Zondag 29 April 1996 5 centiemen per nummer. $7sle Jaar 3840 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Verplichtend Onderwijs. zonderlinge verdwijning W ets voorstel-Coreman s Dreigende revolutie. Bemesting der Hop. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Mon schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQOE 8UUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen »p 3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa dit blad. AALST. 28 APRIL 1906. Een der voornaamste punten van liet programma zoowel van de liberalen als van de roode en groene socialisten, is het verplichtend onderwijs of school dwang. Het verplichtend onderwijs opper vlakkig, zonder er over 11a te denken, beschouwd, komt aan velen voor als een uitmuntenden maatregel om het onderwijs onder 't volk te verspreiden. Een groot getal ouders, beweren onze driekleurige tegenstrevers, verzuimen hunne opperste plicht van hunne hin ders ter school te zenden. En, vragen zij, is dit niet hoogst betreurensweerdig en moet het de nadeeligste gevolgen niet na zich slepen voor de kinders en het algemeen welzijn Nu, volgens hen, is er maar een af doende middel om dezen toestand te veranderen, namelijk, het verplichtend onderwijs of den schooldwang. Men moet de ouders, zeggen ze, ver plichten op straf van boet en gevang hunne kinders ter school te zenden. Oppervlakkig beschouwd, zeggen wij hooger, schijnt de aanbevolen maat regel zeer goed en doeltreffend. Inderdaad moesten de ouders gedwon gen worden hunne kinders de lessen van den onderwijzer bij te wonen, na korte jaren zou niemand meer ongelet terd zijn. Nu dit is de gevolgtrekking die men er uit afleidt, indien men den uitslag van den schooldwang niet van nabij onderzoekt. Maar het verplichtend onderwijs is niet zoo doeltreffend als onze driekleu rige tegenstrevers het beweren. In Frankrijk, in Duitschland, beslaat het sedert vele en vele jaren en men zou in dit land geene ongeletterde meer mogen ontmoeten. Integendeel is het getal ongeletter- den er nog vrij groot En wat meer is bevoegde en ondervindingrijke man nen moeten bekennen dat de school dwang niets vermag om de onwetend heid te bevechten. Eene wet het verplichtend onderwijs in België invoerende, zou een aanslag wezen tegen eene der voornaamste vrij heden welke de Belgische huisvader bezit, welke hem behoort de vrijheid van aan zijne kinders de opvoeding te bezorgen die hij voor hen verkiest. De Staat heeft geen het minste recht om in zyne plaats, op te treden. De familievader die verzuimt aan zijne kinders eene goede opvoeding te verschaffen heeft aan den Staal niet te verantwoorden, maar wel aan God al- i" vervolg. De vrouw wreef zich met bevende hand over het voorhoofd. Waar ben ik gebleven Zegde zij. O, ik hoorde stemmen, waardoor ik zoo ontstelde, dat ik opstond en naar hare kamerdeur liep. Het gedruis, dat ik maakte, toen ik mijn eigen deur ontsloot, heeft haar zeker dotn schrikken, want toen ik bij hare kamer kwam, was alles stil. Toen wachtte ik een oogenblik, klopte en riep haar zij antwoordde niet en ik riep nogmaals. Wat is er, vroeg zij. O, zegde ik, ik dacht dat ik hier hoorde spreken en dat maakte mij angstig. Hij moet hier naast geweest zijn, zegde zij. Ik verontschuldigde mij en ging weer naar mijne kamer. ik hoorde nitts meer, maar toen wij dezen morgen hare kamtrdcur openden, en zagen dat zij verdwenen was, dat het venster openstond, terwijl overal kentee- kens van geweld en van eene worsteling aanwezig waren, toen wist ik dat ik mij niet had