^S
m
Donderdag 28 December 1903 3 centiemen per nummer 37* Jaar 3803
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM
X
m - aal
;+K |ïSp|
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verplichtend
onderwijs
HET GEHEIM
Algemeene Dienstplicht.
het vergunningsrecht.
Altijd Genoeg.
EEN EN ANDER.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
0
fe.
CU I QUE BUUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnisaen ap
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acceord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota*
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden tan buraele van
dit blad.
AALST, 27 DECEMBER igoS
in FRANKRIJK.
Toen de onderwijzers, in 1901, inde
Sorbonne te Parija, Congres hielden,
werd er vastgesteld dat, ondanks het ver
plichtend onderwijs, 4 ten honderd der
kinderen van 6 tot i3 jaren, in geene
enkele school op de lijsten der leerlingen
zijn gebracht.
En deze toe-tand in stede van te ver
beteren is merkelijk verergerd sedert dat
duizenden vrije scholen zijn afgeschaft of
gesloten geworden om de eenvoudige
reden dat ze door Priesters en Klooster
lingen waren bestuurd. Die duizenden
afgeschafte of geslotene scholen zijn
slechts door eenige verwereldlijkte scholen
vervangen.
Een ernstig onderzoek, in 1901 ge
daan, heeft doen b^statigen dat de ver
houding der afwezige kindersdes zomers,
in zekere gemeenten tot 5o en 60 per
honderd beloopt.
Op r6 December 11. schreef Le Ma-
tin van Parijs, eene gazet die de poli
tiek der Frar.scne godsdiensthaters nog-
thans bewondert
Kan men zich verbeelden dat zekere-
regimenten,die van Quimper en Quim-
perlé, bij voorbeeld, 45 tot 5o ten
honderd volledige ongeletterden inlij-
ven, 't is te zeggen een bataljon of
twee 1
Het is wel te verstaan dat de onge-
1 looflijke verhouding van 45 tot 5o ten
honderd ongeletterden in 't bijzonder
de inlijvingen in Bretanje betreft. Dcch
de verhouding der andere streken van
Frankrijk geeft niet minder stof lot ver-
wondering. Men is waarschijnlijk be-
neöen de waarheid als men ze gemid-
deld schat op 10 ten honderd.
De Gironde en Normandië zijn juist
geen wilde noch arme streken. Welnu,
daar vindt men en wij zouden de
1 nummers der regimenten kunnen opge-
ven 12 en zelfs i5 ten honderd onge-
letterden.
b Deze cijfers zijn zoo beschamend
voor ons lager onderwijs en voor het
land, dat men ze niet durft bekennen.
Men zal moeten bekennen, «lat zells
wanneer er overdrijving van wege 0 Le
Matin zou bestaan, de uitslag hoogst
mager is na 24jaren aan den schooldwang
te zijn onderworpen geweest.
Nu in die ongeletterden begrijpt Le
Matin dezen niet die lezei: en schrijven
of alleen lezen kunnen maar de volko-
menc: ongeieerden.
E11 de blauwe, rooden en groenen, zij
die ons 't verplichtend onderwijs willen
opdringen, zullen die bekentenissen van
Le Matin onbemerkt laten voorbij
gaan Ze zullen er over zwijgen en liever
blijven uitbazuinen dat den schooldwang
hier moet ingevoerd worden wil men niet
dat België onder opzicht van onderwijs
verre beneden de andere landen en vooral
Frankrijk zou staan
M. Hyman6, liberale volksvertegen
woordiger van Brussel, 1 leeft in de Kamer
verklaard en verscheidene liberale dag
bladen hebben die verklaring nog be
krachtigd dat, indien de liberalen het
bewind in handen krijgen, zij zullen
trachten den persoonlijkenen algemeenen
dienstplicht in te voeren geen plaatsver
vanging meer, geen vrijstellingen tenzij
om lichaamsgebreken, zelfs geen loting
meer, kortom ALLEMAN SOLDAAT.
