Zondag 16 Juli 1905 5 centiemen per nummer. 56s,e Jaar 5758 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Onze Ongevallenwet. IDE HVEJAInT met den Witten Raard. Herderlijke brief. De havenuitbreiding. Ze noemen of logenaar Ditjes en datjes. DE DENDERBODE Fit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE 8UIJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele v*n dit blad. AALST, i5 JULI igo5 Wij zijn aan het hoofdstuk IV welke handelt over de aangifte van arbeidson gevallen en van de rechterlijke macht die over de geschillen oordeelt. De aangifte van het ongeval is onder boete verplichtend dat is begrijpelijk 't is het noodzakelijk gevolg van de wet welke de vergoeding der on gevallen regelt. Art. 24 luidt als volgt Elk ongeval dat aan een werkman is overkomen gedurende zijnen arbeid en dat heeft veroorzaakt of van aard is om te veroorzaken hetzij den dood van het slachtoffer, hetzij eene onbekwaamheid tot werken, moet binnen drie dagen, door het hoofd der onderneming of zijn gelas tigde worden aangegeven, onverminderd alle andere bij de wetten of verordeningen voorgeschreven nasporingen. De aangifte wordt schriftelijk gedaan aan den arbeidsopziener, alsook ter griffie van het vredegerecht of van de scheids rechterlijke commissie die, krachtens arti kel 26, bevoegd zijn. De aangifte vermeldt den aard en de omstandigheden van. het ongevalzij duidt aan, zoo daartoe aan leiding bestaat, den naam van den verze keraar met wien het hoofd der onderne ming eene overeenkomst heeft gesloten. Een koninklijk besluit bepaalt verder den vorm en de vereischten der aangifte, als mede de gevallen waarin op kosten van den aangever een geneeskundig getuig schrift daarbij moet worden gevoegd. De aangifte van het ongeval kan, met inachtneming van dezelfde vormen, wor den gedaan door het slachtoffer of zijne rechtverkrijgenden. Ontvangbewijs van de aangifte wordt in elk geval door den griffier aan den aan gever toegezonden. Blijkt het uit de aangifte, dat het hoofd der onderneming niet erkent dat deze wet van toepassing is op het aangegeven on geval, met name wegens de omstandig heden waaronder het feit gebeurde, of wegens de hoedanigheid van het slacht offer, dan stelt de arbeidsopziener een onderzoek in naar de oorzaken van het ongeval. Wordt tot een onderzoek over gegaan uit kracht van deze bepaling of uit kracht van de wetten en verordeningen betreffende de arbeidspolitie, dan wordt een afschrift van het proces-verbaal van onderzoek door den opziener naar de griffie van bevoegde rechtsmacht gezon den. Partijen hebben het recht, op hunne kosten, ter griffie kennis of kopie te nemen van de aangifte van ongeval, van het daarbij gevoegd getuigschrift en, zoo daartoe aanleiding bestaat, van het af schrift van het proces-verbaal van onder zoek. 58e VERVOLG. M. Thorn Chatterly had echter niet de geringste neiging getoond tot de schoone Mej. Kendal en deze had eene betere partij gedaan, door den vijftien jaar ouderen hertog van Castminster te huwen, maar in haar hart sluimerde nog altijd eene zoete herinnering aan hare eerste liefde, want zij had Thorn oprecht be mind. Wel was zij eene trouwe echtge- noote en eene zorgzame moeder geweest, maar zij had haren echtgenoot nooit be mind, zooals zij jaren geleden den jongen burggraaf had bemind. Zij was nu omtrent veertig jaar en eene schoone statige vrouw. Alhoewel zij eene oude vriendin der familie Chatterly was, had zij de tegenwoordige mevrouw nog slechts eenige keeren vluchtig gezien en de jonge erfgename kende zij in het ge heel niet. Welk een allerliefst kind, zegde zij tegen Gertruda, toen zij in den langen gang, wa.irdoor de gravin haar naar hare vertrekken geleidde, het meisje ontmoette. M. Chatterly zal wel trotsch op haar zijn. Zij was voor hem eene bittere teleur stelling, te meer daar wij geenen zoon hebben, zegde de moeder treurig. Daaruit volgt i* dat alle ongeval, zonder onderscheid, van 't oogenblik dat 't werk minsten voor ÉÉN dag geschorst is, moet aangegeven worden. (Zie Arbeidsblad December 1904 bl. 1390). 