Zondag 23 December 1904
3 centiemen per nummer.
56sle Jaar 3701
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST. HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
In het Stalleken van Bethlehem.
IDE IMI-ATST
met den Witten Baard.
Onze wet op de
arbeids-onge vallen.
Landbouw-werklieden
La Gazette db Cologne een
Duitsch orgaan, deelt een schrijven meê
dat van bijzonder belang is voor de land
bouw-werklieden van de Vlaamsche pro-
vincifin.
DE DENDERBODE
fit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
'e Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
naanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschryving
eindigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUB SUl'M.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. i-00 Vonnissen op
3d# bladzijde 50 centiemen, Dikwyls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele var
dit blad.
AALST, 24 DECEMBER 1904.
KOOR VAN ENGELEN,
t Wonderbaar kind, dat een Maagdeken baarde,
Menschen, komt zien, mint en dient bet in 't stil
Glorie aan God in den hoogen, op aarde
Vreê aan de menschen van goeden vil
EEN KINDJE.
'k Moet, al heb ik dons noch doeken,
Toch uw stalleken bezoeken,
Kindje met uw lief gezicht,
Dat daar in de kribbe ligt
God mijn hert begint te branden I
't Reikt zoo vriendelijk mij zijn handen,
't Kindje met zijn lief gezicht,
Dat daar in de kribbe ligt
Koor. 't Wonderbaar kind, enz.
Mocht ik eens wat nader treden,
Raken aan die teere leden 1
Waarom lacht het kindje zoo
In zijr. kribbeken op 't stroo
Jezuken 1 kom in mijn armen
'k Zal u aan mijn hert verwarmen.
Kindje, waarom lacht ge zoo
In uw kribbeken op 't stroo
Koor. 't Wonderbaar kind, enz.
Maar maar 1 ziet dat borstje jager.
Hoort die zuchtjes troosting vragen I
Ach en mijn geperst gemoed
Doen zijn zuchtjes zoo een goed 1
Kindje, ziet gij dan die smerten
Daar in 't binnenste mijns herten
Ach 1 en mijn geperst gemoed
Doen uw zuchtjes toch zoo'n goed
Koor. 't Wonderbaar kind, enz.
Kindje, komt gij al die lijden
En die zuchten, zoo verblijden I
Voel mijn hert, hoe 't licnter wordt,
Kindje, als gij ook tranen stort 1
Laat die rollen op mijn wangen,
Die daar aan uw oogskens hangen
Voel mijn hert hoe licht het wordt,
Kindje, als gij ook tranen stort 1
Koor. 't Wonderbaar kind, enz.
'k Ga die lieve Vrouw het vragen,
Kindje, die u heeft gedragen,
Of 'k mag blijven tot der dood
Aan uw zij op heuren schoot
Jezuken, wees gij mijn broeder,
En die lieve Maagd mijn moeder.
Aan uw zij op heuren schoot
Wil ik blijven tot der dood.
Koor. 't Wonderbaar kind, enz.
P. F. de Vogt.
3le VERVOLG.
Goed ik ga met u mede antwoordde
Jaak, maar ik zeg u vooraf, dat ik in gee-
ne vroolijke stemming ben, integendeel,
ik voel mij dezen avond juist zeer zwaar
moedig.
Gij hebt zoo even mevr. Chatterly
naar huis gebracht
ja>
Ik zag u voorbijgaan en ik heb ge
wacht tot dat gij terug kwaamt.
De gravin heeft er zich van avond
over verwonderd, dat zij u nog in het ge
heel niet gezien heeft.
Ik geloof niet dat zij daar verlangend
naar is.
Waarom niet.
Zij is eene aanzienlijke dame welK
belang zou zij in den eenzamen vreemde
ling stellen
Menschen, die op het platteland
wonen stellen onwillekeurig belang in
eikaar, melkte Jaak op.
Zij stonden reeds voor het hek
March opende het met den sleutel en
nam zijnen gast mede naar zijne kamer,
een groot gezellig vertrek dat goed ver
warmd was.
Noemen wij thans eenige nijveiaars
die onder de toepassing der wet niet
vallen
de meubelmakers,
de bakkers,
de kleermakers,
de Kloefkappers,
de schoenmakers,
de te huis werkende schrijnwerkers,
de tabakbewerkers, sigarenmakers, enz.