De Courrier de Bruxellbs beeft eens
uitgerekend hoeveel die algemeene dienst
plicht aan het land zou kosten, zelfs zon
der mede te rekenen hoeveel krachten
door dat soldatenspel zonden stil gelegd
worden.
Tegenwoordig, schrijft de Courrier,
geven ons dertien militieklassen, van
i3,3ooman. een getalsterkte van 180,000
man, de vrijwilligers daarbij begrepen.
De soldijtrekkende manschappen zijn
gemiddeld ten getalle van 44,500. De
jaarlijksche oorlogsbegrooting, zonder
rekening te houden van de gendarmerie,
is 56,000,000 fr Het land oordeelt dat
het reeds overdreven veel is.
Indien de algemeene dienstplicht inge
voerd werd, dan zou elke militieklas
minstens 5o,ooo man tellen. In igo3 zijn
er 63,802 ingeschreven geweest en dat
cijfer stijgt elk jaar volgens Jen aangroei
der bevolking.
Dewijl er nu een afval van 12,000 tot
13,000 van moeten afgeteld worden, zou
den er ongeveer So.ooo beschikbare mil-
licianen overblijven.
Als men nu slechts twee lichtingen in
de kazerne hield, zou het getal mannen
met soldij 100.000 zijn, meer dan het
dubbel van wat het thans is. Meteen zou
de oorlogsbegrooting ook meer dan ver
dubbeld en op 120,000,000 fr. gebracht
worden.
En dat is nog alles niet. Verdubbeld
zouden ook moeten worden Je kazernen,
\erdubbeld ook de uitgave daarvoor,
welke thans reeds een kapitaal veronder
stelt van 55 millioen verdubbeld even
eens de uitgave voor bewapening, welke
thans den interest van 65 millio-n vor
dert. Daar zou het xelfs niet bij blijven,
want men moest ook nog rekening hou
den met de mogelijkheid van het leger op
oork gsvoet te moeten brengen en in de
veronderstelling dat men slechts tien
klassen opriep, zoo zou men nog 5oo.ooo
man te bewapenen, te logeeren, te voeden
lubben.
Ziedaar wat in België de algemeene
dienstplicht zou zijn. Het is klaar dat
zulks onze krachten zou te boven gaan,
wij zouden onder zulke persoonlijke en
finantiëele lasten verpletterd worden.
Gelukkig maar dat het aan het roer
komen der liberalen nog ver van aan
staande is. Toen de liberalen slechts zes
jaar, van 1878 tot 1884, aan het bewind
geweest waren, hadden zij reeds zooveel
schuld gemaakt dat het, uit dien hoofde
alleen, eene algemeene herademing voor
het land was, toen zij het beheer der
Staatskas aan etilijker handen moesten
overgeven.
Het verslag van M. Delbeku over de
verschillende ontwerpen en voorstellen
het vergunningsrecht betreffende, is aan
de Kamerleden uitgedeeld.
De bijzondere commissie eischt de
handhaving van het vergunningsrecht,
omdat het, ondanks zijne ontoereikend
heid, als maatregel tegen het anti-alcoo-
lism, het voordeel heeft de kleins her-
hergen, die de gevaarlijkste zijn, af te
schaffen.
De commissie heeft het voorstel van
M. Maeiil.j. verworpen, waarbij het
vergunningsrecht algemeen werd gemaakt
en verminderdzij heeft ook het ontwerp
der regeering verworpen, waarbij het
bestaande vergunningsrecht werd ge
wijzigd.
De regeering, van haren kant, is ge
neigd de belasting te verminderen,tevens
het vergunningsrecht eenvormig te ma
ken en er al de slijters van sterke dranken
aan te onderwerpen, zelfs deze die be
stonden vóór de wet van 1889. Alleenlijk
zou men, in elke gemeente, volgens de
patent, de slijterijen in groote en kleine
verdeelen. Wat de bierhuizen betreft,deze
zouden van het vergunningsrecht ont
slagen blijven.
De commissie heeft zich, in princiep,
vijandig getoond aan het stelsel van
het monopool der sterke dranken in han-
89® Vervolg.
