den wil leggen op de nijveraars en er tevens een vernederend gedacht bij zet, namelijk, dat van eene onteerende straf Zij zullen betalen als vergoeding voor de onvoldoende loonen. Zijn waardige collega wil de Staal, dat is allen, met die taak gelasten. De groene auguren zijn dus niet 't ak koord. Denken zij misschien dat de uit voering van zulk een reuzenwerk van ondergeschikt belang is Meenen zij dat het er niet op aan komt te weten wie die millioenen en nog millioenen zal moeten storten Dat bewijst dat zij geen staatsmannen zijn, maar echte demagogen die de maatschappij van den kant in den gracht zouden helpen. Heeft M. Fonteyne wiens meening wij thans bestrijden, zich eens afge vraagd hoeveel die algemeene verzeke ring zou kosten en of onze nijverheid in 3taat zou zijn dien last te dragen 1 Wat zou er gebeuren moest zij er onder bezwijken Welke ernstige voor- deelen zouden er dan zijn behaald De bron waaraan onze werklieden het leven hadden geput, ware uitgedroogd. Daarmeê al. En al die verzekeringen vielen te gronde. De loonen hangen grootelijks af van den toestand der nijverheid en deze is beinvloed door de mededinging. Vermag den reuzenarm van den heer Fonteyne iets tegen dat monster, tegen dien draak met honderd koppen Dan gewis zullen wij hem bewonde ren. Wij bekennen ootmoedig dat wij niet wisten zoo een machtige man in ons midden te hebben Het spreekwoord wordt weer eens waarNemo propheta in patria Wat de lieer Fonteyne vraagt bestaat nergens. Wij willen hem niet als leer meester zijn waardigen collega, Pila- tus Daens, aanwijzen die kan hem op de hoogte niet brengen want die meent nog dat, in Duitschland, het de Staat is welke de werklieden tegen arbeidsongevallen verzekert. Het leit dat die algemeene verzeke ringen, in hun geheel, nergens bestaan, bewijst voorzeker dat de zaak niet zoo eenvoudig is als de gewezen heerOnder- pastoor van Zarren het zich voorstelt. van zijn zonderling gedrag, ofschoon dat aan de arme Gertruda zeer weinig zou ge baat hebben. Ik moet u zeggen, zoo begon Ford terwijl hij in een leunstoel plaats nam, dat ik niet eens mijne verontweerdiging wil maken omdat ik u stoor, want ik ben overtuigd, dat gij al veel te veel gedaan hebt. Waarom in 's hemels naam, blijft gij niet kalm zitten en laat gij het inpak ken niet over aan uwe kamenier. Ik heh geen kamenier en de meid is met Phil in den tuin. Phil gaat natuurlijk met u mede op reis De oogen van Gertruda vulden zich met tranen. Reginald zegt dat zij nog veel te jong is om op reis te gaan, antwoordde zij, en dat zij met de kindermeid hier moet blijven. Ik weet wel dat Jordan goed voor haar zal zorgen, maar het arme kind zal mij vreeselijk missen. Gij moet haar liever naar ons zen den. Zij kon u wel eens tot last zijn, wij komen misschien niet voor Kerst mis terug. Dat doet er niets aan, wij heb ben kamers genoeg beschikbaarmoeder houdt veel van kinderen en ik geniet dc eer een bijzondere gunsteling van Phil te zijn. Nergens wordt de verzekering tegen ziekte en krankheid lezen wij duide lijkheidshalve arbeidsonbekwaamheid uitsluitend door de werkbazen be haald. Dat zou immers onredelijk zijn w ant de arbeid is de bron niet van alle ziekte; het organisme en daarvan zijn de patroons toch niet de schuldige draagt in zich heel dikwijls de kiemen van ziekten enz. om niet te gewagen van die krankheden welke het slacht offer zich op den hals haalt. En voor dit alles zou de patroon boeten