Donderdag ^8 September 1903 3 centiemen per nummer. 36sle Jaar 3599 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. WAAROM HET GEHEIM Ongedierte. 1830-1905. DENDERBODE. Tit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Man schryft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr en in alle Postkantoren des Lands. r 31, CUIQUE SUUM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 34e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele va a dit blad. AALST, 27 SEPTEMBER ijo5 Waarom vallen de liberalen altijd de kloosters aan Om ze bij 't volk hatelijk te maken. En om dit doel te bereiken, deelen zij met gansche wagenvrachten leugens meê over de uitbating en rijkdommen der kloosters. Welke mag de reden hiervan zijn 't Is niet moeilijk te raden hunnen haat tegen God, Kerk en Godsdienst. 't Is belachelijk te beweren dat zij enkel willen opkomen tegen de misbruiken die in of dcor de kloosters zouden bestaan. Veelal beschuldigen zij, heel voorzich tig uit vrees van Moeder Justicia, som mige kloosters van uitbating van arme arbeidsters. Die beschuldigingen zijn ongegrond, doch mochten zij, hier of daar, een schijn van gegrondheid hebben, dan bezitten de liberalen hierom toch het recht niet de kloosters in 't algemeen den steen te wer pen, ze te beliegen en te lasteren. Als er van uitbating mag gesproken v/orden dan moet men deze aanklagen gepleegd door fabrikanten, nijveraars, speculanten, handelaars, enz. en vooral door politieke gelukzoekers, lijk de groene helden van Chipka en andere plaatselijk heden, Maar hebben de liberale schrijvelaars er wel ooit aangedacht die wereldlijke uit baters aan de kaak hunner verontweerdi- ging te stellen Nooit is het bestatigd geworden. En waarom Eenvoudig om dat die uitbaters niets gemeens hebben met den Godsdienst en zij er dus hunnen helschen haat niet kunnen meê botvieren. De tweede grief door de liberalen tegen de kloosters bijgebracht luidt De kloosters zijn rijk, ze stapelen ongehoorde rijkdommen op elkander. Kolosale overdrijving voor de nood wendigheid der zaak. Waarin bestaan die zoogezegde onaf- metelijke rijkdommen der kloosters In scholen, godshuizen, weezengestich- ten, ouderlir.genhuizen, werkhuizen, en meer andere gestichten tot leniging van 't lijdende menschdom. Dus die zoogezegde rijkdommen der kloosters dienen niet om aan de klooster lingen weelde en gemak in 't leven te verschaffen, maar ze worden aangewend tot nut en voordeel van hun evenmensch, tot troost en leniging van de ellenden en het lijden van de ongelukkigsten der menschen. 76® Vervolg. Thans kunt gij zien waartoe gij mij gebracht hebt door uwe schurkenstreek, zegde Power ernstig. Aanschouw den man, wiens levensgeluk gij verwoest hebt, door uwe vervloekte leugens. Het was of het verzwakte lichaam van Stanley door eene stuiptrekking doorboord werd, maar hij gaf geen antwoord. Het was nu tijd om de cel binnen te gaan en het brood werd aan de gevange nen gebracht. Daar Robert hierbij de behulpzame hand moest bieden, bestond er geene gelegenheid om het gesprek voort te zetten. Maar later, toen alles weder rustig was en toen de cipiers zeiven ook waren gaan eten, opende Robert de cel van Stanley zoo zacht mogelijk en hij trad binnen. De veroordeelde had zijn maal bijna niet aangeraakt. Gedurende zijn verblijf in de gevangenis was hij over het alge- En toch zullen de liberalen uit gods diensthaat, zoodra zij er de macht zullen toe hebben hier, lijk in Frankrijk, de goe deren der kloosters rooven, zonder