Men vroeg het haar zelve, maar Made
leine's zuster verklaarde zeer beslist, dat
haar de noodige moed niet zou falen. Zij
kon alles doen, wat gevraagd werd. Voor
haar behoefde men in geenen deele be
ducht te zijn.
Robert, M. Hunter en ook de anderen
wisten, dat vrouwen bij sommige gele-
genheden, uitmuntende toonedspeelsters
kunnen zijn. De smart van Mevr. Ferron
had den dorst naar wraak doen geboren
worden, die haar moed en kracht schonk.
Haar geheele houding bewees dat zij
woord kon houden men kon op haar
vertrouwen.
De zoo belangrijke dag werd door allen
verwacht met koortsachtig ongeduld. De
trein, waarmeê Sim-Alba verwacht we.d,
moest tegen het middaguur te Tours aan
komen. Reeds lang voor dat uur liepe.
onze vrienden in de kamer van hun hote,
open neer, vol ongeduld telkens op <1
ziende. Met moeite kon men M. Duvivier
weerhouden, de een of andere dwaasheid
uit te halen. Volgens zijne meening was
het gewenscht, dat bij of een van het ge-
zeischap zich zou vermommen om zich
aan de statie te overtuigen van Sint-
Alba's terugkomst. Daar het onmogelijk
bleek om den oud-burgemeester van
Rouaan met woorden te overtuigen,
dreigde Brusel hem te zullen opsluiten in
zijne slaapkamer, om hem daar den ge-
hetlen dag te houden tot alles voorbij
was, als hij zijn woord van eer niet gaf
zijn iever tc temperen. De inspecteur
zette een gezicht, alsof hij meende het
geen hij zegde en M. Duvivier was toen
wel gedwongen zich kalm te houden,
zooals hem bevolen werd.
Eindelijk kwam het afgesproken tee-
ken, waarnaar zoolang was utgezien. Dit
was niets anders dan een kort briefje,
aan het hotel gebracht door een bood
schapper. Geen ongeluk of onvoorziene
verhindering had plaats gevonden. De
trein was iets te laat aangekomen en M.
en Mevr. Sint-Alba, vergezeld door
M. Ferron waren er meê gekomen. Zij
hadden eerst voorgesteld hun intrek te
nemen in een hotel, maar mevr. Ferron,
hare rol gotd spelende, had er zeer be
paald op aangedrongen, geene weigering
te ontvangen. Zij warm thans hare gasten
en zaten in de lieve kamer boven den
winkel, zonder in het min»1 te vermoe
den, wat hen boven het hoofd hing Ge
heel volgens hare belofte nam Madelei-
de's zuster zelfs haren echtgenoot niet in
vertrouwen op. Deze kon in het leste
j oogenblik nog ingelicht worden.
den van den Staat. Dat monopool zou
geen hinderpaal stellen aan het alcoolism,
maar het zou de inrichting van een nieuw
leger ambtenaars vereischen en eene nij-
verheidsvoortbrengst aan de eischen der
politiek onderwerpen,
De commissie heeft zich gunstig ver
klaard aan eene openingstaks op de nieu
we herbergen, alsook aan maatregels van
policie betreüende de voorwaarden van
gezondheidsvoorzorg, welke de lokalen
tot herbergen bestemd moeten opleveren.
Wat op de beslissing der commissie
invloed heeft gehad is het feit dat, vóór
1889. in welk jaar het vergunningsrecht
werd ingevoerd,er te Brussel 4,039 drank-
slijterijen waren, zijnde 1 op 45 inwoners
en dat men er in 1901 nog slechts 3,806,
dnt is 1 op 56 inwoners, telde.
De taks zou gelijk zijn aan drijmaal
het cadastraal inkomen, toegeschreven
aan de lokalen die tot slijterij dienen.
Zij zou verschuldigd zijn door den eige
naar.
Hoe menig werkman klaagt van nood,
Dat hij nog schaars het dagelijksch brood
verdient voor kinders en voor vrouw,
Die kwijnen van gebrek en koü I...
En toch heeft hij nog geld genoeg
Om laat en vroeg
Te brassen in de kroeg.
