Donderdag 51 Augusti 1903 5 centiemen per nummer 56ste Jaar 5591 m Vi POLITIE Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Voor en na de Fransche revolutie. HET GEHEIM Gelijkheid op zijn averechts. Uitslag der Prijskampen DE DENDERBODE Pit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kaning van den volgendon dag. De pry8 ervan is - tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaara, fr. 3-26 voor zes maanden fr. 1-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. ClIIQUE HUUM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3** bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 3o AUGUSTI igo5 Wij leven in eenen tijd dat we de meeste stielen en ambachten zien beder ven en gansche huishoudens zonder reden zien onterven. De oorzaak daarvan is de ongetoomde mededinging, de losbandige concurrentie. Vóór de Fransche Revolutie van 1789 was ons land machtig en wereldberoemd door zijne gilden, allen maatschappijen van ondcrlingen bijstand. Al de ambachten vormden gilden. Het getal gilden te Brussel was zeer groot gaat maar eens de plaats van den Zavel te Brussel bezichtigen daar ziet ge de verschillige stielen door beelden voorgesteld met de kleederdracht en de werktuigen hun eigen. Elke Gilde had haren Patroon of Be schermheilige, waarvan er heden nog eenige herdacht blijven, gelijk hier te Aalst, Sint Eloy voor de smeden, Sint Crispijn voor de schoenmakers, Sinte Dorothea voor de hoveniers, Sint Anto- nius voor de slachters, Sint Maurus voor de kleermakers, de Vier Gekroonden, voor de metsers, Sint Huibrecht voor de tim merlieden, Sinte Ursula voor de garen- twij»ders, Sint Aubertus voor de bakkers, Sint Rochus voor de kooplieden in hop. Sint Sebastiaan voor de handboogschut ters, S'® Catharina en Sinte Barbara voor de beide rederijkkamers, enz. Elke gilde had haren Raad, die in de Gildekamer vergaderde, en uit de deftigste en bekwaamste mannen van het vak be stond. Elke Gilde had harenProosl of Priester, en zelfs in vele steden haren autaar of hare kapel. Elke Gilde had haren hoofdman of Deken, en eene vlag haar eigen al de leden waren Gildebroeders en Gildezus- ters, die malkander hielpen tot vooruit gang van het amhacht. De Gilden hadden een wettig bestaan en mochten allerlei verbonden sluiten, en verkoopen waaruit volgde, door den duur van die lange samenwerking, dat Belgiö bekend was om zijnen rijkdom, gelijk nog blijkt uit de kerken en kunst gebouwen tot stand gebracht. Zelfs waren die Gilden ten tijde van oorlog vreeselijk en vernielend tot zelfbe houd ingericht het waren de Gilden die 71" Vervolg. Dat er van af, antwoordde ik. Ik zou eerst uwe vrouw en uw vroegeren patroon moeten leeren kennen ik weet niet eens of de personen die gij noemt, werkelijk bestaan Mijne vrouw, ant woordde hij hierop, is de dochter van M. Berlin, eigenaar van den bekenden kousenwinkel op de Markt,vlak tegenover de hoofdkerk. Mijn gewezen patroon is mijnheer Prévol, zijdefabrikant in de straat der heilige martelaren. Als gij onderzoek wiltjdoen, zult gij mijne vrouw in tranen badende thuis vinden, uit angst en onrust over mijn lang wegblijven. Stuur iemand naar mijne woning, en ontbied ook mijn patroon, zijn adres heb ik reeds gegeven. Wat zal ik u zeggen Ik sloeg