Zondag \7 Juni 1906
5 centiemen per nummer.
578,e Jaar 5854
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Zij hebben er
van genoeg.
-
zonderlinge verdwijning
Troostend voorbeeld.
DE DENDERBODE
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere veek onder dagtee-
keoing van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Vön dö Puttö-Goosscns, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE SUUM.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3«» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemds landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 16 JUNI 1906.
Reeds vroeger tijd, lang voor de laatste
kiezingen, waarschuwde M. Fetweis, een
liberale kieswerker te Verviers, zijne par
tijgenoten dat ze met hun cartel zouden
verloren loopen.
Maar, hij klopte aan doovemansdeur.
Nu, dezer dagen verscheen er een
vluchtschrift van M. Ernest Desenfans,
oud liberale werker insgelijks van Ver
viers, die de zelfde waarschuwing hooren
laat.
Het werkje draagt tot titel de spreuk
van den Gentschen Burgemeester Braur.
Wij zullen dan later zien, in andere
woorden Wij zullen 't vel van den
beer verdeelen als wij hem geschoten
hebben,
M. Desenfans roept de getuigenis in
van dezen welke hem ondersteunden toen
hij zyne stelling verdedigde welke, zegt
hij, de uitslagen der kiezingen van 27
Mei eens te meer hebben bevestigd en
schrijft als volgt
-k
Keeren wij terug tot de dagen welke
den 27 Mei zijn voorafgegaan de kies
strijd is begonnen en wordt, in de anti-
clerikale rangen,geleid door de radikalen.
Zij hebben hun programma en hunne
tactiek door de liberale partij doen aan
nemen. Zij werken met koortsachtigen
iever. Zij zyn zeker van den goeden uit
slag en kraaien voorop victorie.
Zich aan 't hoofd der regeering ge
steld hebbende gelooven zij, of nemen
den schijn aan te gelooven dat al de anti-
clerikalen tot hunne denkbeelden be
keerd zijn.
Er zijn geen doctrinairen meer, 1
dat verzekeren zij.
Er zijn geen doctrinairen meer,
dus al de anti-clerikalen nemen het zui
ver algemeen stemrecht aan, zelfs zonder
het eennamig stelsel allen zijn gunstig
aan de tactiek van het cartel. Allen zijn
bereid de hand te reiken aan de socia-
tische partij.
Er zijn geen doctrinairen meer,
dus de liberale partij zal noch de leer
stelsels, noch de handelwijze der socialis
tische partij betwisten, noch iets van alles
wat haar ideaal of hare strevingen betreft.
Men zal later zien
M. Clemenceau heeft in Frankrijk
de tactiek van den anti-clerikalen blok
uitgevonden. Wat in Frankrijk gelukt is
moet in België lukken. Er zal dus bij ons
ook een anti-clerikale blok zijn.
Vruchteloos zal M. Hyraans het wa
gen zijne denkbeelden uit te drukken
aangaande het toekomende kiesstelsel De
blok zal hem het stilzwijgen opleggen
en M. Hymans zal bijna verschooning
vragen om te hebben durven denken dat,
in de liberale rangen, het vrij onderzoek
nog eenige rechten heeft behouden.
1 Indien er nog eenige doctrinairen
zijn, zij zwijgen. Zij weten dat, als zij
spreken, zij zullen beknibbeld worden.
Zij spreken dus niet. De radikalen hebben
schoon spel, zij hooren de doctrinairen
niet. Er zijn geene meer. Zoo gaat men
naar de stembus.
Wreede ontgoocheling Men moest
later zien en men heeft gezien. Men heeft
zelfs zeer goed gezien.
Men heeft gezien dat er nog doctri
nairs waren en dat zij gestemd hadden
met de clerikalen, vooral in de arrondis
sementen waar het cartel was gesloten.
Men heeft gezien dat men de cleri-
kale partij niet heeft verzwakt. Men heeft
gezien dat men het spel verloren had en
dat de anti-clerikale blok niet meer kans
had bij ons te lukken dan de oranjeboo-
men in vollen grond te groeien in het
park van Brussel.
Wij beweren niet dat, indien de
liberale partij toegankelijk ware gebleven
voor al de anti-clerikalen die het socialism
vijandig zijn, de tegenwoordige meerder
heid der clerikalen zou omvergeworpen
zijn. Wij weten niet wat ei zou gebeurd
zijn. Wij denken alleenlijk dat de liberale
partij waardiger zou gebleven zijn en dat
zou toch iets geweest zijn.
