Zondag 29 October 1905
5 centiemen per nummer.
50ste Jaar 3788
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
roode zweep
Zwarte Bedelaar.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
ONDER de
D E
De Boerenbond gewroken.
Huiselijke Barometer.
De Handel
van België.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE 8UUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. i-00Vonnissen op
3d' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiëD uit vreemds landen zich te wenden ten bureele v^n
dit blad.
AALST, 28 OCTOBER igo5
Gezel Vandervelde, de hoofdleider
der roode socialisten, hield over veertien
dagen eene redevoering te Morlanwelz,
in 't Walenland, in de welke hij hunne
liberale bondgenoolen weer eens duch
tig de les voorspelde.
By de lezing van zekere gedeelten
dezer redevoering bemerkt men klaar
en duidelijk dat de roode leiders geene
gelegenheid laten ontsnappen om de
liberalen,dio overal de hulp der rooden
afsmeeken, van de zweep te geven op
dat ze zoo gewillig en gedwee als lam
meren aan hunne bevelen zouden ge
hoorzamen.
Hoort liever hoe gezel Vandervelde
op hunne liberale bondgenooten zweept:
Wij hebben, in de laatste tijden, de
liberale partij een gansch nieuw vel
zien krijgen, haar zien aanbidden wat
zij tot hiertoe verbrande en verbran
den wat zij aanbeden had.
De liberale partij der Pirmez' en
der Frère-Orban's wilden noch van ver
plichtend onderwijs, noch van afschaf
fing der plaatsvervanging, noch van
algemeen stemrecht weten.
Het verplichtend onderwijs heeten
zij het scHLAGOE-stelsel de liberale
hoofden wilden de plaatsvervanging
niet afschaffen, en Frére-Orban wilde
van geen algemeen stemrecht, noch in
één, noch in twee, noch in drij akten,
omdat de handarbeiders hun stem
recht voor eenen borrel genever zouden
verkoopen Nu is dat alles veranderd.
Wij wonen een zonderlinge ommekeer
bij. En niettemin laat de verklaring der
minderheden, die deze ommekeer heeft
aangeteekend, eenige twijfels bij ons
bestaan. Vooreerst bevat die verklaring
de beruchte voorbehoudingen rakende
het Z. A. S.
Wat het verplichtend onderwijs
aangaat, zelfde twijfels. Gij, werk
lieden, die zwoegt in de werkhuizen en
mijnen, gij weet hoe het onmogelijk is
het verplichtend onderwijs te verwezen
lijken, indien de arbeid niet door de
wet is geregeld zoo het niet verboden
is het kind, welks plaats in de school
is, in 't fabriek toe te laten.
Welnu, wij hebben de liberale
partij, door den mond harer opper
hoofden zien opkomen tegen eene heil
zame wet, welke, wel is waar, het be
ginsel van de regeling des arbeids hul
digde, maar die toch niet raakte aan
de vaststelling eener dagtaak; zij moest
enkel den werklieden eenen wekelijk-
schen rustdag verzekeren
Om tot de kwestie van het Z. A. S.
terug te komen, kan men vergeten dat
er in de liberale groep lieden zijn, in
tos
10® vervolg.
Luister, ik heb misschien ongelijk,
maar ik meen dat ik een plicht vervul.
Mijn vader is u genegen... en ook dank
baar hij zou mij het verlof niet weigeren
u een goeden raad te geven.
Ik ben bereid u te gehoorzamen....
Btotterde Xavier.
Het is slechts eene waarschuwing,
niets meer dan eene waarschuwing, her
nam freule de Rumbrye. Geloof mij,
mijnheer Xavier, wees op uwe hcede.
Dit werd zeer ernstig gezegd en klonk
bijna als eene bedreiging. De verbazing
van Xavier was onbeschrijfelijk. Wie zou
kwaad legen mij in denzin hebben? sprak
hij werktuigelijk, ik weet niet wien ik tot
vijand zou kunnen hebben...
Maar eensklaps bracht hij de hand aan
het voorhoofd hij herinnerde zich leis.