Er zijn twee voorwaarden
i° Zij mogen geene 5 werklieden heb
ben in hunne onderneming.
2° Zij mogen ook geene machienen
gebruiken bewogen door stoom of andere
natuurkrachten. Zij mogen machienen
hebben, maar zij moeten bewogen wor
den door de werking van menschen en
dieren.
Eene parenthesis. Wij herinneren ons
dat Dendergalm eens beweerd heeft dat
de visschers van Oostende geen voordeel
zouden trekken uit de wet op de arbeids
ongevallen. Dit blad zal voorzeker thans
zijne dwaling erkennen en ook den uit
val betreuren die het, te dier gelegenheid,
deed.
Het donderde, in naam van de vis
schers, tegen het catholiek geknoei.
Welnu de visschersbazen gebruiken
voorzeker meer dan 5 arbeiders of zee
lieden en, bijgevolg,vallen zij klaarblijke
lijk onder de toepassing van de wet van
24 December 1903.
■A
Men ziet de kleine patroons van niet
gevaarlijke ondernemingen blijven bui
ten de wet. Men heeft hen geene groote
lasten willen opleggen. Nochtans ind en
wij hen een goeden raad moeten geven,
dan zouden wij hen aanraden zich vrij
willig aan de wet te onderwerpen.
Mogen zij dat
Ja, artikel 3 laat het hun toe. Zij be
hoeven daartoe bij den Griffier van het
Vredegerecht de schriftelijke verklaring
af te leggen. Bij voorbeeld
De ondergeteekende bakker, schrijn-
werker enz. te.... verklaart bij deze
gebruik te willen maken van art. 3 van
de wet van 24 December igo3 op de
arbeids-ongevallen, en zich te onder-
j) werpen aan hare schikkingen.
Is de nijverheid onderworpen aan de
wet van 16 Juni 1896 op de werkhuisre
glementen, dan moet hij zorgen dat die
vrijwillige onderwerping in zijn regle
ment worde geschreven, opdat de
werklieden er kennis kunnen van nemen.
Op de griffie van het Vredegerecht zal
heai een bewijs van die verklaring wor
den gegeven.
In dat geval staat hij niet meer bloot
aan een proces voor schadevergoeding,
als een ongeluk voorvalt wel te verstaan;
hij betaalt volgens de nieuwe wet, de
helft van het loon?
Het water stond op een spiritusvuurtje
te koken en weldra dampte de punck in
de glazen en hadden March en Jaak hun
ne pijp aangestoken.
Het kon den scherpen blik van Ford
niet ontgaan, dat zijn gastheer tamelijk
opgewonden was.
March kon niet stilzitten onrustig
schoof hij op zijnen stoel heen en weer
en eindelijk sprong hij op om in de kamer
op en neer te loopen.
Ik moet met iemand spreken anders
zal ik nog krankzinnig worden 1 riep hij
uit. M. Ford, kunt gij een geheim bewa
ren en mij raad geven
Het eerste beloof ik u plechtig, zeg
de Jaak, cn wat het tweede betreft, ik wil
er mijn best toe doen, hoewel ik niet kan
begrijpen, in welk opzicht gij mijnen raad
zoudt noodig hebben...
Ja zeker, ik heb raad noodig en nie
mand kan mij dien raad beter geven dan
gij. Zeg mij eens, is mevrouw Chatterly
gelukkig
Ford schrikte.
Hij richtte zich trotsch op en zegde op
stroeven toon.
Het is mijne gewoonte niet, met
vrienden over dames uit mijne familie te
spreken, M. March.
Wees niet zoo bits tegen mij, M.
Ford er is een tijd geweest, dat ik geen
vreemde voor Gertruda Monkton was. Zij
heeft hier wellicht nooit over mij gespro
ken maar toch beeft zij mij eenmaal bo-
De processen voor schadevergoeding
kunnen hem in eens ruineeren. Wij ken
nen gevallen waarin het tribunaal tot
22,000 fr. schadevergoeding heeft toege
staan aan één slachtoffer, zegge, een
enkel slachtoffer
Onderwerpt hij zich aan de nieuwe
wet, hij kenl op voorhand zijne verplich
tingen. Is hij heel voorzichtig, dan
neemt hij eene verzekering en op eens is
hij van de vrees verlost uitgespannen te
worden, als een ongeluk voorvalt. Geen
lange processen meer, geen geld aan
advocaten, geen angst meer de rechter
lijke uitspraken onder dat betrek, volko-
mene gerustheid.