Dat zou zelfs veel geweest zijn, aan
gezien het aangewend middel den goeden
uitslag niet gegeven heeft en niets anders
heeft teweeggebracht dan van de liberale
partij te verwijderen al dezen die denken
dat boven de partijen het Vaderland staat,
hetwelk niets goeds te verwachten heeft
van de samenspanning van het liberalism
met het oproerig socialism.
Ongelukkiglijk is de beweging in
gang gestoken. Men zal ze niet meer
tegenhouden en wij kunnen slechts be
treuren dat wij, om getrouw te blijven
aan het liberalism waarin wij opgevoed
werden en dat wij hebben leeren bemin
nen, een stellig ontroerd vaarwel moeten
sturen tot de liberale partij. Wij zullen
daarom onze laatste jaren niet gaan slyten
in de rangen der clerikalen. Men is niet
noodzakelijk - Papist omdat men geen
Turk wil zijn.
Stuurt naar links zegde gisteren
een liberaal blad. Het zij zoo, «stuurt
naar links meer en meer naar links.
Wij zullen later zien I
Ernest Desenfans,
Advokaat.
M. Desenfans spreekt hier lijk een
rechtschapen man, als een ware vader
lander.
Boven de partijen staat het Vaderland
en zij die, om het catholiek Ministerie in
den grond te boren, -een verbond met de
roodc en groene socialisten hebben ge
sloten hebben hun vaderland verraden.
M. Desenfans denkt dat de beweging
nimmer te weêrhouden is. Neen, ze zal
niet te weêrhouden zijn bij dezen die
door hunnen razigen godsdiensthaat zoo
zeer zijn vervoerd dat ze alles, zelfs hunne
eer, zouden opofferen om hem bot te vie
ren. Zij die zelfs met den duivel der hel
een verbond zouden willen sluiten zijn
zoo talrijk niet als men wel denkt en wij
gelooven dat zij die er genoeg van
hebben de meerderheid uitmaken.
Allengskens zullen deze laatsten zich
aansluiten bij de verdedigers der maat
schappelijke orde tot heil, vrede en voor
spoed van Land en Volk I
M. Gielen, de achtbare vrederechter
van Acbel (Limburg), die zoozeer de
erkentelijkheid der M. V. D. verdient,
heeft alweer een blijk van genegenheid
voor 't werk der dierenbescherming gege
ven. Ziehier, de omzendbrief, dien hij
heeft voorbereid om aan al zijne collega's
te worden gezonden. Wij wenschen hem
van harte geluk.
Eene zaak, hebbende het drievoudig
karakter van rechtveerdigheid, zedelijk
heid en menschlievendheid heeft reeds
verscheidene jaren mijne aandacht bezig
gehouden, en ik neem de vrijheid u daar
over eenige woorden te zeggen.
Ik bedoel het schoone werk, dat met
zoo'n bewonderenswaardige opoffering
ondernomen wordt door de Belgische
Maatschappijen om de daden van wreed
heid en barbaarschheid jegens de dieren
te voorkomen en te bestrijden.
De mensch, schatplichtige van het
dier, bijzonderlijk van het huisdier voor
al de noodwendigheden van zijn bestaan,
heeft voor eersten plicht zich jegens het
dier erkentelijk te toonen en nochtans
gaat het kortstondige leven van deze min
dere wezens dikwijls gepaard met de
wreedste mishandelingen en het hardste
labeur.
Onder zedelijk oogpunt, verlaagt de
beestige wreedheid jegens de dieren den
mensch en stelt hem op gelijken rang
met de verscheurende dieren. Lamartine
heeft, trouwens, gezegd en met recht
Tusscben de wreedheid jegens de dieren
en de wreedheid jegens den mensch zie
ik maar verschil van slachtoffer. De
mensch heeft immers geen twee harten,
het eene goed en gevoelig voor den naaste
en het andere zonder medelijden voor de
dieren, die hem dienen en hem zoo ver
kleefd zijn. Cardinaal Manning heeft die
waarheid met niet minder doorzicht luide
verkondigd, zeggende Doe uwen
plicht jegens de dieren en wees verzekerd
dat gij uwe plichten jegens de menschen
zult vervullen.»
Zijn de helden van het mes en van
't pistool niet het natuurlijk uitvloeisel van
die streken, berucht om hare ruwheid en
barbaarschheid jegens de dieren
Onder menschelijk oogpunt, geeft de
mensch blijk van ware lafhartigheid met
de weerlooze dieren verschrikkelijke fol
teringen te doen ondergaan schepsels,
die geen weerstand kunnen bieden en die
zoowel als wij gevoel hebben van smart
en pijn.
