Donderdag 25 Januari 1906 5 centiemen per nummer. 57slc Jaar 5815
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Geloof en
wetenschap.
HET GEHEIM
Op zedelijk gebied.
Voor de burgerij.
Het kappen van Schaar
hout en Struikgewas.
Kieskrouijk.
DE DENDERBODE
Tit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 vt or zes
maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkoston der kwittantiën door de Post ont-
rangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
fê
CUIQUK 81TUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3d" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccorö.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijda/
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureel®
dit blad.
AALST, 2[ JANUARI 1906.
Er bestaan geene mirakelen. Dat kan
niet, schreef de armtierige Dender-
galm. i) Daarbij al de vertelsels van mira
kelen zijn fabelen. Is 't zoo niet dat de
tegenstrijdigheid tusschen geloof en we
tenschap voorgesteld wordt
Welnu wilt gij eens met mij nazien,
waarop die bevestiging steunt Als ge
aandachtig volgt, zult gij het gauw beet
hebben.
Vooreerst dient er opgemerkt dat er in
die opwerpingen eigenlijk twee dingen
gezegd worden i° Een mirakel kan niet
bestaan 20 De geschiedenissen van mi
rakelen zijn allemaal fabelen.
Het eerste van die twee gezegden hoort
toe aan de natuurkunde en de wijsbe
geerte. Wij zullen dus moeten om de
reden te vernemen bij twee verschillige
mannen aanbellen, want iedereen weet
dat een geleerde tegenwoordig niet met
alle wetenschappen bemoeid is.
Veronderstellen wij eenen Duitschen
rationalist die tracht te bewijzen dat de
mirakelen van het evangelie onwaar zijn
dus een geschiedkundige. Denkt gij dat
hij dit met zijn vak, de geschiedenis, be
wijst Gij zijt er wel meê Nemen wij
een voorbeeld
M. Wernle, door iedereen als een be
voegd geschiedkundige erkend, besluit
uit zijne geschiedkundige studie over het
Evangelie van S' Marcus dat dit het eer
ste document is dat wij over het leven
van Jesus bezitten, dat de schrijver goed
ingelicht schijnt, hij volle vertrouwen
verdient en men dus niet zou moeten
aarzelen, de feiten aan te nemen die hij
vertelt.
Aber die Wunder I zegt Wernle,
«maar de wonderen,» want het evangelie
van S' Marcus staat vol mirakelen. Wat
dan gedaan Aldus besluit M. Wernle.
Een geschiedkundig feil is nooit zoo
zeker vastgesteld als eene natuurwet en
dus, als wij meenen, eene uitzondering
aan eene natuurwet, in de geschiedenis
te vinden, moeten wij zeggen dat er er
gens iets hapert, dat wij niet bemerkt
hebben. Moesten wij nu aan M. Wernle
vragen Maar waarom kan een mirakel
niet bestaan Zie dat is mijne zaak
niet, zou hij antwoorden, vraag dit aan
92® Vervolg en slot.
Er is nog geen vol jaar verloopen
na de in ons vorig hoofdstuk verhaalde
vreeselijke gebeurtenis.
M. Norfolk is niet langer hoofdinspek-
teur maar bekleedt thans den gewichtigen
post van overste der afdeeling crimineele
zaken.
Wij vinden hem aan zijne schrijftafel
in zijn bureel, op het oogenblik, dat er
aan zijne deur wordt geklopt.
Ha, inspecteur Brusel riep M.
Norfolk met een vriendelijken glimlach.
Ik ben blij, dat gij zoo gauw ge
komen zijt 1 Ik liet u roepen om u iets
meê te deelcn, dat u zeker veel genoegen
zal doen.
Wel, mijnheer 1 dat is toevallig, dat
is zeker I antwoordt Brusel die zijn
wensch om tot inspecteur te worden
bevorderd, veel eerder verwezenlijkt
heeft gezien, dan hij had durven hopen
ik heb ook nieuws voor u en daaren
boven een verzoek te doen....