de handen vol verbazing ineen. Den heer Bertin, den kousenfabrikant, den schoonvader van dien snaak, kende ik zeer goed en hij had voor het uitbre ken van den oorlog zaken met inij gedaan. Ook de heer Prévol was geen onbekende voor mij, en ik koesterde de vaste over te Kortrijk de Fransche overmacht in het slijk neilersloegen. Alles was voorzien een deel van de winsten der Gilde ging in de kas tot onderstand van weduwen, van weezen en van versletene en gebrekkelijke gilde- broeders. De prijs der waren en der werken, de huur en het loon, werden in de Gilde vast gesteld. Bijvoorbeeld voor een paar schoenen, of leerzen werd een hoogste prijs in de gildekamer besproken. Ook de minste prijs werd aangduid ze namen voor regel dat een oppassend en matig werkman met zijn werk zijn brood moest kunnen winnen. Op die manier kon niemand, ook was er niemand die zijn brood, mits te werken, niet kon winnen. Het werk zelf werd soms verdeeld om aan eenieder werkte geven. De dronken schap was gestraft. Ze namen voor regel eerlijk duurt het langste, de kleine winsten zijn de zaligste en de Gilde zorgde voor de broodwinning van al de gildebroeders. Om in de Gilde aanveerd te worden, moest men een stuk afmaken, waar de meeste moeilijkheden in voorkwamen dit werk werd in de Gildekamer ge bracht, en werd het aanveerd en goedge keurd, jdan mocht ge voor het "publiek werken en op uw uithangbord meester- schoenmaker of meesterkleermaker, bij voorbeeld zettenanders niet. Daaruit volgde dat er geen dan goede smeden, wevers, dekkers, metsers enz. waren er waren geene verbrodders en stielmannen, die knoeiwerk leverden, of maar half hunnen stiel kenden. Ziet maar de borduurwerken, de sme derij, de slotmakerij, het metselwerk van vorige eeuwen onze eeuw met al hare mekanieken kan daar niet aan rieken. Was er nu bijvoorbeeld een schoen maker, een timmerman, enz. die boven den hoogsten prijs vroeg, of onder de laagste markt werkte hij werd aange klaagd, en was hij plichtig, hij werd ver maand bij hervalling nog vermaand en bleef hij boven of onder de markt werken, hij werd uit de Gilde verdreven. Dan mocht hij op zijn uithangbord met dien stiel niet meer pronken en hij was een verloren man in de oogen zijner medeburgers, omdat hij, niet eerlijk zijnde, den stiel bedorven had. Hetzelfde nu geschiedde nopens alle bedrog, in alle bedrijven. Daaruit volgde dat de Belgen, na ver loop van tijd, de meesterschilders waren en de meestermetsers van heel de wereld dat de Belgische kooplieden de wereld tuiging, dat hun karakter verheven was boven alle bedenking en dat zij uitmun tende burgers waren. Ik achtte mij dus volkomen gerechtveerdigd, om de terecht stelling van Courtin uit te stellen, om tot een nader onderzoek over te gaan. Mevr. Courtin werd ontboden. Ik herinner mij uitmuntend, dat zij er allerliefst uitzag, nog geheel en al een jong meisje, want zij waren eerst sedert korten tijd gehuwd. Met tranen in de oogen smeekte zij mij, haar onschuldigen echtgenoot te redden. Ook M. Prévol verscheen en verzekerde, dat er een misverstand plaats vond. Nu, wat zal ik u zeggen, ik ben geen wreed aard van natuur, en na hetgeen ik ver nomen had, deed ik niets liever, dan Courtin in vrijheid te stellen en hem huis waarts te