Zondag 17 September 1905
5 centiemen per nummer
368te Jaar 55%
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Onze wet op de
arbeidsongevallen.
DE
Zwarte Bedelaar.
Vlaamsch Congres.
Uit Lede.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zjjn ten laste van den schuldenasr.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE SHinH.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3*" bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele ven
dit blad.
AALST, 16 SEPTEMBER ipo5
Een dwaas en leugenachtig artikel
van hetLaatste Nieuws noopt ons
op de vraag terug te komen en het
artikel Een nieuw voorrecht voor
de kloosters te weêrleggen. Wij
hebben reeds vastgesteld dat men in de
bureelen van dit blad de ongevallenwet
niet kent of dat men er zoo bekrompen
is moedwillig de bepalingen en de
draagwijdte der wet te verdraaien om
het volk tegen het werk onzer Catho-
lieke Regeering te kunnen ophitsen.
Waarlijk dit artikel doet eer aan
zyne voorgaande en is, lijk de andere,
eene aaneenschakeling van dwaas
heden en domme streken van 't begin
tot het einde.
De titel reeds is eene schelmerij,want
de wet op de werkongevallen kent
geene uitzondering. De wet is daar
en van de tribunalen hangt het voor
taan af te beslissen op wie zy toepas
selijk is of niet.
Zou men het in de bureelen van het
Brusselsch blad zoover drijven onze
Tribunalen te durven verdenken van
partijdigheid tegenover de kloosters
Als het zoo is, dat men toch vrij en
stout spreke
Nu ter zake.
Er wordt in dat artikel gezegd dat
de boeren gebeten zijn omdat zij ver
plicht worden hun werkvolk te ver
zekeren.
Dat is niet juist.
De wet verplicht niemand zich te
verzekeren. Al de nyveraars op wie
de wet toepasselijk is, mogen hun
eigen verzekeraar blijven. Het is dus
volkomen valsch vooruit te zetten dat
de boeren verplicht zyn hen te ver
zekeren.
Dat is voorzichtig van hunnen 't we-
ge.maar verplichting bestaat er niet.
Velen, byna iedereen, zyn verzekerd
tegen brand toch is er geen wet welke
het oplegt. Men doet het omdat het
voordeelig is.
De manchesteriaansche geus legt in
den mond der boeren woorden welke
het princiep zelf der schadeherstelling
aanvallen. Moeten wij daaruit be
sluiten dat zij de wet zullen afschaffen
als zij eens meester worden Ziet, dat
zouden de werklieden wel mogen we
ten. Wij zouden dit ter overweging
geven aan de socialisten die, uit loutere
godsdiensthaat, met die onverbeterlijke
vijanden van alle wettelijke sociale
hervorming willen samen loopen om
het Ministerie, dat zoo vele goede din
gen tot stand bracht, omver te krijgen.
Onze geus spreekt van heirkracht.
Waar heirkracht bestaat in niet te
4* vervolg.
Mijnheer de Carral, hernam de
markiezin, hem met haren ijskonden blik
metende, ik wist niet dat gij zulk een ge
voelig hart bezat... is dat alles wat gij
gedaan hebt
Hij is zoo jong mompelde de mu
lat, en zoo goed
Mevrouw de Rumbrye maakte een ge
baar van vadsige verveling, daarna voeg
de zij hem, half geeuwende, de volgende
woorden toe
Gij raaskalt, mijn jongen I Laat ons
verstandig spreken, als het u belieft. Ik
had u een bevel gegeven gij hebt het
slechts ten halve uitgevoerd. Dat is zeer
gevaarlijk, weet gij dat wel gelijk voor
mij, gevaarlijk vooral voor u.
Ik weet dat ik u toebehoor, meeste
res mijn onwetendheid en mijn hoog
moed hebben mij tot uw slaaf gemaakt
en zelfs meer dan of wij ons niet in een
land bevonden, waar geen slavernij be
staat. Ik heb een nutteloos bedrog ge
pleegd, ik heb mijne afkomst verloo
chend, ik heb mij met een adellijken
saam opgepronkt, om afgunst in te boe
voorziene gevallen, moet verantwoor
delijkheid uitgesloten blijven.
