iJk
|g]
Zondag 18 September 1904
5 centiemen per nummer.
S6s,e Jaar 3075.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Woorden en Wind.
IDEIMLATsr
met den Witten Baard.
Hopbeurs-tentoon stelling-
De Kerkgoederen.
DE DENDERBODE
Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
1 - - -•••;
~*T\ -"I
S
\-T. I
J
CUIQUE HU M.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bü accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele Vdt
dit blad.
AALST, 17 SEPTEMBER 1904.
In Klokke Roeland van Zondag 11
September vinden wij een heele reesem
van hervormingen die de zoogezegde
christene democraten in 't voordeel van
den werkman willen invoeren. De lijst
is opgemaakt door M. Fonteyne en is
tamelijk lang.
Veel krachtinspanning en studie heeft
dat werk niet gevergd de eerste scho
lier de beste zou in staat zijn zoo een
stuk op te stellen, als hij geen rekening
moet houden van de werkelijkheid, als
hij niet moet toonen of dit alles prak
tisch is en of er middelen bestaan om
die verbeteringen door te voeren.
Het is in geenen deele ernstig met
holklinkende woorden en stadhuisach
tige uitdrukkingen uit te bazuinenwij
willen dit, wij willen datals geen stap
verder moet gedaan worden. Na dien
wensch uitgedrukt te hebben, en wen-
schen uitdrukken is geen lastig werk,
begint eerst de ernstige taak.
Op het terrein waarop de heer Fon
teyne zich plaatst is de concurrentie
mogelijk, wij zeggen meer, gemak
kelijk.
Die heer moet nog bij de socialisten ter
school gaan die Kunnen nog andere
schitterende kleuren om hunne lezers te
verbluffen.
Want dit alles is bluf. Wij gaan van
dichterbij, uit loutere liefhebberij,
eenige punten onderzoeken. Wij cilee-
ren
Wij, willen voor den werkman een
eerlijk bestaan....
d) En daarom willen wij de verplich
tende verzekering van alle loonarbeiders:
Verzekering tegen
Ziekte,
ongeval,
krankheid,
ouderdom,
en voor weduwen en weezen.
Nu en kan dc werkman niet of maar
moeilijk en nog maar gedeeltelijk.
En daarom vragen wijde verzekering
van den arbeider, zooveel mogelijk door
't kapitaal te betalen, als vollediging
der onvoldoende loonen...
de hongerloonen.
Wij zouden op die hongerloonen veel
kunnen zeggen. Wij zouden aan M.
Fonteyne kunnen vragen de rechtzin
nigheid te hebben van M. Bertrand en
de vooruitgang in ons land te willen
vaststellen. Wij zouden hem kunnen
zeggen eens rond te kijken, op den
buiten bij voorbeeld, en eens toe te zien
hoeveel alles er is verbeterd.
Wij zullen het niet doen; M. Fonteyne
is ziende blind. Hij wil de verbeterin-
I7e VERVOLG.
En mevrouw de gravin zal wel ver
heugd zijn dat gij komt, ging Jordan
voort, want ik hoorde haar zooeven nog
tot de kleine Phillis zeggen, dat zij mor
gen vroeg wat eerder uitrijden wilde, om
op Lane-house afscheid te nemen.
Jaak Ford staarde den ouden man ver
wonderd aan.
Afscheid te nemen
Gij bedoelt toch niet dat de gravin
op reis gaat
Ja, mijnheer, mijnheer de graaf en
mevrouw de gravin gaan Dijnsdag beiden
op reis, eerst naar Londen en dan naar
Frankrijk, waar zij twee maanden zullen
blijven.
Gertruda, die bezig was hare koffers in
te pakken, bevestigde het door den op
zichter medegedeelde nieuws.
Zij zag er bedrukt uit. Zoo bleek als
een geest zegde Jaak later aan zijne
moeder.
De jonge man gevoelde een groot ver
langen, aen graaf rekenschap te vragen
gen niet nagaan hij zal ze ook nooit
bekennen, want dan kon hij zijn stok
paardje van de hongerloonen niet meer
bespringen, dan kon hij datuitmuntend
thema niet meer bespreken waarmede
hij hoopt de werklieden op te hitsen.
