Zondag \7 Juni 1906 5 centiemen per nummer. 578,e Jaar 5854 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Zij hebben er van genoeg. - zonderlinge verdwijning Troostend voorbeeld. DE DENDERBODE Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere veek onder dagtee- keoing van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maandenfr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Vön dö Puttö-Goosscns, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE SUUM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3«» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemds landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 16 JUNI 1906. Reeds vroeger tijd, lang voor de laatste kiezingen, waarschuwde M. Fetweis, een liberale kieswerker te Verviers, zijne par tijgenoten dat ze met hun cartel zouden verloren loopen. Maar, hij klopte aan doovemansdeur. Nu, dezer dagen verscheen er een vluchtschrift van M. Ernest Desenfans, oud liberale werker insgelijks van Ver viers, die de zelfde waarschuwing hooren laat. Het werkje draagt tot titel de spreuk van den Gentschen Burgemeester Braur. Wij zullen dan later zien, in andere woorden Wij zullen 't vel van den beer verdeelen als wij hem geschoten hebben, M. Desenfans roept de getuigenis in van dezen welke hem ondersteunden toen hij zyne stelling verdedigde welke, zegt hij, de uitslagen der kiezingen van 27 Mei eens te meer hebben bevestigd en schrijft als volgt -k Keeren wij terug tot de dagen welke den 27 Mei zijn voorafgegaan de kies strijd is begonnen en wordt, in de anti- clerikale rangen,geleid door de radikalen. Zij hebben hun programma en hunne tactiek door de liberale partij doen aan nemen. Zij werken met koortsachtigen iever. Zij zyn zeker van den goeden uit slag en kraaien voorop victorie. Zich aan 't hoofd der regeering ge steld hebbende gelooven zij, of nemen den schijn aan te gelooven dat al de anti- clerikalen tot hunne denkbeelden be keerd zijn. Er zijn geen doctrinairen meer, 1 dat verzekeren zij. Er zijn geen doctrinairen meer, dus al de anti-clerikalen nemen het zui ver algemeen stemrecht aan, zelfs zonder het eennamig stelsel allen zijn gunstig aan de tactiek van het cartel. Allen zijn bereid de hand te reiken aan de socia- tische partij. Er zijn geen doctrinairen meer, dus de liberale partij zal noch de leer stelsels, noch de handelwijze der socialis tische partij betwisten, noch iets van alles wat haar ideaal of hare strevingen betreft. Men zal later zien M. Clemenceau heeft in Frankrijk de tactiek van den anti-clerikalen blok uitgevonden. Wat in Frankrijk gelukt is moet in België lukken. Er zal dus bij ons ook een anti-clerikale blok zijn. Vruchteloos zal M. Hyraans het wa gen zijne denkbeelden uit te drukken aangaande het toekomende kiesstelsel De blok zal hem het stilzwijgen opleggen en M. Hymans zal bijna verschooning vragen om te hebben durven denken dat, in de liberale rangen, het vrij onderzoek nog eenige rechten heeft behouden. 1 Indien er nog eenige doctrinairen zijn, zij zwijgen. Zij weten dat, als zij spreken, zij zullen beknibbeld worden. Zij spreken dus niet. De radikalen hebben schoon spel, zij hooren de doctrinairen niet. Er zijn geene meer. Zoo gaat men naar de stembus. Wreede ontgoocheling Men moest later zien en men heeft gezien. Men heeft zelfs zeer goed gezien. Men heeft gezien dat er nog doctri nairs waren en dat zij gestemd hadden met de clerikalen, vooral in de arrondis sementen waar het cartel was gesloten. Men heeft gezien dat men de cleri- kale partij niet heeft verzwakt. Men heeft gezien dat men het spel verloren had en dat de anti-clerikale blok niet meer kans had bij ons te lukken dan de oranjeboo- men in vollen grond te groeien in het park van Brussel. Wij beweren niet dat, indien de liberale partij toegankelijk