Denkt die schrijver dan dat er heir
kracht bestaat in ieder ongeval waar
geen bepaalde schuld bestaat Wat ge
dacht maakt die blauwe held zich dan
toch van heirkracht Of kent hij de
beteekenis van het woord
De wet is op de kloosters niet toepas
selijk, beweert het Laatste Nieuws»,
en nochtans zij zijn handelaars enz. enz.
aanval in regel op de kloosters, ge-
liefdkoosd vreetmaal voor de Jaco-
bijnen
Arme geus
Als er in de kloosters werken ver
richt worden welke in art. 2 opgesomd
worden ol onder dezes bepalingen val
len, wat dan
Dat werk kan verricht worden uit
sluitend door kloosterlingen, dan is de
wet niet toepasselijk, omdat de kloos
terlingen geen werklieden, maar
onderlinge geassocieerden zyn. Dat
werk is een associatie.
Nu op die werksoorten is de wet niet
toepasselyk, omdat de eene baas de
andere niet verzekeren moet. Dat is de
reden waarom de visschers van Oos-
stende, bijv. niet onder de wet vallen,
lijk wij het vroeger hadden geloofd,
niet vermoedende dat zij een associatie
vormden.
De leden eener associatie vallen dus
allen buiten de wet en er kan van
voorrecht voor de kloosters hier geen
spraak zijn. Zij volgen den algemeenen
regel.
Moest nu een kloosterling door een
ongeval getroffen worden, dan blijft hij
in het klooster, wordt er verzorgd en
verpleegd en leeft ten laste van de ge
meenschap. Men ziet dat de associatie
der kloosterlingen de broederlijkheid
en de onderlinge verzekering teene-
maal op zich neemt.
Wat wil men meer
En moesten er leeken als werklieden
gebruikt worden, dan is op die de
ongevallenwet toepasselijk, lijk zij het
voor iedereen is, in dezelfde voorwaar
den, alhoewel de burgerlijke verper
soonlijking aan kloostergemeenschap
pen is ontzegd.
Dat verandert er geen zier aan. Tus-
schen den werkman en den overste van
het klooster of zijnen zaakgelastigde
welke den werkman aannam bestaat
er een werkcontrakt. Dus heeft men
een verantwoordelijk persoon.
Het was onze geus niet te doen eene
kwestie van recht op te lossen daaraan
heeft hij niet gedacht. Hij heeft alleen
lijk de zaak gebruikt om wat stof te heb
ben om op de kloosterlingen te vallen,
om de kloosters te lasteren en ze aan
onze bevolking hatelijk temaken. Hij
wilde gelegenheid hebben om van de
rijkdommen der kloosters te spreken,
hunne hebzucht te doen uitschijnen en
al het kwaad en nadeel dat zij zooge-
zemen na zoolang medelijden ingeboe
zemd te hebben. Ik kende niets van Eu
ropa. Ik gelooide niet dat hier, evenals
ginds in de Antillen, de kleurling een
door allen gevloekt wezen was, een ellen
dige hansworst, een paria Ik bedroog
mij gij wist het en toch liet gij mij be
gaan. Ik herinner mij nog uw glimlach,
toen gij mijne gedaanteverwisseling ont-
dektet... Gij hadt gelijk te glimlachen,
meesteres, want de dwaasheid gaf u een
slaaf weder een slaaf, dien do men-
schelijke wetten voortaan niet meer vrij
konden maken.
En dat alles voor niets merkte me
vrouw de Rumbrye met een kwaadaardi-
gen lach aan. Te Parijs zijn de halve ne
gers in de mode. Het is honderdmaal
beter een echte mulat dan een valsche
burggraaf te zijn; gij hebt eene ongeluk
kige speculatie gedaan, mijn arme Nar
cissus
Steeds dien naam 1 riep deze asch-
grauw van toorn uit. Vergeet gij dan dat
op den dag, waarop ik weder Narcissus
zou worden, gij alle macht op mij zoudt
verliezen
Dat is waar, vriend Carral, en ik
heb u te veel noodig om mij aan het ge
vaar van dat verlies bloot te stellen maar
gij zijt waarlijk welsprekend geworden,
weet ge dat wel Ga met uw toespraak
voort, als gij er plezier in hebt.
De mulat rilde bij dien bijtenden toon.
zegd ons volk aandoen. Dat alles is
lasterlijk en overdreven.