Het is zoo gemakkelijk tot de driften
der massa te spreken, veel lichter toch
dan tot hunne gezonde rede.
Wij echter gaan het trachten te doen.
Stellen wij eerst vast dat de heer
Fonteyne bijna uitsluitend de lasten van
de algemeene verzekering der werklie
den wil leggen op de nijveraars en er
tevens een vernederend gedacht bij zet,
namelijk, dat van eene onteerende straf
Zij zullen betalen als vergoeding voor
de onvoldoende loonen.
Zijn waardige collega wil de Staal,
dat is allen, met die taak gelasten.
De groene auguren zijn dus niet 't ak
koord. Denken zij misschien dat de uit
voering van zulk een reuzenwerk van
ondergeschikt belang is Meenen zij
dat het er niet op aan komt te weten
wie die millioenen en nog millioenen
zal moeten storten
Dat bewijst dat zij geen staatsmannen
zijn, maar echte demagogen die de
maatschappij van den kant in den
gracht zouden helpen.
Heeft M. Fonteyne wiens meening
wij thans bestrijden, zich eens afge
vraagd hoeveel die algemeene verzeke
ring zou kosten en of onze nijverheid
in 3taat zou zijn dien last te dragen 1
Wat zou er gebeuren moest zij er
onder bezwijken Welke ernstige voor-
deelen zouden er dan zijn behaald
De bron waaraan onze werklieden het
leven hadden geput, ware uitgedroogd.
Daarmeê al. En al die verzekeringen
vielen te gronde.
De loonen hangen grootelijks af van
den toestand der nijverheid en deze is
beinvloed door de mededinging.
Vermag den reuzenarm van den heer
Fonteyne iets tegen dat monster, tegen
dien draak met honderd koppen
Dan gewis zullen wij hem bewonde
ren. Wij bekennen ootmoedig dat wij
niet wisten zoo een machtige man in
ons midden te hebben Het spreekwoord
wordt weer eens waarNemo propheta
in patria
Wat de lieer Fonteyne vraagt bestaat
nergens. Wij willen hem niet als leer
meester zijn waardigen collega, Pila-
tus Daens, aanwijzen die kan hem
op de hoogte niet brengen want die
meent nog dat, in Duitschland, het de
Staat is welke de werklieden tegen
arbeidsongevallen verzekert.
Het leit dat die algemeene verzeke
ringen, in hun geheel, nergens bestaan,
bewijst voorzeker dat de zaak niet zoo
eenvoudig is als de gewezen heerOnder-
pastoor van Zarren het zich voorstelt.
van zijn zonderling gedrag, ofschoon dat
aan de arme Gertruda zeer weinig zou ge
baat hebben.
Ik moet u zeggen, zoo begon Ford
terwijl hij in een leunstoel plaats nam,
dat ik niet eens mijne verontweerdiging
wil maken omdat ik u stoor, want ik ben
overtuigd, dat gij al veel te veel gedaan
hebt. Waarom in 's hemels naam, blijft
gij niet kalm zitten en laat gij het inpak
ken niet over aan uwe kamenier.
Ik heh geen kamenier en de meid
is met Phil in den tuin.
Phil gaat natuurlijk met u mede op
reis
De oogen van Gertruda vulden zich
met tranen.
Reginald zegt dat zij nog veel te
jong is om op reis te gaan, antwoordde
zij, en dat zij met de kindermeid hier
moet blijven. Ik weet wel dat Jordan goed
voor haar zal zorgen, maar het arme kind
zal mij vreeselijk missen.
Gij moet haar liever naar ons zen
den.
Zij kon u wel eens tot last zijn,
wij komen misschien niet voor Kerst
mis terug.
Dat doet er niets aan, wij heb
ben kamers genoeg beschikbaarmoeder
houdt veel van kinderen en ik geniet dc
eer een bijzondere gunsteling van Phil te
zijn.
Nergens wordt de verzekering tegen
ziekte en krankheid lezen wij duide
lijkheidshalve arbeidsonbekwaamheid
uitsluitend door de werkbazen be
haald.
