Zondag 29 October 1905 5 centiemen per nummer. 50ste Jaar 3788 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. roode zweep Zwarte Bedelaar. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. ONDER de D E De Boerenbond gewroken. Huiselijke Barometer. De Handel van België. DE DENDERBODE. Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. i-00Vonnissen op 3d' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiëD uit vreemds landen zich te wenden ten bureele v^n dit blad. AALST, 28 OCTOBER igo5 Gezel Vandervelde, de hoofdleider der roode socialisten, hield over veertien dagen eene redevoering te Morlanwelz, in 't Walenland, in de welke hij hunne liberale bondgenoolen weer eens duch tig de les voorspelde. By de lezing van zekere gedeelten dezer redevoering bemerkt men klaar en duidelijk dat de roode leiders geene gelegenheid laten ontsnappen om de liberalen,dio overal de hulp der rooden afsmeeken, van de zweep te geven op dat ze zoo gewillig en gedwee als lam meren aan hunne bevelen zouden ge hoorzamen. Hoort liever hoe gezel Vandervelde op hunne liberale bondgenooten zweept: Wij hebben, in de laatste tijden, de liberale partij een gansch nieuw vel zien krijgen, haar zien aanbidden wat zij tot hiertoe verbrande en verbran den wat zij aanbeden had. De liberale partij der Pirmez' en der Frère-Orban's wilden noch van ver plichtend onderwijs, noch van afschaf fing der plaatsvervanging, noch van algemeen stemrecht weten. Het verplichtend onderwijs heeten zij het scHLAGOE-stelsel de liberale hoofden wilden de plaatsvervanging niet afschaffen, en Frére-Orban wilde van geen algemeen stemrecht, noch in één, noch in twee, noch in drij akten, omdat de handarbeiders hun stem recht voor eenen borrel genever zouden verkoopen Nu is dat alles veranderd. Wij wonen een zonderlinge ommekeer bij. En niettemin laat de verklaring der minderheden, die deze ommekeer heeft aangeteekend, eenige twijfels bij ons bestaan. Vooreerst bevat die verklaring de beruchte voorbehoudingen rakende het Z. A. S. Wat het verplichtend onderwijs aangaat, zelfde twijfels. Gij, werk lieden, die zwoegt in de werkhuizen en mijnen, gij weet hoe het onmogelijk is het verplichtend onderwijs te verwezen lijken, indien de arbeid niet door de wet is geregeld zoo het niet verboden is het kind, welks plaats in de school is, in 't fabriek toe te laten. Welnu, wij hebben de liberale partij, door den mond harer opper hoofden zien opkomen tegen eene heil zame wet, welke, wel is waar, het be ginsel van de regeling des arbeids hul digde, maar die toch niet raakte aan de vaststelling eener dagtaak; zij moest enkel den werklieden eenen wekelijk- schen rustdag verzekeren Om tot de kwestie van het Z. A. S. terug te komen, kan men vergeten dat er in de liberale groep lieden zijn, in tos 10® vervolg. Luister, ik heb misschien ongelijk, maar ik meen dat ik een plicht vervul. Mijn vader is u genegen... en ook dank baar hij zou mij het verlof niet weigeren u een goeden raad te geven. Ik ben bereid u te gehoorzamen.... Btotterde Xavier. Het is slechts eene waarschuwing, niets meer dan eene waarschuwing, her nam freule de Rumbrye. Geloof mij, mijnheer Xavier, wees op uwe hcede. Dit werd zeer ernstig gezegd en klonk bijna als eene bedreiging. De verbazing van Xavier was onbeschrijfelijk. Wie zou kwaad legen mij in denzin hebben? sprak hij werktuigelijk, ik weet niet wien ik tot vijand zou kunnen