ware gebleven voor al de anti-clerikalen die het socialism vijandig zijn, de tegenwoordige meerder heid der clerikalen zou omvergeworpen zijn. Wij weten niet wat ei zou gebeurd zijn. Wij denken alleenlijk dat de liberale partij waardiger zou gebleven zijn en dat zou toch iets geweest zijn. Dat zou zelfs veel geweest zijn, aan gezien het aangewend middel den goeden uitslag niet gegeven heeft en niets anders heeft teweeggebracht dan van de liberale partij te verwijderen al dezen die denken dat boven de partijen het Vaderland staat, hetwelk niets goeds te verwachten heeft van de samenspanning van het liberalism met het oproerig socialism. Ongelukkiglijk is de beweging in gang gestoken. Men zal ze niet meer tegenhouden en wij kunnen slechts be treuren dat wij, om getrouw te blijven aan het liberalism waarin wij opgevoed werden en dat wij hebben leeren bemin nen, een stellig ontroerd vaarwel moeten sturen tot de liberale partij. Wij zullen daarom onze laatste jaren niet gaan slyten in de rangen der clerikalen. Men is niet noodzakelijk - Papist omdat men geen Turk wil zijn. Stuurt naar links zegde gisteren een liberaal blad. Het zij zoo, «stuurt naar links meer en meer naar links. Wij zullen later zien I Ernest Desenfans, Advokaat. M. Desenfans spreekt hier lijk een rechtschapen man, als een ware vader lander. Boven de partijen staat het Vaderland en zij die, om het catholiek Ministerie in den grond te boren, -een verbond met de roodc en groene socialisten hebben ge sloten hebben hun vaderland verraden. M. Desenfans denkt dat de beweging nimmer te weêrhouden is. Neen, ze zal niet te weêrhouden zijn bij dezen die door hunnen razigen godsdiensthaat zoo zeer zijn vervoerd dat ze alles, zelfs hunne eer, zouden opofferen om hem bot te vie ren. Zij die zelfs met den duivel der hel een verbond zouden willen sluiten zijn zoo talrijk niet als men wel denkt en wij gelooven dat zij die er genoeg van hebben de meerderheid uitmaken. Allengskens zullen deze laatsten zich aansluiten bij de verdedigers der maat schappelijke orde tot heil, vrede en voor spoed van Land en Volk I M. Gielen, de achtbare vrederechter van Acbel (Limburg), die zoozeer de erkentelijkheid der M. V. D. verdient, heeft alweer een blijk van genegenheid voor 't werk der dierenbescherming gege ven. Ziehier, de omzendbrief, dien hij heeft voorbereid om aan al zijne collega's te worden gezonden. Wij wenschen hem van harte geluk. Eene zaak, hebbende het drievoudig karakter van rechtveerdigheid, zedelijk heid en menschlievendheid heeft reeds verscheidene jaren mijne aandacht bezig gehouden, en ik neem de vrijheid u daar over eenige woorden te zeggen. Ik bedoel het schoone werk, dat met zoo'n bewonderenswaardige opoffering ondernomen wordt door de Belgische Maatschappijen om de daden van wreed heid en barbaarschheid jegens de dieren te voorkomen en te bestrijden. De mensch, schatplichtige van het dier, bijzonderlijk van het huisdier voor al de noodwendigheden van zijn bestaan, heeft voor eersten plicht zich jegens het dier erkentelijk te toonen en nochtans gaat het kortstondige leven van deze min dere wezens dikwijls gepaard met de wreedste mishandelingen en het hardste labeur. Onder zedelijk oogpunt, verlaagt de beestige wreedheid jegens de dieren den mensch en stelt hem op gelijken rang met de verscheurende dieren. Lamartine heeft, trouwens, gezegd en met recht Tusscben de wreedheid jegens de dieren en de wreedheid jegens den mensch zie ik maar verschil van slachtoffer. De mensch heeft immers geen twee harten, het eene goed en gevoelig voor den naaste en het andere zonder medelijden voor de dieren, die hem dienen en hem zoo ver kleefd zijn. Cardinaal Manning heeft die waarheid met niet minder doorzicht luide verkondigd, zeggende Doe uwen plicht jegens de dieren en wees