Dat zou immers onredelijk zijn w ant
de arbeid is de bron niet van alle ziekte;
het organisme en daarvan zijn de
patroons toch niet de schuldige
draagt in zich heel dikwijls de kiemen
van ziekten enz. om niet te gewagen
van die krankheden welke het slacht
offer zich op den hals haalt. En voor dit
alles zou de patroon boeten
Zooveel mogelijk, zegt M. Fonteyne.
Laat staan dat is eene zeer vage uit
drukking en beteekent niets. Wij vra
gen in welke verhouding.
Stappen wij over dat punt en vragen
wij aan onzen socioloog zoo goed to zijn
zijn gedacht eens te vertolken in een
wetsontwerp. Hij zal alzoo bewijzen
dal hij het ernstig meenten dat hij de
zaak eenigzins heeft bestudeerd
Tot dan toe zeggen hem Beste heer.
gij hebt wind gemaakt. Gedenko de
spreuk
Wie winden zaaien,
Znllen stormen maaien.
Ophitsen is de weg niet tot den maat-
schappelijken vrede en het is bijzonder
dien vrede die wij moeten betrachten
met alles in de rede en de waarheid op
te vatten. Overdrijvingen schaden de
beste zaken.
It E G I. E M E I* T
DER
GENT OCTOBER 1904
1De Maatschappij der Brouwers
van het vakonderwijs richt, onder de
hooge bescherming van den Heer Mi
nister van landbouw eu met de mede
werking van staatsbouwkundigen, van
hoptelers, bonden en handelaars, een
hopbeurs-tentoonstclling in.
2. Deze heeft voor doel den prijs
der goede inlandsche hop te verhoogen
door de hopplanters, bonden en hande
laars in aanraking te brengen mei de
brouwers die hop van eerste kwaliteit
eischen.
3. Alle hoptelers en bonden, alle
hophandelaars mogen aan de ten toon
stelling deelnemen.
4.De deelneming aan de tentoon
stelling is gansch kosteloos de Maat
schappij der Brouwers voor liet vakon
derwijs neemt op haar de kosten der
inrichting, der instelling en van het
scheikundig onderzoek.
5. De voorwaarden van deelneming
zijn de volgende
1° Verzending naar de tentoonstelling
van een zakje ongeperste hop wegende
netto 3 kilogr. en een goed leesbaar
kenteeken dragende.
2° Verzending van eenen gezegelden
brief naar het comiteit des beurs ten
toonstelling, Meersteeg, nr 2, met de
volgende inlichtingen
de naam en het adres des tentoon-
s tellers,
b) de oorsprong der hop,
c) wat soort van hop (groene bellen,
wille rank of cagneau).
d) de beschikbare hoeveelheid en
overeenstemmend onder alle punten
met het tentoongesteld monster (staal)
6. De beoordeelingsraad (jury) zal
gevormd worden door de inrichtings-
commissie, de leden van den bestuur
raad der Vakvereeniging, doordehop-
verkoopers en de vertegenwoordigers
van alle hopbonden en syndicaten die
den hophandel drijven en deelnemen
aan de tentoonstelling.
7. Het Jury zal de grootste vrij
heid hebben voor zijne werken. De na
men der tentoonstelIers zullen den
beoordeelingsraad onbekend blijven
8. Als de zakjes hop ter tentoonstel
ling aankomen, zal de bestuurder der
proefstandplaats voor brouwerij er twee
monsters uitnemen. Het eerste zal die
nen tot de bepaling der vochtigheid,
de hoeveelheid zaden, de stelen, de bla
deren, de vreemde stoffen het tweede
zal gedurende een jaar in den ijskelder
der proefstandplaats voor brouwerij
bewaard worden. De koopers zullen dan
door zich zeiven of door de tusschen-
komst van de verzoek's brouwerij,
hunne koopwaren kunnen vergelijken
met dit laatst gezegeld monster en zich
kunnen overtuigen dat de hop die ze
ontvangen hebben overeenstemmend is
met degene die ze gekocht hebben.
De tentoonsteller of zijn vertegen
woordiger heeft de vrijheid, uit het
zakje hop dat naar Gent gestuurd is,
een derde monster te nemen dat kan
dienen voor een tegen onderzoek. Dit
monster moet te Gent, in de tegenwoor
digheid van den bestuurder der proef
standplaats voor brouwerij of van eenen
dienstoverste genomen worden de ver
pakking zal terzelfder tijd den zegel
der proefstandplaats voor brouwerij en
des tentoonslellers dragen.