hebben... Maar eensklaps bracht hij de hand aan het voorhoofd hij herinnerde zich leis. Zijn blik naar Helena opslaande, liet hij er op volgen Het is zonderling 1 Carral heeft mij ook gezegd dat ik een vijand had 1 Aha I zeide mejuffrouw de Rum brye, heeft mijnheel Carral u dat gezegd Wanneer Heden «vond. klein getal, wel is waar, die het alge meen stemrecht voor de gemeente ver werpen, wanneer nochtans deze grond- hervorming, de volksmacht op gemeen telijk gebied vestigende, de eerste hervorming van 't aanstaande volksge- zag zijn moet Wy zullen niet dulden dat de liberale party voordeel trekt uit deze dubbelzinnigheid, en wij zullen ze verplichten, zoo zij de gelijktijdige werking der linkerzijden wil, eene duidelijke houding aan te nemen en te zeggen of zij, ja dan neen, in hun ge heel en eenparig het zuiver algemeen stemrecht, het verplichtend onderwijs en de gelijkheid der krijgsverplich- tingen wil verwezenlijken. Men bemerkt het de liberalen hebben de helling der demagogie betreden, en vooruit of achteruit moeten zij. Hoeveel harde noten gaan de rooden hun nog te kraken geven en hoe dik werf gaan zij hen nog in netelige toe standen brengeu, eer het tijdstip der kiezingen aanbreken zal Nu, zij hebben het gewild en zij ver dienen het. Immers eene partij die hare princiepen over boord werpt, of deels slachtoffert, of scheinheilig weg ver loochent kan alleen afkeer en mis prijzen bij alle eerlijke lieden verwek ken.... En wat nog meer is, zij moet noodzakelijk veracht worden uoor hare bondgenooten voor wier voeten hare aanhangers kruipen lijk gewetenlooze Rechtzinnige Liberalen I>i*ie klokken. - lien klank. Drie rechtzinnige liberalen zijn '1 zijn tevens geleerde menschen K. H. De Quéker, Lod. de Raet en L. Var- lez. K. H. De Quéker schrijft in De Mutualist Eén voor allen, allen voor een is een gedachte, die lang de boeren vreemd gebleven is en die nu van langs om meer op den buiten door- dringt. Zooveel te beter, want het is die gedachte, welke de nijverheid op onze tijden met reuzenstappen heeft doen vooruitgaan. Zij zal voorzeker op den landbouw hetzelfde goede uit- werksel hebben. K. II. De Quéker wijst er verder op, dat er hoe langer zoo meer hoerengilden tot stand komen en zoo besluit hij Dat is een blij teeken voor den BOERENSTAND. Lod. de Raet, schryft in Vlaande ren De toepassing van Liebig's theorie En heeft hij hem niet genoemd Neen... ik wilde hem niet gelooven; ik ben zoo geheel onbekend ik neem zoo weinig plaats op de wereld in... Gij bedriegt u, mijnheer Xavier, de vriendschap mijn» vaders heeft u ten minste een afgunstige berokkend die mijnbeer de Carral heeft gelijk, en hij is in staat het beter te weten dan ik mis schien.... maarten minste wat ik weet.... wat ik meen te weten... zal ik niet ver zwijgen. De persoon, die het op u gemunt gemunt heeft, is mevrouw de markiezin de Rumbiye. Nauwelijks had zij dien naam uitge sproken, of zij voelde zich zacht op den schouder tikken zij keeide zich om de markiezin stond achter haar. Het is uwe beurt, mijn kind, zeide deze met een lachend gelaat gij mist de laatste en avant-deux. Verlegeneneen weinig bevende, voerde Helena den pas uit. Mevrouw de Rumbrye volgde haar met een bewonderenden blik. WatiszLj schoon en bevallig lis pelde zij, luid genoeg om door Xavier verstaan te worden, dien zij vriendelijk toelachte. Nu was de beurt aan Xavier. Als door een tooveislag veranderde de