Het is dus weer wat slijk dat een
verstokte geus, verblind door zijnen
godsdienst haat, op de godsdienstige
instellingen werpt, 't Is het gewoon
geuzenthema, hun geliefkoosd middel
dat zij gebruiken om hier ook den
hoorn der kerkvervolging te kunnen
blazen zonder onze vrijheidsgezinde en
verdraagzame bevolking voor de ver
drukte te zien opvliegen en in de bres
springen.
Dat zal niet gaan, heeren geuzen-
Zoo is ons volk niet.
Op Zaterdag 23 en Zondag 24 Sep
tember zal te Aalst in het Stadhuis het
Negende Vlaamsch, Natuur en Ge
neeskundig Congres gehouden worden.
De meest verschillende vraagstukken
zullen daar behandeld worden, door liet
puik onzer Vlaamsche geleerden.
Natuur- en scheikunde, dier- en plan
tenkunde, delfstof- en landbouwkunde,
artsenijbereidkunde en geneeskunde
zullen daar door de eerste mannen van
het vak vertegenwoordigd zijn.
Om een gedachte te geven van het
belang dezer bijeenkomst, zij het ons
genoeg de namen der geleerden op te
noemen, die spreken zullen of hunne
mededeelingen ingezonden hebben. Op
het Voorloopig Programma lezen wij
de namen der Hoouleeraren G. Ver
riest, van LeuvenDe Bruyne, Wa-
steels, De Stella en Verstraeten van
GentPaque, van Namen Rotgans en
Treuh van Amsterdam Wenkelbach
van Grouingen der Doctors Vande-
velde, Leperre, Van Haelst, Vernieuwe,
Broeckaert en Remouchamps van Gent;
Boonroy, Sano, De Keersmaecker,
Allaeys, Van de Perre en Gunzburg van
Antwerpen Lauwers, Van den Berghe
en Depla van Kortrijk Van Erp, Taal
man, Kip van Arnhem Mets van Lier;
Peeters en Meeus van Gheel De Buk
van Froidmond Ruyssen van Sley-
dinge Van den Bulcke van Veurne
De Keyser en Goppez van Brussel
Vermeersch van Lichtervelde Bau-
wens van Aalst; Rupprecht van Brugge;
der Apothekers Schoepp van Maas
tricht van Schoor en Hendrix van
Antwerpen der Landbouwkundigen
Miserez van Aalst en Scheirlinck van
Ophasseltvan den kruidkundige De
Galuwe en den ingenieur Fabri van
Gent, enz.
In de algemeene vergadering zal het
belangrijk vraagstuk van het. drink
water, ingeleid door Dr Vandevelde,
verder besproken worden door Dr Is.
Bauwens. Eene redewisseling zal over
deze gewichtige zaak plaatsgrijpen on
der de geleerde leden van het Congres.
Zelden of nooit zag onze Stad zulk
een vereeniging van wetenschappelijk
Hij hernam op een meer afgemeten toon,
waarin een zekere bedreiging opgesloten
lag
Ik ben op uwe plantage geboren,
meesteres, de vrijheid is gekomen voor
mij gelijk voor allen ik heb er afstand
van gedaan ik heb mij opnieuw ver
kocht voor een vooraf vastgestelde som...
maar de slaven komen soms in opstand,
wees voorzichtig
De markiezin richtte haar hoofd half
op ditmaal doorstond de mulat dapper
haar blik.
Verstout gij u tegen mij te willen
strijden vroeg mevrouw de Rumbrye,
zonder hare achtelooze onverschilligheid
te laten varen. Carral antwoordde
Vraag mij iets wat ik doen kan... Ik
wil Xavier niet in het verderf storten.
Gij wilt niet sprak de markiezin
op elk woord drukkend, terwijl hare
oogen een vuurstraal schoten.
Carral was gewoon het onderspit te
delvenReeds streed hij niet meer dan om
den vorm.
Meesteres, zeide hij, nog eenmaal, ik
smeek het u, heb medelijden met hem 1
Hij is twee en twintig jaar, zijn hart is
grootmoedig, hij kent geen kwaad...
Genoeg I viel de markiezin hem
scherp in de rede. Men zou zeggen, mijn
heer Carral, dat gij mijn geduld op de
proef wilt stellen gij hebt gezegd ik
wil, en wat weet ik nog al meer Gij zijt
gevormde mannen. Wie van geeste
lijke ontwikkeling houdt, zal in hunne
vergaderingen nuttige en aangename
u?en doorbrengen. Uit ganscher harte
wfenschen wij de heeren Congresleden
welkom en geluk
Schikkingen. Zaterdag, 23 Sept.,
in het Stadhuis 1) Te 17 uren Wel
komstgroet en eerewijn aangeboden
door door de Stadsoverheid. Eerste
algemeene vergadering Voordracht
van Prof. Dr G. VerriestDe Huma
niora en de Medische Opleiding.