vergist, dat er mannen bij haar waren, toen ik voor hare deur stond, en dat zij haar ontvoerden. leen welke hem er scherpe rekening zal over vragen. Het is onbetwistbaar dat de weinige catholieken welke voorstaanders zijn van den schooldwang in de kaarten van hunne politieke tegenstrevers spelen. De voornaamste reden hiervan is dat onze blauwe en roode tegenstrevers hierdoor het verplichtend of ongods dienstig onderwijs verslaan. Wat ze willen 'lis de ouders te kun nen dwingen hunne kinders naar god- delooze scholen Ie zenden. Neen, neen, 't is uit liefde niet tot het volksonderwijs dat blauwen en rooden het onderwijs verplichtend willen ma ken, maar ze zien daar in slechts een afdoende middel om den R. C. Gods dienst te bestrijden. Zoo wij het hooger zeggenin Frank rijk bestaat, sedert vele jaren, het ver plichtend onzijdig onderwijs. Een congres door de Fransche onder wijzers te Parijs gehouden in Septem ber 1905, toont ons aan dat ze in meer derheid tot het socialismus, tot de vrij metselarij behooren Ten bewijze willen wij aanhalen dat de opvoeders der Fransche jeugd, aan hangers zijn van de leerstelsels door het blad l'Action een blauw-rood or gaan verspreid. En dit bedoeld blad roemt er zich op dat het talrijke onderwijzers onder zijne abonnenlen telt en die hunne me dewerking verleenen. Welnu welke zijn de leerstelsels die l'Action onder zijne lezers ver spreid Ziehier en luistert De mensch heeft drij vijanden den priester, den rechter en den soldaat De eerste steunt op een valsch be- grip der zedeleer De tweede op een valsch begrip der rechtveerdiglieid De derde op een valsch begrip van het vaderland Zouden wij dus het recht niet lieb- ben ons te verheugen indien wij moes- ten vernemen dat soldaat, rechter en priester elkaar onderling uitgemoord hebben Wat streelende en einde- looze genoeglijke droom Zulke leerstelsels worden in Frank rijk door de offlcieële onderwijzers en onderwijzeressen bijgetreden en tot de hunnen gemaakt. E11 dat zijn dus de opvoeders en op voedsters die den eerbied voor den godsdienst en de vaderlandsche instel lingen in de harten der kinders moeien prenten. De framagons zijn hierover ten uiter ste te vrede want 't is hun werk lang- zaam en trapsgewijze sedert vele jaren behendig voorbereid. Ditmaal kon ik mij niet langer inhou den. Lieten zij haar uit het venster zak ken vroeg ik. O, zegde zij, er wordt aar. het huis gewerkt, er is eene leer geplaatst, die tot aan de derde verdieping reikt, en langs die leer hebben zij haar meegenomen. Inderdaad zij schijnt minstens een zeer gewillig slachtoffer geweest te zijn, merkte ik op. De vrouw schudde mijn arm als met een ijzeren greep. Gelooft gij het niet hijgde zij, ter wijl zij mij staande hield, ik verzeker u. wanneer het is gebeurd zooals ik u zeg, en de booswichten, of wat zij waren, haar meenamen, dan zal zij doodsangsten hebben uitgestaan, zoo vreoselijk dat zij het zal besterven, als zij niet reeds dood is. Gij weet niet waarover gij spreekt, gij hebt haar nooit gezien. Was zij schoon, vroeg ik, terwijl ik haastig met de vrouw voortliep, want wij begonnen reeds de aandacht der voor bijgangers te trekken. De viaag scheen ha_r ecnigzir.s in vei warring te brengen. Och. ik weet nitt, mompelde zij, ik vond haar altijd schoon, doch andaren misschien niet. Het ging er van af hoe men haar aanzag, Vcor 't eerst voelde ik nu eenige achter docht bij mij opkomen. Om welke reden kon ik nog met zeggen. Zij scheen mij op 'een eigenaardigen toon te spreken, het was alsof zij bang was met