gelaatsuitdrukking van de markiezin. Zij heelt mij doorgrond dacht zij, met verbeten woede. Zij heeft den steun van mijnheer de Rumbrye I en die niets waardige Narcissus verschijnt niet I eischte de aanschaffing van handels- mest. En om zich te onttrekken aan de uitbuiting van zekere geweten- looze handelaars, begrepen de land- bouwers hoe noodzakelijk het was, dat ze zich in genootschappen veree- nigden, die niet enkel hunne aankoo- pen van scheikundigen mest in liet groot, dus aan redelijken prijs deden, maar alle waarborg verleenden, wat betrett hoedanigheid en hoeveelheid der geleverde waar aldus ontstond de verliruiksvereeniging. Met de ver- meerdering van den veestapel was het meer dan ooit noodig tegen vee- ziekte en besmetting te waken en zich tegen de daaruit vloeiende mogelijke schade te dekken zoo ontstond de onderlinge veeverzekering. De voor- uitgang op gebied der zuivelbereiding en de uitvinding van den centrifuga- len afroomer leidden tol een nieuwen vorm van genootschap de samen- werkende melkerij. De veredeling der veerassen, de hoender- en bijenteelt waren oorzaak van nog andere soorten van vereenigiDgen. Met de grootere bedrijvigheid, met de intensieve be- bouwing werd het noodig over meer geld, meer crediet te beschikken dit gaf aanleiding tot het stichten van credietgenootschappen, meest naar het stelsel van Raiüeisen. En dat alles is het werk van den Boerenbond. L. Varlez legt uit hoe het aan het eind der vorige eeuw met een Belgi schen Boerenbond gelegen was. Hij schrijft in het Bulletin Mensuel du Musé social de Paris Wij vertalen De catholieke behoudsgezinden be- grepen bet. Sedert 1830 hebben zij eene heerlijke poging gedaan. Overal op den builen sociale werken verwek kende, vereenigingeu stichtende, mil- dadiglijk hunne beursen hun persoon offerende, groeperen of verbinden zij in een sterken bondel al dezen welke als grondvest der samenleving de Re- ligie, den Eigendom en de Familie erkennen, 't is te zeggen, de over- groote meerderheid der buitenlieden. Hij die afgezonderd leeft, de baat- zuchtige, de min beschaafde, allen beginnen de weldaden der vereeni- ging te begrijpen. Zij zien dat de bru- lale strijd van een enkele tegen allen het laatste woord des vooruitging niet is, dal bet noodzakelijk is zich in te richten voor den strijd en voor het gemeenschappelijk leven. Kortom, de landbouwer is een tred verhoogd in den maalschappely- ken vooruitgang zijn gezichteinder is vergroot, nieuwe mogelijkheden vertoonen zich voor hem. Wat geeft het dat de groepeering behoudsgezind of vooruitstrevend zij Tegen twee uren in den morgen belde Carral eindelijk aan de poort van het hotel aan. Hij was bleek en ontdaan. Toen hij de salons binnentrad, sloeg hij de oog en neder hij durfde zijne viien- den niet aanzien, zoo beducht was hij, meteen verachtenden glimlach beschouwd te worden. Hij wist, dat mevrouw de Rumbrye er niet de vrouw naar was om ijdele bedrei gingen te doen hij waande zich reeds ontmaskerd. Toen hij gewaar werd, dat iedereen hem als gewoonlijk ontving, voelde hij zijn borst van een veipletterenden last bevrijd. Hij herkreeg een gedeelte van zijne koelbloedigheid en zette zich in eene vensternis in de hoop nog een oogenblik aan het oog der Creoolsche te ontsnap pen. Ik zal afwachten, dacht hij mis schien zal zij niet durven...Als zij spreekt, zal ik mij vertoonen. Carral vergiste zich; mevrouw de Rum brye