2) Te 20 uren Muziekfeest den Con
gresleden aangeboden. Zondag, 24
Sept., in het Stadhuis 1) Te 9 en te
15 uren Afdeelingvergaderingen.
Te 14 l/t uren Tweede algemeene ver
gadering. 2) Te 17 iji uren Feest
maal.— Maandag, 25 September Kos-
telooze reis naar de waterleidingswer-
ken van Spontin.
Het dagbet in het Oosten I
Deze kreet, opgeweld uit het gloed
volle hert van eenen onzer vurigste en
verdienstelijkste Vlaamsche dichters
en waarmede hij de heropbeuring
zijner geliefde moedertaal begroette,
schijnt hier te Lede ook op het gebied
der kunst weerklank gevonden te heb
ben.
Ja, er komt licht van den Leedschen
kunst,hemel
Lede heeft dezen zomer getoond wat
taaie ijver en broederlijke eendracht
vermogen. Vol moed en wilskracht
heeft het den ouden, al te gemakkelij-
ken slenter van het zoete nietsdoen en
het vadsige laat maar gaan afgeschud.
Het heeft begrepen dal rust roest, dat
niet vooruitgaan noodzakelijk achter
uitkruipen is, en het heeft zich .moedig
opgewerkt uit het stof waarin het sinds
jaren begraven lag.
Dank aan de welwillende bescher
ming en vaderlijke aanmoediging van
zijn geacht Burgerhoofd, den heer
Jozef Moens, dank aan den onverpoos
den iever en zelfopoffering van twee
Leedsche burgerszonen, de heeren Van
Zandycke en De Craecker, wederzijds
bestuurders der plaatselijke harmonie
en der zangmaatschappij Hand in
Hand dank ook aan de jeugdige
wilskracht der leden van voornoemde
maatschappijen, heeft onze gemeente
dezen zomer op weerdige wijze de ver
jaring onzer nationale onafhankelijk
heid kunnen vieren.
Eiken Zaterdag avond werd er ter
marktplaats beurtelings door eene der
maatschappijen een concert gegeven
dat telkens door het aanheffen van het
vaderlandsch lied werd gesloten.
Dat deze concerten waarlijk in den
smaak van het volk vielen zulks getui
gen de aanwezegheid van velen onzer
medeburgers en het daverend handge
klap dat de uitgevoerde muziekstukken
en koren begroette.
in de hoogste mate onbeschaamd geweest
vriend.
Meesteres
Zwijg
Met drift schopte de markiezin het
bankje ter zijde, en plaatste zich vlak voor
Carral, die, haar gewonen en zegevieren
den invloed ondergaande, begon te sid
deren en achteruit deinsde.
Gij ziet wel, dat gij bevreesd zijt,
mulat voegde mevrouw de Rumbrye
hem met verpletterende minachting toe,
hazenhart, negergebroed gij gelijkt
slechts op de mannen van Europa door
een ellendige ijdelheid die hun trots
na&apt. Gij behoort mij toe, gij hebt het
gezegd de waarheid in alles Als ik op
die slavernij reken, dan is het niet omdat
gij tot dat zwarte vee behoort, hetwelk
krachtens de vroegere wet mijn eigendom
was, maar omdat gij een beschaafde Con-
goneger zijt Het is omdat gij meer voor
de bespotting dan voor de schande vreest.
O ik waag niets met mijn hiel op uw
hoofd te zetten. Het is voor u te laat om
met de nieuwe gedachten uw voordeel te
doen en u te hullen in den hoogmoed
van uwen oorsprcnkelijken staatNeger,
gij hebt u zeiven blank gemaakt 1 Be
proef het op uwe schreden terug te kee-
ren, ik tart er u toe, gij zijt veroordeeld
Gij moet Juan de Carral blijven op straffe
van door allen uitgelachen, bespot en
beschimpt te worden....
En die bijval is meer dan verdiend.