2° die aangifte moet gedaan worden door den nijveraar of zijnen zaakgelas tigde. 3° zij moet gedaan worden binnen de drie dagen na het ongeval. 40 Zij moet schriftelijk zijn; men moet daarin de formuul volgen welke door het koninklijk besluit is aangenomen. In Arbeidsblad van December 1904 zal men het model vinden, (bl. 1291) alsook het Koninklijk besluit dat de zaak regelt. Boet van 5 tot 25 frank dreigt den over treder. Wij geven van dat Koninklijk Besluit, artikel 2 en 3. Art. 2. De aangifte wordt schrifte lijk gedaan door middel van een voor schrift dal overeenkomt met het bij dit Koninklijk Besluit gevoegd model A. Art. 3. Bij een ongeval dat heeft veroorzaakt of van aard is te veroorzaken het zij den dood, hetzij eene onbekwaam - heid tot werken gedurende meer dan ÉÉNE week, moet het hoofd der onder neming of zijn gelastigde bij elk voor schrift van aangifte een geneeskundig getuigschrift, naar het hierbijgevoegd model B opgesteld, voegen. 5° de aangifte moet gedaan worden a) ter griffie van het Vredegerecht of indien eene bijzondere scheidscommissie bestaat, lijk het 't geval kan zijn in de machtige maatschappijen, aan die com missie. b) aan den opziener van den arbeid. Onder oogpunt van arbeidstoezicht vormt Oost-Vlaanderen het 4"» district. De arbeidstoezichter is M. Fabri en woont te Gent. Het slachtoffer heeft het recht ook het ongeval aan te geven. Hij moet dezelfde vormen in acht nemen. Dat kan zeer nut tig zijn. Er wordt van de aangifte een ont vangstbewijs afgeleverd. Het kan gebeuren dat de patroon bij de aangifte verklaart dat de wet op de onge vallen niet mag ingeroepen worden dan gebeurt een onderzoek door den arbeids toezichter. Deze zendt den uitslag van zijn onderzoek met al de stukken naar de griffie van het Vredegerecht of naar de scheidsrechterlijke Commissie. Daar kunnen patroon en werkman kennis nemen van al de stukken, zelfs afschrift ervan mits te betalen. Z. Em. de Cardinaal en de Bisschoppen van België hebben aan deGet stelijken en de Geloovigen, ter gelegenheid van het nationale feest, een herderlijken brief toegestuurd die door de eerw. heeren Pastoors in de kerken zal worden afgele zen. Vervolgens riep zij Phillis, kom eens hier en heet mevrouw de hertogin welkom op het kasteel. Mevr.Castminster kuste het kind teeder op beide wangen en Gertruda was ver wonderd, toen zij tranen in de oogen van hare uitgenoodigde bemerkte. De hertogin droogde die echter spoedig af en toen zij kort daarop hare toiletkamer binnentrad, zegde zij bij wijze van ver ontschuldiging tot Gertruda Uwe lieve, kleine Phillis gelijkt zoo sprekend op haren overleden oom Thorn. Kort daarop verzamelden de gasten zich in de eetzaal aan een prachtig ban ket en tot niet geringe ergernis der gast vrouw, kwam het gesprek weldra op het drama, dat er in de maand September laatstleden was gespeeld. Ik hoop, zeide, de hertogin van Castminster tot den gastheer, dat het geheim van deze euveldaad toch eenmaal zal onthuld worden en dat men iets zal ontdekken, dat ile policie op het spoor van den moordenaar kan brengen. Ik geloof niet dat dit ooit gebeuren