Zijn blik naar Helena opslaande, liet hij
er op volgen
Het is zonderling 1 Carral heeft mij
ook gezegd dat ik een vijand had 1
Aha I zeide mejuffrouw de Rum
brye, heeft mijnheel Carral u dat gezegd
Wanneer
Heden «vond.
klein getal, wel is waar, die het alge
meen stemrecht voor de gemeente ver
werpen, wanneer nochtans deze grond-
hervorming, de volksmacht op gemeen
telijk gebied vestigende, de eerste
hervorming van 't aanstaande volksge-
zag zijn moet
Wy zullen niet dulden dat de
liberale party voordeel trekt uit deze
dubbelzinnigheid, en wij zullen ze
verplichten, zoo zij de gelijktijdige
werking der linkerzijden wil, eene
duidelijke houding aan te nemen en te
zeggen of zij, ja dan neen, in hun ge
heel en eenparig het zuiver algemeen
stemrecht, het verplichtend onderwijs
en de gelijkheid der krijgsverplich-
tingen wil verwezenlijken.
Men bemerkt het de liberalen hebben
de helling der demagogie betreden, en
vooruit of achteruit moeten zij.
Hoeveel harde noten gaan de rooden
hun nog te kraken geven en hoe dik
werf gaan zij hen nog in netelige toe
standen brengeu, eer het tijdstip der
kiezingen aanbreken zal
Nu, zij hebben het gewild en zij ver
dienen het. Immers eene partij die hare
princiepen over boord werpt, of deels
slachtoffert, of scheinheilig weg ver
loochent kan alleen afkeer en mis
prijzen bij alle eerlijke lieden verwek
ken.... En wat nog meer is, zij moet
noodzakelijk veracht worden uoor hare
bondgenooten voor wier voeten hare
aanhangers kruipen lijk gewetenlooze
Rechtzinnige Liberalen
I>i*ie klokken. - lien klank.
Drie rechtzinnige liberalen zijn
'1 zijn tevens geleerde menschen K.
H. De Quéker, Lod. de Raet en L. Var-
lez.
K. H. De Quéker schrijft in De
Mutualist
Eén voor allen, allen voor een is
een gedachte, die lang de boeren
vreemd gebleven is en die nu van
langs om meer op den buiten door-
dringt. Zooveel te beter, want het is
die gedachte, welke de nijverheid op
onze tijden met reuzenstappen heeft
doen vooruitgaan. Zij zal voorzeker
op den landbouw hetzelfde goede uit-
werksel hebben.
K. II. De Quéker wijst er verder op,
dat er hoe langer zoo meer hoerengilden
tot stand komen en zoo besluit hij
Dat is een blij teeken voor den
BOERENSTAND.
Lod. de Raet, schryft in Vlaande
ren
De toepassing van Liebig's theorie
En heeft hij hem niet genoemd
Neen... ik wilde hem niet gelooven;
ik ben zoo geheel onbekend ik neem zoo
weinig plaats op de wereld in...
Gij bedriegt u, mijnheer Xavier, de
vriendschap mijn» vaders heeft u ten
minste een afgunstige berokkend die
mijnbeer de Carral heeft gelijk, en hij is
in staat het beter te weten dan ik mis
schien.... maarten minste wat ik weet....
wat ik meen te weten... zal ik niet ver
zwijgen. De persoon, die het op u gemunt
gemunt heeft, is mevrouw de markiezin
de Rumbiye.
Nauwelijks had zij dien naam uitge
sproken, of zij voelde zich zacht op den
schouder tikken zij keeide zich om de
markiezin stond achter haar.
Het is uwe beurt, mijn kind, zeide
deze met een lachend gelaat gij mist de
laatste en avant-deux.
Verlegeneneen weinig bevende, voerde
Helena den pas uit.
Mevrouw de Rumbrye volgde haar met
een bewonderenden blik.
WatiszLj schoon en bevallig lis
pelde zij, luid genoeg om door Xavier
verstaan te worden, dien zij vriendelijk
toelachte.
Nu was de beurt aan Xavier.
Als door een tooveislag veranderde de
gelaatsuitdrukking van de markiezin.
