m Donderdag 21 Augusti IU05 5 eeiuitutieii per numiner. ofV,c Jaar 5589 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID België's grootheid. Monniken - moordenaars. HET GEHEIM DE DENDERBODE. rit blad verschijnt den Woensdag en Zateidag van iedore week onder dagtee kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter w. ek voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 vc or zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschiijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. -LVj, CHIQUE SllUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen. uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijd-jp in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele v. n dit blad. AALST, 23 AUGUSTI igo5 gsDe Maasbode, van Rotterdam, wijdt te gelegenheid van België's onafhanke- lijkhcidsfeesten het volgende artikel aan ons land België heeft feest gevierd, en met recht. De vreugde toch, die men vindt in het vieren van een verjaardag, is gewoonlijk rechtstreeks evenredig met de levenskracht van den held van het feest. Zoo kan men ook begrijpen, dat de Belgen de uitbun digste vreugde aan den dag hebben ge legd bij de herdenking van hun nationaal jubileum. Bcigië bestaat pas 75 jaar. Dat is geen hoogc ouderdom voor een volk. En toch heeft België den tijd, noodig om zijne vrijheid te verkrijgen, tot een minimum weten terug te brengen. B< lgiê heeft politieke worstelingen ge kend met al hare bitterheden. De stilzwijgende wapenstilstand, met toestemming der partijen onmiddelijk na de on wenteling van i83o geteekend, heeft niet meer dan tien jaren geduurd. En sedert 1842 heeft de wet op het onderwijs den oorlog ontketend, die tot heden wordt voortgezet. Tusschen de catholieken en de meer of minder vereenigde liberalen, somwijlen in onderfracties verdeeld, heerscht een voortdurend oppositie, die de geschiedenis van België beheerscht. Uit deze wederzijdsche oppositie heeft zich een normaal parlementair regiem ontwikkeld, met eene vaste meerderheid. Op ieder terrein in den Senaat, in de Kamer, in de provinciale Staten of Ge meenteraden omtrent alle vraagstukken van den dag publieke liefdadigheid, onderwijs, kerkhoven, burgerlijk huwe lijk, betrekkingen met den H Stoel in ieder tijdperk onder de liberalen van 1847-1855, van 1857-1870, van 1878-18S4, of onder de catholieken. die tot heden behielden is de politieke strijd zeer warm, scherp, soms zelfs brutaal geweest. Godsdienstige kwesties en sociale con flicten werden dikwijls in brute vormen belichaamd in publieke manifestaties en straatkabalen. De invoering in i8q3 van het algemeen stemrecht heeft het veld van den staat kundigen strijd nog uitgebreid. Al wat tegen het socialisme is, heeft zich bij de catholieken aangesloten. De oud-liberalen integendeel hebben hunne verkiezings klanten zien overloopen naar het burger lijk radicalisme, wat vooral onder de ar beiders van het Walenland zijne troepen heeft gerekruteerd. Ondanks de bittere woede, waarmede deze binnenlandsche twisten zijn gevoerd, hebben de Belgen en dit moet hun als verdienste worden aangerekend niet opgehouden hunne nationale hulpbron nen onder alle vormen en door alle middelen te vermeerderen. Dit bedrijvige en practische volk mag zijn balans opma ken met den rechtmatigen trots van een rijkgeworden koopman de winst is buitengewoon en zal duurzaam zijn Zoo het waar is, dat de eerste plicht eener natie daarin bestaat, te leven cn dooi eigen kracht en binnen eigen kring de levensbronnen te doen toenemen, dan beeft België deze verplichting