zichzelf te Ziedaar de uitslagen van het koste loos, verplichtend en verwereldlijk onderwijs en de wijze waarop de Fran sche regeering de onzijdigheid ver staat, Nu, wat de framagons in Frankrijk willen dat willen onze Belgische raoor- telbroeders ook. Onze liberale en socia listische tegenstrevers zijn geen negen- menneken beier dan hunne Fransche partijgenoten, die zij zoo zeer bewonde ren. Het verplichtend onderwijs zou hier in België even als in Frankrijk, van de offlcieële school een brandpunt maken van godverloochening, anarchie, ze deloosheid en haat tegen onze natio nale instellingen. Ouders, gij die niet wilt dat men aan uwe kiuders zou inplanten dat God niet bestaat, dat men vry leven mag lijk de dieren, dat er hierna noch loon noch straf bestaat, dat het vaderland niets anders is dan een verouderd zinnebeeld wacht u wel van in de kie- zingen uwe stem te geven aan de can- didaten van den blauwen, rooden en groenen blok Het hieronder meêgedeelde vertoog schrift werd alle catholieke volksverte genwoordigers van ons land toegezon den De ondergeteekenden, na kennis ge nomen te hehben van het verslag der middenafdeeling in zake Coremans wetsvoorstels, houden er aan, bij deze gelegenheid andermaal hunne meening diesaangaande uit te drukken. Hoewel zij zich desnoods kunnen aansluiten bij liet artikel 1 van 't wetsontwerp door de middenafdeeling voorgedragen, toch blijven zij van gedacht, dat zij enkel in het oorspronkelijk wetsvoorstel van M. Coremans bevrediging vinden want dit ontwerp en dit alleen huldigt het grondbeginsel van het gebruik der moedertaal als voortaal in het onder wijs het eenige doelmatige en opvoed kundig stelsel. Daarenboven nemen zij de eerbiedige vrijheid, bij UEd., aan te dringen, op dat het arrondissement Brussel aan de toepassing der te stemmen wet niet zoude onttrokken worden immers, wanneer eene wet wordt gemaakt om misbruiken uit te roeien of toestanden te verbeteren, moet. men toch, onzes inziens, de wet toepassen daar waar de misbruiken en verkeerde taaltoestanden het meest bestaan, namelijk, in onder havig geval, in het arrondissement Brussel. Wij verzoeken UEd. dringend, in die zaak de belangen van het Vlaamsche volk krachtdadig te willen verdedigen en groeten UEd., met de meeste ach ting. overleggen. Wat het ook was dat mijn wantrouwen opwekte, ik besloot deze da me voortaan nauwkeurig in het oog te houden. Ik zag haar scherp aan en vroeg hoe het kwam dat zij de eenige was, die aan de bevoegde macht kwam kennis geven, dat het meisje verdwenen was Weet M. Blake er niets van Ik ontdekte eene kleine verandering op haar gelaat. Ja, zegde zij, ik heb het hem aan het ontbijt verteld, maar M. Blake stelt niet veel belang in zijne dienstboden, hij laat al die zaken aan mij over. Dus weet hij ook niet dat gij de po litie heb laten roepen Neen, Mijnheer, en gij zult, hoop ik, wel zoo goed willen zijn hiervan on kundig te laten. Hij hoeft het niet te we ten. Ik zal u achter in laten. M. Blake is een man die zich nooit met iets bemoeit Wat zegde M. Blake van dezen morgend, toen gij hem vertelde dat dit drommels, hoe heet zij Emily. Dat Emily dezen nacht was verdwe nen Hij zegde er niet veel van, mijnheer, Hij zat aan de ontbijttafel en las zijn dag blad, zag even op, fronste de wenkbrau wen en zegde dal ik, al wat de dienstbo den betrof.zelf moest behandelen, zonder hem lastig te vallen. En liet gij toen dit onderwerp rusten Namens den Oud-hoogsiudentenbond van Oosl-Vlaanderen De hoofdman, Dr Bauw ens de pen ningmeester, Dr Arthur Slandaert