er zich om te bekommersn dat de armen en beproefden er het meest zullen door te verduren hebben. Maar hoevele familiën treft men niet aan die aan 't hoofd zijn van fabelachtige rijkdommen en ze uitsluitelijk voor eigen genot en voordeel gebruiken en die rijk dommen af rijkdommen stapelen Wij zouden voorbeelden kunnen aanhalen van zeer liberale familiën. Nu, hebben de liberale schrijvelaars er wel ooit aan gedacht die opeenstapeling van allerlei schatten door bijzonderen aan te klagen als iets ongehoords, iets laak baars, iets onverdragelijks Hebben zij die rijkaard wel ooit trach ten hatelijk te maken in de oogen des volks Hebben zij ooit de hebzucht der me nigte aangevuurd, om aldus, vroeg of laat, den algemeenen roof dier rijkdom men voor te bereiden Wel duizendmaal, neen En waarom weer al Wel de rijkaards aanranden, brengt niets bij tot uitroeing van den R. C. Godsdienst Maar de kloosters hatelijk maken dat bevordert het doel dat ze bereiken willen. Godsdiensthaat, ziedaar de oorzaak van al de venijnige leugens en lasteringen die de liberale helhonden tegen de kloosters uitbassen ONGEDIERTE, 't is volgens de Monde, de hoonende naam, welken de goddelooze Franschman naar het hoofd slingert der edele vrouwen, die in het klooster gansch hun leven aan het welzijn van den evenmensch toewijden. Luistert liever. Een forsch gebouwde soldaat werd onlangs van het krijgsoefeningsplein naar het hospitaal overgebracht, 't Was als een doode massa rood geblakend door eene besmettende koorts, op 't punt den laatsten adem uit te blazen. Toen de geneesheer hem bemerkte, maakte hij een gebaar, dat zeggen wilde niets aan te doen 1 Maar het zusterken Jeanne Marie was van een ander gevoelen het wijdde den armen zieke hare beste zorgen, en 't was als een tweestrijd tusschen het nederig zusterken van St-Vincentius en de vree- selijkste der koortsen. O, die lange dagen en nog langere meen steeds een slechte eter geweest. Steeds was hij hoog tevreden met het rantsoen, dat hem voorgezet werd, maar heden had hij nog minder trek dan anders. Zijne ontmoeting met den dokter had hem geheel in de war gebracht. Gij komt ongetijfcld om mij te be spotten, zegde hij. Iedereen krijgt zijne beurt en gij hebt thans de uwe. Het leven is hier zeer hard en ik vermoed, dat gij 't nog wel wat erger zult maken. Gij zult wel telkens rapport over mij indienen. Ik ben niet van die soort, antwoordde Robert, volkomen begrijpende wat de veroordeelde vermoedde, waardoor zijnen toestand nog oneindig veel ellendiger zou worden, dan thans het geval was. Indien ik deed, wat gij veronder stelt, zou het niets meer zijn dan hetgeen gij verdiend hebt. (lij hebt echter niets anders te doen dan u goed te gedragen, dan zal ik u geene moeite of last veroor zaken. Ik zie wel, dat gij zwaar genoeg gestraft zijt. Gij ziet er uit, alsof gij op 't punt zijt van te sterven. Ik ben door en door ziek, dat is de waarheid, snikte Stanley. Ik heb niet de minste kracht meer om mij over het leed heen te zetten. Dit leven doodt mij. Als gij u ziek voelt, waarom gaat gij dan niet naar het hospitaal 1 vroeg Robert. Dan zoudt gij toch beter hebben. De gevangene schudde ontkennend met het hoofd. Neen, 't is niet in het hospitaal nachten doorgebracht om, op des zieken lippen, een teeken te bespieden, dat wat meer leven aanduidde O die akelige stilte, die haar deed opschrikken, telkens zij van vermoeienis en uitputting een oogenblikje in slaap viel Mijn God I zoo hij eens dood ware 1... Maar neen, hij leeft