van den eersten rang ruimschoots vervuld. Zijne bevolking toch is vim 3.700.000 zielen in i83i gegroeid tot 7,000.000 in 1904. Deze talrijke bevolking is terzelfder tijd eene rijke bevolking, wijl ze zonder moeite 635,000,000 francs per jaar aan de schatkist betaalt, terwijl zij hare natio nale spaarkas van 19,000.000 fr. in 1870 op 730,000.000 in 1902 gebracht heeft. In de nijverheid en in den handel ligt het beginsel van dezen rijkdom. Beide toch hebben in den loop van 25 jaar een bui tengewone vlucht genomen. Laten wij dit door eenige welsprekende cijfers aantoonen. Als echt steenkolenland brengt België jaarlijks voort 23,000.000 ton steenkool. Het bezit 24000 stoommachienen, eene kracht vertegenwoordigende van 1,600.000 paardenkrachten alles in den dienst van het buitengewoon verscheiden en veelom vattende fabriekswezen. Wat zijn handel betreft, zijn in- en uit voer die is gestegen van 3oo.ooo.ooo in i853 tot 4 milliard 766 miliioen in o03waarbij men nog kan voegen anderhalf milliard transito. De havenbe- weging voor korten tijd nog onbetee- kenend, bereikt thans 10,000.000 ton. De spoorwegen en de canalen vervoe ren meer dan een milliard (1,000.000.000) ton koopwaren. Geheel België staat in het gareel van den arbeid, 't Is een kleine, wonderbaar bedrijvige wereld, waarin men alle vor men van het economisch leven terugvindt. En deze koortsachtige gejaagdheid heeft oorsprong in 't meest gezonde begrip van de behoeften van onzen tegenwoordigen tijd. Dank aan deze activiteit hebben de Belgen onder de talrijkste en sterkste volken en de groote wereldconcurontie een plaats kunnen veroveren geheel niet in evenredigheid met de politieke belang rijkheid van hun land. Overal, in Afrika waarde Congo hun werk en hunne zaak is in China, waar zij in een groot aantal ondernemingen het leeuwendeel hebben, vindt men hunne sporen en hunne pro ducten. Het zijn geen imperialisten en met reden. Maar 't zijn uitmuntende expan- sionnisten (zoo noemt men hen, die zich in alle richtingen heinde en ver verdien stelijk maken) die eene levendige vereering voor het kleine vaderland, van waar zij over de wereld uitzwermen, bewaren, terwijl zij voor hun industrie en hun han del wijd en zijd propaganda maken. Zeker, zij hebben nog groote dingen tot stand te brengen. Maar hoe belangrijk ook de verbeterin gen zijn, die België nog noodzakelijk heeft aan te brengen Bcigië is inder daad een groot land op een klein grond gebied. Het bezit eenige hoedanigheden, onontbeerlijk voor de moderne natië.1 den geest van initiatief, van beslistheid, van enthousiasme, van vasthoudendheid. In zeer vele opzichten is het een voor beeld. En dit voorbeeld kunnen wij, Hollan ders, met vrucht ter harte nemen. BOND der Geitenkweekmaatschappijen van het Arrondissement van Aalst. Plaatselijke keuringen. 1 Oultre op 24 Aueusti om 2 ure. 2 Denderleeuw 29 3 Voorde 3 Septemb. 4 Borsbeke 3 5 Meldert 4 9ure* 6 Ottergem 8 9 ure. 7 Geeraerdsbergen 8 2 ure. 2e Algemeene Tentoonstelling en Prijs kamp te Geeraerdsbergen op 8e Septem ber, om 2 l/a ure. Groote prijskampen voor groepen, uit sluitend voor de aangeslotene maatschap pijen. De andere prijskampen zijn toe gankelijk voor al de geitenhoudtrs der streek, leden of niet leden van den Bond. Voor verdere inlichtingen mag men zich richten tot den E. H. Verdickt, se cretaris van den plaatselijken Bond te Geeraerdsbergen. (Penitentenstraat). Namens hel Hoofdbestuur, A. Cobbaut, Secretaris. Zekeren dag zat er een protestantsch juffertje in een trein tegenover eenen catho lieken