verzekerd dat gij uwe plichten jegens de menschen zult vervullen.» Zijn de helden van het mes en van 't pistool niet het natuurlijk uitvloeisel van die streken, berucht om hare ruwheid en barbaarschheid jegens de dieren Onder menschelijk oogpunt, geeft de mensch blijk van ware lafhartigheid met de weerlooze dieren verschrikkelijke fol teringen te doen ondergaan schepsels, die geen weerstand kunnen bieden en die zoowel als wij gevoel hebben van smart en pijn. Bij den dageraad der twjntigste eeuw zou de wreedheid van allen aard maar eene uitzonderlijke fout mogen zijn, een legaat uit de tijden van verdwenen bar baarschheid ongelukkiglijk is 't zoo niet; de barbaarschheid jegens het dier schijnt in België verworven recht te hebben ge- kregin en er onuitroeibaar te zijn. Voor de menschen van goeden wil en met een gevoelig hart begaafd is er dus een werk te verrichten van verzedelijking en ik denk dat de vrederechters, de natuurlijke beschermers van zwakken en verdrukten, zich in bijzonder gunstige voorwaarden bevinden om mede te arbei den aan dit beschavend en hoogst verze- delijkend werk. De overtredingen in dezen aard moeten gewoonlijk toegeschreven worden aan onwetendheid, hardvochtigheid, of aan alcoolische buitensporigheden om de overtreders tot beter gevoelens te brengen zal het dikwijls voldoende zijn hen de onwaardigheid van hun gedrag, vaak in strijd met hunne geldelijke belangen, voor oogen te stellen. En waar vriende lijken raad of zachte berispingen niet fulpen. zouden we daar niet met onver biddelijke strengheid mogen straffen Daar we in aanhoudende betrekking leven met ambtenaars en bedienden van allen aard, met vertegenwoordigers der Openbare Macht, is het ons gemakkelijk kostbare medehelpers te vinden tot ver volging en tot het verbod van overtre dingen, die eene ware schande zijn voor ons land. Eindelijk, met de daden van walgelijke barbaarschheid of wraakroepende wreed heid openlijk en streng te brandmerken, zullen wij nuttig werk verrichten onder oogpunt van verzedelijking der massa de weergalm onzer vermaningen zal niet stil blijven op den drempel onzer gerechts zalen, maar zal golven tot over de plaat sen zelve, waar die afschuwelijkheden gebeuren. Ik eindig dezen oproep, mijnheer en geachte Collega, dien ik na eene lange loopbaan gemeend heb U te mogen toe sturen, in 't belang eener zaak die mij steeds lief is geweest en ik bid1 U de ver zekering mijner beste broederlijke gevce- lens te willen aanvaarden. Men heeft 100,000 fr. geboden voor eene groep van vier merriën door eenen paardenfokker uit Henegouw tentoon gesteld. Een Deensch syndikaat heeft den eersten prijs der hengstenveulens aange kocht voor 18,000 fr. Dat zijn, zooals men ziet, eigenlijk geen paarden om schepen meè te ketsen of om in eene zandkar te spannen. 7* vervolg. Eindelijk wendde zij zich met eene on rustige beweging van hare aanbidders af, hare ademhaling werd blijkbaar gejaagd en op hare trekken las men eene uitdruk king, waaruit men evengoed vastberaden heid als liefde zou kunnen lezen. Ik be hoefde mij niet om te wenden om te zien wie haar naderde, hare houding en blik verrieden alles. Hij was de kalmste van de twee. Hij boog zich over hare hand en zegde een paar woorden, die ik niet verstaan kon, daarna trad hij een stap terug en maakte toen eenige onbeduidende opmerkingen over het bal. Zij antwoordde niet. Terwijl 2ij in achtelooze houding haren rijk geveerden waaier nu eens opende, dan weer dicht sloeg, wachtte zij, alsof zij wilde zeggen Ik weet nu eenmaal dat ik mij in dit alles moet schikken, daarom zal ik geduld hebben. Maar toen hij op denzelfden toon bleef voortgaan begon ik in hare donkere oogen ongeduld te bespeuren en kwam er eenige verandering in den eigenaardigen glim lach, die tot heden haar voorkomen mis schien meer