Donderdag 20 October 1004 3 centiemen per nummer. S0ste Jaar 5082. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL. VRIJHEID. Liberale werking. HET GEHEIM Eene klacht van onzen tijd. M. Em. Olivier bij Pius X. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3- bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vac dit blad. AALST, 19 OCTOBER 1904. Hoevele lieden Ireft men heden niet aan, vooral in de kleine steden en op den buiten, die, in zake van Geloof catholiek en in zake van politiek liberaal willen zijn. Zij gelooven al wat de R. C. Kerk voorhoudt, verkiezen voor hunne kinders een godsdienstige opvoeding, zij ver vullen hunne christelijke plichten, zij begeeren als catholiek te sterven en op een gewijd kerkhof onder de schaduwe van het kruis,het teeken onzer verlossing, begraven,te worden. Nu, van den anderen kant, handelen zij liberaal ze lezen en steunen de libe rale drukpers die den R. C. Godsdienst aanrandt en met helsche woede bevecht en stemmen geregeld voor de liberalen, meest al godverloochenaars en gezworne vijanden van Priesters en Kloosterlingen. En dan als de Priesters, uit geweten en plicht, het liberalism op politiek gebied bevechten, keuren zij ze af en beweren zij dat ze zich daarmeê niet mogen be moeien. Maar dat de liberalen, die slaven zijn der helsche vrijmetselarij, ophouden de R. C. Kerk, den Godsdienst te bestrijden en de Priesters zullen geen reden meer hebben om 't liberalism te bevechten. Nu aan die nog geloovende liberalen bevelen wij ter overweging 't volgende geknipt uit Le Ralliement en 't welk M. H. Dumont aan zijne geusche partij genoten als de doeltreffendste wijzen voor schrijft om het clericalism te bevechten en er over te zegepralen. Denkt niet, zegt hij, dat wij het Catho licism vooral bij den minderen man, zullen neérvellen met de geloofspunten trachten te weêrleggen, neen, alleen moe ten wij verachting toonen voor de kerke lijke geboden en wetten. Toonen wij dat wij de Sacramenten 1 kunnen ontberen, houden wij vette 1 maaltijden zoowel op Goeden Vrijdag als op al de andere Vrijdagen, laat ons 's Zondags werken dat zal nuttiger en overtuigender progagaDda zijn dan de schoonste redevoeringen over priester- lijke verwaandheid. Men noodigt ons uit om het clerica- lism in zijne levenskrachten te treffen dat is juist wat wij wenschen maar ds levenskrachten die de clerikale macht recht houden zijn van verschillenden aard volgens de verschillende klassen der samenleving. Is er spraak van burgers, die wat geleerdheid hebben en wier verstand genoeg ontwikkeld is, zulken trekt het Catholicism tot zich, door den hoog- moed en het belang indien zij zich in 0 het clerikale leger laten inlijven, zullen d zij postjes bekomen, bestellingen van de regeering en honderde andere groo- te en kleine profijten krijgen. Om van die zijde het clericalism in zijne levens- krachten te treffen is de politieke en de verkiezingswerking noodig eens dat het overwicht der catbolieke Partij zal bedreigd zijn en hare meerderheid twij- felachtig worden, dan zal de overtui- ging van al die lieden wankelen en een b groot getal zullen omvallen. Zou M. Dumont hier soms zijne tegen strevers naar zijne eigene partijgenooten niet oordeelen 't Is bij de liberalen al voor 't oordje en 't profijt. Wij gaan voort Maar bij het geringe volk is het anders geschapen bij het geringe volk i) liggen de levenskrachten der clericalen i) in den diepen, instinktmatigen en tra- ditioneelen eerbied, dien onze boeren en werklieden voor de Kerk en den Godsdienst hebben dèèr moeten wij den godsdienstigen geest bestrijden n en vernietigen en bij die eenvoudige menschen zult gij er niet toe geraken door wijsgeerige rtdeneenngen noch door over de monsterachtigheden der heilige boeken te redetwisten. Van het volk kunt gij de oogen slechts openen door te toonen dat gij, rijke, verstandige en geleerde menschen, dat li gij de geboden der Kerk veracht. Ziedaar de liberale werking de gods dienstzin uit het hert van 't volk ver drijven door verachting, miskenning en overtreding der kerkelijke geboden en wetten... En zij die de liberale drukpers onder steunen en voor de liberalen stemmen zijn de medewerkers, de handlangers der maconnieke vijanden van God en Kerk Er is geen mensch die niet wenscht tevreden