zal, zegde Chatterly, om de eenvoudige reden dat hier geene misdaad, maar eene zelfmoord is gepleegd. Het was een moord, zegde de her- toging op eenen toon van overtuiging en dezelfde man heeft een nieuw schelmstuk .uitgevoerd. Met zijne witte haren en zijnen langen baard heeft hij zich als De Regeering heefi de twee ontwerpen, krijgs- en huishoudkundig aan elkander verbonden. Er valt dus niet aan te den ken ze te scheidenen opvolgentlijk aan te bieden. Voorzeker dan bleef de om heining in de pan. De rechterzijde is nopens die verzwa ring van krijgslasten verdeeld. Eenige, om de havenuitbreiding te bekomen, zou den eene opoffering willen doen en, heug tegen meug, ook de verplaatsing der vesting toestaan anderen willen er niet van hooren en zouden haast al de werken prijs geven, indien geen terrein van ver zoening wordt gevonden. Is de verplaatsing der omheining eene opoffering in andere woorden beant woordt de nieuwe vesting aan eene nood zakelijkheid En zoo men daarover niet eens is, zoo zij niet noodzakelijk is, is zij ten minste nuttig Het nuttige kan misschien duur ge kocht worden, aan hoogen prijs, maar alles wel ingezien, dan is dat nooit een volkomen rouwkoop. Lieve lezer, hebt gij al eens nagedacht of liever hier of daar gelezen welke rol de vesting van Antwerpen in eene weder- landsche verwikkeling kan spelen Neen Kom, laat ons dan daarover eens wat te zamen redeneeren. Het en moeten al geen colonels of generaals zijn die er over schrijven met eene grondige bevoegd heid, ja maar ook met eene buitengewone vooringenomenheid. Zij dragen gewoon lijk een fel beslagen bril, en zien en oordeelen alles door den engen hoek van hunne driften. Wy hebben geene voor ingenomenheid, geene driften enkel eenvoudig gezond verstand. Er kunnen verschillende gevallen zijn. Eersten. BelgiB voert oorlog. Met wie Met Nederland De Hollanders zijn onze beste vrienden. Zij denken er niet aan ons aan te vallen. Zij zullen er nooit aan denken, omdat wij veel sterker zijn dan zij. Geen gevaar langs dien kant. De militaristen beweren en zeggen Antwerpen moet een toevluchtsoord zijn voor de opperste Macht, voor de Regee ring, enz. Zij moet ook de laatste schuil plaats zijn voor ons leger. Dat is de eenige reden van Antwer- pen-sterke-stad. Het is klaar dat, bij een inval van het Hollandsch leger,Antwerpen de rol welke haar beschoren is, r.iet vervullen kan. De stad wordt onmiddelijk aangevallen en ingesloten. geestelijke vermomd en eenen Engelsch- man bijna vermoord, die te Parijs in een hotel logeerde. De avondbladen van giste ren zijn er vol van. De graaf van Chatterly dronk zijn glas uit vóór hij antwoordde De dagbladen liegen zoo dikwijls en overdrijven altijd. Ik geloof dat het bericht van dien moordaanslag geheel verzonnen is. Toch niet, de witte baard en de pruik werden naast het slachtoffer gevon- nen. Deze had eene diepe wonde in de borst, maar was nog niet dood, zoodat men hem naar het hospitaal bracht. Als hij zoo zwaar gewond is, dan zal hij zeker wel sterven, zegde Chatterly onverschillig, het is zelfs een wonder dat hij nog leeft. Ook hierin kon de hertogin zijne mee ning niet deelen. Parijsche dokters zijn buitengewoon kundig, en het zou mij verwonderen, zoo hij het leven niet behield. Het banket liep ten einde, de dames begaven zich in een aangrenzend salon, waar koffie opgediend werd, de heeren bleven nog bij den wijn en staken eene cigaar op. De opzichter Jordan kwam binnen en fluisterde de graaf in 't oor Heer graaf, daar is dokter Bardon, die vraagt of gij hem even kunt ont vangen. Of ik thans dokter Baidon kan