Zooveel mogelijk, zegt M. Fonteyne. Laat staan dat is eene zeer vage uit drukking en beteekent niets. Wij vra gen in welke verhouding. Stappen wij over dat punt en vragen wij aan onzen socioloog zoo goed to zijn zijn gedacht eens te vertolken in een wetsontwerp. Hij zal alzoo bewijzen dal hij het ernstig meenten dat hij de zaak eenigzins heeft bestudeerd Tot dan toe zeggen hem Beste heer. gij hebt wind gemaakt. Gedenko de spreuk Wie winden zaaien, Znllen stormen maaien. Ophitsen is de weg niet tot den maat- schappelijken vrede en het is bijzonder dien vrede die wij moeten betrachten met alles in de rede en de waarheid op te vatten. Overdrijvingen schaden de beste zaken. It E G I. E M E I* T DER GENT OCTOBER 1904 1De Maatschappij der Brouwers van het vakonderwijs richt, onder de hooge bescherming van den Heer Mi nister van landbouw eu met de mede werking van staatsbouwkundigen, van hoptelers, bonden en handelaars, een hopbeurs-tentoonstclling in. 2. Deze heeft voor doel den prijs der goede inlandsche hop te verhoogen door de hopplanters, bonden en hande laars in aanraking te brengen mei de brouwers die hop van eerste kwaliteit eischen. 3. Alle hoptelers en bonden, alle hophandelaars mogen aan de ten toon stelling deelnemen. 4.De deelneming aan de tentoon stelling is gansch kosteloos de Maat schappij der Brouwers voor liet vakon derwijs neemt op haar de kosten der inrichting, der instelling en van het scheikundig onderzoek. 5. De voorwaarden van deelneming zijn de volgende 1° Verzending naar de tentoonstelling van een zakje ongeperste hop wegende netto 3 kilogr. en een goed leesbaar kenteeken dragende. 2° Verzending van eenen gezegelden brief naar het comiteit des beurs ten toonstelling, Meersteeg, nr 2, met de volgende inlichtingen de naam en het adres des tentoon- s tellers, b) de oorsprong der hop, c) wat soort van hop (groene bellen, wille rank of cagneau). d) de beschikbare hoeveelheid en overeenstemmend onder alle punten met het tentoongesteld monster (staal) 6. De beoordeelingsraad (jury) zal gevormd worden door de inrichtings- commissie, de leden van den bestuur raad der Vakvereeniging, doordehop- verkoopers en de vertegenwoordigers van alle hopbonden en syndicaten die den hophandel drijven en deelnemen aan de tentoonstelling. 7. Het Jury zal de grootste vrij heid hebben voor zijne werken. De na men der tentoonstelIers zullen den beoordeelingsraad onbekend blijven 8. Als de zakjes hop ter tentoonstel ling aankomen, zal de bestuurder der proefstandplaats voor brouwerij er twee monsters uitnemen. Het eerste zal die nen tot de bepaling der vochtigheid, de hoeveelheid zaden, de stelen, de bla deren, de vreemde stoffen het tweede zal gedurende een jaar in den ijskelder der proefstandplaats voor brouwerij bewaard worden. De koopers zullen dan door zich zeiven of door de tusschen- komst van de verzoek's brouwerij, hunne koopwaren kunnen vergelijken met dit laatst gezegeld monster en zich kunnen overtuigen dat de hop die ze ontvangen hebben overeenstemmend is met degene die ze gekocht hebben. De tentoonsteller of zijn vertegen woordiger heeft de vrijheid, uit het zakje hop dat naar Gent gestuurd is, een derde monster te nemen dat kan dienen voor een tegen onderzoek. Dit monster moet te Gent, in de tegenwoor digheid van den bestuurder der proef standplaats voor brouwerij of van eenen dienstoverste genomen worden de ver pakking zal terzelfder tijd den zegel der proefstandplaats voor brouwerij en des tentoonslellers dragen. 