Komaan, laat mij uw verzoek en
uw nieuws dan eerst hooren, het mijne
kan wel wat wachten.
de Fransche natuurkundigen die dit al
lang beweerd hebben.
Gaan wij dus naar onzen natuurkun
dige Mijnheer kan er volgens u een
mirakel bestaan Geensrins, dat is
tegenstrijdig met de wetten van de na
tuur nooit heeft iemand eene uitzonde
ring aan de wetten der natuur gezien.
(i Maar het evangelie bij voorbeeld,
daarin worden toch mirakelen verteld
Zie, Mijnheer, daar ben ik niet in
't huis maar gaat naar M. Wernle, die
heeft de geschiedenis bestudeerd en gij
kunt van achter in zijn boek lezen dat hij
geene mirakelen aanneemt.
Ziet gij, vriend lezer, hoe de zaken
ineen zitten Een mirakel kan niet be
staan Waarom niet Mijn gebuur
zegt dat er nooit een gebeurd is.
En bij den gebuur Maar het evan
gelie verhaalt er toch Dat moet valsch
zijn, want mijn gebuur zegt dat er geene
kunnen bestaan.
En zoo gaat het altijd voort 1 Geen
enkel godloochenaar heeft ooit bewezen
dat er geene mirakelen zijn, maar allen
zullen u naar hunnen confrater sturen.
Wat zullen wij dan doen
De dommerikken die op het gezegde
van geleerden beweren dat er geene mi
rakelen zijn, eenvoudig naar de maan
zenden
Een liberaal orgaan, La Meuse, kon
digde onlangs een vinnige klacht, een
echt sermoon af tegen de verregaande
zedeloosheid onzer tijden.
Die klacht is zeker gegrond, en gansch
niet overdreven.
Wij meenen echter, dat zij weinig zal
bijdragen om het aangeklaagde euvel te
keer te gaan.
Beter ware het, zoo de liberale gazetten
ophielden met de verzwakking van het
zedelijk gevoel in de hand te werken.
Of zijn er niet velen, die weinig stich
tende, soms zelfs gansch zedelooze romans
afkondigen Hemelen zij de litteratuur
niet op, die, onder voorwendsel van
realism de stootendste tafereelen
schetst Hebben zij niet enkel lof en
bewondering ten beste voor de schrijvers
en vertolkers van sommige tooneelwerken.
waaruit uiterst gewaagde, menigmaal
effenaf walgelijke toestanden en tooneelen
worden uitgewerkt Deelen zij over
Als gij het dan niet kwalijk neemt,
mijnheer vervolgt Brusel, zou ik u wel
om een paar dagen verlof willen vragen...
Toegestaan, inspecteur Van gan-
8cher harte, hoor antwoordt zijn chef.
Geen mensch, die er meer recht op heeft
dan gij gij hebt in den lesten tijd dub
bel dienst gedaan en capitaal gewerkt. Ik
heb er rapport van gemaakt Hoeveel
tijd wilt gij hebben Eene maand, zes
weken Zeg gerust voor hoelang
Maar nu uw nieuws, gij hadt nieuws voor
mij, hebt gij gezegd
Jawel, mijnheer, en dat hangt sa
men met het verzoek, dat ik u deed en
dat gij mij zoo vriendelijk hebt toege
staan. Ik ben namelijk uitgenoodigd een
huwelijksfeest bij te wonen. Een van
mijne vrienden, ook bij u zeer goed be
kend, staat op punt van trouwen...
Een vriend van u, dien ik goed
ken vraagt M. Norfolk, verrast opzien
de. Het is toch niet
Jawel, mijnheer, die is het juist 1
knikt Brusel toestemmend met een grinik-
kenden lach. Niemand anders dan onze
doktor Power. Hij zit in Rouaan, waar
ik hem nu met uw verlof zal gaan opzoe
ken, om bij zijn huwelijk als getuige te
dienen.