9 De uitslagen der ontleding zul
len aan het Jury in eenen gezegelden
brief overhandigd worden bij zijne eer
ste zitting. Het ontledings bulletijn mag
den naam der ientooustellers niet ken
baar maken. De monsters zullen er door
nummers aangeduid worden.
10. Het Jury zal den geur (aroma),
het kleur, het inwendig en uitwendig
voorkomen in acht nemen. Het zal
daarna kennis nemen van de uitslagen
der ontleding en overgaan tot de rang
schikking der mededingers.
11. De gezegelde brieven die de
namen der mededingers bevallen zullen
door den beoordeelingsraad geopend
worden als de rangschikking gedaan is.
De lijsten zullen dan iu het lokaal der
tentoonstelling bekend gemaakt wor
den en in de brouwersdagbladeren-
afgekondigd worden.
12. Ieder hopstaal zal van een op
schrift voorzien zijn, op hetwelk de
Zeg eens, wanneer ik nu eens naar huis
reed en u eene geschrevene uitnoodiging
van mijne moeder bracht, zoudt gij Phil
dan, voor zoolang gij van huis zijt, naar
Lane-Honse willen zenden
Ik zou het gaarne doen, neef Jaak,
maar...
Vrees niets, ik zal de zaak verder
wel met Reginald schikken en dan komt
zij best in orde.
Ford begreep wel, dat de graaf de laat
ste zou zijn om een verzoek af te wijzen,
dat de kosten van onderhoud voor zijn
kind cn ccne dienstbode voor ccnigen
tijd op anderen overdroeg.
Gertruda hernam
Gij moet mij echter beloven, dat gij
de uitnoodiging niet brengen zult, dan
wanneer tante Edith verklaart, dat Fhil
haar voor zoo langen tijd niet tot last zal
zijn.
Goed, en nu zou ik toch wel eens
willen weten, wat u zoo plotseling hel
land uitdrijft. Wij waren er aan gewend,
u als onafscheidelijk van Chatterly te be
schouwen en wanneer gij nu vertrekt,
dan zal Reginald den geheelen jachttijd
verzuimen.
Reginald is in den laatsten tijd niet
meer gezond en zegt dat hij verandering
van lucht noodig heeft.
Ik zou eerder denken dat gij die
noodig hebt, riep Jaak driftig uit. Behalve
punten toegekend door het Jury, aan de
verschillige hoedanigheden van het
monster, zullen aangeduid zijn.
Een dienstoverste der proefstand
plaats voor brouwerij zal zich gedu
rende de tentoonstelling ter beschik
king der tentoonttellers houden, om
hen alle begeerde inlichtingen te ge
ven over de punten die aan hunne
waren toegekend zijn.
13. Na de beslissing van het Jury
zullen de brouwers onmiddelijk inde
tentoonstelling toegelaten worden.
14. De monsters moeten naar den
Heer Voorzitter der Maatschappij der
brouwers voor het vakonderwijs, Meer
steeg. 2, te Gent vóór den l'n October op
gestuurd worden.
De beoordeelingsraad zal zich verce-
nigen onmiddelijk na het eindigen der
ontleding.
Na de beslissing van liet Jury, rond
midden October, zullen de brouwers
aan de tentoonstelling toegelaten wor
den de juiste datum zal aangekondigd
worden door de brouwerscouranten of
door bijzondere berichten.
In onbepaald verlof. De milicia-
nen der klas van 1900 van het rigiment
grenadiers en van het vierde bataljon
caribiniers zijn donderdag in onbepaald
verlof naar huis gezonden.
Vrijdag zijn i35o militianen der klas
sen van 1900 en 1901 der drie regimen
ten te voet voor goed naar huis gegaan.
Ter oorzake en ter gelegenheid ook der
toestanden in Frankrijk waarde vrijmet
selarij eene nieuwe roof gedeeltelijk reeds
heeft gepleegd en op het punt staat hem
teenemaal te voltrekken door de opzegging
van het Concordaat, wordt in onze geu-
zenbladen de stelling verdedigd als zouden
de rijkdommen der Kerk in wezenlijkheid
staatsgoederen zijn.