9 De uitslagen der ontleding zul len aan het Jury in eenen gezegelden brief overhandigd worden bij zijne eer ste zitting. Het ontledings bulletijn mag den naam der ientooustellers niet ken baar maken. De monsters zullen er door nummers aangeduid worden. 10. Het Jury zal den geur (aroma), het kleur, het inwendig en uitwendig voorkomen in acht nemen. Het zal daarna kennis nemen van de uitslagen der ontleding en overgaan tot de rang schikking der mededingers. 11. De gezegelde brieven die de namen der mededingers bevallen zullen door den beoordeelingsraad geopend worden als de rangschikking gedaan is. De lijsten zullen dan iu het lokaal der tentoonstelling bekend gemaakt wor den en in de brouwersdagbladeren- afgekondigd worden. 12. Ieder hopstaal zal van een op schrift voorzien zijn, op hetwelk de Zeg eens, wanneer ik nu eens naar huis reed en u eene geschrevene uitnoodiging van mijne moeder bracht, zoudt gij Phil dan, voor zoolang gij van huis zijt, naar Lane-Honse willen zenden Ik zou het gaarne doen, neef Jaak, maar... Vrees niets, ik zal de zaak verder wel met Reginald schikken en dan komt zij best in orde. Ford begreep wel, dat de graaf de laat ste zou zijn om een verzoek af te wijzen, dat de kosten van onderhoud voor zijn kind cn ccne dienstbode voor ccnigen tijd op anderen overdroeg. Gertruda hernam Gij moet mij echter beloven, dat gij de uitnoodiging niet brengen zult, dan wanneer tante Edith verklaart, dat Fhil haar voor zoo langen tijd niet tot last zal zijn. Goed, en nu zou ik toch wel eens willen weten, wat u zoo plotseling hel land uitdrijft. Wij waren er aan gewend, u als onafscheidelijk van Chatterly te be schouwen en wanneer gij nu vertrekt, dan zal Reginald den geheelen jachttijd verzuimen. Reginald is in den laatsten tijd niet meer gezond en zegt dat hij verandering van lucht noodig heeft. Ik zou eerder denken dat gij die noodig hebt, riep Jaak driftig uit. Behalve punten toegekend door het Jury, aan de verschillige hoedanigheden van het monster, zullen aangeduid zijn. Een dienstoverste der proefstand plaats voor brouwerij zal zich gedu rende de tentoonstelling ter beschik king der tentoonttellers houden, om hen alle begeerde inlichtingen te ge ven over de punten die aan hunne waren toegekend zijn. 13. Na de beslissing van het Jury zullen de brouwers onmiddelijk inde tentoonstelling toegelaten worden. 14. De monsters moeten naar den Heer Voorzitter der Maatschappij der brouwers voor het vakonderwijs, Meer steeg. 2, te Gent vóór den l'n October op gestuurd worden. De beoordeelingsraad zal zich verce- nigen onmiddelijk na het eindigen der ontleding. Na de beslissing van liet Jury, rond midden October, zullen de brouwers aan de tentoonstelling toegelaten wor den de juiste datum zal aangekondigd worden door de brouwerscouranten of door bijzondere berichten. In onbepaald verlof. De milicia- nen der klas van 1900 van het rigiment grenadiers en van het vierde bataljon caribiniers zijn donderdag in onbepaald verlof naar huis gezonden. Vrijdag zijn i35o militianen der klas sen van 1900 en 1901 der drie regimen ten te voet voor goed naar huis gegaan. Ter oorzake en ter gelegenheid ook der toestanden in Frankrijk waarde vrijmet selarij eene nieuwe roof gedeeltelijk reeds heeft gepleegd en op het punt staat hem teenemaal te voltrekken door de opzegging van het Concordaat, wordt in onze geu- zenbladen de