zenden.De anderen kregen allen den kogel. Het verhaal van M. Duvivivier maakte een diepen indruk op M. John Hunter. En zijt gij er zeker van, vroeg hij, dat het portret, dat gij in de hand houdt, van dien Courtin is Daaraan valt niet te twijfelen, ant woordde Duvivier zonder eenige aarze ling. Ik kan mij niet vergissen. De man had iets zeer eigenaardigs. Vooral zijne koelbloedigheid tegenover het gevaar want hij was op het punt om gevonnisd te worden maakte een diepen indruk op mij. Uit duizenden zou ik hem dade lijk herkend hebben. En zou hij u ook herkennen, vroeg door alle gezag van rechtveerdigheid en eerlijkheid genoten, en dat Brugge de rijkste handelstad werd van heel de wereld. Heel het Belgisch volk was ingericht op eenen voet van christelijkheid, van genot, van rechtveerdigheid en van werk zaamheid. De Fransche Revolutie heeft hier eene menigte kerken en kunstwerken vernield en als een citroen ons land uitgeperst en uitgezogendoch, wat veel grooter kwaad ons heeft gedaan, en wat we niet genoeg doen uitschijnen ze heeft onze Gilden vernield en onze gildi'keuren, die meester- wetten van volksrecht en volksliefde in stukken gescheurd. De Moniteur kondigt ean bericht af, meldende dat eerlang vergelijkende exa mens zullen afgenomen worden, voor plaatsen van hulpbeambte bij den tele graafdienst, tegen 700 fr. jaarwedde om te beginnen en van leerling tegen 600 fr. loon om te beginnen. De candidaten voor plaatsen in het Vlaamsch gedeelte van het land nemen deel aan de Vlaamsche, die voor het Waalsch gedeelte aan de Fransche exa mens. Eene nota aan het bericht in den Moniteu» toegevoegd zegt De candidaten van den Vlaamschen wedstrijd moeten bewijzen dat zij FRANSCH EN VLAAMSCH ken nen op de verschillende vakken van het programma kunnen zij, naar eigen ver kiezing, hetzij in het Vlaamsch, hetzij in het Fransch antwoorden. Die nota geeft eenen zakentoestand te kennen die geheel en al onbillijk en on rechtvaardig is, ten nadeele der Vlamin gen. Inderdaad, uit die nota blijkt i° Dat de candidaten van den Vlaam schen wedstrijd moeten bewijzen twee talen te kennen, terwijl die van den Franscben wedstrijd met de kennis van ééne taal volstaan. a° Dat de kennis van twee talen aan de Vlamingen hoegenaamd geen voordeel geeft op de Walen, die slechts ééne taal kennen, aangezien de plaatsen in het Walenland uitsluitend voor deze laatsten worden voorbehouden. Daaruit vloeit dat een Waal, die zich de moeite zou geven Vlaamsch te leeren en in staat zou zijn, te gelukken in den Vlaamschen wedstrijd, ook in het Vlaam sche land zou kunnen geplaatst worden, M. Hunter, en wist die Courtin, wie gij waart Duvivier peinsde eenige oogenblikken. Dat betwijfel ik, antwoordde hij. In mijne hoedanigheid van aanvoeder eener compagnie werd ik steeds aangesproken als kapitein. Ik geloof niet, dat hij mijn naam gehoord heeft. Dan ben ik er 1 riep M. Hunter op zegevierenden toon. Courtin en Sint-Alba moeten een en dezelfde persoon ziju. Uw geheele geschiedenis pleit daarvoor. En nu weet ik, waarom hij zoo geheimzinnig verdwenen is. Hij zag u in het hotel, herkende u en vluchtte Zag hij mij in het hotel vroeg Du vivier verbaasd. Zag Courtin mij Ja. Ik was er niet zeker van, maar nu is er geen twijfel meer