wachtte hem nog steeds en had geen seconde de deur der zaal uit het oog ver loren. Zij had hem terstond bij zijn binnen treden gezien, en verder geen acht meer op hem gegeven zij was voortaan zeker van hare overwinning. Misschien had zij niets verteld, als hij niet gekomen was. Het bal begon te verflauwen. Een groote kring van vermoeide dansers had zich om dc meesteres des huizes gevormd, zijne leden verstandiger, meer onder- wezon, bekwamer, vertegenwoordi- gen een meer verheven stand der be- schaving. En dit is onbetwistbaar gewonnen. Het tijdelijk belang eener partij is niets indien de sociale vooruitgang vordert. Zoo spreekt Louis Varlez eender ge leerdste Belgische liberalen. En wie zijn die Belgische behouds gezinden welke hunne beurs, hunne rust, hun werk offerden om den Boe renbond te maken wat hij nu heden is?.. In eersten rang het driemanschap Helleputte Medaerts-Schollaert en in tweeden rang de E.E. H.H. Pastoors en Onderpastoors op den buiten in vele plaatselijkheden geholpen door do catholieke onderwijzers. De liberale feniksen van onzen arm- tierigen Dendergalm kunnen er nu maar een puntje aanzuigen. Gij, brave lui, die zijl getrouwd, Geen mensch is hier alweter, Maar toch hebt gij bij u, in huis Nen besten barometer, Waar gij steeds negen keer op tien Het huiselijk weer aan kunt voorzien. Uw vrouwtje is de dageraad. Want als zij blij van zinnen Des morgens met eeu lach opstaat, Dan zal het goed beginnen, En 't zal den heelen dag dan zijn Schoon helder weer en zonneschijn. Maar kijkt zij hitter naast haar neus, Zoo pruim, als had zij wormen, Vrees dan voor d'aangebroken dag Voor regenvlaag en stormen. Docli schiet ze in eens een lonkend oog Zie, dan verschijnt de regenboog ls soms haar gang wat minder licht Wat loom en meer bedwongen, En heeft ze van den heelen dag Geen enkel keer gezongen, Dan is "t wees er niet voor beducht Heel somher overtrokken lucht. De hemel kan toch altijd niet Zoo even helder wezen, Doch maak daarvoor toch geen verdriet Want dat is gauw genezen. Op eens komt zij wat vlugger voor, Zoo breekt de lieve zon er door. Dit zij gezegd voor uw geluk, Want hieruit zult gij leeren De vrouw als een familiestuk Bestendig te vereeren, Want niets betaamt er toch zoo zeer En 't heeft veel invloed op het weer. Een haantje licht zoo gauw verdraaid, Daarvoor valt niet te beven Daarbij 't is stil daar 't nooit en waait Hier op het aardsche leven. Was er nooit wolkje aan 't firmament Het heil der zon was niet gekend. waarbij druk over allerlei onderwerpen geredeneerd werd. Mevrouw de Rumbrye toonde zich allerbeminnelijkst en opgeruimd zij was onuitputtelijk in complimenten en gees tige gezegden. Men kwam aankondigen dat het souper gereed stond. De markiezin nam met voorname ver trouwelijkheid den arm van Xavier; die niet weinig verbaasd was over zulk eene eer en schreed naar de galerij waar de tafel gedekt stond. Voorbij de vensternis gaande, waarin Carral achter het gordijn verborgen zat, begon zij eensklaps luidkeels te lachen als had een plotselinge inval haar lachlust opgewekt. Mijnheer Xavier, zeide zij overluid, kent gij de geschiedenis van Narcissus Carral voelde in zijne borst een vlij mende smart, zoodat zijn adem bijkans stokte. Xavier antwoordde ontkennend. En gij, mijne beeren vroeg me vrouw de Rumbrye, zich tot degenen wendende, die haar volgden. Narcissus herhaalde een genoo- digile dat is een zonderlinge