stelling verdedigd als zouden de rijkdommen der Kerk in wezenlijkheid staatsgoederen zijn. De Kerk was, beweren zij, de eige naarster niet, slechts de tochthcbstcr. De goederen der Kerk, schrijft La Chroni- que of liever de leengoederen waren in wezenlijkheid staatsgoederen bijzonder vastgehecht aan een openbaren dienst, den Eeredienst Dat is volkomen onjuist. Doch wij zul len aan een geus niet vragen zijne dwaling te willen inzien 't is vruchteloos. Zij zijn allen, zoowel te Aalst als elders van de school van M. Laurent die geschreven heeft Als men in tegenwoordigheid van een vijand is, dan staat men hem niet de vrijheid toe, maar men schiet er op 1 d On tire dessus De geschiedenis bewijst dat de geuzen ongelijk hebben. Om het te bewijzen hoeven wij slechts den oorsprong na te gaan van de goede ren der Kerk. het verdriet, dat eene scheiding van Phil u moet berokkenen, geloof ik, dat het voor u wel aangenaam moet zijn, op reis te gaan. Ik vrees van neen. Waarom De stem van Gertruda beefde eenigzins toen zij antwoordde Zie, neef Jaak, ik voel mij niet te huis in gezelschap van vreemde raen- schen Ik heb zoovele jaren hier in afzon dering geleefd, dat ik bijna schuw ben geworden. Ik vind het juist plezierig, veel met menschen om te gaan. Ja, maar denk eens aan dat arme meisje dat nauwelijks veertien dagen be graven werd. Zij werd koelbloedig op eenen schoonen Septemberdag terwijl zij op reis was, vermoord. Ik kan mijn ge voel niet duidelijk uitdrukken, niet dat ik bang ben, dat iemand mij zal vermoor den, maar wij zouden, zonder het te we ten, moordenaars kunnen ontmoeten, denzelfden man wellicht, die dat arme jonge schepseltje vermoord heeft. Dat zou vreeselijk zijn Ford antwoordde op geruststellenden toon Gij zijt wat zenuwachtig en haalt u de onwaarschijnlijkste dingen in het hoofd. Natuurlijk loopt niet alleen de man, die dat arme kind vermoord beeft, ongestraft rond, maar er zijn bovendien nog zooveel misdadigers, die vrij en on gehinderd onder eerlijke menschen ver- keeren, zonder dat zij een Kainsteeken op het voorhoofd dragen om nietsver- inoedende lieden voor hen te waarschu wen. Dat is altijd zoo geweest en het zal wel altijd zoo blijven, zoolang de wereld bestaat, maar daarom behoeft gij u niet zoo ongerust te maken. Regirald is geen man, die gemakkelijk kennis aanknoopt, gij zult dus met vreemden op uwe reis, niet veel in aanraking komen. Dat weet ik en toch denk ik onop- houdelijk aan dat arme meisje. Wakend of slapend is het mij steeds alsof ik haar lieftallig bleek gelaat met die helderblau we oogen voortdurend voor mij zie het is mij alsof eene stem mij in liet oor fluis tert. dat zij geene rust in haar gaf zal hebben, zoolang dat geheim niet opge helderd, en haar dood gewroken zal zijn. Ford greep de hand van de gravin, er lag iets zacht gebiedends in zijne stem, toen hij zegde Luister eens naar mij, nicht Ger truda. Vooreerst weet gij niet, waar de betrekkingen van dat meisje te vinden zijn, ten tweede kent gij hare geschiede- niet. Gij ziet dus dat, al waart gij ook bereid u oogenblikkelijk te belasten met de laak, haar moordenaar op tc sporen en over te leveren, gij dat toch niet ten Het grootste deel der rijkdommen ko men voort uit de werkzaamheid en de wijze spaarzaamheid der monnikken. Zij hebben door hunnen arbeid onmeet bar: velden vruchtbaar gemaakt; bosschen uitgeroeid en in bebouwbaar lan i her schapen mot-rassen afgebakend en uit gedroogd