Bij den dageraad der twjntigste eeuw
zou de wreedheid van allen aard maar
eene uitzonderlijke fout mogen zijn, een
legaat uit de tijden van verdwenen bar
baarschheid ongelukkiglijk is 't zoo niet;
de barbaarschheid jegens het dier schijnt
in België verworven recht te hebben ge-
kregin en er onuitroeibaar te zijn.
Voor de menschen van goeden wil en
met een gevoelig hart begaafd is er dus
een werk te verrichten van verzedelijking
en ik denk dat de vrederechters, de
natuurlijke beschermers van zwakken en
verdrukten, zich in bijzonder gunstige
voorwaarden bevinden om mede te arbei
den aan dit beschavend en hoogst verze-
delijkend werk.
De overtredingen in dezen aard moeten
gewoonlijk toegeschreven worden aan
onwetendheid, hardvochtigheid, of aan
alcoolische buitensporigheden om de
overtreders tot beter gevoelens te brengen
zal het dikwijls voldoende zijn hen de
onwaardigheid van hun gedrag, vaak in
strijd met hunne geldelijke belangen,
voor oogen te stellen. En waar vriende
lijken raad of zachte berispingen niet
fulpen. zouden we daar niet met onver
biddelijke strengheid mogen straffen
Daar we in aanhoudende betrekking
leven met ambtenaars en bedienden van
allen aard, met vertegenwoordigers der
Openbare Macht, is het ons gemakkelijk
kostbare medehelpers te vinden tot ver
volging en tot het verbod van overtre
dingen, die eene ware schande zijn voor
ons land.
Eindelijk, met de daden van walgelijke
barbaarschheid of wraakroepende wreed
heid openlijk en streng te brandmerken,
zullen wij nuttig werk verrichten onder
oogpunt van verzedelijking der massa
de weergalm onzer vermaningen zal niet
stil blijven op den drempel onzer gerechts
zalen, maar zal golven tot over de plaat
sen zelve, waar die afschuwelijkheden
gebeuren.
Ik eindig dezen oproep, mijnheer en
geachte Collega, dien ik na eene lange
loopbaan gemeend heb U te mogen toe
sturen, in 't belang eener zaak die mij
steeds lief is geweest en ik bid1 U de ver
zekering mijner beste broederlijke gevce-
lens te willen aanvaarden.
Men heeft 100,000 fr. geboden voor
eene groep van vier merriën door eenen
paardenfokker uit Henegouw tentoon
gesteld.
Een Deensch syndikaat heeft den
eersten prijs der hengstenveulens aange
kocht voor 18,000 fr.
Dat zijn, zooals men ziet, eigenlijk
geen paarden om schepen meè te ketsen
of om in eene zandkar te spannen.
7* vervolg.
Eindelijk wendde zij zich met eene on
rustige beweging van hare aanbidders af,
hare ademhaling werd blijkbaar gejaagd
en op hare trekken las men eene uitdruk
king, waaruit men evengoed vastberaden
heid als liefde zou kunnen lezen. Ik be
hoefde mij niet om te wenden om te zien
wie haar naderde, hare houding en blik
verrieden alles.
Hij was de kalmste van de twee. Hij
boog zich over hare hand en zegde een
paar woorden, die ik niet verstaan kon,
daarna trad hij een stap terug en maakte
toen eenige onbeduidende opmerkingen
over het bal.
Zij antwoordde niet. Terwijl 2ij in
achtelooze houding haren rijk geveerden
waaier nu eens opende, dan weer dicht
sloeg, wachtte zij, alsof zij wilde zeggen
Ik weet nu eenmaal dat ik mij in dit alles
moet schikken, daarom zal ik geduld
hebben.
Maar toen hij op denzelfden toon bleef
voortgaan begon ik in hare donkere oogen
ongeduld te bespeuren en kwam er eenige
verandering in den eigenaardigen glim
lach, die tot heden haar voorkomen mis
schien meer had verhelderd, dan hare
schoonheid verhoogd had.
Terwijl zij zich langzamerhand van
hare hinderlijke omgeving trachtte te ver
wijderen, zag zij rond alsof zij naar eene
wijkplaats zocht.. Daar viel haar blik met
een glans van voldoening op een der ven
sters. Ziende dat zij zich spoedig daar
heen zouden terugtrekken, slaagde ik er
in mij te verbergen achter het gordijn,
dat er het meest nabij was. Een oogen-
blik later hoorde ik hen naderen.