en gelukkig te leven allen stre ven zij naar het bezit van geld en goed met een haast en een ijver die heel duide lijk doet zien, hoezeer zij aan het aard- sche hangen. Maar bij dat al hoort men niet zelden de klacht Ik kan niet rondkomen. Ja. het is eene ziekte onzer dagen dat de menschen met hun geld, met hetgene ze verdienen niet kunnen rondkomen. We spreken niet van de ongelukkigen, wien het met den besten wil niet mogelijk is, ook slechts het noodzakelijkste te ver dienen. Zulke menschen wekken ons medelijden op en we helpen ze en moeten we bijstaan zooveel wij kunnen. Maar wij bedoelen diegenen, die veel grooter in getal, zelf de schuld zijn dat ze niet rondkomen, omdat ze volgens hunnen stand niet kunnen leven. En waarom niet Wel omdat ze alle genoeg- tens willen genieten, waarvan zij er velen kunnen ontberen en zonder dewelke, zij goed leven konden hunnen hoogmoed willen zij bevredigen en zoo veel mogelijk in de oogen der wereld schitteren en be wonderd worden. Is 't niet schandelijk, dat een werkman die zijne centen zuur e;i zwaar moet ver dienen, zijn geld in herberg en elders verliest en verkwist Is 't niet belachelijk dat hij rich zeiven en zijne huisgenoten boven h/.-nen stand kleedt Is 't niet bedroevend dat e^n eenvoudige ambachtsman rijk en deftig leeft en zijne kinderen later met hun geld niet kunnen rondkomen. Wie echter is er de schuld van Alleen de ouders. Leeft gij zelf den voudig, zooals dat uw stand, uw inkomen veroorlooft, voedt gij uwe kinderen tot tevreden, werkzamen menschen op, dan zult ge later niet moeten zuchten en klagen. Eene tweede deugd die u helpt, met de uwen rond te komen, is de zindelijkheid. Hoevele uitgave kunt gij sparen, indien gij steeds op zindelijkheid bedacht zijt. Indien uwe kleederen rein en in orde ge houden worden, zullen ze zoo dikwijls niet door nieuwe moeten vervangen wor den. Hoe menige flinke huisvrouw be spaart door zindelijkheid den toegang des geneesheers niet in het huis Zorgt voor de zindelijkheid uwer kinderen en zij zullen gezond blijven de dokter zal ze zelden moeten bezoeken. Zindelijkheid is eene der schoonste deugden want zij siert kinderen, man en vrouw. Verder moet de mensch zijr.e kracht inspannen om goed te leeren. Wie een werk goed verstaat, wordt altijd ruim be taald, want het loon is afhankelijk van den arbeid. Ziet toe, hoe anderen doen, en weest er op bedacht uwe kennis te vermeerderen. Eenen vlijtigen en wak keren man hoort men zelden er over klagen dal hij niet kan rondkomen. Hij ontziet namelijk geene moeite, geene wegen, geen werk, als het er op aankomt, op eerlijke wijze zijn inkomen te ver meerderen. Oefent u dus in de deugden van orde, zindelijkheid, vlijt en werkzaamheid en dan zullen vele klachten Ik kan niet rondkomen niet meer gehoord worden. 2ge Vervolg. Hij begon met te verhalen, hoe hij op den morgen van den 25° October in de Rob Roy-villa was gekomen en wat hij daar gevonden had. Toen hij met zijne heldere stem, die door de geheele zaal ge hoord kon worden, over het vinden van het afgescheurde gedeelte van den brief sprak en de rechters mededeelde, hoe hij het zonderlinge handschrift onmiddelijk herkend en den schrijver van den brief, den volgenden dag te Sandbank ontmoet had, liep een gemurmel van schrik en verbazing onder de toehoorders. Sint-Alba alleen glimlachte spottend. Over zijn vroegeren omgang met den beschuldigde sprak Power vluchtig. Hij verhaalde alleen, dat zij, hoewel juist niet vriendschappelijk, toch op goeden voet met elkander hadden omgegaan en dat er zelfs eenige brieven tusschen hen beiden waren gewisseld, die evenwel, helaas I Vernietigd waren. Daarentegen bleef hij lang stilstaan bij de overwegingen, welke er hem toe had den geleid om aan te nemen, dat de moord niet door eene vrouw, maar door een man moest zijn gepleegd. Toen ook M. Grand dit punt nader wenschte toe te lichten, werd hij door den verdediger in de rede gevallen, die tot de rechters beleefd het verzoek richtte den commissaris te gelasten zich bij de feiten te bepalen en alle beschouwingen over mogelijkheden met rust te laten, waarme de de rechtbank hoegenaamd niets te ma ken had. Power was overigens aan het emu van zijne verklaring gekomen en wendde zich thans tot den advokaat, die hem in het belang der verdediging