en ze vruchtgevend gemaakt. Als vrucht van hunnen arbeid hoorden die velden, die vruchtbaar gemaakte lan den hun toe. Zal een geus het betwisten durven Wij meenen dat zelfs de chef der Aalstersche geuzen de gegrondheid van zulken eigendom niet zal aantasten dur ven Is het niet Die eigendom behoorde dus aan de monnikken. Zij konden hem bij erfenis of anders geven en laten aan wie zij wil den. Dat is een gevolg van het erfenis- recht. Een tweede bron van de rijkdommen der Kerk waren de giften en legaten van Bisschoppen, Priesters en vrome Chris tenen. Gansch hun leven hadden zekere Bis schoppen zich aan het heil der geloovigen toegewijd de Kerke Christi uit gansch hun hert. met eenen apostolischen ijver bemind. Wat deden zij Bij hunne dood lieten zij hunne per* soonlijke goederen aan «lie Kerke die zij uit gansch hunne ziel hadden bemind. Andere Priesters volgden dit voorbeeld ook vrome christenen bleven niet ten achter. Het was hun dikwijls te doen om door aalmoezen een zondig leven te boeten. Bij sommige legaten wierd een last be paald er bestaan vele van die stukken nog eene jaarlijksche dienst, onderhoud van zieken, uitdeeling aan armen, enz. De Kerk heeft zich altijd edelmoedig van die taak gekweten. Genoeg. Wie zal het goede recht van die legaten durven betwisten Heeft de eigenaar het recht een testament te maken en zijne rijkdommen en goederen te laten aan hen die hij wil Gij zult dus het erfenisrecht afschaffen of gij moet die legaten goed keuren. Gij zult nu toch niet beweren durven dat die giften ongeldig zijn omdat ze gedaan wor den aan een geestelijke terwijl gij zc goed zoudt vinden ten voordeele van een leek. Die ongelijkheid ware eene onrecht- veerdigheid. De rijkdommen der Ketk zijn dus op eerlijke wijze verworven. Zij zijn geen staatsgoederen daartegen teekent de ge schiedenis verzet aan. Als de Staat ze nu inpalmt dan begaat hij een aanslag op het goede recht, dan vertrapt hij de rechtveerdigheid. De Staat begaat een diefstal het blijft nietemin eene misdaad alhoewel hij, de macht heb bende, straffeloos blijft volgens de gewone voorstelling. In wezenlijkheid is dat niet zoo. want in de lessen van 't verleden kunnen wij zien dat kerkeroof altijd een volk heeft verarmd en zelfs tot bankbreuk gevoerd. Doch de geuzen hebben de oogen voor de waarheid gesloten. uitvoer zoudt kunnen brengen. Komaan, doe toch eens moeite, die gedachten uit uw hoofd te bannen, zij doen uwe zenu wen te veel aan. Ja, dat voel ik zelve. Gij hebt in deze stille streek zoolang geleefd, dat gij zonder het te weten klein geestig zijt geworden. Het zien van dat arm vermoorde meisje heeft zulk eene vreeselijke ontroering bij u te weegge- bracht, dat uw geheel gestel er door ge schokt is en daarhij komt dan nog die plotselinge reis, waarvan nog nooit spraak is geweest. Dat is nog niet alles. Wat is er dan nog meer Gertruda aarzelde. Ik geloof dat ik wel eenigzins het recht heb, op uw vertrouwen aanspraak te maken, zegde Ford ernstig, omdat ik de naaste bloedverwant van uwen echtge noot ben. Zeg mij wat u bezorgd maakt en ik zal u helpen, waar ik kan. Ik ben ongerust. Over Reginald Zij knikte, en nu het ijs eenmaal was gebroken, ging zij zonder verdere aarze ling voort Gij weet, of gij zult ten minste wel gehoord hebben, dat hij in de laatste jaren overdreven zuinig was en zefs de nood zakelijkste uitgaven trachtte te besparen. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1