Wij drukken hier artikel 3 over
Art. 3. Aan hoofden van onderne-
d mingen of van gedeelten van onder
nemingen, die niet zijn bedoeld in
artikel 2, staat het vrij, zich aan de
bepalingen van deze wet te onder-
wepen
Te dien einde leggen zij, bij voorko-
mend geval, ter Griffie van het Vrede-
gerecht, binnen welks gebied de onder-
neming is gevestigd,eene uitdrukkelijke
verklaring af, waarvan hun een ont-
vangstbewijs wordt gegeven. Omvat
de onderneming onderscheidene zaken,
in verschillende kantons gedreven, dan
wordt de verklaring gedaan ter Griffie
van het Vredegerecht, binnen welks
gebied elke dier zaken gedreven wordt.
n Wat betreft de ondernemingen,onder
worpen aan de wet van i5Juni 1896
op de werkplaatsreglementen, wordt
i) van de verklaring melding gemaakt in
een volgens genoemde wet opgesteld
en aangeplakt werkplaatsreglement.
Buiten dit geval, heeft de verklaring
alleen kracht indien zij den werkman
vóór zijne verbintenis bekend was.
Het feit dezer bekendheid kan door
alle middelen van recht worden be-
wezen.
De gevolgen van een
arbeidsongeval.
Een arbeidsongeval kan de volgende
gevolgen hebben
1) Tijdelijke onbekwaamheid tot
Wirken, hetzij volkomen of gedeeltelijk,
2) Voortdurende onbekwaamheid
tot werken, hetzij volkomen of gedeel
telijk.
3. De dood.
Wat moet in ieder geval de baas be
talen
Eerst en vooral, de tijdelijke onbe
kwaamheid tot werken moet 8 dagen
duren.
Duurt zij min, dan heeft de werkman
geen recht op schadevergoeding.
De werkman heeft er dus belang bij
lid te v/orden van eene mutualiteit, een
onderlingen bijstand, eene ziekekas of
ven alles ter wereld lief gehad. Ik wist
het toen niet, maar later heb ik het be
speurd. Zij had mij zoo lief, dat zij zich
om mijnentwille aan den graaf van Chat
terly verkocht.
Gij zijt toch niet... gij kunt toch niet
haren broeder zijn
Ja, ik ben Cecil Monkton. Ik ben in
Northshire gekomen om te onderzoeken
of mijne zuster eene gelukkige vrouw is
bij den rijkdom die haar ten deel is geval
len en bij den rang die zij thans bekleedt.
Ik wilde zoo gaarne weten of er in haar
hart nog een plaatsje voor haren broeder
was overgebleven.
Maar mevrouw Chatterly gelooft dat
gij dood zijt I riep Ford verbaasd uit. Zij
heeft mij zelf verteld, dat zij drie jaar na
haar huwelijk, in een koloniaal dagblad
het bericht van haren dood la3.
Cecil schrikte.
Dat moet een valsch bericht geweest
zij, riep hij uit.
Hoe is dat mogelijk
O 1 ik begrijp er alles van. Gertruda
maakte zich ongerust, omdat zij niets van
mij hoorde, en haur echtgenoot, die het
klagen moede werd, zond dat berichtje
aan een der dagbladen, ten einde zoo
doende alle hoop van zijne vrouw op mij
nen terugkeer te vernieiigen.
Wacht een oogenblik voordat gij
hem veroordeelt, zegde Jaak Ford. Ik ben
volstrekt geen vriend van den graaf, maar
hoe kan ïemaid, die in Engeland woont,
lijk men het ook heeten wil. Ieder dorp
moet zijne wettig erkende ziekebeurs
hebben en ieder werkman moet het
zich tot plicht rekenen zich te laten in
schrijven.
De ziekenkassen betalen den doktcor,
leveren de genees- of heelkundige mid
delen en geven daarbij nog eene schade
vergoeding gedurende den tijd dat men
niet werken kan.