Wie zijn bruid is behoef ik niet te
vragen merkte zijn chef op. Mevr. Hun-
ter heeft mij al een en ander verteld.
Dat verwondert mij niet, mijnheer!
Mev. Hunter is er zeer meê ingenomen.
E11 Power is een gelukkige kerel, dat is
zekerHij krijgt een vrouwken uit dui-
zekere soort van misdrijven en aanslagen
geene breedvoerige, de driftenwekkende
bijzonderheden mede
Zetten zij niet gedurig tot het inrichten
van feestelijkheden en vermaken aan
Hitsen zij niet aanhoudend de zucht tot
genieten op
Bestrijden en bespotten zij niet, met
rustelooze hardnekkigheid, de christen
zedeleer, die alleen, voor de overgroote
massa der menschen, de teugel is, waar
mee zij hunne hartstochten bedwingen
kunnen
En is het niet met reden, dat men mag
zeggen van de antiklerikale drukpers, dat
zij talrijke organen telt, die op dc open
bare zedelijkheid cenen verderfelijken in
vloed uitoefenen
Wanneer de ernstige liberale bladen
den moed zullen hebben die organen
hunner partij te laken en af te keuren,
dan zullen wij gelooven, dat zij waarlijk
de opbeuring en verbetering der openbare
zedelijkheid betrachten.
Het volgende koninklijk besluit wordt
in den Moniteur afgekondigd
Art. 1. Bij het Ministerie van Nijver
heid en Arbeid wordt een Ambt der
middelstanden ingesteld.
De inlichting ervan wordt bij eene
verordening van algemeen bestuur vast
gesteld.
Art. 2. Het Ambt der middelstanden
heeft opdracht
ie Inlichtingen te verzamelen en samen
te ordenen omtrent de omstandigheden
waaronder de kleine ambachten en han
delsbedrijven worden uitgeoefend en,over
't algemeen, omtrent economischen toe
stand der lieden tot de middelstanden
behoorende de uitslagen der Belgische
en builenlandsche wetten, die hun be
treffen, te bestudeeren en bij te dragen tot
de voorbereiding van nieuwe wetten en
maatregelen.
2e Te letten op uitvoering der bestaande
wetten en verordeningen.
Art. 3. De diensten van het nijver
heids-, beroeps- en huishoudouderwijs
worden verbonden aan het Ambt der
middelstanden.
Art. 4. Onze Minister van Nijverheid
en Arbeid is belast met de uitvoering van
dit besluit.
zenden, wat hare schoonheid en lieftal
ligheid betreft en daarbij een schoon for
tuintje op den koop toe. Ik heb van de
achterwacht gehoord, dat mijnheer en
mevr. Hunter aardig uit den hoek zullen
komen...
Dat doet mij genoegen zegde M.
Norfolk met eenen glimlach. Power ver
dient alle goeds hij heeft zich in zijn
ongeluk braaf gehouden Het verheugt
mij zeer voor hem, dat hij het plan heeft
opgevat zich als geneesheer in Rouaan
te vestigen naar ik hoorde gaat het hem
daar uitstekend en begint hij een flinke
praktijk te krijgen, vooral onder de En-
gïlschen, die de stad en omstreken be
zoeken Ik gun het hem van harte...
Zeker, mijnheer Van het oogen
blik af aan, dat M. Duvivier hem aan
raadde, zich te Rouaan te vestigen, is hem
alles meêgeloopen. En dat hij de liefde
van £e lieve Charlotte heeft gewonnen, is
waarlijk geen wonder, zij heeft hare red
ding toch aan hem te danken I...
Ho, ho valt zijn overste in. Hij
heeft haar gered, dat mag waar zijn, maar
dan toch zeker door de meêwerking van
een buitengewoon ijverigen politiebe
ambte, wiens naam wij maar niet zullen
noemen Ik kan u niet zeggen hoe ver
heugd ik met uw nieuws ben. Maak nu,
dat gij spoedig in Rouaan komt en ver
maak u goed, maar vergeet vooral niet
Power hartelijk voor mij te groeten en
hem mijne beste wenschen voor zijn toe
komstig levensgeluk over te brengen. Als
ik tijd kan vinden zal ik hem schrijven,
Het oogenblik is thans gekomen om, in
bosschen en elders het struikgewas te
kappen.