Geestelijke, die, zooals zij uit de gesprekken harer medereizigers verstond tot de Jezuiëtenorde behoorde. Nu, men weet, dat vooral de Jezuiëten bij de protestanten gevreesd en verfoeid worden, omdat er geen zijn die, door hunne geleerdheid en hunnen ijver, zoo krachtdadig en met zooveel vrucht het protestantismus bestreden hebben. Geen wonder dus dat de Jezuiëten met de zwarste kleuren werden afgeschilderd. Ons juffertje dan, verstaande dat zij tegenover een Jezuiet zat, kon maar niet nalaten hare oogen op de voelen des Paters te vestigen. De Pater had het reeds meermaals op gemerkt en verstoutte zich ten laatste heel beleefd te vragen Mag ik u vragen, juffrouw of er soms iets aan mijne toog of mijne schoenen niet in orde is Och, Mijnheer, was het bedeesd ant woord, neem het niet kwalijk 't is de eerste maal in mijn leven dat ik een Jezuiet zie, en ik had altijd hooren zeggen, ja, neem het mij toch niet kwalijk, ik had altijd hooren zeggen dat... de Jezuiëten bokkenpooten hadden 1 Of er gelachen werd I Alleen de Pater vergenoegde zich met even te glimlachen en antwoordde gerust stellend Och, kom het is nog zoo erg niet, er worden nog wel ergere lasteringen tegen ons uitgekraamd. Het bovenstaande kwam ons te binnen toen wij, een dezer dagen in een Duitsch blad a Die Zeit am Montag een artikel onder het oog kregen, getiteld Moor- derijen in massa door monniken ge pleegd Het was uit Brussel aan- het Duitsch blad gezonden. Ziehier den inhoud De papenregeering, die België beheerscht, heeft zich Jeelijk in nesten gestoken. c Terwijl men, te gelegenheid der nationale feesten, in liet centrum der stad stellingen voor de electrie ke verlichting oprichtte, ontblootte men bij de grond werken eene aanzienlijke menigte van menschenbeenderen, waaronder verschei dene geraamten van vrouwspersonen, in eenen hoop opeengetast. «Nu, men heeft bevonden dat er op die plek, tot rond het midden der negen tiende eeuw, een klooster van Augustijner Paters stond men heeft ook bevonden dat die gebeenten niet ouder zijn dan honderd jaren. 70° Vervolg. En wie is die Courtin vroeg M Hunter, die zich geene verklaring van de zonderlinge vasthoudendheid van M. Du- vivier kon geven. Om op die vraag te antwoorden, zou ik u eene heele geschiedenis moeten vertellen, antwoordde zijn vriend. Ik kwam op een zeer zonderlinge manier met hem in kennis, tijdens onzen onge- lukkigen oorlog met Duitschland van daar dan ook, dat zijn gezicht mij zoo levendig is bijgebleven, dat ik zijn por tret onmiddellijk herkende. Op een zonderlinge manier In den Fransch-Duitschen oorlog vroeg M. Hunter meer en meer verbaasd. Vertel het ons toch 1 Gij weet, ging M. Duvivier voort, dat ik als een warm vaderlander, zooals trouwens ieder Franschman, die in die dagen een geweer kon dragen, dienst nam in het hulpleger, dat de Pruisen uit ons land wilde jagen. Het was in het laatst van het jaar 1870, dat ik als capi- (i Het is dus bewezen dat de heilige monniken van dat klooster de gewoonte hadden, personen van beider kunne naar de andere wereld te zenden en hunne ge beenten doodeenvoudig in eene kuil opeen te hoopen. Zoo luidt het verhaal uit Brussel aan den Zeit am Montag gezonden. 