Men schijnt u heden avond met
beleefdheden te overladen, zegde M.
Blake op kalmen en zeer hoffelijken toon.
Vindt ge dat luidde het eenigzins
spotachtige antwoord. Ik was juist van
een tegenovergesteld gevoelen, toen gij
mij te gemoet tradt.
Er volgde eene stilte. Met mijn mes
maakte ik eenen naad open van het gor
dijn, waarachter ik verborgen was, en
keek er door.
Hij zag haar met vasten blik en op
merkzaamheid aan, doch zijne houding
bleef in 't oogvallend teruggetrokken.
Ik zag hoe zijn blik zich vestigde op
hare schoone, sierlijk gekapte haren, te
midden waarvan de juweelen, ongetwij
feld van haar overleden man, met buiten-
gewonen glans schitterden, op hare don
kere wimpers, die ten deele hare oogen
overschaduwden, waarin vuur brandde,
op hare donkerroode lippen, op hare
Land- en Tuinbouw.
De fruitoogst in Limburg zal zeer
overvloedig zijn.
De krieken, waarvan de pluk begonnen
is, zijn overvloedig en goed.
De tegenspoed van 't verleden jaar zal
ruim vergoed worden, schrijft men uit
St-Truien.
Waarde onzer trekpaarden. Ter
gelegenheid van den paardenwedstrijd,
te Brussel wordt gewezen op de hooge
waarde onzer trekpaarden. Een der heng
sten, in dien wedstrijd geprimeerd, is bij
eene Engelsche maatschappij verzekerd
voor de som van 3o,ooo fr. waarvoor zijn
eigenaar eene premie moet betalen van
1800 fr. per jaar.
Ditjes en datjes.
Een verzoekschrift. Comice
Hamme. Uit voormeld landbouw-
comice is het volgende verzoekschrift
rondgestuurd
Alle vogels die dezen zomer in
België hopen door te brengen,
hebben in hunne eerste vergade
ring van dit jaar, besloten, tot alle jon
gens en meisjes het volgende vriendelijk
verzoek te richten
«Nu wij wcêr uit verre vreemde lan
den in onze vroegere gezellige woon
plaatsen zijn teruggekeerd, en in bosch
en veld, in stad en dorp. onze nestjes weer
hebben opgezocht, hopen wij hier ons
huishouden rustig te kunnen inrichten en
een prettig leven te zullen hebben. Daar
toe verzoeken wij, voor or.s zelf en voor
onze kleintjes, een hoekje waar we gerust
kunnen wonen, waar niemand, oud noch
jong, groot noch klein, ons ecnig leed
aandoet en waar niemand ons poogt te
berooven van onze kostelijke vrijheid, die
wij zoo zeer op prijs stellen.
s Vooral 'vragen we zeer vriendelijk en
dringend, dat toch niemand onze nestjes,
die we met zooveel moeite gebouwd heb
ben, zal verstoren, dat ze niemand weg
nemen zal en dat onze aardige jonge
kleintjes met rust worden gelaten, opdat
wij ze kunnen groot brengen.
>1 Wanneer de kinderen en de men
schen zoo goed willen zijn voor ons, dan
zullen wij uit dankbaarheid, onze schoon
ste liedjes zingen, dan zullen wij vliegen
en fladderen op boom en tak, op struik
en plant, en door tjilpen, fluiten en kwee-
len allen genoegen doen dan zullen wij
veel schadelijke insecten wegvangen en
opeten, waardoor in bosch en veld, in
tuin en hof, alles goed kan groeien en
bloeien, en groot en klein zich met ons
kunnen verheugen in de vernieuwde
pracht van de schoone natuur om ons
heen
Aldus besloten op onze eerste verga
dering van dit jaar, gehouden in een van
de lieflijkste plekjes van Oost-Vlaan-
deren.
Namens de vergadering
Nachtegaal, Lijster,Vink, Roodborstje
I>e liberalen en «Ie
boeren. 't Is gekend dat de libe
ralen de vrienden der boeren zijn vóór de
kiezing, en dat zij meer dan eens de boe
ren beleedigden.
Sprekende over de kiezing van 27 Mei
jl.. die de achteruiigang der vrijmetse
larij in Belgie heeft getoond, schrijft
gloeiende wangen, die eene aandoening
verraadden, welke zij te vergeefs trachtte
te verbergen.