Alle kassen betalen hetzelfde niet.
I. De tijdelijke onbekwaamheid.
Heeft het werkongeval eene onbe
kwaamheid tot werken veroorzaakt die
langer duurt dan eene week dan heeft,
te rekenen van den dag na het onge
val, het slachtoffer recht op eene schade
vergoeding.
Twee dingen zijn mogelijk
1) Of de onbekwaamheid is volkomen
alsdan bedraagt de vergoeding den helft
van het loon.
Bij voorbeeld, de werkman won 4 fr.
daags, dan heeft hij 2 franken.
2) Of de onbekwaamheid is of wordt
gedeeltelijk; dat wil zeggen het slacht
offer, alhoewel ziek, kan nog door licht
werk, door boodschappen doen, enz.
wat verdienen. Als dan wordt de schade
vergoeding, die de baas betalen moet.
veiminderd met de helft van hetgeen
gewonnen wordt, of lijk de wet het zegt
de schadevergoeding moet gelijk staan
met 5o t. h. van het verschil tusschen
het loon van het slachtoffer vóór het
ongeval en het loon dat het slachtoffer
kan verdienen alvorens geheel hersteld
te zijn.
Een voorbeeld. Een werkman won
4 fr. Hij krijgt als schadevergoeding 2 fr.
Doch hij betert en kan nog één frank
verdienen.
Dus zijne schadevergoeding is 5o p. h.
of de helft van 41 =3 2—i5o fr.
De baas is hem i.5o fr. verschuldigd
cn het slachtoffer, met hetgeen hij nog
verdienen kan, heeft in het geheel
2,5o fr.
Men ziet, de baas ook trekt profijt uit
het werk dat het slachtoffer, alhoewel
ziek. nog verricht.
Hij heeft zelfs zooveel als het slacht
offer zelf.
Waarom is dat zoo geschikt
Is dat redelijk
Is die bepaling van belang
Ziedaar drij vragen die wij aan onze
lezers stellen. Wij zullen Zondag aan
staande ons gedacht er over zeggen.
Ze zijn tegen den godsdienst niet
Vooruit schrijft dat de menschen zich
niet moeten bekommeren om God en zijn
gebod, maar alleen met de kwestie of hun
lot op aarde zal verbeteren, of zij minder
zullen mogen werken en nogtans meer
loon trekken, en hij besluit met uit te
roepen Oorlog aan den godsdienst en
oorlog aan God
een bericht in een koloniaal dagblad
plaatsen
O I dat is volstrekt niet moeilijk
Men zendt eenvoudig het bericht met een
bedrag in geld over, dan wordt het opge
nomen en doet zijn werk.
En denkt gij werkelijk, vroeg Ford
met nadruk, dat de graaf, die weet hoe
lief zijne vrouw u heeft, willens en wetens
een valsch bericht in de wereld zou gezon
den hebben, waarmeê hij haar bedroefd
zou maken
Hij heeft misschien gedacht dat ze
kerheid beter is dan onzekerheid en dat,
daar men niets meer van mij hoorde, ik
wel dood zou zijn, zooals hij het zoo vurig
wenschte.
Maar ik kan niet begrijpen, waarom
gij nooit aan uwe zuster geschreven hebt.
Ook dat was het werk van den graaf.
Hij zegde mij dat zijne vrouw niet met
bedelvrieven mocht worden lastiggevallen
en dat, wanneer ik geene fortuin maakte
hij liever had dat hij en zijne vrouw nooit
meer iets van mij hoorden.
Die ellendiling I
Ik ben even fier als hij, al draag ik
geen graventitel, en ik antwoordde hem
met eenen eed, dat zij beiden nooit meer
iets van mij zouden hooren, zoolang ik
geen rijk man was geworden. Op den dag
dat ik in Augustus laatsleden, te Londen
aankwam, ontbeet ik in een restaurant en
hoorde daar toevallig door M. Hurst met
eenen vriend over M. Chatterly spreken.