Zij heelt mij doorgrond dacht zij,
met verbeten woede. Zij heeft den steun
van mijnheer de Rumbrye I en die niets
waardige Narcissus verschijnt niet I
eischte de aanschaffing van handels-
mest. En om zich te onttrekken aan
de uitbuiting van zekere geweten-
looze handelaars, begrepen de land-
bouwers hoe noodzakelijk het was,
dat ze zich in genootschappen veree-
nigden, die niet enkel hunne aankoo-
pen van scheikundigen mest in liet
groot, dus aan redelijken prijs deden,
maar alle waarborg verleenden, wat
betrett hoedanigheid en hoeveelheid
der geleverde waar aldus ontstond
de verliruiksvereeniging. Met de ver-
meerdering van den veestapel was
het meer dan ooit noodig tegen vee-
ziekte en besmetting te waken en zich
tegen de daaruit vloeiende mogelijke
schade te dekken zoo ontstond de
onderlinge veeverzekering. De voor-
uitgang op gebied der zuivelbereiding
en de uitvinding van den centrifuga-
len afroomer leidden tol een nieuwen
vorm van genootschap de samen-
werkende melkerij. De veredeling der
veerassen, de hoender- en bijenteelt
waren oorzaak van nog andere soorten
van vereenigiDgen. Met de grootere
bedrijvigheid, met de intensieve be-
bouwing werd het noodig over meer
geld, meer crediet te beschikken dit
gaf aanleiding tot het stichten van
credietgenootschappen, meest naar
het stelsel van Raiüeisen.
En dat alles is het werk van den
Boerenbond.
L. Varlez legt uit hoe het aan het
eind der vorige eeuw met een Belgi
schen Boerenbond gelegen was. Hij
schrijft in het Bulletin Mensuel du
Musé social de Paris
Wij vertalen
De catholieke behoudsgezinden be-
grepen bet. Sedert 1830 hebben zij
eene heerlijke poging gedaan. Overal
op den builen sociale werken verwek
kende, vereenigingeu stichtende, mil-
dadiglijk hunne beursen hun persoon
offerende, groeperen of verbinden zij
in een sterken bondel al dezen welke
als grondvest der samenleving de Re-
ligie, den Eigendom en de Familie
erkennen, 't is te zeggen, de over-
groote meerderheid der buitenlieden.
Hij die afgezonderd leeft, de baat-
zuchtige, de min beschaafde, allen
beginnen de weldaden der vereeni-
ging te begrijpen. Zij zien dat de bru-
lale strijd van een enkele tegen allen
het laatste woord des vooruitging niet
is, dal bet noodzakelijk is zich in te
richten voor den strijd en voor het
gemeenschappelijk leven.
Kortom, de landbouwer is een
tred verhoogd in den maalschappely-
ken vooruitgang zijn gezichteinder
is vergroot, nieuwe mogelijkheden
vertoonen zich voor hem.
Wat geeft het dat de groepeering
behoudsgezind of vooruitstrevend zij
Tegen twee uren in den morgen belde
Carral eindelijk aan de poort van het
hotel aan. Hij was bleek en ontdaan.
Toen hij de salons binnentrad, sloeg hij
de oog en neder hij durfde zijne viien-
den niet aanzien, zoo beducht was hij,
meteen verachtenden glimlach beschouwd
te worden.
Hij wist, dat mevrouw de Rumbrye er
niet de vrouw naar was om ijdele bedrei
gingen te doen hij waande zich reeds
ontmaskerd.
Toen hij gewaar werd, dat iedereen
hem als gewoonlijk ontving, voelde hij
zijn borst van een veipletterenden last
bevrijd.
Hij herkreeg een gedeelte van zijne
koelbloedigheid en zette zich in eene
vensternis in de hoop nog een oogenblik
aan het oog der Creoolsche te ontsnap
pen.
Ik zal afwachten, dacht hij mis
schien zal zij niet durven...Als zij spreekt,
zal ik mij vertoonen.
Carral vergiste zich; mevrouw de Rum
brye wachtte hem nog steeds en had geen
seconde de deur der zaal uit het oog ver
loren.