nog... en dan kwamen na de afmat ting verschrikkelijke oogenblikken, een crisis, een koortsaanval. Wonder, die forsche kerel, dien geen zes ziekenoppassers konden bedwingen, wanneer bij in ijlende koorts, uit het bed wilde springen, gehoorzaamde zonder tegenspraak op de stem van zuster Jeanne- Marie. Een enkel woord van harentwege, zacht als 't woord eener teederlijke moe der, was genoeg om hem aanstonds te bedaren. Hij was nog wel altijd in deli rium, maar hij bleef stil, en dan stak hij soms de armen toe naar een onzichtbaar wezen terwijl zijne brandende lippen pre velden Moeder Moeder Dat duurde zoo weken en weken lang en 't zusterken had nog geene rust willen nemen. Pas op sprak op zekeren dag de majoor, haar met den vinger dreigend, ik zal u bij uwe overste aanklagen, n Doe dat toch niet antwoordde zij vol schrik, een brief van Er was namelijk voor den zieke eenige dagen na zijne opneming in 't hospitaal, een brief aangekomen, een brief uit Frankrijk, van zijn vader, naar het scheen. Het zusterke had zich het genoegen voor behouden dien brief aan den zieke voor te lezen, zoodra deze min of meer hersteld was, en alle majoors van de wereld, neen, zij wilde hel niet zouden haar en haar pleegkind dat genoegen niet ont zeggen. Eindelijk is het lang verbeide oogen- blik daar. H*»ar rozenkrans is omtrent afgesleten van 't gedurig glijden door hare vereelde vingers maar «Ie arme soldaat is aan beterhand 't is nog slechts eene kwestie van tijd. Kent gij dit vroeg zuster Jeanne- Marie, hem den brief toonende. Ja a antwoordde de zieke zacht, <«*t is een brief van mijn vader.ge moet weten Zusterken, een man van invloed. Ja, hij is burgemeester onzer gemeentehij is 't die den afgevaardigde bij ons doet kie zen, en als ik hem zal schrijven, dat gij mij zoo moederlijk verzorgd, ja, 't leven gered hebt, O 1 ik ben zeker, dan zal hij wel zorgen dat gij gedecoreerd wordet. Wilt ge wel zwijgen Ja» ïa> n 6'n6 de zieke voort, ge zult het wel zien, Zuster... Maar onder- tusschen lees me toch eens den brief van vader. waar ik herstel zou vinden. Waaraan ik behoefte heb, is versche lucht en ik moet gerustgesteld worden, 't Is de zorg, die mij een langzamcn dood doet sterven. Wat hebt gij dan voor zorgen, ter wijl gij inde gevangenis vertoeft? Stanley maakte opnieuw een ontken nende beweging met het hoofd. 't Zijn ook geen zorgen in de ge wone beteekenis, zegde hij, 't is de ge dachte aan haar, die zoo zwaar op mij drukt. Ik weet het dokter, gij zijt mij niet vriendschappelijk gezind, na hetgeen wij u gedaan hebben, maar gij zoudt niet kunnen wenschen, dat iemand zich ellen diger voelde, dan ik mij nu gevoel. Bedoelt gij, dat gij ongerust zijt over uwe vrouw vroeg Robert. Dezen keer maakte Stanley een toe stemmend gebaar met het hoofd, waaruit bleek, dat thans de juiste gissing was ge maakt. Over haar ben ik bezorgd. Op zijn langst had ik veertien dagen geleden een brief van haar moeten krijgen. Maar Willem, de cipier in de werkplaats, plaagde mij en bracht mij er toe, hem in drift een klap te geven. Er werd rapport van mij gemaakt en ik verloor twaalf goede merken en de kans om iets van haar te hooren. De gevangene bedekte zijn gelaat met zijne handen. Zijne gedachten waren ge heel cn al vervuld met de vrouw, van wien hij gescheiden was en waaraan hij zoo innig gehecht scheen. Robert Power En zuster Jeanne opende de enveloppe en las de volgende regelen Mijn beste Louis, ik haast mij U eene groote overwinning te melden. Wij heb ben het hospitaal alhier