De Kerk was, beweren zij, de eige
naarster niet, slechts de tochthcbstcr. De
goederen der Kerk, schrijft La Chroni-
que of liever de leengoederen waren in
wezenlijkheid staatsgoederen bijzonder
vastgehecht aan een openbaren dienst,
den Eeredienst
Dat is volkomen onjuist. Doch wij zul
len aan een geus niet vragen zijne dwaling
te willen inzien 't is vruchteloos. Zij zijn
allen, zoowel te Aalst als elders van de
school van M. Laurent die geschreven
heeft Als men in tegenwoordigheid
van een vijand is, dan staat men hem
niet de vrijheid toe, maar men schiet
er op 1 d On tire dessus
De geschiedenis bewijst dat de geuzen
ongelijk hebben.
Om het te bewijzen hoeven wij slechts
den oorsprong na te gaan van de goede
ren der Kerk.
het verdriet, dat eene scheiding van Phil
u moet berokkenen, geloof ik, dat het
voor u wel aangenaam moet zijn, op reis
te gaan.
Ik vrees van neen.
Waarom
De stem van Gertruda beefde eenigzins
toen zij antwoordde
Zie, neef Jaak, ik voel mij niet te
huis in gezelschap van vreemde raen-
schen Ik heb zoovele jaren hier in afzon
dering geleefd, dat ik bijna schuw ben
geworden.
Ik vind het juist plezierig, veel met
menschen om te gaan.
Ja, maar denk eens aan dat arme
meisje dat nauwelijks veertien dagen be
graven werd. Zij werd koelbloedig op
eenen schoonen Septemberdag terwijl zij
op reis was, vermoord. Ik kan mijn ge
voel niet duidelijk uitdrukken, niet dat ik
bang ben, dat iemand mij zal vermoor
den, maar wij zouden, zonder het te we
ten, moordenaars kunnen ontmoeten,
denzelfden man wellicht, die dat arme
jonge schepseltje vermoord heeft. Dat zou
vreeselijk zijn
Ford antwoordde op geruststellenden
toon
Gij zijt wat zenuwachtig en haalt
u de onwaarschijnlijkste dingen in het
hoofd. Natuurlijk loopt niet alleen de
man, die dat arme kind vermoord beeft,
ongestraft rond, maar er zijn bovendien
nog zooveel misdadigers, die vrij en on
gehinderd onder eerlijke menschen ver-
keeren, zonder dat zij een Kainsteeken
op het voorhoofd dragen om nietsver-
inoedende lieden voor hen te waarschu
wen. Dat is altijd zoo geweest en het zal
wel altijd zoo blijven, zoolang de wereld
bestaat, maar daarom behoeft gij u niet
zoo ongerust te maken. Regirald is geen
man, die gemakkelijk kennis aanknoopt,
gij zult dus met vreemden op uwe reis,
niet veel in aanraking komen.
Dat weet ik en toch denk ik onop-
houdelijk aan dat arme meisje. Wakend
of slapend is het mij steeds alsof ik haar
lieftallig bleek gelaat met die helderblau
we oogen voortdurend voor mij zie het
is mij alsof eene stem mij in liet oor fluis
tert. dat zij geene rust in haar gaf zal
hebben, zoolang dat geheim niet opge
helderd, en haar dood gewroken zal zijn.
Ford greep de hand van de gravin, er
lag iets zacht gebiedends in zijne stem,
toen hij zegde
Luister eens naar mij, nicht Ger
truda. Vooreerst weet gij niet, waar de
betrekkingen van dat meisje te vinden
zijn, ten tweede kent gij hare geschiede-
niet. Gij ziet dus dat, al waart gij ook
bereid u oogenblikkelijk te belasten met
de laak, haar moordenaar op tc sporen
en over te leveren, gij dat toch niet ten
Het grootste deel der rijkdommen ko
men voort uit de werkzaamheid en de
wijze spaarzaamheid der monnikken.
Zij hebben door hunnen arbeid onmeet
bar: velden vruchtbaar gemaakt; bosschen
uitgeroeid en in bebouwbaar lan i her
schapen mot-rassen afgebakend en uit
gedroogd en ze vruchtgevend gemaakt.