Zij had hem terstond bij zijn binnen
treden gezien, en verder geen acht meer
op hem gegeven zij was voortaan zeker
van hare overwinning. Misschien had zij
niets verteld, als hij niet gekomen was.
Het bal begon te verflauwen. Een
groote kring van vermoeide dansers had
zich om dc meesteres des huizes gevormd,
zijne leden verstandiger, meer onder-
wezon, bekwamer, vertegenwoordi-
gen een meer verheven stand der be-
schaving.
En dit is onbetwistbaar gewonnen.
Het tijdelijk belang eener partij is
niets indien de sociale vooruitgang
vordert.
Zoo spreekt Louis Varlez eender ge
leerdste Belgische liberalen.
En wie zijn die Belgische behouds
gezinden welke hunne beurs, hunne
rust, hun werk offerden om den Boe
renbond te maken wat hij nu heden is?..
In eersten rang het driemanschap
Helleputte Medaerts-Schollaert en in
tweeden rang de E.E. H.H. Pastoors en
Onderpastoors op den buiten in vele
plaatselijkheden geholpen door do
catholieke onderwijzers.
De liberale feniksen van onzen arm-
tierigen Dendergalm kunnen er nu
maar een puntje aanzuigen.
Gij, brave lui, die zijl getrouwd,
Geen mensch is hier alweter,
Maar toch hebt gij bij u, in huis
Nen besten barometer,
Waar gij steeds negen keer op tien
Het huiselijk weer aan kunt voorzien.
Uw vrouwtje is de dageraad.
Want als zij blij van zinnen
Des morgens met eeu lach opstaat,
Dan zal het goed beginnen,
En 't zal den heelen dag dan zijn
Schoon helder weer en zonneschijn.
Maar kijkt zij hitter naast haar neus,
Zoo pruim, als had zij wormen,
Vrees dan voor d'aangebroken dag
Voor regenvlaag en stormen.
Docli schiet ze in eens een lonkend oog
Zie, dan verschijnt de regenboog
ls soms haar gang wat minder licht
Wat loom en meer bedwongen,
En heeft ze van den heelen dag
Geen enkel keer gezongen,
Dan is "t wees er niet voor beducht
Heel somher overtrokken lucht.
De hemel kan toch altijd niet
Zoo even helder wezen,
Doch maak daarvoor toch geen verdriet
Want dat is gauw genezen.
Op eens komt zij wat vlugger voor,
Zoo breekt de lieve zon er door.
Dit zij gezegd voor uw geluk,
Want hieruit zult gij leeren
De vrouw als een familiestuk
Bestendig te vereeren,
Want niets betaamt er toch zoo zeer
En 't heeft veel invloed op het weer.
Een haantje licht zoo gauw verdraaid,
Daarvoor valt niet te beven
Daarbij 't is stil daar 't nooit en waait
Hier op het aardsche leven.
Was er nooit wolkje aan 't firmament
Het heil der zon was niet gekend.
waarbij druk over allerlei onderwerpen
geredeneerd werd.
Mevrouw de Rumbrye toonde zich
allerbeminnelijkst en opgeruimd zij was
onuitputtelijk in complimenten en gees
tige gezegden.
Men kwam aankondigen dat het souper
gereed stond.
De markiezin nam met voorname ver
trouwelijkheid den arm van Xavier; die
niet weinig verbaasd was over zulk eene
eer en schreed naar de galerij waar de
tafel gedekt stond.
Voorbij de vensternis gaande, waarin
Carral achter het gordijn verborgen zat,
begon zij eensklaps luidkeels te lachen
als had een plotselinge inval haar lachlust
opgewekt.
Mijnheer Xavier, zeide zij overluid,
kent gij de geschiedenis van Narcissus
Carral voelde in zijne borst een vlij
mende smart, zoodat zijn adem bijkans
stokte.
Xavier antwoordde ontkennend.
En gij, mijne beeren vroeg me
vrouw de Rumbrye, zich tot degenen
wendende, die haar volgden.
Narcissus herhaalde een genoo-
digile dat is een zonderlinge naam I
Dat is een zter algemeene naam
onder de mulatten in de koloniën, mijn
heer.