de onderhoofdman. D Reim. Speleers de hulpschrijver. Karei Ileyndrickx, doc tor in de rechten de schrijver, advo caat LodDosfel Namens den Oud-hoogstude>itenbond van AnUocrpen en Brabant De hoofdman, advocaat Adelfons Hen- derickx de penningmeester, Arnold Hendrix de onderhoofdman, Dr A. La- porta de hulpschrijver, advocaat Van den Broeckde schrijver, Dr Frans Mets. Namens den Oud-hoogsludentenbond van Limburg De hoofdman. Paul Bellefroid, hoog leeraar te Luik de penningmeester, Moulckers, aalmoezenier de onder- hoofdman, Dr A. Habets, leeraar aan 't Atheneum de hulpschrijver, Jos. Aussen, griffier de schrijver, Eug. Leën, uitgever. Namens den Oud-hoogstudentenbond van West-Vlaanderen De hoofdman, advocaat Emiel De Visschere de penningmeester, Dr Alf. de Pla de schrijver, Benoni David, no taris; de onderhoofdraan, IV O. Van den Bulcke. De toestand in Frankrijk is zoo on rustwekkend geworden.dat de Parijzer bladen,zelfs degenen die zich niet gauw schrik laten aaujagen. reeds zeggen dat de revolutie in aantocht is. In de streek van het Noorden en het Pas-de Calais, zoo schrijn de Parij zer TEMPS, zijn de werkstakersbenden meester op straat. Zij overweldigen wie het hun belieft, zij verplichten de vrou wen dood van schrik do roode vlag te dragen. Zij overrompelen de huizen, plunderen de winkels, ver woesten de bijzondere woningen. De gendarmen hebben alle moeite ter we reld om, van tijd tot tijd, de orde eens te herstellen, die daarop aanstonds weer gestoord wordt. Al wat men kan be komen, is dat de werkstakers de sol dalen of de gendarmen, die van hunne peerden vallen of door steenworpen ten gronde geslingerd worden, niet ter plaats atmaken. Men brengt ze weg, overdekt met bloed, gekwetst.stervend. Fen officier is reeds aan zijne wonden bezweken. Zulks is het tafereel eerder ver zacht - - van hetgeen er ter plaatse der werkstaking gebeurt. De opstand kent geene palen meer aan zijne grillen. Er beslaat geene persoonlijke vrijheid, geen eigendom, geene wetten, geene regeering meer. Ja, mijnheer dit stond gelijk met een verbod om er verder over te spreken. Voor zoover ik M. Blake kende, was dit wel te gelooven, want hoewel hij er volstrekt niet barsch uitzag, was hij toch altijd zeer afgetrokken en dus ook voor zijne huisgenooten zeer moeilijk te naderen. Wij waren op korten afstand van het ouderwetsche heerenhuis, dat door de New-Yorksche aristocratie als een der aantrekkelijkste woningen van de geheele stad werd beschouwd, ik gelaste dus den man. die mij vergezeld liad, ergens in de nabijheid post te vatten en het teeken af te wachten, dat ik hem geven zou, als :k MGrijce noodig had en nu vroeg ik de vrouw hoe ik in huis zou kunnen komen, zonder dat M. Blake het merkte. O mijnheer, al wat ge te doen hebt is mij langs de achtertrappen te volgen. Hij zal er niet op letten, of zelfs als hij dit doet, toch niets vragen. Op dit oogenblik stonden wij voor de achterdeur, zij nam eenen sleutel uit haren zak, deed open en wij traden het huis binnen. II. EERSTE NASPORING RN, Mevrouw Daniels, zoo was haar naam, ging met mij miè naar de achterkamer op de derde verdieping. Terwijl wij door 'verschillende zalen gingen, kon ik niet vnalaten op te merken, hoe rijk, doch som ber die ouderwetsche muren en met schil- En LE TEMPS bekent vlakaf dat die jammerlijke toestand de schuld niet is van de werkstakers alleen, maar ook van de verschillende ministeries, die elkander in Frankrijk opgevolgd heb hen. Door sedert eenige jaren aan de revolvtiomiaire opruiers alles toe te laten, is