mogelijk. Hij was het, die achter in den langen, don keren gang stond, toen ik u goeden nacht wenschte. Hij kreeg u in de neus en maakte zich dadelijk uit de voeten. Welk een -:onderlinge ontdekking I Ik geloof, dat wij thans de geheele zaak kunnen doorzienMorgen moeten gij en ik, zoo snel mogelijk naar Tours. Naar Tours riep M. Duvivier. Ja, naar Tours. Ziet gij niet in, dat alles afhangt van den uitslag dezer reis Courtin, anders gezegd Sint-Aiba, is her trouwd, zooals wij weten, maar nu moe ten wij eens onderzoeken, wat er van de eerste Mevr. Courtin geworden is, en dat zal ons te Tours best gelukken. terwijl de Vlaming, al sprak en schreef hij Fransch zoo goed als de beste Fran sche letterkundige, toch niet kan geplaatst worden in het Walenland. Bijgevolg komt die regeling hierop neer. dat de Vlaming om, zelfs in zijne eigene streek, een staatsambt te kunnen bedienen, eene tweede taal moet aanlee- ren, terwijl de Waal daarvoor genoeg heeft met de kennis van zijne eigene taal en de kennis eener tweede taal hem toe gang geeft tot de ambten, niet alleen in zijne streek, maar in geheel het land. Met de kennis der twee zelfde talen staat dus, voor den Waal geheel het land open terwijl de Vlaming, omdat hij Vlaming is, in de Vlaamsche provinciën moet blijven. Ja, ja, de gelijkheid tusschen Vlaming en Waal is een schoon ding. Handelsblad. STEDELIJKE MUZIEKSCHOOL VAN AALST. Bestuurder Mr Gustaaf PAPE. van 190S. MAXIMUM 60 PUNTEN. Muziekleer Juffrouwen. Leerares Mej. L. Van Dintbr. ie Afdeel ing. 2* prijs met groote onderscheiding Mej. Eemans Emma, 49 p. 2® a met onderscheiding Mej. De Vos Maria, 45 p. 1 accessit Mej. Haven Elvira, 35 p. Phlippo Martha, 3o p. 2® a Mej. Levis Julienne, 28 p. 2® Afdeeling. 1* prijs Mej. Van Ginderdeuren Maria, 5o p. met onderscheiding Mej. Van Hoorebeeck Maria, 47 p. Van Hoorebeeck Madeleine, 46 p. Mej.Van Damme Virginia, 44 p.; Roosen Philomena, 44 p. ie accessit Mej.Bonner Josephina, 35 p. Aercke Clotilde, 35 p. a® Mej. De Gey ter Esther, 29 p. Clotman Laura, 29 p. Callebaut Stephania, 24 p. 3e Afdeeling. ie melding met onderscheiding Mej. Buys, Mariete, 55 i/t p, i® melding Mej. Temmerman Ghislena, 5o p. Van Belle Maria, 5o p. Steenhout Valentina, 5o p. Ik heb het gehoord, dat de oude Bertin, haar vader, dood is. Dat komt er niet op aan. Er zullen wel andeie familieleden gevonden worden. Komaan, wij mogen geen oogenblik stil zitten. Alles wat wij doen, is in het be lang van Charlotte; ik zal oogenblikkelijk een briefje zenden aan den hoofdinspek- teur Cavendish Norfolk, om hem mede te deelen, dat wij door een toeval een spoor gevonden hebben en morgen naar Tours gaan. Wij moeten er geen gras over laten groeien. Wat een zonderling toeval Ik heb nooit zoo iets gezien I Eenige bevelen van M. Hunter aan zijne bedienden, een brief aan M. Nor folk, en alles was in orde. De heeren waren gereed om den volgenden morgend met de eerste gelegenheid naar Frankrijk te vertrekken. Hoewel M. Hunter nooit last had van slapeloosheid, kon hij dien nacht niet tot rust komen en uren achtereen lag hij na te denken over den vreemden loop, die de omstandigheden genomen hadden. Hoe langer hij nadacht, des te vaster werd zijne overtuiging, dat Courtin en Sint-Alba een en dezelfde persoon was. Het Zigeunerknaapje, aangenomen en opgevoed door den Italiaanschen edel man,was ongetwijfeld met zijn weldoener naar Frankrijk getogen en na diens dood had hij zich zelf moeten helpen.Te Tours had hij waarschijnlijk eene betrekking gevonden en ook eene vrouw. Wat thans 2e Melding Mej. Lentz Fiorina, 48 p. Allart Anna, 47 i/j Mertens Ma ria, 46 Van Mossevelde Alicia, 44 p.; Van Coningsloo Irma, 41 l/t p. Bauwens Irène, 40 p. Muziekleer Jongelingen. 