Op mijn woord van eer, dat is aller
aardigst, merkte Alfred Lefebvre des
Vallées aan. Narcissus I een prachtige
naam voor een veulen 1
De statistieken van den bij zonderen
handel van België, voorde negen eerste
maanden van het loopende jaar, verge
leken met do negen eerste maanden van
190-4, laat nogmaals loe eene ernstige
vermeerdering van zaken vast te
stellen.
Inderdaad, onze invoeren, die fr.
1,993,814.000 bedroeg in 1904. zijn in
1905 geklommen tot 2,116,478,000 fr.
zijnde eene vermeerdering van twee-en-
twintig millioen zes honderd vier en
zestig duizend frank, of 6,2 per hon
derd.
Onze uitvoeren, die 1,497,147,000 fr.
bedroegen in 1904,zijn in 1905 geklom
men lot 1,535,615,000 fr. zijnde eene
vermeerdering van acht en dertig mil
lioen, vier honderd acht en zestig dui
zend frank, of 2,6 per honderd.
De ontvangene tolrechten bedragen
41,057,120 fr., zijnde eene vermeerde
ring van 4,760,363 fr. op hetzelfde tijd
vak van verleden jaar, of 13,1 per
honderd.
Wat de beweging der zeevaart be
treft, deze bedraagt
Op den invoer, 8,491,137 ton, tegen
8.345,371 ton in 1904, zijnde eene ver
meerdering van 145,666 ton, of 1,7 per
honderd.
Op den uitvoer, 8,463,772 ton, tegen
8,269,404 ton in 1904, zijnde een ver
schil, ten voordeele van 1905, van
194,369 ton of 2,4 ten hónderd.
Diljes en datjes.
Er wordt wel eens gezegd, dat
de Staat de openbare wegen verwaar
loost.
Hoe onrechtveerdig zulke oordeel
velling is, zal blijken uit de volgende
opgaven.
Ten jare 1884 bedroeg de som der uit
gaven, van gouvernementswege, voor
het aanleggen en herstellen van banen
en wegen 5,444,000 fr.
Tot in 1895 kwam die som nagenoeg
telkenjare terug.
Niet zoodra echter was de heer de
Smet de Naeyer aan het bewind, of de
uitgaven voor het verbeteren en uit
breiden der openbare wegen namen be
stendig toe.
In 1896 stegen de credieten tot frs.
7,277,000.
Het volgende jaar tot 8,303,000 fr.
In 1898 bracht de heer de Smet het
totaal der uitgaven voor de wegen op
12,844,000 fr.
In 1902 overtrof die som 13,000,000
frank.
Eindelijk verleden Jaar gaf 't Gouver-
Help er mij aan denken, dat ik die
geschiedenis vertel, wat ik u bidden mag,
hernam mevrouw de Rumbrye, zich op
nieuw tot Xavier wendende.
De jonkman boog. De menigte ont
ruimde langzaam de zaal. Toen er nie
mand meer aanwezig was, verliet Carral
zijne schuilplaats.
Zijn gelaat was schrikwekkend om aan
te zien.
Zij wist, dat ik mij daar verborgen
had mompelde hij knarsetandende. Die
vrouw is eene duivelin I Zij maakt zich
een genot uit mijne foltering. En hem
hem draagt zij op, dat verhaal uit te
lokken
Hij zette zijne trekken in eene zoo
goed mogelijke plooi en trad op zijne
beurt dc galerij binnen.
Aan eene langwerpige, met keur van
spijzen heiaden tafel, zat eene schitterende
rij dames, oogverblindend flikkerende
van goud, diamanten en bloemen.
Achter haar bedienden of aten de hee
ren naar gelang zij het een of andere
verkozen.
De heer Alfred Lefebvre des Vallées at
tot groot nadeel van zijn vest, waarvan
al de naden kraakten en dreigden te
bersten.
Het was inderdaad oen tooverachtig
schouwspel. Het prachtigste tafelzilver
weerkaatste in duizendvoudige brekingen
het licht des lusters. De hel verlichte,
cenigszins vermoeide wezenstrekken der
dames, ontleenden aan al dien glans een.
nement voorde wegen bijna 15,000,000
frs. uit.