men er toe gekomen hun wijs te maken dat hun alles veroorloofd was. Waarom, vraagt LE TEMPS, heeft men altijd meer en meer toegegeven? Kan de hartstochtelijke begeerte om eene ministersportefeuille te winnen of te behouden.opwegen tegen het berouw dat zij thans moeten gevoelen, degenen die ons in dien schrikkelijken toestand gebracht hebben Die vraag, welke liet Parijzer blad aan de Fransche ministers stelt, zou in België ook moeten gesteld worden aan de liberalen, die door hunne toegevin gen aan de socialisten, hunne kiesver- bonden mei die rerolutionnairs, ons land ook tot zulke uitersten zouden lei den Moesten in België de liberalen meester worden, zij zouden.0111 aan het bewind te kunnen blijven, steeds nieu we toegevingen aan de roode opruiers moeten doen, en weldra zou hier ook de revolie dreigend het hoofd opsteken. Dat de kiezers daar wel eens aan den ken, en zij zullen zorgen dal wij in ons land niet zoo ver geraken als onze ongelukkige zuiderburen. Sedert een drietal jaren, zijn de meeste hoplelers voor goed de baan des vooruitgangs ingeslagen en passen zij de laatste verbeterde bemestings teelt en droogwijzen toe, welke de nieuwere landbouwwetenschappen ons voor schijven. Ongelukkiglijk, zijn er toch nog landbouwers, welke hierin ten achter blijven, zoodat wij thans ook eenige woorden willen zeggen over de bemes ting, aangezien wij door de verbeterde teelt-en droogwijzen alleen tot geene overvloedige opbrengst van goede hoedanigheid kunnen komen, maar deze in de eerste plaats van de bemes ting afhangt. De landbouwers maken over het algemeen een te groot gebruik van stalmest en vooral van beer. Stal mest dient voorzeker de grondslag te blijven der hopbemesting, aangezien de hop in eenen humusrijken grond goed gedi jdt en men mag er tot 30,000 kgr. per hectare van gebruiken, doch men zal omzichtig zijn met heer en sodanitraat, aangezien deze te snel den groei opjagen, de rijpwording ver tragen en de hoedanigheid verminde ren. Beter ware het. «bij het open doen der kuilen, eene gematigde hoe veelheid ammoniaksulfaat tegebruiken. derwerk versierde plafonds er uitzien, hoe dit alles verschilde met hetgeen wij thans zien, als wij de meer moderne hee renhuizen van de vijfde Avenue binnen treden. Hoewel mijn ambt meêbrengt, dat ik reeds een groot aantal weelderig inge richte huizen heb gezien, toch had ik nooit den dorpel overschreden van een huis als dit en het hinderde mij zelfs eenigzins dat ik een gebouw, zoo schoon en eerbiedweerdig, moest binnentreden met het docloni g.;rechtelijke nasporipgen te doen. Maar toen ik eenmaal in de kamer van het vermiste meisje was, zette ik alle nevengedachten op zij om slechts te vol doen aan de verplichtingen, mij door mijne roeping opgelegd. Reeds terstond had ik begrepen, dat deze geheimzinnige verdwijning voor mij niet zoo gemakkelijk zou te ontsluieren zijn de juisthuid der verklaringen van Mev. Daniëls liet ik hierbij geheel in het midden. Hoewel Mev. Daniëls haar een naai- sterke noemde, zag ik reeds bij den eersten opslag dat dit geene kamer voor zuik een meisje was. Hoewel het meubelier, in vergelijking met de prachtige en rijk bewerkte wanden en zoldering eenvoudig was, zag n>en toch overal in deze groote kamer fraaie zaken en artikelen van weelde, die mij de veronderstelling, dat dit het verblijf eener gewone naaister was, zeer twijfelachtig deed voorkomen. Doch, 't zijn vooral de kali- en fosfoorzuurmesten, waaraan niet zel den de grond, ofwel dc stalmest en de beer te arm zijn welke hier de hoofdrol