1® Afdeeling. Leeraar ad interim M. Phil. Loockx. 2® prijs met de grootste onderscheiding M. Eibers Eugeen, 49 p. 2® met groote onderscheiding M. Guldemont Theofiel, 47 p. 2® 1 met onderscheidingMM. De Vos Achiel, 46 p. Eemans Flor. 45 p. 2* M. De Schaepdryver Hendr. 41 p. i® accessit met onderscheiding MM. De Schaepdryver Frans, 37 p. Da Vuyst Julius, 35 p. I® 1 M. Gheys Hector, 33 p. 2® MM. Eemans Gaston, 25 p. Van Sinay Rafaêl, 20 p. 2® Afdeeling. Leeraar ad interim M. Ren. Lenssens. i® prijs MM. De Smet Adhémar, 51 p.; Beeckman Leo, 5o p. 2® MM. De Schaepdryver Jozef, 42 p. Podevyu Jan, 40 \fi p. i* accessit met onderscheiding M. Van Opdenbosch Juliaan, 36 l/a p. I® i) MM. Van der Vorst Clemens, 34 p. Van Neck Jozef, 32 l/i p. 2® MM. Vemimmen Georges, 241/» p. Huylebroeck Philemon, 24 p. 3* Afdeeling. Leeraar ad interim M. A. Ghysbrbcet. 1® melding met de grootste onderschei ding M. Spitaeis Gustaaf, 60 p. i® MM. Van der Meirsch Bernard, 51 1/2 p. De Schaepdryver Lo- dewijk, 51 1/2 p. Amant Karei, 5o p. 2* met onderscheiding M. Audaert Georges, 47 p. 2® MM. Van Lierde Petrus, 44 p. Marcel Jan. 44 p.Chevalier Gas ton, 42 p. Verleyscn Arsêne, 40 p. Singelyn Gaston, 40 p. Ge hot Fernand,40 p. Muziekleer Volwassenen. Leeraar ad interim M. Ph. Loockx. I® Afdeeling. 2® prijs met onderscheiding M. De Raeve Polidoor, 45 p. 2® MM. Van Lierde Hendrik, 41 p.; Cornand Alfons, 40 p. 2® accessit MM. De Vos Polidoor, 23 p.; Van den Berghe Jozef, 23 p. nog in het duister lag, zou wel duidelijker worden bij een bezoek aan die stad. In allen gevalle vond men hier eenen sleutel tot Sint-Alba's vroeger leven en de voorzichtigheid schreef voor, dat de vrienden der arme Charlotte het nieuwe spoor met de grootste omzichtigheid niet alleen, maar ook met snelheid volgden. Eindelijk sloeg het uur van vertrek en de beide heeren reden in eenigzins ge jaagde stemming naar de statie. Daar werden zij opgewacht door een heer met zware borstelige wenkbrauwen en een scherpen oogopslag. Dc Franschman her kende hem oogenblikkelijk en stelde hem aan M. Hunter voor, als den hoofdop- zoeker Brusel. M. Brussel had nog iets anders bij zich om zich bekend te maken aan M. Hunter een brief van het hoofd der po litie. M. Norfolk schonk de beide vrien den de overtuiging, dat het hoogst nuttig zou zijn een ervaren politiebeambte meé te nemen. Indien gij er niets tegen hebt, zegde hij, den brief overhandigend, dan zal ik van de partij zijn. Het spreekwoord zegt, dat twee hoefden beter zijn, dan een, en drie kunnen weer meer uitvoeren dan twee. En men kan nooit weten hoe het noodig is. M. Hunter, die dadelijk zag wat er in Tom Brusel zat, nam zijn aanbod met dankbaarheid aan r- jJ(W°rdt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1905 | | pagina 1