Immers, tusschen onze harmonie van
over twee, driejaren en die van heden
is er geene vergelijking mogelijk. Zoo
sukkelachtig en vervallen zij dan was,
zoo jong en frisch is zij nu. Dank aan
de talentvolle leiding van haren be
kwamen en werkzamen Bestuurder
die van zijne muziekanten niet enkel
muzieklezers maar ook muziekmin
naars heeft weten te maken, staat zij
thans op goeden voet en mag zij hoop
vol de toekomst inblikken.
Wat de zangvereeniging Hand in
Hand betreft, de schoone stukken uit
haar repertorium, met zóóveel gevoel
en overtuiging uitgevoerd, leveren ons
het treflendste bewisdat zij in bloei en
ontwikkeling voor hare oudere zuster
niet moet onderdoen. Hier was de te
overwinnen moeielijkheid groot ver
mits de leden, op eenige zeldzame uit
zonderingen na, de muziek onmachtig
zijn daarom ook is de verkregen uit
slag zooveel te eervoller en die eer komt
bijzonderlijk haren onvermoeibaren
Bestuurder toe.
Om nu op schitterende wijze de reeks
concerten van het afgeloopen jaar te
sluiten hebben beide maatschappijen
besloten gezamentlijk. en dit ter gele
genheid der aanstaande Kermis (23 en
24 September) eene gelegenheidscantate
voor gemengd koor en orkest uit te
voeren. Woorden en muziek er van zijn
door eigen volk geleverd (1) en gansch
oorspronkelijk. De herhalingen zijn
reeds volop aan gang en alles doet voor
zien dat de uivoering er van overheer
lijk zal wezen.
Ziedaar wat wilskracht en eendracht
vermogen Ook verwachten de Lede
naren, en dit met reden, eenen welver
dienden bijval van wege hunne buren
ter belooning van hunne moeite en
ijver.
LEVE LEDE
a Edw. Van Zandycke, woorden
Ditjes en datjes.
Nog heeft Groene Pie de aarts-
logenaar. de verheerlijker van het vuil
zwijn Luther, de persoon of personen
niet aangewezen die hem, in naam der
Catholieken van 't Arrondissemt van
Aalst, voorstellen deed of deden van
verzoening en vrede en hem de tweede
plaats op de lijst der Catholieke Candi-
daten toezegde of toezegden.
G'hebt dus gelogen Groene Pie tot
zelfs ter Volkskamer g'hebt het uit
uwen duim gezogen g'hebt uw lijntje
eens uitgeworpen om tc ondervinden
of men u over dc kloof niet zou willen
halen die u van de Catholieken scheidt..
Maar niente da fare Judas willen wij
u niet
ALS een catholieke priester of
kloosterling wordt gestraft en onweer-
dig geoordeeld 't priesterkleed te dra-
Carral liet een dof gekreun hooren.
terwijl de welluidende stem van de mar
kiezin, scherp geworden als het gekras
eener vijl, aldus voortging
Gij zijt niet bevreesd, dat ik u zal
aanklagen van eene misdaad of een eer
loosheid, o neen I Gij zijt niet bevreesd
dat ik van u zal zeggen die man is ge
schandvlekt, zijn leven is voorbijgegaan
in eerlooze handelingen zijne kleederen
waren eertijds doortrokken van den stank
der ellendige speelholen, waar hij zijne
dagen en nachten verbraste... Gij vreest
slechts dat ik u den een of anderen dag
Narcissus of mulat zal noemen... Luister,
ik doorzie u volkomen. Het is niet uit
medelijden met Xavier, dat gij zyne zaak
bepleittet. Het was om eene poging tot
verzet te wagen, om te zien of het juk
moeilijk af te schudden zou zijn... Ik
verbeef u voor ditmaal, maar, geloof mij,
het zal de laatste keer zijn.
Terwijl zij zoo sprak, was de markiezin
zoodanig van houding veranderd, dat
men haar bijna niet gekend zou hebben.
Haar hoofd had zich recht en fier opge
richt hare wenkbrauwen waren scherp
en hoekig geteekend en hadden alle zacht
heid verloren en een diepe voor door
ploegde. haar anders zoo glad voorhoofd.
Alles in haar ondersteunde de onver
biddelijke en plotselinge uiting van baren
ijzeren wil.
Maar nauwelijks had zij de laatste
gen, ofwel, vrijwillig de leap over de
haag werpt dan wordt hij door de libe
ralen en socialisten vereerd als een
afgod.