Dit kappen is inderdaad doodeenvou
dig, en nochtans merkt men ieder jaar
dat het niet naar behooren wordt verricht.
Men mist nog al vrij dikwijls tegen een
of meer der volgende punten
i° Dc snede, in phats van schuin te
zijn, is waterpas. Zoo kan het water, dat
op die snede valt, niet dadelijk wegloo-
pen. Het trekt eerder het hout in en doet
er rotting ontstaan.
2° De snede moet glad zijn en zoodanig
gemaakt dat de stronk noch de schors ge
spleten wezen. Dat alles is vereischt op
dat de stronk niet te veel lijdc noch kwijne
ten gevolge van het kappen. Het kapbijl
moet dus wel scherp zijn. Het gebruik
der zaag moet verboden worden. Kappen
tijdens sterke vorst is te vermijden het
hout springt dan te gemakkelijk. Men
moet ook eerst een kap geven aan de zijde
tegen over dewelke men begint te kappen,
opdat de schors niet sclieure door bet
vallen van afgekapte hout.
3° Men moet afkappen zoo dicht mo
gelijk tegen gror.d. Alsdan zullen de
scheuten, die het afgekapte hout gaan
vervangen, gesteund zijn door den grond
en den stronk. Ook zal doordoor het
schieten van nieuwe wortels hoogst wor
den bevorderd, zoodat het versterven van
den stronk niet te vreezen is.
Te Brussel. De Catholieke Ver-
eeniging van Brussel heeft Zóndag hare
algeneene arrondissements-vergadering
gehouden.
De voormiddag werd besteed aan eene
hulde, gewijd aan de nagedachtenis van
den Graaf van Vlaanderen en aan den
betreurden M. Huyghe, aan de lezing
van het jaarverslag en de herkiezing van
den ondervoorzitter, M. van Ypersele de
Strihou.
In de namiddagzitting had de beraad
slaging plaats over den kiesstrijd, de
mogelijke verbonden en het vaststellen
der candidaturcn voor de kiezing van
27 Mei.
De bespreking was nogal warm. Meer
dan 5oo leden namen deel aan de stern-
gij weet echter het best, hoe druk ik het
heb. Met is toch zonderling, zooals de
dirgen kunnen loopen, gaat M. Norfolk
voort. Ik had u laten roepen om u juist
over die oude Sandbanksche geschiedenis
te spreken, waarvan gij een der voor
naamste deelnemers in het treurspel gaat
opzoeken...
Inderdaad, mijnheer vraagt Brusel
verrast. Dat is zeker toevallig
Dat zult gij hooren. Wat dunkt gij,
dat ik van morgen vernam Verbeeld u,
de vermiste rcistasch en de vrouwenklce-
ren, die Sint-Alba gebruikt heeft, zijn
terecht gekomen.
De kleeren, waarin hij den moord
bedreef En dat taschje, waarnaar wij toen
zoolang gezocht hebben
Juist Hij heeft ze verstopt in de
kelders van het Marine-hotel Een
paar dagen geleden moest er eene her
stelling plaats hebben aan de groote bui
zen, die het zeewater in het gebouw bren
gen, waardoor de gasten in het hotel zee
baden kunnen gebruiken. De werklieden
daalden in de onderaardse he gewelven
alwaar nooit iemand komt, en vonden in
een donkeren, vochtigen hoek een reis-
taschje, hetwelk de directeur Mac Gregor
onmiddelijk als het eigendom van zijn
ouden patroon herkende De met bloed
bevlekte kleeren zaten er in Hij had
eene voede plaats uitgezocht...