naam I Dat is een zter algemeene naam onder de mulatten in de koloniën, mijn heer. Op mijn woord van eer, dat is aller aardigst, merkte Alfred Lefebvre des Vallées aan. Narcissus I een prachtige naam voor een veulen 1 De statistieken van den bij zonderen handel van België, voorde negen eerste maanden van het loopende jaar, verge leken met do negen eerste maanden van 190-4, laat nogmaals loe eene ernstige vermeerdering van zaken vast te stellen. Inderdaad, onze invoeren, die fr. 1,993,814.000 bedroeg in 1904. zijn in 1905 geklommen tot 2,116,478,000 fr. zijnde eene vermeerdering van twee-en- twintig millioen zes honderd vier en zestig duizend frank, of 6,2 per hon derd. Onze uitvoeren, die 1,497,147,000 fr. bedroegen in 1904,zijn in 1905 geklom men lot 1,535,615,000 fr. zijnde eene vermeerdering van acht en dertig mil lioen, vier honderd acht en zestig dui zend frank, of 2,6 per honderd. De ontvangene tolrechten bedragen 41,057,120 fr., zijnde eene vermeerde ring van 4,760,363 fr. op hetzelfde tijd vak van verleden jaar, of 13,1 per honderd. Wat de beweging der zeevaart be treft, deze bedraagt Op den invoer, 8,491,137 ton, tegen 8.345,371 ton in 1904, zijnde eene ver meerdering van 145,666 ton, of 1,7 per honderd. Op den uitvoer, 8,463,772 ton, tegen 8,269,404 ton in 1904, zijnde een ver schil, ten voordeele van 1905, van 194,369 ton of 2,4 ten hónderd. Diljes en datjes. Er wordt wel eens gezegd, dat de Staat de openbare wegen verwaar loost. Hoe onrechtveerdig zulke oordeel velling is, zal blijken uit de volgende opgaven. Ten jare 1884 bedroeg de som der uit gaven, van gouvernementswege, voor het aanleggen en herstellen van banen en wegen 5,444,000 fr. Tot in 1895 kwam die som nagenoeg telkenjare terug. Niet zoodra echter was de heer de Smet de Naeyer aan het bewind, of de uitgaven voor het verbeteren en uit breiden der openbare wegen namen be stendig toe. In 1896 stegen de credieten tot frs. 7,277,000. Het volgende jaar tot 8,303,000 fr. In 1898 bracht de heer de Smet het totaal der uitgaven voor de wegen op 12,844,000 fr. In 1902 overtrof die som 13,000,000 frank. Eindelijk verleden Jaar gaf 't Gouver- Help er mij aan denken, dat ik die geschiedenis vertel, wat ik u bidden mag, hernam mevrouw de Rumbrye, zich op nieuw tot Xavier wendende. De jonkman boog. De menigte ont ruimde langzaam de zaal. Toen er nie mand meer aanwezig was, verliet Carral zijne schuilplaats. Zijn gelaat was schrikwekkend om aan te zien. Zij wist, dat ik mij daar verborgen had mompelde hij knarsetandende. Die vrouw is eene duivelin I Zij maakt zich een genot uit mijne foltering. En hem hem draagt zij op, dat verhaal uit te lokken Hij zette zijne trekken in eene zoo goed mogelijke plooi en trad op zijne beurt dc galerij binnen. Aan eene langwerpige, met keur van spijzen heiaden tafel, zat eene schitterende rij dames, oogverblindend flikkerende van goud, diamanten en bloemen. Achter haar bedienden of aten de hee ren naar gelang zij het een of andere verkozen. De heer Alfred Lefebvre des Vallées at tot groot nadeel van zijn vest, waarvan al de naden kraakten en dreigden te bersten. Het was inderdaad oen tooverachtig schouwspel. Het prachtigste tafelzilver weerkaatste in duizendvoudige brekingen het licht des lusters. De hel verlichte, cenigszins vermoeide wezenstrekken der dames, ontleenden aan al dien glans een. nement voorde wegen bijna 15,000,000 frs. uit. Alles