ont- Aannemende dat de Hollandsche ka nonnen te zwak zijn om de stad te be reiken, dan zal de honger hun beste bondgenoot worden. Aan ravitailleeren valt niet te denken. Langs 't water, niet, niet waar? Een enkel oorlogsschip is vol doende om het te beletten. Te lande, is het even onmogelijk daar bij veronder stelling, de stad is ingesloten. Dus kan Antwerpen's vesting niets doen voor het behoud onzer onafhanke lijkheid. Bvilgië voert oorlog met Frankrijk of Duitschland Wij worden geholpen of wij worden het niet. Worden wij niet geholpen, dan zijn wij reddeloos verloren. Wat wij ook doen mogen, niets kan ons redden. Wat kun nen wij verrichten tegen een 8 of 10 maal sterkeren vijand Zelfs al moesten wij al ons geld besteden aan versterkingen en soldaten, dan nog zijn wij op voorhand overwonnen. Antwerpen's vesting kan niet baten, kan onzen val slechts 2 dagen vertragen. Worden wij geholpen, dan is zij even nutteloos .vermits over ons lot in vlak ke veld zal worden beslist. Wij moeten, zegt men, onzen edelmoe- digen redder tijd geven om te komen. Dat zal ons leger doen, maar geen vesting. Doch dit alles schijnt ons reeds theorie. Want zijn wij feitelijk aangevallen, dan is reeds ons lot beslist. Wij zijn verloren en niemand zal ons bijspringen. Men zal zich verhaasten zich onzij lig te verklaren. Dat wil nu juist niet zeggen dat wij op de mogendheden niet rekenen mogen. Oh, in geenen deele. Doch onze bescherming zal meest ge beuren op diplomatiek gebied. Het kan tot dreigen komen, maar niet tot een treffen. Onze te duchten vrienden en be schermers van 't zuiden of 't oosten zullen, in geval van inpalmingsbegeerte, wel eens de pols voelen der landen die ons steunen zouden kunnen, van Enge land, bij voorbeeld. Wordt er van daar beslist geantwoord België aanvallen wordt als een casus belli aanzien, dan zullen de hoorntjes ingetrokken worden en men zal ons met rust laten. Ging men er toch over heen, dan volgde een oorlog en het is niet zeker dat het pleit beslist zou worden op de histo rische velden van ons land. Wilde Frankrijk ons inlijven, daar zou den Duitschland en Engeland tegen opko- men. Frankijk zal het laten steken. Wilde Duitschland het, dat zouden Frankrijk en Engeland het niet dulden. Duitschland zal het niet wagen. Zoo wil het 't Europeesch evenwicht en dat is ons sterkte. Wie van die landen België bezit, overheerscht de andere en dat zullen zij beletten. Zoolang dit zoo is, zijn wij veilig. Als de toestand verandert, is een casus belli gauw gevonden en worden wij uit het boek dee volkeren gescheurd. De vesting van Antwerpen zal dit niet belttten. Blijft eene tweede mogelijkheid een oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch land. Een van de twee wil door ons land. En dan zijn er de Maesforten. vangen, riep de graaf uit. Zeker niet, ik kan mijne gasten niet alleen laten, hebt gij hem dat niet gezegd Ja, heer graaf, maar de dokter zegde dat er veel haast bij is, antwoordde de opzichter. Laat hem dan maar schrijven wat hij mij te zeggen heeft, ik kan hem nu niet ontvangen. Graaf Chatterly nam weer deel aan het gesprek met zijne gasten en dacht spoedig niet meer aan dokter Bardon. Vervolgens werd er een matinee gege ven in de groote muziekzaal. Na afloop van de matinee begaven de heeren zich naar de rook- en biljardzalen, terwijl de dames zich in het salon van mevrouw Chatterly vereenigden. Ten acht ure werd het diner in de groote eetzaal opgediend. Alles ging voortreffelijk, de gezamen lijke gasten en niet het minst de hertog en de hertogin van Castminster schenen zich voortreffelijk te