Als vrucht van hunnen arbeid hoorden
die velden, die vruchtbaar gemaakte lan
den hun toe. Zal een geus het betwisten
durven Wij meenen dat zelfs de chef der
Aalstersche geuzen de gegrondheid van
zulken eigendom niet zal aantasten dur
ven Is het niet
Die eigendom behoorde dus aan de
monnikken. Zij konden hem bij erfenis
of anders geven en laten aan wie zij wil
den. Dat is een gevolg van het erfenis-
recht.
Een tweede bron van de rijkdommen
der Kerk waren de giften en legaten van
Bisschoppen, Priesters en vrome Chris
tenen.
Gansch hun leven hadden zekere Bis
schoppen zich aan het heil der geloovigen
toegewijd de Kerke Christi uit gansch
hun hert. met eenen apostolischen ijver
bemind. Wat deden zij
Bij hunne dood lieten zij hunne per*
soonlijke goederen aan «lie Kerke die zij
uit gansch hunne ziel hadden bemind.
Andere Priesters volgden dit voorbeeld
ook vrome christenen bleven niet ten
achter. Het was hun dikwijls te doen om
door aalmoezen een zondig leven te
boeten.
Bij sommige legaten wierd een last be
paald er bestaan vele van die stukken
nog eene jaarlijksche dienst, onderhoud
van zieken, uitdeeling aan armen, enz.
De Kerk heeft zich altijd edelmoedig van
die taak gekweten.
Genoeg. Wie zal het goede recht van
die legaten durven betwisten Heeft de
eigenaar het recht een testament te maken
en zijne rijkdommen en goederen te laten
aan hen die hij wil
Gij zult dus het erfenisrecht afschaffen
of gij moet die legaten goed keuren. Gij
zult nu toch niet beweren durven dat die
giften ongeldig zijn omdat ze gedaan wor
den aan een geestelijke terwijl gij zc goed
zoudt vinden ten voordeele van een leek.
Die ongelijkheid ware eene onrecht-
veerdigheid.
De rijkdommen der Ketk zijn dus op
eerlijke wijze verworven. Zij zijn geen
staatsgoederen daartegen teekent de ge
schiedenis verzet aan.
Als de Staat ze nu inpalmt dan begaat
hij een aanslag op het goede recht, dan
vertrapt hij de rechtveerdigheid. De Staat
begaat een diefstal het blijft nietemin
eene misdaad alhoewel hij, de macht heb
bende, straffeloos blijft volgens de gewone
voorstelling. In wezenlijkheid is dat niet
zoo. want in de lessen van 't verleden
kunnen wij zien dat kerkeroof altijd een
volk heeft verarmd en zelfs tot bankbreuk
gevoerd.
Doch de geuzen hebben de oogen voor
de waarheid gesloten.
uitvoer zoudt kunnen brengen. Komaan,
doe toch eens moeite, die gedachten uit
uw hoofd te bannen, zij doen uwe zenu
wen te veel aan.
Ja, dat voel ik zelve.
Gij hebt in deze stille streek zoolang
geleefd, dat gij zonder het te weten klein
geestig zijt geworden. Het zien van dat
arm vermoorde meisje heeft zulk eene
vreeselijke ontroering bij u te weegge-
bracht, dat uw geheel gestel er door ge
schokt is en daarhij komt dan nog die
plotselinge reis, waarvan nog nooit spraak
is geweest.
Dat is nog niet alles.
Wat is er dan nog meer
Gertruda aarzelde.
Ik geloof dat ik wel eenigzins het
recht heb, op uw vertrouwen aanspraak
te maken, zegde Ford ernstig, omdat ik
de naaste bloedverwant van uwen echtge
noot ben. Zeg mij wat u bezorgd maakt
en ik zal u helpen, waar ik kan.
Ik ben ongerust.
Over Reginald
Zij knikte, en nu het ijs eenmaal was
gebroken, ging zij zonder verdere aarze
ling voort
Gij weet, of gij zult ten minste wel
gehoord hebben, dat hij in de laatste jaren
overdreven zuinig was en zefs de nood
zakelijkste uitgaven trachtte te besparen.
Wordt voortgezet.