Dat is zeker herneemt Tom Bru
sel in gedachten verzonken. Wat een
kerel was die Sint-Alba toch I Ik kan er
mij nooit genoeg over verbazen. Tot het
ming over het voorstel van het comiteit
bepalende 16 werkelijke en 6 bijgevoegde
Candida ten.
Dit voorstel behaalde 272 stemmen
tegen 223.
De vergadering werd gesloten met
eenen krachtigen oproep tot de eendracht
en de werkzaamheid,door M. De Winde.
De Vlaamschb Volkspartij, groep
Maurits Josson, te Brussel heeft be sloten
in de aanstaande wetgevende kiezingen
afzonderlijk te strijden. In 1902 behaalde
deze lijst 123 stemmen 't is kinderspel
zoo iets een tweede maal op te willen
loopen.
De Daensisten hebben voor Brussel
hunne kandidaten aangeduid voor de
kiezing van 1906.
Werkelijke candidatenPriester Dacns
en smid Lambrechts.
Eerste plaatsvervanger, priester Fon-
teyne.
Kortrijk. Het cartel is hier gesloten
tusschen liberalen en socialisten:
De socialisten krijgen de vijfde plaats
op de liberale lijst. De twee partijen
zullen afzonderlijk den kiesveldtocht voe
ren en de socialisten zullen niet stemmen
boven aan de lijst, maar achter de namen
hunner candidaten.
Het gerucht loopt, dat te Antwerpen
derelfde combinatie wordt ontwor
pen.
De candidaturen-Terwagne en Groesser
zouden op de liberale lijst de 6® en 7®
plaats innemen en de socialisten zouden
achter de namen hunner candidaten stem
men.
Turnhout. M. Leurs, de eeuwige
liberale candidaat, schrijft aan onzen
confrater 1 Le Matin, dat hij zijne can-
didatuur staande houdt, hij die sedert
jaren en jaren en op eigen middelen ge
streden heeft, als protestalie tegen de vijf
man en een korporaal, die de Liberale
Associatie uitmaken, niemendal verrich
ten en desondanks de pretentie hebben
toch een candidaat te willen lanceeren.
Oostende. Men meldt dat M. Van-
derheyde, volksvertegenwoordiger van
Oostende, geen vernieuwing van man
daat aanvaard. Er zal aangedrongen wor
den bij het achtbaar lid, om hem op zijn
besluit te doen terugkeeren.
laatste oogenblik toe is hij zichzelf mees
ter gebleven. Die sprong van de stelling
te Tours, juist toen Power hem bij den
kraag wou grijpen, ik ijs er nog van als
ik er aan denk Ja, zoo'n man zullen
wij niet dikwijls meer aantreffen
Jammer genoeg, dat hij zijne gaven
zoo misbruikte Zijne vrouw is nog
steeds in het krankzinnigen-gesticht, niet
waar
Waar zij tot aan haar dood zil blij
ven, de doktors verklaren haar voor on
geneesbaar.
Het is een geluk voor het arme
schepsel. Maar laat ons daar niet langer
aan denken, vervolgde M. Norfolk op
vroolijken toon ik voor mij verheug mij
maar, dat gij en Power de zaak van het
begin af aan goed hebt ingezien en dat
gij eindelijk toch dc kroon op uw hoofd
gekregen hebt, inspecteur
Och, Mijnheer antwoordde Bru
sel bescheiden. Gij moet er mij zooveel
eer niet aan geven, die komt alleen aan
Power toe hij was de eerste die het
inzag
Dat mag zijn, maar daarna hebt
gij u ook niet weinig geweerd Weet
gij, wien ik lest nog bij mij heb gehad
Die commissaris van Sandbank hoe
heet hij ook weêr
De commissaris Grand, meent gij
Grand Precies 1 Gij had den man
moeter. zien hij was wanhopend, dat hij
er bij slot van rekening zoo was ingeloo-
pen.
Hij kwam bij mij om zijne zaak zoo*