eenige vragen wenschtte te stellen. M Ford maakte zich tot den strijd ge reed waarnaar het blijkbaar reeds verlan gend had uitgezien en begon op dien eigenaardigen, wantrouwigen en achter- dochtigen toon,welke onder de Engelsche advocaten niet zeldzaam is en er op be rekend schijnt, de getuigen schrik aan te jagen en van de baan te helpen. Power had zulke kunstgrepen te dik wijls bijgewoond, om niet zeer op zijne hoede tc zijn. Het zou echter spoedig blijken, dat zijn tegenstaander koorden op zijnen boog had, waarop hij niet had gerekend. Gij zijt inspecteur van politie, met waar luidde de eerste vraag. Power zag naar zijne uniform, hetwelk M. Emiel Olivier is een schrandere staatsman, minister geweest op het laat ste van Napoleon III en tijdens den Fransch-Duitschen oorlog. M. Olivier is zeer oud, maar nog staande en gezond naar lijf en geest. Dezer dagen was M. Olivier te Roo- men, en hij werd door Pius X ten Vati- kane in verhoor ontvangen. De voorname Franschman is vol bewondering over den persoon des Pauzen, en hij zegt erover in dezen zin a Ik heb Pius X niet genoeg kunnen bewonderen, tijdens het verhoor welk b de Paus mij verleende. d De Paus is niet alleen de ware herder der volkeren, maar bovendien een vol- i) maakt staatsman. Onder een beschei- den uiterlijke, schuilt eene groote wils- kracht, en in zijn gesprek is hij duide- lijk en beslissend. Zijne taal is bijzonder aangenaam, en in geheel de doening var. dien man, dien grijsaard reeds, ligt eene aantrek- kelijkheid die u treft en aangrijpt. Niet hij, de Paus, ondergaat den in- druk zijner omgeving maar zijne om- geving dien van hem. b Pius X kent alle zaken. Gedurende i) ons langdurig onderhoud, hebben wij van velerlei dingen gesproken. Dadelijk ondervond ik dat de Paus den juisten toestand kende van alle Europeesche landen. Over alle zaken oordeelt de Paus niet eene groote scherpzinnigheid en klaar- b heid doch bovenal schuilt in dien man eene ijzeren wilskracht. b Vraagt men hem iets wat niet goed of b min passend is, zoo is de antwoord 1 Het is onmogelijk. Dat kan net. b De toon der stern verandert nietde b uitdrukking van het gelaat blijft de- b zelfde een glimlach blijft om zijne .1 iippen spelen het dat is onmogelijk, b 't wordt met goedhertigheid gezegd B maar, het blijft ook onveranderd, spijts al lietgene wat men beproeven mocht. o Met kalmte dan en zachtmoedigheid, b doch metonberoerlijke vastberadenheid. houdt de H. Vader vol en ontwapent hij zijne tegenstrevers. Sommige personen in Frankrijk en in I taliën, houden Pius X voor een hoogst voortreffelijk man, vol van een groot b geloof, hertelijk, vaderlijk zelfs doch n zij mcenen dat hij die verheven hoeda- nigheden mist, welke rond het hoofd van zijnen voorganger de kroon der beroemdheid gevlochten hebben. Degenen die alzoo over den regee- renden Paus oordeelen. hebben het geheel mis op de tijd zal spoedig lee- n ren dat Pius X de verhevenste hoeda- b nigheden heeft, en die Paus zal een breed spoor nalaten in het bestuur der b Roomsche Kerk. b In Frankrijk zal men ook wel meer d van Pius X ondervinden. Ik twijfel er bovendien aan, of zij bij ons het concor- >1 caat zullen afschaffen doch komt het wezenlijk zoo ver. dan zal men met b Pius X moeten afrekenen, en 't is te onzent dat men bittere teleurstelling zal n ondervinden. a Wanneer het volk ziet dat de kerken n gesloten zijn. wil ik niet zeggen dat het in opstand zal komen maar zijne oogen zullen open gaan, en 't zal zich tegen kerkvervolgende regeerders keeren. Bijaldien de Fransche catholieken zich wilden inrichten en ééns en werkzaam b worden, zouden zij spoedig macht ge- b noeg hebben om hunne rechten te doen n eerbiedigen. Ongelukkiglijk ontbreken voor nu de mannen nog met het ver- b eischte gezag en de noodige wilskracht, om de Fransche catholieken dit nieuw leven in te storten. Door zijne houding in de laatste ge- beurtenissen,heeft Pius X aan de Fran- i) sche catholieken een feilen stoot gege- ven. Ik ben overtuigd dat de catholieke partij in Frankrijk zich dermate zal n versterken, dat zij weldra eene kracht zal worden waarmeó gelijk welke regee- ring goede rekening te houden heeft. In Frankrijk heeft het bezoek en het gehoor van M. Emiel Olivier ten Vati- kane, grooten indruk gemaakt. Alle ga