2.
De burger ook zit in het nauw
De zaken, zucht hij, gaan zoo flauw
Er is verkoop noch wir.ste meer,
Verliezen, doe ik, keer op keer
Maar toch hij vindt nog tijd genoeg
Om laat en vroeg
Te brassen in de kroeg.
3.
Daar zijn er zelfs die, rijk van goed
En zwemmend in den overvloed
Een armen weig'ren 't korstje brood,
Dat hem moet redden van den dood
En toch die hebben geld genoeg
Om laat en vroeg
Te brassen in de kroeg.
4-
Wanneer toch zal men eens verstaan
Al 't kwaad ons door den drank gedaan
Wanneer zal ieder eerlijk man
Er tegen doen al wat hij kan
Want 'tduurt voorwaar al lang genoeg,
Om laat en vroeg
Te sluiten alle kroeg.
Uit Vergeet-mij-nibtjes bundeltje
liederen tegen drankmisbruik in noten-
en cijferschrift, door Jozef en Firmin
Vincx.
Alles was prachtig gegaan het was
geloopen, zooals Brusel verwacht had.
En nu aan het werk. Zoo snel mogelijk
werd eene boodschap gezonden naar het
policiebureel te Toms, en weldra daagden
vier agenten en een brigadier op. Zij
hielden zich zooveel mogelijk uit het ge
zicht van den winkel tegenover de kerk
Het zou den Engelschman zeer aange
naam geweest zijn, dat krijgshaftig ver
toon achterwige te houden, maar dat was
geheel in strijd met de wetten en gewoon
ten der Franschen en hij kon zich zelf
niet helpen.
Zeer omzichtig ging de geheele partij
het huis binnen, nagestaard door eene
groote menigte, die zich verbaasd afvroeg,
wat er toch aan de hand was. Mevr, Fer
ron, die op wacht stond, liet de bezoekers
binnen.
Eerst kwamen Je heeren Brusel en
Power, zeer kalm en vastbesloten. Na
hen kwam de heer Hunter, ook bedaard,
in tegenstelling met den heer Duvivier,
wiens grootere opgewondenheid vootal
blijkbaar was door zijne bleekheid en zijne
rusteloosheid. In de achterhoede kwamen
de policicbeambten, die zich als schild
wachten aan de «erschillende deuren
posteerden, met het doel den gevangene
in bewaring te nemen, als hun zulks be
volen werd.
In dien tusschentijd babbelde Sint-
Alba, op zijn gemak in een grooten stoel
gezeten, met M. Ferron, die slechts met
een half oor luisterde, daar hij in de war
gebracht was door allerlei geheimzinnige
wenken zijner vrouw.
Er wordt wel eens gezegd, dat er een
voorgevoel bestaat van naderend or.heil,
maar indien dat waar is, dan is ook een
feit, dat het zich niet deed gelden op den
Engelschman. Vijanden, die vast beslo
ten waren met hem af te rekenen, nader
den. Sint-Alba bemerkte echter niets,
mair babbelde druk over een plan, dat
hij zoo juist in zijn brein had uitgewerkt.
Er zijn menschen zonder geweten en
daartoe behoorde ook deze Zigeuner.
Wat Mevr. Sint-Alba betreft, deze zat
doodstil en zwijgend, voortdurend den
angstigen blik bevestigd op den man, die
haar in een rampzalig uur overgehaald
had hem op den weg van het kwaad te
volgen. Die vrouw was tnderdaad diep
rampzalig, gepijnigd door verwijt en
steeds vol wanhoop, hoewel zij het nie
mand liet merken. Voor de wereld glim
lachte zij op zijn bevel, zij sprak en
lachte op zijn bevel en slechts een blik
van zijne oogen was voldoende om haar
te doen krommen, zooals hij het wilde.
Toen Sint-Alba, verdiept in berekenin
gen van ontwijfelbare winsten, het hoofd
ophief, zag hij, dat de deur open stond.