't Is Alzoo dat de socialisten en libera
len elks godsdienstige overtuiging eerbie
digen 1
VOOR ONZE
In het westelijk gedeelte van Pruisen,
zegt het Duitsche blad, bezigt men, bij
gebrek aan Duitsche arbeiders, vele Pool-
sche werklieden. Zij die den toestand
kennen weten dat het bezigen dier Pool-
sche werklieden niet zonder inconvenient
is noch onder nationaal, noch onder
sociaal opzicht. Het is des te belangwek
kender, zegt het Duitsche blad, de aan
dacht in te roepen op een gedacht dat de
Landbouwkamer van Westfalen in zijn
orgaan vooruitzet. Het raadt de Westfaal-
sche landbouwers aan hunne Poolsche
werklieden door Vlamingen te vervangen
die hedendaags jaarlijks België verlaten
om in Frankrijk te gaan arbeiden.
Men doet namelijk bemerken dat de
Vlamingen eene taal spreken die niets
anders is dan het plat Duitsch 't gene
hun toelaat zonder moeielijkheid de Duit
sche volksspraak tc verstaan en dat hunne
werkkrachten buitengewoon zijn. I11
't noorden van Frankrijk werken de Vla
mingen tot 18 uren daags. Twee Vlamin
gen verrichten den arbeid van drij goede
Duitsche arbeiders. Zelfs bij gebrek aan
toezicht laten noch werk, noch tucht iets
bij hen te wenschen. Hun loon verschilt
niet gevoelig met dit aan de Russische en
Duitsche werklieden betaald. Zij hechten
belang aan een goed logement voor 't
overige zijn de voorwaarden die ze eischen
dezelfde van de Russische Polakken. Men
mag verhopen dat het loon zal verminde
ren wanneer die mannen er zich zullen
kunnen rekenschap over geven dat ze in
Duitschland gansch den zomer werk zul
len vinden 't gene in Frankrijk 't geval
niet is.
De Landbouwkamer doet nog bemer
ken dat de kosten van vervoer van België
naar Westfalen min hoog zijn voor de
Belgen dan voor alle andere vreemde
werklieden. Voor 't overige de Belgen
zijn niet onderworpen aan den maatregel
die aan dc Russische Polakken verbiedt
langer tijd in Duitschland te werken dan
de oogst duurt.
De Landbouwkamer biedt aan zich
zelve te gelasten om Vlaamsche werk
lieden aan te werven voor de aanstaande
lente.
Onder nationaal opzicht, zegt het
Duitsche orgaan, kan men slechts aan die
initiatief den besten uitslag wenschen.
Het zou zeer gelukkig zijn indien het
aldus zoo verre kwam den Poolschen
invloed in Westfalen te kortwieken en
het zou voordeelig zijn voor de Vlamingen
zeiven van aan den Fransche invloed ont
rukt te zijn.
Hurst zegde dat de gravin de schoonste
vrouw uit het graafschap was, maar te
vens de ongelukkigste. Daarop nam ik
mijn besluit. Ik wilde onbekend hier ko
men om te zien hoe de zaken stonden.
En mevrouw Chatterly heeft u nog
niet gezien
Neen. Indien zij zich de dagen van
vroeger herinnert, dan moet zij mij, on
danksde verandering die mijn uiterlijk in
die jaren heeft ondergaan, terstond her
kennen en ik wilde haar niet eerder ont
moeten, vooraleer ik de waarheid had
vernomen.
Jaak zag Cecil angstig aan. Ter wille
van Gertruda, verheugde het hem, dat de
lang vermiste terug gekomen was, maar
wanneer Monkton vernam hoe de zaken
op het kasteel stonden, dan kon dat een
vreeselijk schandaal ten gevolge hebben.
Ik kan u vertrouwen, ging Cecil
voort, geef mij raad, moet ik mij aan mij
ne zuster bekend maken of haar naar het
vasteland laten laten reizen, zonder dat zij
vermoedt dat haar broeder nog leeft
Gij moet het haar zeggen, antwoord
de Jaak Ford driftig, het zal het beste be
richt zijn, dat men haar brengen kan,
maar wanneer het mogelijk is, moet gij
het aandeel, dat haar echtgenoot in het
valsche bericht van uw overlijden had,
voor haar verbergen.
Gelooft gij dan, dat zij hem zoo lief
heeft, dat zij er zich ongelukkig zal door
gevoelen
Het pijpke van den werkman.