had verhelderd, dan hare schoonheid verhoogd had. Terwijl zij zich langzamerhand van hare hinderlijke omgeving trachtte te ver wijderen, zag zij rond alsof zij naar eene wijkplaats zocht.. Daar viel haar blik met een glans van voldoening op een der ven sters. Ziende dat zij zich spoedig daar heen zouden terugtrekken, slaagde ik er in mij te verbergen achter het gordijn, dat er het meest nabij was. Een oogen- blik later hoorde ik hen naderen. Men schijnt u heden avond met beleefdheden te overladen, zegde M. Blake op kalmen en zeer hoffelijken toon. Vindt ge dat luidde het eenigzins spotachtige antwoord. Ik was juist van een tegenovergesteld gevoelen, toen gij mij te gemoet tradt. Er volgde eene stilte. Met mijn mes maakte ik eenen naad open van het gor dijn, waarachter ik verborgen was, en keek er door. Hij zag haar met vasten blik en op merkzaamheid aan, doch zijne houding bleef in 't oogvallend teruggetrokken. Ik zag hoe zijn blik zich vestigde op hare schoone, sierlijk gekapte haren, te midden waarvan de juweelen, ongetwij feld van haar overleden man, met buiten- gewonen glans schitterden, op hare don kere wimpers, die ten deele hare oogen overschaduwden, waarin vuur brandde, op hare donkerroode lippen, op hare Land- en Tuinbouw. De fruitoogst in Limburg zal zeer overvloedig zijn. De krieken, waarvan de pluk begonnen is, zijn overvloedig en goed. De tegenspoed van 't verleden jaar zal ruim vergoed worden, schrijft men uit St-Truien. Waarde onzer trekpaarden. Ter gelegenheid van den paardenwedstrijd, te Brussel wordt gewezen op de hooge waarde onzer trekpaarden. Een der heng sten, in dien wedstrijd geprimeerd, is bij eene Engelsche maatschappij verzekerd voor de som van 3o,ooo fr. waarvoor zijn eigenaar eene premie moet betalen van 1800 fr. per jaar. Ditjes en datjes. Een verzoekschrift. Comice Hamme. Uit voormeld landbouw- comice is het volgende verzoekschrift rondgestuurd Alle vogels die dezen zomer in België hopen door te brengen, hebben in hunne eerste vergade ring van dit jaar, besloten, tot alle jon gens en meisjes het volgende vriendelijk verzoek te richten «Nu wij wcêr uit verre vreemde lan den in onze vroegere gezellige woon plaatsen zijn teruggekeerd, en in bosch en veld, in stad en dorp. onze nestjes weer hebben opgezocht, hopen wij hier ons huishouden rustig te kunnen inrichten en een prettig leven te zullen hebben. Daar toe verzoeken wij, voor or.s zelf en voor onze kleintjes, een hoekje waar we gerust kunnen wonen, waar niemand, oud noch jong, groot noch klein, ons ecnig leed aandoet en waar niemand ons poogt te berooven van onze kostelijke vrijheid, die wij zoo zeer op prijs stellen. s Vooral 'vragen we zeer vriendelijk en dringend, dat toch niemand onze nestjes, die we met zooveel moeite gebouwd heb ben, zal verstoren, dat ze niemand weg nemen zal en dat onze aardige jonge kleintjes met rust worden gelaten, opdat wij ze kunnen groot brengen. >1 Wanneer de kinderen en de men schen zoo goed willen zijn voor ons, dan zullen wij uit dankbaarheid, onze schoon ste liedjes zingen, dan zullen wij vliegen en fladderen op boom en tak, op struik en plant, en door tjilpen, fluiten en kwee- len allen genoegen doen dan zullen wij veel schadelijke insecten wegvangen en opeten, waardoor in bosch en veld, in tuin en hof, alles goed kan groeien en bloeien, en groot en klein zich met ons kunnen verheugen in de vernieuwde pracht van de schoone natuur om ons heen Aldus besloten op onze eerste verga dering van dit jaar, gehouden in een van de lieflijkste plekjes van Oost-Vlaan- deren. Namens de vergadering Nachtegaal, Lijster,Vink, Roodborstje I>e liberalen en «Ie boeren. 