vermaken. Er was niemand onder het geselschap, met wien zij niet in aanraking zouden willer. komen en de graaf was er trotsch op, dat zijne eerste poging om het kasteel van zijne voorvaderen tot den ouden luister terug te brengen, zoo schitterend was geslaagd. Geene gedachte aan zijne drie slacht offers stoorde zijne vreugde. Zijne toekomst was nu verzekerd, bin nen een paar uren hij wist dat hij zich op de druiven verlaten kon zou de yi jn Wij hebben Pie Daens uitge- J daagd de personen te noemen die hem, uit naam der catholieke Ver- eeniging onzes Arrondissements, voor stellen van vrede en verzoening hebben gedaan. Wat antwoord Pie Daens ons Zie hier In de voorstellen ons met Paschen gedaan, voorstellen, die gelijk altijd, vertrouwelijk, tusschen vier oogen aan- gevangen werden, maar op 't eerste woord afgekeerd, in die voorstellen was het gedacht Denderbode zal er tegen zijn, Denderbode zal uitvallen, zal razen en schelden, maar WIJ hebben ons Volksstem en kunnen den lom- a perik missen. Wie, ja, wie deden die voorstellen van vrede en verzoening?... Wie, ja wie waren het die in naam der catholieke Vereeni- ging optraden?...Wie, ja wie waren het die in naam van het catholiek kiezerskorps de verbintenis voorstelden van aan Pie Daens, de patroon der zeeveraars, de tweede plaats op de catholieke candidaten- lijst af te staan Wij. catholieken, hebben er het groot ste belang bij te weten wie in onzen naam, die voorstellen van vrede en ver zoening deden.. Immers de eerste de beste guit, die zich het ganschc catholieke kiezerskorps waant, kan opgetreden zijn. Maar zoo schijnt het niet te wezen. Immers uit de woorden a Wij heb ben ons Volksstem mag men afleiden dat zij die in naam der catholieke Vereeni- ging optraae», personen moeten zijn die De Volksstem naar hun handje kunnen drillen, lieden die er 't hoogo woord voe ren... en om reden. Waarom die personen niet genoemd Waarom weigeren Als de voorstellen waarlijk gedaan zijn mag iedereen weten door wie..- Wij weten. Pie Daens, dat ge van de eerste politieke leugen niet geborsten zijt en daarom herhalen wij zoolang gij de vredeboden niet met naam en stuk noemt, zullen wij u als een verachte- lijken logenaar aanschouwen. Nog een woord Gij zegt ons, Pie Daens Denderbode, ge zijt nog niet vol- leefd. In de catholieke Partij, die gij bezoedeld hebt, zult ge uwe straf vin- den, zij is nabij. Het spreekwoord zegt a Men ziet den top van zijnen wijsvinger maar 't einde i) van uw leven niet en dat is de waar heid. Maar wat wij weten en wel weten, 't is dat ondanks al het ongelijk dat ons zou kunnen worden aangedaan, wij nooit, neen nooit. Judas, verrader onzer Partij zullen worden gelijk gij, Pic Daens. Neem er nota van Judas van Chipka. Ons uit den strijd terugtrekken 't is moge lijk maar Judas worden, neen GE TROUW TOT DER DOOD BLHVEN WIJ 1.. laatste hinderpaal uit den weg zijn ge ruimd. De nederig geboren kinderen van zijnen broeder Thorn zouden opgehou den hebben te bestaan, terwijl Cecil Monkton zeker niet van zijne zware ver wonding zou herstellen. Alles ging volkomen naar wensch en geene macht ter wereld zou hem langer den onrechtmatig verkregen rijkdom kun nen betwisten. Tegen elf ure begaven de gasten zich naar de logeerkamers. Graaf en gravin Chatterly waren een oogenblik alleen. Ik geloof dat alles zeer goed gegaan is, zegde Gertruda, en ik hoop dat gij tevreden zijt. Meer dan tevreden, mijne lieve, antwoordde de graaf. Jaren lang heb ik van zulk een feest op het kasteel Chat terly gedroomd en eindelijk is mijn droom dan werkelijkheid geworden. Ik heb het bewijs