Onze lezers weten dat het in Frankrijk
duur leven is voor den werkman. Brood
en vleesch kosten ongeveer het dubbel
van hetgeen zij hier kosten een doosje
fosfoorstekjes is er een veibruikingsartikel
voor rijke menschen en de tabak is er zoo
duur, dat een gematigde rooker er bijna
zooveel voor uitgeeft als hier een man om
zich behoorlijk te voeden.
De reden daarvan is dat de Fransche
regeering, samengesteld uit radikale en
socialistische 0 werkmansvrienden om
geld te slaan, zich het monopool voorbe
houdt van de fabriekatie en den verkoop
van fosfoorstekjes en tabak.
Zoo doende slaan zij twee vliegen met
éénen slag. Zij winnen miljoenen, waar
mede zij hunne kas vullen en onder andere
het geheime fonds spijzen, dat dient om
de mouchards te betalen, anderzijds
dienen de tabakwinkels of tabakbureelen
der regeering om de politieke diensten
hunner kieswerkers te beloonen.
Alzoo slaan die volksvrienden geld
bij middel eener hatelijke belasting op het
pijpke van den werkman.
Welnu, weet ge wie dat schoon regiem
ook in ons land zou willen invoeren
Niemand anders dan de liberale M.
Braun, burgemeester van Gent, daarin
ondersteund door gezel Vandervelde, den
hoofdman der socialisten.
In de Kamerzitting van Vrijdag heeft
M. Braun de regeering openlijk aange
raden, indien zij geld noodig heeft, zich,
evenals in Frankrijk, het monopool van
de tabak toe te eigenen. Gezel Vander
velde riep daarop uit zeer wel I aldus
het voorstel van M. Braun goedkeurende.
Het spreekt van zelfs dat de catholieke
regeering geene goesting heeft om, door
dat middel om geld te slaan, den werkman
te berooven van hel onschuldig genot, tot
verpoozing van zijnen lastigen arbeid een
smakelijk pijpke te rooken.
Daaraan ziet men eens te meer hoe
goed die zoogezegde volksvrienden het
met den werkman meenen en welke soort
van voordeelen zij hem zouden bezorgen,
indien zij ooit het bewind moesten in
handen krijgen.
Geen kleine oorlog. De minister
van oorlog heeft beslist dat er 't naastö
jaar, te gelegenheid der nationale feest
dagen, geen groote oefeningen voor het
leger zullen worden gehouden.
Liefdadigheid.Voor het verzenden
uwer visieikaarten gebruikt enkel de band
jes met den liefdadigheidszegel ten voor-
deele der armen ondersteund door het
St-Vincentius-genootschap.
Alzoo verzendt gij uwe visietkaarten
met een postzegel van 1 centiem in plaats
van 5 centiemen en geeft 4 centiemen aan
St-Vincentius.
Jaak antwoordde niet.
Ik ben thans een rijk man, ging
Cecil Monkton voort met zachte stem. Ik
ben niet zoo rijk als de graaf, maar ik heb
een jaarlijksch inkomen van ruim een
kwart miljoen en dat zal wel voldoende
zijn om Gertruda en de kleine onbekom
merd te doen leven, indien zij haren echt
genoot verlaten en bij mij bescherming
zoeken wilde.
Dat zou zij nooit doen.
Ik kon van hier vertrekken en haar
naar eene plaats brengen, waar niemand
haar ooit gekend had. Het kind houdt
veel van mij, ik geloof wel, dat ik beiden
nog gelukkig kan maken. ij kan Chat
terly niet beminnen, want algemeen zegt
men, dat zij de ongelukkigste vrouw van
geheel Northshire is en dat haar echtge
noot zijn eenig kind haat.
Jaak Ford legde met bijna broederlijke
genegenheid de hand op den schouder
van Cecil Monkton.
Beste vriend, begrijpt gij niet dat
juist het kind het eenige beletsel is, sprak
hij ernstig. De gravin kan haren echtge
noot niet verlaten, omdat de wet hem het
recht toekent, haar dochtertje bij zich te
houden. Ik geloof ook dat mijn neef de
arme Phillis haat, maar reken er op, dat
hij als zijn recht zou eischen dat zij bij
hem blijft, alleen omdat hij weet, dat,
waar zij is, hare moeder ook zal blijven.
(Wordt voortgezet).