Ik zag hoe zijne blikken op hare wel
gevormde gestalte, in dat omhulsel van
rood fluweel, kant en diamanten bleef
rusten, en ik wachtte in groote spanning
het oogenblik af, waarop hij het masker
zijner toegevendheid zou afwerpen, en de
ware man zich zou vertoonen aan deze
schoone cn bloeiende roos, die ook blijk
baar zoo iets van hem verwachtte.
Maar spoedig bleek dat ik mij vergiste.
Terwijl hij haar kalm aanzag, hoorde ik
hem op nog meer afgemeten toon zeggen.
Is het dus mogelijk dat de gravin de
Mirac zou verlangen naar de vleierijen
van ons Amerikaansche burgers Dat
had ik niet gedacht, mevrouw.
Langzaam sloeg zij donkere oogen
naar hem op, zij stond daar als een stand
beeld.
Maar ik vergeet, ging hij voort
met een eenigzins bitteren glimlach, dat
Eve lijn Blake, nu zij in haar eigen land
is teruggekeerd, de laatste twee jaren
misschien in zoo verre heeft vergeten,
dat zij weer opnieuw vermaak vindt in de
dwaasheden en grappen harer jeugd. En
daar heeft zij van gehouden,naar ik hoor.
En met half afgetrokken huldebetoon
boog hij bijna tot op den grond.
Evelijn Blake I Wat is het lang ge
leden sedert ik dien naam heb gehoord,
fluisterde zij.
een liberaal blad van Oostende, het vol
gende
Neen, de geuzenzon heeft niet ge-
schenen Zij had wellicht het voorge-
voel van den uitslag der stemming cn
het walgde haar hare ^>uden stralen te
schieten over die overheerschte velden,
waar de stomme boer, doof voor
de stem van den vooruitgang en der
vrijheid, als eene hersenloozc machien,
de vore volgt, welke in zijn veld ge-
1 trokken wordt door de soutaan van
zijnen listigen en hebzuchtigen mees-
ter.
Prachtig, niet waar, die zeer beleefde
uitdrukking van stomme boer door
dat liberaal blad den boer, zijnen vriend
(van vóór de kiezing) naar het hoofd ge
worpen.
Gelukkiglijk dat onze Vlaamsche land
bouwers aan al die vriendschapsblijken
(van vóór de kieziug) der liberalen niet
gelooven.
In Oost-Vlaanderen zullen de boeren
insgelijks laten zien dat zij zich door de
liberalen niet willen laten uitmaken, noch
voor eenen dommen boer noch voor
eenen ploeg die in God gelooft.
Dat zullen de blauwen, rooden en
groenen best ondervinden in 1908.
NOG IETS waarop wij de aandacht
der buitenlieden inroepen
Het liberaal blad Le Petit Bleu, in
zijn nummer van 20 Mei 11., schrijft let
terlijk En men mag zeggen dat België
i) bestuurd is door de ongeleerde boeren,
zij vertegenwoordigen 25 ten honderd
van liet kiezerskorps, die zich
blindelings laten geleiden door eene
fanatieke geestelijkheid, en die aan de
kiezing deel nemen zonder de waarde
hunner stem te verstaan. Het is een
troep beesten welke geblinddoekt
ter slachtbank geleid wordt.
Buitenlieden Ge zult dat alles ont
houden en u herinneren dat de groene
volksfoppers de bondgenooten zijn der
blauwen en rooden die u zoo schandelijk
lasteren, versmaden en beleedigen I
TE WAPEN I roept onze confra
ter u 't Land van Oudenaarde n. Die
oorlogskreet dient niet alleen voor Oude
naarde maar moet ook elders de aandacht
wekken en vooral in ons Arrondissement
van Aalst. Men vreeze de slaapziekte.
Si vis pacem para bellium. Indien
gij vrede wilt, bereidt den oorlog.
DE GROOTSTE OORZAAK
onzer nederlaag, schrijft Pilatus Daens
is het misbruik der godsdienstige macht.
Bijna al onze kiezers zijn rechtzinnige
christen menschen, diep verkleefd aan
het catholiek geloof hunner vaderen.
Welnu, 't is aan die brave lieden dat
de priesters hebben wijs gemaakt dat
wij samenspanden met de vijanden van
den godsdienst, om hier ook, gelijk in
Frankrijk, de kerken te sluiten, de
priesters te vervolgen en de klooster-
lingen weg te jagen in éen woord, om
hier het goddeloos Combism te doen
zegepralen.
Ondanks hemzelf steeg hem een blos
naar de wangen.