gekregen dat mijne vrouw naar waarde eene plaats in de hoogere krintren kan bekleeden. Zijne oogen fonkelden en zijne stem beefde van opgewondenheid, zoodat Ger truda ongerust werd. Gij zult toch niet te lang opblijven, zegde zij, toen zij hem goeden nacht wenschtc. Ik zien dat gij vermoeid zijt, Reginald, en wij zullen ons morgen vroeg ten tien ure aan de ontbijttafel weer ver zamelen. Ik zal niet te lang opblijven, maar Gedurig roepen de rooden, blauwen en groenen ons,catholieken,toe: «Toekomend i) jaar kegelen wij u van 't bewind, zult gij schuppenbuiten zijn uit de ministeries. De dagen van 't catholiek miuisterie zijn gesteld. De val van 't papen- ministerie nadert. Het uur der ver- - gelding zal weldra aanbreken, enz. enz. Maar zijn zij daarvan overtuigd 't Schijnt van neen, want M. Hymans, een der liberale leiders gevraagd zijnde wat hij er over dacht, antwoordde Men zegt en herhaalt het ons zoo dikwijls, dat wij het eindelijk zouden b gaan gelooven. Het laatste vuil nieuws, het liberaal orgaan, laat ook hooren dat zijn vertrou wen in den uitslag der aanst. kiezingen aan 't wankelen is. Het schrijft Een cijfer gaat niet van vóór onze oogen weg 20 stemmen meerderheid en dat met de evenredige vertegenwoordi ging, 't is te zeggen een cliché, die ge heel moet hersmolten worden om in 19 of 18 te veranderen. In die voorwaarden is eene meer derheid van 20 stemmen eene sterke meerderheid. Diegenen onzer vrienden of bondgenooten die alles in 't schoon zien, werken zich in 't zweet om te be wijzen, bij middel van berekeningen of vooruitzichten, dat die meerderheid zou kunnen dalen tot O, of tot 5 stemmen. Deze meerderheid van 5 stemmen komt, voor hen, op O, daar zij meenen dat eene catholieke regeering met5 stemmen meer derheid niet zou kunnen besturen. 11 Wij wenschen dat alles, maar wij gelooven er niets van. Onze wetge vende geschiedenis leert ons het tegen overgestelde. En wat mogelijk was onder het cynsstelsel is niet meer mogelijk onder het meervoudig stelsel met evenredige vertegenwoordiging. Wij hebben al die cijfers en bereke ningen overwogen en dikwijls, bij een ernsiig onderzoek over den toestand der arrondissementen waar onze vrienden hopen eenen zetel te winnen, bij middel van het verbond (met de socialisten) heb ben wij niet kunnen nalaten het hoofd te schudden. Dus het liberaal orgaan aanschouwt de toestand zoo voordeeüg niet als de groene judassen het zich inbeelden. gij, mijne lieve Gertruda,moet nu terstond gaan slapen, opdat gij morgen weer frisch en schoon zijt. Hij kuste haar en zag haar na, terwijl zij langzaam de breede trap naar hare slaapkamer beklom. Aan de deur daarvan stond Jordan. Gij behoeft niet op mij te wachten, zegde de graaf vriendelijk, ik heb niets meer noodig. Neen, heer graaf, sprak de opzich ter, maar dokter Bardon heeft eenen brief en een pakje laten bezorgen. Hij heeft mij uitdrukkelijk gezegd, dat ik het nog dezen avond aan u moest geven en daarom wachtte ik om u te zeggen dat ik het op het schrijfburcel heb neergelegd. 't Is goed. Het pakje was een eenvoudig karton doosje. Toen graaf Chatterly het opende, vond hij er eenige druiven in. Hij wierp het doosje met den inhoud op het vuur in den haard en opende toen den biief. Deze luidde Vrienden van Beatrix Charles wijzen alle geschenken af, die van graaf Chat terly komen, want zij willen niet, dat deze het lot van hare zuster zal deelen. Zoodra zij buiten gevaar is, zal zij zoowel de aanslag op haar eigen leven als den moord op hare zuster wreken. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1905 | | pagina 1