't Is gekend dat de libe ralen de vrienden der boeren zijn vóór de kiezing, en dat zij meer dan eens de boe ren beleedigden. Sprekende over de kiezing van 27 Mei jl.. die de achteruiigang der vrijmetse larij in Belgie heeft getoond, schrijft gloeiende wangen, die eene aandoening verraadden, welke zij te vergeefs trachtte te verbergen. Ik zag hoe zijne blikken op hare wel gevormde gestalte, in dat omhulsel van rood fluweel, kant en diamanten bleef rusten, en ik wachtte in groote spanning het oogenblik af, waarop hij het masker zijner toegevendheid zou afwerpen, en de ware man zich zou vertoonen aan deze schoone cn bloeiende roos, die ook blijk baar zoo iets van hem verwachtte. Maar spoedig bleek dat ik mij vergiste. Terwijl hij haar kalm aanzag, hoorde ik hem op nog meer afgemeten toon zeggen. Is het dus mogelijk dat de gravin de Mirac zou verlangen naar de vleierijen van ons Amerikaansche burgers Dat had ik niet gedacht, mevrouw. Langzaam sloeg zij donkere oogen naar hem op, zij stond daar als een stand beeld. Maar ik vergeet, ging hij voort met een eenigzins bitteren glimlach, dat Eve lijn Blake, nu zij in haar eigen land is teruggekeerd, de laatste twee jaren misschien in zoo verre heeft vergeten, dat zij weer opnieuw vermaak vindt in de dwaasheden en grappen harer jeugd. En daar heeft zij van gehouden,naar ik hoor. En met half afgetrokken huldebetoon boog hij bijna tot op den grond. Evelijn Blake I Wat is het lang ge leden sedert ik dien naam heb gehoord, fluisterde zij. een liberaal blad van Oostende, het vol gende Neen, de geuzenzon heeft niet ge- schenen Zij had wellicht het voorge- voel van den uitslag der stemming cn het walgde haar hare ^>uden stralen te schieten over die overheerschte velden, waar de stomme boer, doof voor de stem van den vooruitgang en der vrijheid, als eene hersenloozc machien, de vore volgt, welke in zijn veld ge- 1 trokken wordt door de soutaan van zijnen listigen en hebzuchtigen mees- ter. Prachtig, niet waar, die zeer beleefde uitdrukking van stomme boer door dat liberaal blad den boer, zijnen vriend (van vóór de kiezing) naar het hoofd ge worpen. Gelukkiglijk dat onze Vlaamsche land bouwers aan al die vriendschapsblijken (van vóór de kieziug) der liberalen niet gelooven. In Oost-Vlaanderen zullen de boeren insgelijks laten zien dat zij zich door de liberalen niet willen laten uitmaken, noch voor eenen dommen boer noch voor eenen ploeg die in God gelooft. Dat zullen de blauwen, rooden en groenen best ondervinden in 1908. NOG IETS waarop wij de aandacht der buitenlieden inroepen Het liberaal blad Le Petit Bleu, in zijn nummer van 20 Mei 11., schrijft let terlijk En men mag zeggen dat België i) bestuurd is door de ongeleerde boeren, zij vertegenwoordigen 25 ten honderd van liet kiezerskorps, die zich blindelings laten geleiden door eene fanatieke geestelijkheid, en die aan de kiezing deel nemen zonder de waarde hunner stem te verstaan. Het is een troep beesten welke geblinddoekt ter slachtbank geleid wordt. Buitenlieden Ge zult dat alles ont houden en u herinneren dat de groene volksfoppers de bondgenooten zijn der blauwen en rooden die u zoo schandelijk lasteren, versmaden en beleedigen I TE WAPEN I roept onze confra ter u 't Land van Oudenaarde n. Die oorlogskreet dient niet alleen voor Oude naarde maar moet ook elders de aandacht wekken en vooral in ons Arrondissement van Aalst. Men vreeze de slaapziekte. Si vis pacem para bellium. Indien gij vrede wilt, bereidt den oorlog. DE GROOTSTE OORZAAK onzer nederlaag, schrijft Pilatus Daens is het misbruik der godsdienstige macht. Bijna al onze kiezers zijn rechtzinnige christen menschen, diep verkleefd aan het catholiek geloof hunner vaderen. Welnu, 't is aan die brave lieden dat de priesters hebben wijs gemaakt dat wij samenspanden met de vijanden van den godsdienst, om hier ook, gelijk in Frankrijk, de kerken te sluiten, de priesters te vervolgen en de klooster- lingen weg te jagen in éen woord, om