zetten, catholieke en andere, bespreken het gebeurde, en 't is juist uit deze alge- meene bespreking, dat er eene andere wending en nieuwe kracht ontstaat. Alwie Pius X kent, getuigt van hem juist gelijk de Fransche staatsman Olivier zegt dat hij vaderlijk goed is, ja maar dat hij, ter betrachting van het goede, eene ijzeren wilskracht heeft. De Fran- schen hebben het ondervonden in zake der bisschoppen van Dijon en Laval. een dergelijke vraag overbodig maakte dit begin behoorde nu eenmaal bij de manier. Hebt gij niet vroeger, vóór gij 111 uw tegenwoordig beroep zijt getreden, de geneeskunde uitgeoefend Ja. Zijt gij niet in Woolchester gedu rende eenigen tijd de helper van doktor Merrit geweest Ja. Gij bezat daartoe natuurlijk de be voegdheid jk ben aan de Londensche hooge- school tot dokter in de geneeskunde ge promoveerd, iets later ook in de heelkun de, aan de koninklijke academie voor chi- rUrüCIk dank u, zegde M. Ford plechtig. Ik heb u die vragen alleen gedaan, omdat ik de aandacht der rechtbank op het feit wilde vestigen, dat gij, die u na jaren van studie en inspanning, dooreen gunstig gevolg bekroond, eene loopbaan onder de geleerdste en edelste bedrijven der weten schap had geopend, op eenmaal uw gan- sche toekomst in den steek hebt gelaten om eene betrekking te aanveerden, die om er niet te veel van te zeggen 1 toch zeker noch zeer voordeelig, noch zeer eervol kan worden genoemd. Wat heeft u daartoe gebracht. Dat was de vraag, die Power had zien aankomen I Het kostte hem ontzaglijk veel, die vreeselijke, nimmer opgehelde omstandigheid in zijn leven, die zijn toe komst als met een slag had vernietigd, in het openbaar te moeten mededeelen en door anderen te hooren bespreken. De leste vragen van den advocaat hadden hem echter gewaarschuwd en min of meer voorbereid. Ik heb er niets tegen, uw vraag te beantwoorden, sprak hij bedaard, hoewel ik niet inzie, wat mijn verleden met het tegenwoordige geval te maken heeft. Dat leste verwondert mij niet ant woordde M. Ford met een spoltenden lach. Maar ik moet u verzoeken de beoor deeling daarvan geheel aan mij over te laten. Gij zijt hier alleen om te antwoor den. Nog eens dus Wat deed er u toe besluiten politie-agent te worden en het beroep te verlaten, waartoe gij waart op gevoed en waarvoor gij jaren gestudeerd hebt M. Kingsford meende Pówer ter hulp moeten komen. Wij zijn allen even verlangend, mijn heer Ford sprak hij op ernstigen toon, u de metst mogelijke vrijheid tc laten, waar het de verdedigieg van uwen kliënt geldt, maar ik kan niet nalaten als mijne meening uit te spreken, eene meening die voorzeker door mijne ambtgenooten wordt gedeeld, dat uwe ondervraging een per soonlijk karakter aanneemt, hetwelk ik, zoo het kon, liever vermeden zag. De belasting op het inkomen. In Engeland gelijk in andere landen is er spraak geweest van de belasting op het inkomen, maar het onderzoek daarover schijnt geen gunstig verloop te hebben. Het heeft bewezen dat vooral de midden stand zou getroffen wordan en dat de groote fortuinen gemakkelijk zouden kunnen verborgen worden. U edel achtbare zal spoedig inzien, antwoordde M. Ford bedaard, dat mijne vragen niet ter voldoening eener onge gronde nieuwsgierigheid aldus gesteld werden. Zij betreffen integendeel zaken, die voor mijn kliënt van het hoogste be lang zijn en ik moet er daarom eerbiedig op aandringen, dat mijn recht om het verhoor naar mijn inzicht te leiden, niet verkort worde. De gepruikte hoofden der rechters bo« gen zich een oogenblik tot elkander or,, een korte fluisterende beraadslaging te houden, welke blijkbaar in het voordeel van den verdediger uitviel. De president zag hem aan. De rechtbank laat het verhoor ver der aan u over, sprak hij. Wij wenschten er aileen bij te voegen, dat wij niet geerne zouden zien, dat een ieverig en geacht ambtenaar, zooals de inspecteur Power, met een onderzoek naar bijzondere om standigheden werd lastig gevallen, wan neer zij niet bepaaldelijk bij de zaak be- hooren. M. Ford antwoordde met eene beleefde buiging en herhaalde zijne vraag. Ik verliet mijn beroep als genees heer. hernam Power, in een oogenblik van diepe moedeloosheid cn toen ik geen hoop meer had er in te zullen gelukken. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1904 | | pagina 1