De ieverigste, de voorbeeldigste onder
de R. C. Priesters wordt door de libe
ralen en socialisten beleedigd, gehoond
versmaad en gelasterd terwijl den apos
taat geloofd, geprezen en geeord wordt.
Een priester welken de liberalen en
socialisten vervloeken en verwenschen,
welken zij voor boerenlummel. Iiemel-
dragonder, domhoofd enz., uitschelden,
zullen zij in een toonbeeld van geleerd
heid, verstand, deugd herschapen, zoo
dra hij als apostaat datgene versmaadt
wat hij vroeger aankleefde en aanbad,
en tegen den Godsdienst en tegen de
geestelijke Overheid oorlog voert....
Donderdag avond is een meisje
behoorende tot eene der achtbaarste fa-
milien van Roubaix, mej. Martha Scors-
sery, te Fransch-Lourdes op wonderba
re wijze genezen geworden.
Het meisje, 24 jaar oud, leed sedert
meer dan drie jaren aan bloedarmoede
en een noodlottigen afloop scheen niet
lang meer te zullen uitblijven, toen het
meisje dat altijd eene groote genegen
heid voor O. L. V. van Lourdes betoond
had, de toelating vroeg om de bedevaart
naar Lourdes mede te maken.
Eerst verzetten hare ouders zich daar
tegen, ingezien haren zwakken toestand
doch op haar aandringen werd eindelijk
besloten dat zij zou medereizen.
Na eene reis van achten twintig uren
kwam zij te Lourdes aan, als eene doo-
de zij was bewusteloos en men had
zelfs te Poitiers reeds de terugreis wil
len aanvaarden. Den avond der aan
komst, te Lourdes werd zij in een klein
rijtuigje geplaatst en op den doortocht,
der processie gebracht. Daarna werd zij
in de badplaats gebracht, doch haar toe
stand verslechtte zichtbaar en de moe
der van het meisje wilde kost wat kost
tei'ug naar Roubaix. Doch de zieke
smeekte nog wat te blijven en haar nog
eenmaal naar de processie te brengen
daar, zeide zij, zij aan God wilde vragen
hare ouders tegen het verlies van hun
kind te sterken.
Het meisje werd alsdan naar den
doortocht der processie gebracht. De
eerste maal dat het Allerheiligste voor
bij haar gedragen werd, scheen zij het
niette bemerken, doch de tweede maal
sprong zij schielijk op, knielde neder
voor het Allerheiligste en na de zege
ning ontvangen te hebben, viel zij wee-
nend in de armen harer ontroerde moe
der. Daarna volgde zij uit eigen bewe
ging de processie tot in de kerk van den
Rozenkrans. Het meisje ging daarna te
voet naar het hotel terug, en zij die nog
in geen driejaar vleesch genuttigd had
at er met eenen goeden eetlust.
Toen mej. Scorssery bij den terug
keer te Bijsel aankwam, sprong zij heel
verheugd uit liet rijtuig, en wierp zich
in de armen harer familieleden welke
haar ter statie afwachtten.
woorden gesproken, of hare geweldig ge
spannen spieren verslapten weder air
door een tooverslag. Zij liet zich op de»
zetel neder vallen en hernam hare acht*
looze houding.
Een oogenblik blies de machtelooz»
woede van Carral hem de gedachte va»
geweld in. Zijne handen openden ziek
instinktmatig als om het zwakke schepsel
te vermorzelen, dat hem onder hare voe
ten vertrad.
Hij durfde niet, en verplet onder het
gewicht van zijne eigene zwakte, erkende
bij zich overwonnen.
Het was op bevel van de markiezin,
dat Carral kennis had gemaakt met Xa
vier. Vriendschapsbetrekkingen ontstaan
spoedig in de wijk der studenten. Het
had Carral geene moeite gekost de vriend
schap van den jonkman te winnen, en
hem zoo vertrouwelijk en goedhartig
ziende had hij hem lief gekregen.
Niettemin had mevrouw de Rumbruye
hem op den bodem van zijn hart gezien
toen zij zeide
Het is niet uit medelijden met Xa
vier, maar uit eigenbelang, dat gij zijne
zaak bepleit.
De mulat gevoelde ten hoogste eene
zekere begeerte om zijn vriend te redden,
terwijl hij van verlangen brandde om
het juk af te schudden, dat hem zeiven
drukte. (Wordt voortgezet).;^