Op den drempel stonden mannen, wier
verschijning hem met schrik moesten ver
vullen, en achter hen ontdekte zijn snel
oog, het glinsteren van uniformen. Doods
bleek sprong bij op uit zijnen stoel en
Onze Spoorwegen in 1904. Ge*
durende gesegd jaar vervoerden onze
spoortreinen 136,409,599 reizigers. Dat is
3.804,907 meer dan in igo3.
De ontvangsten voor dit vervoer bedroe
gen fr.74.528,645,36 of fr. 2,105,064,83
meer dan in 1903.
Elke reiziger legde 22,57 kilometers af,
tegen 22,47 kilom. in 1903.
De gemiddelde ontvangst, die in 1865
per reiziger fr. 1.37 bedroeg, daalde tot
igo3 voortdurend zoo dat net laatstge
noemd jaar nog slechts fr. 0.544 bedroeg.
Dit is te wijten aan de steeds toene
mende reizen tegen verminderde prijzen,
afschaffing van oplegtaksen voor express-
treinen, de lange geldigheidsuur der
heen- en weerkaarten, enz.
Het vervoer van reispakken en groote
en kleine pakken, klom van 1903 tot 1904
in dezelfde evenredigheid als het reizi
gersver voer. Het verschil in ontvangsten
voor koopwarenvervoer klom van fr.
129,192,181.85 in igo3 tot 134,041,961.47
in 1904.
Wij bezaten op 31 December 3222 lo
comotieven en zelfbewegende rijtuigen,
2170 tenders, 8637 reizigers wagons en
69,900 koopwaren wagons in 1904 tegen
3128 locomotieven, 2io5 tenders, 853g
reizigerswagons en 67,859 koopwaren-
wagons in igo3.
Daarenboven rijden er 1026 wagons
van particulieren (nijverheidsgestichten,
enz.) op onse spoorbanen
Gedurende 1904 hadden wij 46 botsin
gen of ontriggelingen van reizigerstreinen
en 77 van goederentreinen te betreuren.
Hierdoor werd de dood veroorzaakt van
3 reizigers en 1 spoorwegbediende. 154
reizigers en 68 bedienden werden ge
kwetst en gekneusd.
De ongelukken, te weeg gebracht door
andere oorzaken, bedroegen
Reizigers gedood 3
gekwetst18
gekneusd 20a
Personen niet tot den dienst of tot de
reizigers brhoorend (behalve de gevallen
van dronkenschap, zinneloosheid of zelf
moord)
Gedood21
Gekwetst35
Gekneusd48
Spoorwegbedienden gedood 28
gekwetst 70
gekneusd 586
zag woest om zich heen. Dezen keer wist
hij zeer goed, dat het spel verloren was.
Zij hadden hem gevonden. Hij zat in de
val.
Als vastgenageld aan haar stoel, bleef
Mevr. Sint-Alba zitteri, terwijl zij over al
hare leden beefde. Maar de meester lette
niet op zijne slavin. Hij stond in volle
lengte togenover zijne vijanden, en nam
hen op, van het hoofd tot de voeten.
Brusel trad naar voren met de houding
van een man die weet dat hij den gehee-
len toestand beheerscht.
Karei Courtin, anders gezegd Sint-
Albe, gij zijt mijn gevangene, zegde hij.
Neem de moeite niet u te verzetten. Gij
zult zien dat wij de sterksten zijn. Neem
mijnen raad aan, ga bedaard meé. Ik
vermoed, dat gij wel zult begrijpen, waar
van gij beschuldigd wordt. Bij eene vorige
gelegenheid hebben wij reeds voldaan aan
de pleegvormen, maar daar de wet dit
niet voldoende acht bij eene tweede ver-
volg'ng, zullen wij nogmaals het bevel
schrift tot aanhouding lezen.
Gedurende het lezen van het bevel
schrift, stond M. Ferron op, zoo bleek als
een doode, terwijl hij naar lucht snakte.
Hij sprak echter geen woord. Zijne vrouw
even bleek als hij, had hare hand op zijnen
arm gelegd, cn dwong hem door eene
stilzwijgen le handbeweging te wachten.
Hij gehoorzaamde.
Wordt voortgezet.