't Is om de haren te berge te doen rijzen. Toch moeten er onder de lezers van den Zeit en van de andere bladen, die het bericht als ernstig hebben overgeno men, een groot getal zijn die het voor echte waar aannemen zij zouden immers niet willen dat de lezers hun konden ant woorden gij houdt ons voor den zot. Daarom ook heeft het midden-comiteit der Duitschs catholieke pers zich de moeite getroost van naar het Aartsbisdom van Mechelen te schrijven en een ant woord te vragen. En ziehier het antwoord door den archi vist van het aartsbisdom, den heer Tae- nen, gezonden. i° Op de Brouckereplaats heeft er een klooster gestaan tot in 1809. Augustijner monniken hebben dat klooster bewoond van af het einde der zestiende eeuw. De kerk werd afgebroken in 1894. Maar in heel de negentiende eeuw heb ben er geen Augustijnen in gewoond. 20 In i58q gingen de Augustijnen met dc Kerkfabriek van Sinter-Goelen een verdrag aan, krachtens welk zij het recht kregen van in hun privaat kerkhof de parochianen, mannen en vrouwen, wier familie die begraafplaats aanvroeg, te be graven. Het zou bijgevolg verwonderlijk zijn dat men op dat oud keikhof geen gebeen ten van vrouwen vond. n Het is dus eenvoudig een oud kerkhof, waar men met te graven op uitgekomen En daar maken de vijanden van pries ters en kloosterlingen een moordkuil van De monnikan hebben op die graven voor de zielrust der overledenen gebeden, en hunne vijanden willen ze doen door gaan voor afschuwelijke moordenaars I Zullen, na het antwoord van den heer Taenen, de Zeit en de andere bladen, die zijn akelig nieuws hebben overgenomen, zullen zij nu hun artikel herroepen Wij gelooven het niet. Wij verwachten integendeel dat het van Duitschland naar Oostenrijk, naar Italië zal voorlverspreid worden en dat cr na dit en weinig weken duizenden en duizenden onnoozelaars zijn, die vast gelooven, dat er in de voor gaande eeuw te Brussel een klooster was van Augustijnen, waar men van 't moor den een stieltje maakte. tein der schutterij in garnizoen lag te Tours, waarheen Gambetta en de andere leden der Nationale Regeerir.g zich be geven hadden. Het is u bekend met hoe weinig goed gevolg onze wanhopige po gingen bekroond werden. M. Hunter knikte toestemmend. Onze voornaamste bezigheden be stonden in het uitkijken naar Pruisische spionnen. Er waren verscheidene van die lieden aanwezig zij zwierven voortdu rend in den omtrek, om onze bewegingen uit te vorschen en aan de Duitschers over te brieven. Tours ligt, zooals gij weet, tusschen de beide rivieren de Loire en de Cher en het is juist in deze vlakte, dat ten allen tijde de Zingeuners, zoolang zij in Frankrijk vertoefden, bij voorkeur hunne kampen opsloegen. Bij het noemen van het woord Zingeu ners, zag M. Hunter verwonderd op hij luisterde met gespannen aandacht naar hetgeneer volgen zou. Wij begrepen zeer goed, hernam M. Duvivier, dat wij van deze zwervers het meeste^verraad te wachten hadden. Zij geven zich'niet uit voor Franschen, hoe wel ze meest allen in ons land geboren zijn het volk der Zingeuners heeft zijn eigen nationaliteit, en elks geld is hun welkom, onverschillig waar het vandaan komt en hoe zij het verdiend of bemach tigd hebben. Wij wisten bovendien, dat de Duitschers gewoon waren hunne spion nen goed te betalen. Zonder verraad en omkooperij zouden zij ons nooit over wonnen hebben, dat is bewezen en ieder Franschman is daarvan overtuigd En wat gebeurde er toen vroeg M. Hunter, om zijn vriend van het onderwerp af tc brengen, waarop hij bij ongeluk geraakt was en waarover een Franschman niet spoedig is uitgepraat. Welnu 1 Op zekeren dag brach ten mijne kameraden mij een troepje van die Heidenen,die zij onder zeer verdachte omstandigheden gevangen hadden ge nomen. Zij werden in het bezit van Duil- sche papieren gevonden, dat was zeker. Onder die Zigeuners bevond zich een man die zich Courtin noemde. Hij was gekleed als de anderen en ik zou zeker uiet