Alles bijeengenomen, gaf de catho
lieke Regeering in 20 jaar tijds de
fabelachtige som van 168,708,000 frs.
uit.
Daarvan werd het grootste gedeelte
uitgegeven onder 't ministerschap van
de heeren de Smet de Naeyer en Van-
denpeereboom, namelijk 109,926,000 frs.
Nog iets willende met eigen oogen
den toestand nagaan der openbare we
gen, ontziet de heer de Smet de Naeyer
zich de moeite niet te dien einde het
land af te rijden.
Onlangs nog deed hij met den heer
Lagasse, inspecteur van Bruggen en
Wegen, een rit van 3 dagen per auto
mobiel en dat dit onderzoekstochtje
allerbeste gevolgen hebben zal met het
oog op het verbeteren der wegen, zal
men lichtelijk begrijpen.
De doode hand. De liberate bla
den melden met groote voldoening dat
de citoyennb Gatti de Gamond het groot
ste deel harer fortuin gelaten heeft aan
vrijdenkersinstellingen, doch daar deze
de burgerlijke persoonlijkheid niet be
zetten. is dat geld vermaakt aan citoyen
Furnémont, gewezen volksvertegen
woordiger van Charleroi.
Moest een rijke catholiek alzoo eene
som gelds aan een persoon nalaten, met
last ze te besteden aan catholieke wer
ken, de liberale bladen zouden niet wei
nig schreeuwen van strooien man
en doode hand niet waar Dender-
OAL.M Maar nu het ten gu»3te is der
framassonnerie, vinden zij alles wel
Dat is het verschil van de diflërencie.
Een geestig antwoord van Leo
pold II. Alleman weet hetde Ko
ning van België bezit veel geestigheid,
en heeft altijd een gepast antwoord ge
reed.
Over eenigen tijd, bij oen zijner uit
stapjes, ziet hij, op een korten afstand,
zijnen geneesheer sprekende met Fur
némont, gewezen socialistische volks
vertegen wooi-d iger.
De samenspraak was gedaan, en de
dokter wendde zich tot den Koning.
Wel, dokter, vroeg Leopold hem,
wat Furnémont u daar zegde was dan
zeer belangrijk?... 'I Was zeker over
mij dat gij daar spraakt?
'Juist, Majesteit.
En wat heeft Furnémont u van mij
gezegd
Ik weet niet of ik het aan Uwe
Majesteit mag zeggen.
Spreek maar zonder vrees, dokter.
Wel, Furnémont zei, dat gij, Sire.
een allerbeste voorzitter van eene repu-
bliok zoudt zijn.
Allo laat eens zien Wat zoudt
gij zeggen, dokter, indien men u voor
stelde artist paardenmeester te worden
misschien kunstmatige maar verblindende
frischbeid.
Het spreekt van zelf dat Carral niet in
eene stemming verkeerde om dat tooneel
te bewonderen. Het ontioodig achtende
zich nog verder verborgen te houden,
kwam hij vastberaden op de markiezin
toe.
Geloof mij als gij wilt. mevrouw,
sprak Alfred des Vallées, maar daar komt
Carral aan, dien ik den geheelen avond
tevergeefs gezocht heb Waar hij zoo
plotseling vandaan komt, begrijp ik niet,
op mijn woord van eer
Inderdaad riep mevrouw de Rum
brye, zich tot den nicuwaangekomene
%vendende, uit, het is waarlijk een eeuw
geleden sinds wij het genoegen gehad
hebben u te zien, mijnheer
Carral maakte eene stomme buiging.
Maar gij schijnt geheel veranderd,
vervolgde de markiezin met eene spot
achtige welwillendheid zijt gij ziek
geweest
Ik lijd, antwoordde Carral fluiste-
rend.
De drommel hale mij als hij er niet
uitziet als een uit het graf venezene,
bromde Alfred Lefebvre des Vallées, wien
zijn corset hinderde en die daardoor uit
zijn humeur was.
Want de zadelriemen zijn gemakkelijk
of nadeelig aan het Engelsche ras,
naarmate zij twee beenen of vier pooten
hebben.
(Wordt voortgwat)