verwereldlijkt.De religieuzen hebben hun boeltje bij elkaar moeten pakken, en ik, uw vader, ben fier op, de gemeente van dat ongedierte verlost te hebben. Aan dat ongedierte, lezers, had die goddelooze het behoud van zijnen zoon te danken. Te gelegenheid van het jubeljaar der onafhankelijkheid van België heeft de minister van nijverheid en arbeid een der bekwaamste ambtenaars van zijn minis terie, M. den bestuurder Mommaert, gelast een overzicht on te stellen van den grooten vooruitgang in de vijf-en-zeventig jaren door 't vaderland verwezenlijkt. Dat werk is nu verschenen. Het is een zeer groot en lijvig boek, even merkweerdig door den teks als door de prachtige platen, die het versieren. Gelijk de minister Francotte zegt in de opdracht van het werk aan den Koning, zulke boeken rijn 't schoonste bewijs van het recht dat het Belgisch volk heeft op een onafhankelijk bestaan. Men ziet erin dat de personen altijd tot verbetering op geklommen zijn, dat het land zelf gedurig zedelijk veredeld is, dat België vol kracht dadigheid gewerkt heeft tot zijne eigene verheffing, maar ook dat de pogingen van het verleden moeten voortgezet worden in de toakomst, om het vaderland altijd hooger en hooger op te voeren. België is gelegen te midden het nijve rigste deel van Europa. Het paalt aan de zee op eene lengte van 68 kilometers, aan Nederland op 138 kilometers, aan Prui sen op 97 kilometers, aan Luxemburg op 129 kilometers en aan Frankrijk op 614 kilometers. Zijne oppervlakte is 2,945,5o3 hektaren, waarvan ongeveer 115,ooo polderland, dat lager ligt dan de zee, 740,000 hectaren platte vlakten. i,255,5oo hectaren heuvelland en 825,000 hectaren bergstreek. In i83i telde de bevolking 3,785,814 nu overtreft zij de 7 millicen, en is dus in 75 jaren verdubbeld,hoewel er 5oo,ooo geboren Belgen in het buitenland ver blijven. Op 't einde van igo3 bedroeg budjet van den Staat als ontvangsten 5i3,8oo,ooo fr. als uitgaven 5i2,5oo,ooo fr., dus l,3oo,ooo fr. overschot, alleen te danken aan het catholiek bestuur. De schuld van den Staat beliep tot 219,960,000 fr. aan liet niet na, dit punt op te merken, en het vervulde hem met de hoop, dat het niet zoo moeilijk zou zijn, als het scheen, om zich met Stanley te verstaan. In den toe stand, waarin deze verkeerde, was het ongetwijfeld het verstandigste hem vrien delijk te behandelen, hetgeen niet moeilijk was, daar hij medelijden gevoelde met den ongelukkige, "t Lag niet in Roberts karakter wraak te nemen op iemand, die reeds zoo zwaar gestraft was. Wat zoudt gij er van zeggen, zegde hij, 11a eenige minuten gezwegen te heb ben en elk woord goed wikkende, als ik u eens eenig nieuws kon melden van uwe vrouw Gij riep de Zigeuner met schitte rende oogen. Ja, antwoordde Robert. Plotseling echter vatte de veroordeelde argwaan op. Gij zult den gek met mij houden, zegde hij nijdig. Gij tracht mij te tergen. Ik begnjp het wel, gij kwaarnt hier om eens met mij te spelen. Neen Stanley, antwoordde Robert; ik ben niet zoo wreed als gij denkt. Er was een tijd, waarin ik genegen geweest zou zijn om u te verwurgen, voor hetgeen gij mij hebt gedaan, maar dat alles is voorbij. Ik heb er veel over nagedacht, en ben tot het besluit gekomen, dat daar ik u niet het minste leed deed, gij geen reden kondt hebben om mij kwaad te doen. Gij werdt er toe aangezet. 