op hein gelet hebben, had hij zich niet door zijne manieren, die van veel grootere schranderheid en vooral van veel betere opvoeding getuigden, van de rest onderscheiden. De papieren, die de ke rels bij zich hadden, bewezen zoo helder als de dag, dat zij sedert lang met onze vijanden in briefwisseling stonden. De schurken I Nu, er werd in die dagen niet veel omslag met zulk gespuis gemaakt voor een krijgsraad of zoo iets hadden wij geen tijd. Het vangen van een stuk of wat spionnen was een feit, dat niet eens de moeite der vermelding aan mijn com mandant waard was.Ik beval dus op mijn eiger. houtje volgens gewoonte, ze op de binnenplaats der kazerne te brengen en voor den kop te schieten Goede hemel I dat was kort maar krachtig, riep de Engelschman uit. Wat zal ik u zeggen hernam zijn vriend, de schouders ophalende. Dat zijn de noodzakelijke wreedheden van den oorlog. Het gaat eenmaal niet anders in zulke tijden Geloof mij, de Duitschers deden hetzelfde en ik durf zeggen nog veel meer en om minder geldige redenen, dan ik op dat oogenblik had. Maar om op mijn vriend Courtin terug te komen. Ik had het bevel nauwelijks gegeven, toen hij verlof verzocht mij in het geheim te mogen spreken hij was, volgens hij be weerde, in staat, zijn onschuld volkomen te bewijzen. De kerel sprak met zooveel onverschrokken koelbloedigheid, dat ik bij mij zelf dacht wat komt het er op aan Als hij straks wordt doodgeschoten kan ik licht de moeite nemen om aan te hooren, wat hij mij te zeggen heeft. Ik nam hem alleen en hij begon zijne geschie- deeis te vertellen. Volgens zijn zeggen dan, was hij tot aan het uitbreken van den oorlog, bediende geweest bij eene firma, die een grooten handel in zijde dreef. Niet lang geleden was hij getrouwd met de dochter van een welvarend, alge meen geacht koopman inTours, die zijner zijds geerne zou willen getuigen, dat hij i.idestad als een rustig, fatsoenlijk bur ger bekend stond. Hij erkende.dat de omstandigheden waaronder hij was aangetroffen, zeer tot zijn nadeel spraken, maar hij kon geluk kig verzekeren, dat alleen de overmacht hem gedwongen had in het gezelschap der Zingeuners te blijven. Hij was juist een dag te voren door een hunner zwer vende benden gevangen genomen zij hadden hem bij zich gebonden in de hoop, dat de aanwezigheid van een be kend en geacht burger van Tours hen minder aan kwade vermoedens zou bloot stellen. Juist op het oogenblik, dat mijne soldaten de bende gevangen namen, was hij van plan geweest om te vluchten, het geen hem tot nu toe door het scherpe toe zicht der Heidenen was belet. Toen het gevecht begon, want de troep had zich inderdaad te weer gesteld, had hij eerst van de verwarring gebruik willen maken om te ontkomen, maar het bij nadenken beter geacht zich mede te laten gevangen nemen om zich voor mij te kunnen ver antwoorden. Natuurlijk geloofde ik van dit geheele verzinsel geen woord I Het is heel aardig bedacht, zegde ik hem, maar het is jam mer dat gij geene bewijzen hebtGij be grijpt toch zelf wel, dat ik niet van plan ben u op uw woord te gelooven E11 had hij inderdaad bewijzen viel Mevr. Hunter, die met de grootste be langstelling had toegeluisterd, den ver- haler levendig in de rede. Gij zult het spoedig hooren, me vrouw 1 antwoordde de heer Duvivier ik ben aan het einde van mijne vertelling. Toen ik van bewijzen sprak, vroeg Courtin, steeds even bedaard, of de getuigenissen van zijne vrouw tn die van zijn gewezen pa troon voldoende zouden zijn 1 (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1905 | | pagina 1