vervullen, immers zy vervroegen de rijpwording, en dragen niet weinig bij tot de hoedanighetd der bellen, aan zien deze hierdoor ten gevolge ryker aan lupuline (hopraeel) en fijner van geur zullen zyn. En 't is juist dit, wat de brouwers vragen, die, het zij hier ter loops te hunner eer gezegd, onze bopboeren stevig steunen in hunne lof felijke pogingen tot het verbeteren onzer inlandsche hopteelt, en, vergeten wij het niet,dat het juist dit is, wat wy betrachten moeten, thans, dat de hop meer en meer naar hare hoedanig heid verkocht wordt. Wij moeten vroege hop betrachten, rijk aan geurige lupuline. Uit onze persoonlijke en menigvul dige andere proeven welke wij thans nog voortzetten en waarop wij later wellicht eens breedvoerig terugkeeren, besluiten wij. dat het noodzakelijk is, ten einde hel doel te bereiken, dat men beoogen moet, de hop eene duchtige kali- en fosfoorzuur, benevens eene gematigde stikslofbemesting toe te dienen, en wij bevonden ons immer goed met eene aanwending van 300 kgr chloorkalium of zwavelzure kali, 500 kgr. superfosfaat of beter nog 600 kgr. ijzerslakken, en 200 kgr. ammoniak sulfaat, doch men bemerkte goed dat de minerale zouten innig met de bouwlaag dienen vermengd, terwijl het ammo niaksulfaat oppervlakkig mag inge werkt wordenBemerken wy eveneens, dat de ijzerslakken en het ammoniak sulfaat nooit gelijktijdig mogen aangewend worden. Eindelijk denken wij gerust te mogen aauraden de chloorkalium of zwavel zure kali te vervangen door 500 tot 600 kgr. patentkali-manesia (sulfate double de potasse et de magnésie) dat 25 watervrije kali en 11 0/o zuivere mag nesia inhoudt, aangezien de hop veel magnesia bevat, en deze in geene enkele onzer gewoonlijk gebruikte handels- meststoffen aanwezig is. Onbeschaamdheid. Maar dui ven 1 schijnt tiet ordewoord der libe ralen te zijn. Wij willen afschaffing van voorrech ten. schreeuwen zij en bunne kop stukken bewi eren dat alwie catholiek is geene plaats van den Staat mag bedienen. Wij willen gelijkheid en rechtveerdig- heid, schreeuwen zij en waar zij aan 't roer zijn verkrijgen de liberalen alle ambten en bedieningen. Wij willen licht, schreeuwen zij en zij zitten in hunne donkere logiehoien te cotnpioteeren, en houden zorgvuldig al hunne plannen in den zak, of leggen er een schijnheilig kladpapier op. Mev. Daniëls, die mijne verwondering bemerkte, haastte ziet eenige verklaring te geven. In deze kamer werd altijd het naai werk behandeld, zegde zij, en toen Emily kwam, vond ik het gemakkelijker hier een bed te plaatsen, dan haar naar boven te laten gaan. Zij was een zeer lief meisje en hield alles goed in orde. Ik zag naar de schrijfkas, die open op een tafeltje, midden in de kamer stond, naar de vaas, half gevuld met deels ver welkte rozen, op den schoorsteenmantel raar Shakespeare's werken en Macauly'a Geschiedenis van Engeland, die rechts van mij op een boekentafeltje stonden, en ik dacht er het mijne van, doch zegde niets. Vondtgij van morgen de deur ge sloten zegde ik, toen ik even een onder zoek in de kamer had gedaan, waardoor drie feiten bij mij vast stonden ten eerste, dat het meisje 's nachts niet in bed was geweest, ten tweede, dat er eene worsteling of overrompeling had plaats gehad, daar een der gordijnen als door eene angstige hand vastgegrepen vreese- lijk gescheurd was, om niet te spreken van een stoel, die met een gebroken poot op den grond lag ten derde, dat men, hoe vreemd dit ook mocht schijneo, door het venster vertrokken was. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1