2 i/t t. h., overgeërfd van den Hollander en 2,769,040,000 fr. aan 3 t. h., omtrent allen besteed voor nuttige werken, ijzeren wegen, vaarten, telegraaf, telefoon, havens, wegen, enz. De negen provincies ontvingen in 1901 in het geheel 23,853,000 fr., verteerden 20,098,000 fr. hunne schulden bedroe gen 33,ioi,ooo fr. België is het eerste land dat de veroor deelden ontrokken heeft aan het bederf van het samenleven. In i835 reeds wer den er te Gent cellen gebouwd voor hot afzonderlijk gevangzitten. Later werd die afzondering geheel ingevoerd te Aalst, in de correctie te Vilvoorde, te Tongeren, elders nog, en in den grootsten graad te Leuven. Het middelmatig getal der ge vangenen geheel het land door is 4,093, en sedert eenige jaren vermindert het ge durig De voorwaardelijke vrijstelling heeft merkelijk bijgedragen om het getal gevan genen te verminderen, en om de veroor deelden als zij het gevang verlaten, door de tusschenkomst van beschermcomiteiten, de taak te vergemakkelijken wederom met een eerlijk werk eene deftige plaats in de samenleving in te nemen. Er bestaan in België zes bisdommen, onder den primaat van België, aartsbis schop van Mechelen geplaatst, i85 deke nijen, 3,435 pastoors, 1,974 onderpas toors en 574 proostdijen welke door den Staat niet erkend zijn. Er zijn ook 2,5oo kloosters, met 9,237 paters en broedeis en 31,668 nonnen. De bureelen van weldadigheid of artsen kamers ontvingen of erfden in 1901 in het geheel 18,789,000 fr. Dat is wel een schoon teeken dat de Belgen rijk en mild zijn. Daar het dubbel bestuurder armen- kamers en burgerlijke godshuizen vele nuttelooze onkosten veroorzaakt, die alzoo het deel der armen verminderen, is het gouvernement voornemens eene wet voor testellen om beide besturen in een enkel te versmelten. Benevens die officieele weldadigheid, hebben de catholieken ontelbare werken van christelijke liefde gesticht gods huizen, gasthuizen voor ongeneesbaren, geneeshuizen, moederhuizen, gestichten voor blinden en doofstommen, arme ouderlingen, werkhuizen,arbeidsbeurzen, nachtverblijven, kinderkribben, bewaar scholen, kleederen voor schoolkinderen, schoolsoep, open lucht voor de kleinen, beschermhuizen voor verlaten kinderen, genootschappen van den H. Vincentius a Paulo, damen van berrnhertigheid, be scherming der kindsheid, enz., enz. Het catholiek vrij onderwijs heeft ock in België eene groote uitbreiding geno men. Aan het hoofd vinden wij de Hoogo- De Zigeuner knikte, als blijk van tos- stemming, maar zweeg, daar zijn argwaan nog met verdwenen was. Toen ik zegde, dat ik u nieuws om trent uwe vrouw kon geven, vervolgde Robert, meende ik het ik heb haar gezien. Hebt gij haar gezien Die vraag werd gedaan met eene trillende stem. En ik weet waar zij woont. Was zij was zij wel, toen gij haar zaagt Ik zag haar slechts een oogenblik. Zij scheen wel te zijn, maar ik betwijfel, of het haar heel goed gaat. De gevangene kreunde ik had al veertien dagen geleden een brief van haar moeten hebben en dan te bedenken, dat hij hier ligt, en ik er geen oog mag in slaan I Het is voldoende om iemand tot een wanhopige daad te brengen 1 riep hij uit in een aanval van drift. Zij mochten alles met mij gedaan hebben, inij opslui ten in de duisternis, op water en brood en in ketenen klinken, ik zou er niets, neen niets om gegeven hebben, als men mij slechts den brief Rad laten lezen I Ik zeg doktor...^ij meent het nu toch ernstig, niet waar vroeg hij met de oude achter docht. Gij zult een armen kerel, die er geheel onder is, toch niet zoeken nog ellendiger te maken. Hebt gij met haar gesproken Ja- Waar was het (Wordt voortg.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1905 | | pagina 1