hier het goddeloos Combism te doen zegepralen. Ondanks hemzelf steeg hem een blos naar de wangen. Vergeef mij, zegde hij, als die naam u onaangenaam is of onwelkome herinne ringen bij u opwekt. Ik beloof u dat ik in dit opzicht niet meer zondigen zal. Een droevige glimlach kwam op hare plotseling bleek geworden lippen. Gij vergist u, zegde zij indien mijn naam een verleden bij mij terugroept vol bittere berinneringen en donkere schaduwen, zoo doet hij mij ook terug denken aan veel liefs, dat ik nimmer zal vergeten. Ik heb er niets tegen dat mijn meisjesnaam genoemd wordt, door mijn naasten bloedverwant. Uw naam is gravin de Mirac luidde zijn antwoord uwe bloedverwanten moe ten er trotsch op zijn dien te noemen. Het was of haar eene bliksemstraal uit de oogen schoot, die zij echter oogenblik- kelijk weervcor hem neersloeg. Is het Hollman Blake, die tot mij spreekt zegde zij. Ik herken mijn oude vriend niet meer in den koelen en afge trokkensten man van de wereld, die thans voor mij staat. Wij erkennen dikwijls ons eigen werk niet meer, wanneer het ons uit de handen is gevallen, mevrouw. Hoe, riep zij, wat bedoelt gij Wilt gij zeggen dat.... Ik wilde niets zeggen, viel hij haar kalm in de rede, terwijl hij bukte om den waaier op te nemen, dien zij bad laten vallen. In een onderhoud, dat eene ont moeting en eene scheiding tevens is, wil de ik aan niets uiting geven, dat op eene beschuldiging geleek. Intusschen, riep zij plotseling, ter wijl zij in eene weerdige besliste houding de hand naar den waaier uitstrekte, hebt gij een woord gesproken, dat andere ver klaringen vereischt wat heb ik ooit ge daan dat gij 't woord beschuldiging zoudt kunnen uitspreken? Wat Gij hebt mijn geloof in de vrouw geschokt gij hebt mij getoond dat eene vrouw die eens aan een man had gezegd dat zij hem lief had, die lief de zoo ver kon vergeten, dat zij een an der voor wien zij nooit achting kon heb ben, trouwde alleen ter wille van zijne titels en juweelen. Gij hebt mij getoond.. Ga niet verder, zegde zij, ditmaal zonder eenig gebaar of beweging, en met lippen zoo wit als marmer en wat hebt gij mij getoond Hij schrikte, zijne wangen kleurden, en hij verloor een oogenblik zijne zelfbe- heersching. Ik vraag u vergeving, zegde hij. ik neem dat woord beschuldiging terug. Nu was het hare beurt het hoofd op te heffen en hem aan te zien. Met een blik minder koel dan de zijne, zag zij neer op dat trotsche hoofd, dat zich voor haar boog, zij beschouwde eiken trek van zijn gelaat, van het strenge voorhoofd tot de vast gesloten lippen, waarop eeuwig durende zwaarmoedigheid haar zegel scheen gedrukt te hebben, en haar ge laat nam bierbij eene zachtere uitdruk king aan, Hollman, zegde zij, met eene plot selinge opwelling van teederheid, indien wij vroeger met te veel berekening zijn te werk gegaan, iets waaraan wij beiden niet geerne terugdenken, is dat dan eene reden om onze geheele toekomst te ver nietigen door steeds te blijven stilstaan bij iets, waarvoor wij nog jong genoeg zijn om het te begraven, zoo niet te ver geten Ik herken dat ik mij meer doeltreffend zou gedragen hebben, als ik, na door u te zijn verlaten, mij van de maatschappij had afgekeerd en mijn jeugdig leven langzaam door een knagenden worm der wanhoop had laten verwoesten. Maar ik was jong. en het leven had nog zijne bekoorlijkheden evenals het vooruitzicht op rijkdom en eene schitterende toekomst gij die u thans in het bezit daarvan ver heugt omdat gij twaalf maanden geleden Evelijn Blake hebt verlaten, gij zult wel de laatste zijn om mij daarvan een ver wijt te makt n. Ik doe u geen verwijt ik zeg u alleen, laat het verledene vergeten zijn. Onmogelijk, riep hij uit, wat wij destijds gedaan hebben kan niet onge daan gemaakt worden. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1