bijeengenomen, gaf de catho lieke Regeering in 20 jaar tijds de fabelachtige som van 168,708,000 frs. uit. Daarvan werd het grootste gedeelte uitgegeven onder 't ministerschap van de heeren de Smet de Naeyer en Van- denpeereboom, namelijk 109,926,000 frs. Nog iets willende met eigen oogen den toestand nagaan der openbare we gen, ontziet de heer de Smet de Naeyer zich de moeite niet te dien einde het land af te rijden. Onlangs nog deed hij met den heer Lagasse, inspecteur van Bruggen en Wegen, een rit van 3 dagen per auto mobiel en dat dit onderzoekstochtje allerbeste gevolgen hebben zal met het oog op het verbeteren der wegen, zal men lichtelijk begrijpen. De doode hand. De liberate bla den melden met groote voldoening dat de citoyennb Gatti de Gamond het groot ste deel harer fortuin gelaten heeft aan vrijdenkersinstellingen, doch daar deze de burgerlijke persoonlijkheid niet be zetten. is dat geld vermaakt aan citoyen Furnémont, gewezen volksvertegen woordiger van Charleroi. Moest een rijke catholiek alzoo eene som gelds aan een persoon nalaten, met last ze te besteden aan catholieke wer ken, de liberale bladen zouden niet wei nig schreeuwen van strooien man en doode hand niet waar Dender- OAL.M Maar nu het ten gu»3te is der framassonnerie, vinden zij alles wel Dat is het verschil van de diflërencie. Een geestig antwoord van Leo pold II. Alleman weet hetde Ko ning van België bezit veel geestigheid, en heeft altijd een gepast antwoord ge reed. Over eenigen tijd, bij oen zijner uit stapjes, ziet hij, op een korten afstand, zijnen geneesheer sprekende met Fur némont, gewezen socialistische volks vertegen wooi-d iger. De samenspraak was gedaan, en de dokter wendde zich tot den Koning. Wel, dokter, vroeg Leopold hem, wat Furnémont u daar zegde was dan zeer belangrijk?... 'I Was zeker over mij dat gij daar spraakt? 'Juist, Majesteit. En wat heeft Furnémont u van mij gezegd Ik weet niet of ik het aan Uwe Majesteit mag zeggen. Spreek maar zonder vrees, dokter. Wel, Furnémont zei, dat gij, Sire. een allerbeste voorzitter van eene repu- bliok zoudt zijn. Allo laat eens zien Wat zoudt gij zeggen, dokter, indien men u voor stelde artist paardenmeester te worden misschien kunstmatige maar verblindende frischbeid. Het spreekt van zelf dat Carral niet in eene stemming verkeerde om dat tooneel te bewonderen. Het ontioodig achtende zich nog verder verborgen te houden, kwam hij vastberaden op de markiezin toe. Geloof mij als gij wilt. mevrouw, sprak Alfred des Vallées, maar daar komt Carral aan, dien ik den geheelen avond tevergeefs gezocht heb Waar hij zoo plotseling vandaan komt, begrijp ik niet, op mijn woord van eer Inderdaad riep mevrouw de Rum brye, zich tot den nicuwaangekomene %vendende, uit, het is waarlijk een eeuw geleden sinds wij het genoegen gehad hebben u te zien, mijnheer Carral maakte eene stomme buiging. Maar gij schijnt geheel veranderd, vervolgde de markiezin met eene spot achtige welwillendheid zijt gij ziek geweest Ik lijd, antwoordde Carral fluiste- rend. De drommel hale mij als hij er niet uitziet als een uit het graf venezene, bromde Alfred Lefebvre des Vallées, wien zijn corset hinderde en die daardoor uit zijn humeur was. Want de zadelriemen zijn gemakkelijk of nadeelig aan het Engelsche ras, naarmate zij twee beenen of vier pooten hebben. (Wordt voortgwat)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1905 | | pagina 1