Vergeef mij, zegde hij, als die naam
u onaangenaam is of onwelkome herinne
ringen bij u opwekt. Ik beloof u dat ik
in dit opzicht niet meer zondigen zal.
Een droevige glimlach kwam op hare
plotseling bleek geworden lippen.
Gij vergist u, zegde zij indien
mijn naam een verleden bij mij terugroept
vol bittere berinneringen en donkere
schaduwen, zoo doet hij mij ook terug
denken aan veel liefs, dat ik nimmer zal
vergeten. Ik heb er niets tegen dat mijn
meisjesnaam genoemd wordt, door mijn
naasten bloedverwant.
Uw naam is gravin de Mirac luidde
zijn antwoord uwe bloedverwanten moe
ten er trotsch op zijn dien te noemen.
Het was of haar eene bliksemstraal uit
de oogen schoot, die zij echter oogenblik-
kelijk weervcor hem neersloeg.
Is het Hollman Blake, die tot mij
spreekt zegde zij. Ik herken mijn oude
vriend niet meer in den koelen en afge
trokkensten man van de wereld, die thans
voor mij staat.
Wij erkennen dikwijls ons eigen
werk niet meer, wanneer het ons uit de
handen is gevallen, mevrouw.
Hoe, riep zij, wat bedoelt gij Wilt
gij zeggen dat....
Ik wilde niets zeggen, viel hij haar
kalm in de rede, terwijl hij bukte om den
waaier op te nemen, dien zij bad laten
vallen. In een onderhoud, dat eene ont
moeting en eene scheiding tevens is, wil
de ik aan niets uiting geven, dat op eene
beschuldiging geleek.
Intusschen, riep zij plotseling, ter
wijl zij in eene weerdige besliste houding
de hand naar den waaier uitstrekte, hebt
gij een woord gesproken, dat andere ver
klaringen vereischt wat heb ik ooit ge
daan dat gij 't woord beschuldiging
zoudt kunnen uitspreken?
Wat Gij hebt mijn geloof in de
vrouw geschokt gij hebt mij getoond
dat eene vrouw die eens aan een man
had gezegd dat zij hem lief had, die lief
de zoo ver kon vergeten, dat zij een an
der voor wien zij nooit achting kon heb
ben, trouwde alleen ter wille van zijne
titels en juweelen. Gij hebt mij getoond..
Ga niet verder, zegde zij, ditmaal
zonder eenig gebaar of beweging, en met
lippen zoo wit als marmer en wat hebt
gij mij getoond
Hij schrikte, zijne wangen kleurden,
en hij verloor een oogenblik zijne zelfbe-
heersching.
Ik vraag u vergeving, zegde hij. ik
neem dat woord beschuldiging terug.
Nu was het hare beurt het hoofd op
te heffen en hem aan te zien. Met een
blik minder koel dan de zijne, zag zij
neer op dat trotsche hoofd, dat zich voor
haar boog, zij beschouwde eiken trek van
zijn gelaat, van het strenge voorhoofd tot
de vast gesloten lippen, waarop eeuwig
durende zwaarmoedigheid haar zegel
scheen gedrukt te hebben, en haar ge
laat nam bierbij eene zachtere uitdruk
king aan,
Hollman, zegde zij, met eene plot
selinge opwelling van teederheid, indien
wij vroeger met te veel berekening zijn te
werk gegaan, iets waaraan wij beiden
niet geerne terugdenken, is dat dan eene
reden om onze geheele toekomst te ver
nietigen door steeds te blijven stilstaan
bij iets, waarvoor wij nog jong genoeg
zijn om het te begraven, zoo niet te ver
geten
Ik herken dat ik mij meer doeltreffend
zou gedragen hebben, als ik, na door u te
zijn verlaten, mij van de maatschappij
had afgekeerd en mijn jeugdig leven
langzaam door een knagenden worm der
wanhoop had laten verwoesten. Maar ik
was jong. en het leven had nog zijne
bekoorlijkheden evenals het vooruitzicht
op rijkdom en eene schitterende toekomst
gij die u thans in het bezit daarvan ver
heugt omdat gij twaalf maanden geleden
Evelijn Blake hebt verlaten, gij zult wel
de laatste zijn om mij daarvan een ver
wijt te makt n. Ik doe u geen verwijt ik
zeg u alleen, laat het verledene vergeten
zijn.
Onmogelijk, riep hij uit, wat wij
destijds gedaan hebben kan niet onge
daan gemaakt worden.
(Wordt voortgezet).