Zondag I Juli 1906 3 centiemen per nummer 578le Jaar 5858 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Neringdoende Burgerij. zonderlinge verdwijning Over twee aardappelziekten Zondagrust. Werkongevallen in Frankrijk. Arrondissement van Aalst Buurtspoorwegen. liberale goddeloosheid.- Stad Aalst. Museum. Ditjes en datjes. DE DENDERBODE. Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgendon dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. cuiQue auuM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3«* bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 3o JUNI 1906. In ons nummer van verleden Zondag, zelfde titel, was er spraak van de Com missie gelast met het bestudeeren van maatregels die tot heropbeuring van den middelstand dienen ingevoerd te worden. Het zal ongetwijfeld onze geachte lezers wel gevallen ecnige inlichtingen te ver nemen over de werkzaamheden der be doelde Commissie. Deze Commissie werd aangesteld in 't jaar 1902. Haar allereerste werk zou zijn een uit gebreid onderzoek instellen over den toe stand der neringdoende burgerij. Maar vooraleer het aan te vangen, besloot zij er zich ernstig toe voor te bereiden, ten einde er de meest mogelijke vruchten van in te oogsten en zoo alles tot een goed einde te brengen. Talrijke vergaderingen werden toege wijd om de wijze te onderzoeken, welke 'tbest tot het verlangde doel zou leiden. De Commissie verdeelde zich daarna in acht Afdeelingen of Onderzoekscomi- teiten, die beurtelings in 87 steden en gemeenten zitting hielden. Er waren niet min dan 162 zittingen en i333 belanghebbenden werd onder- hoord. De verslagen van dit onderzoek zijn vervat in 7 groote boekdeelen van 5oo bladzijden ieder. Nu die inlichtingen voldeden niet en hierom werden gedrukte vragenlijsten ge zonden aan sommige maatschappijen en bonden maar met spijt stelde men vast dat de antwoorden veel te wenschen lieten. Bijgevolg liet men in tal van steden en gemeenten statistieken opma ken studiën doen, die in 3 groote boek deelen samengevat werden. Ook werd er onderzocht wat er in andere landen ten voordeele der nering doende burgerij gedaan en aanbevolen wordtwetten en reglementen werden verzameld 't welk 3 groote boekdeelen vormde. Nu kon en moest het belangrijkste ge deelte der taak van de Commissie aange vangen worden, namelijk, het bespreken en opstellen van bepaalde voorstellen die tot wetteksten zouden herleid worden. Vijf Ondercommissiën werden dan ge vormd welke de wenschen zouden uit drukken wat het vak hun aangewezen betreft en daarna in algemeene vergade ring besproken en gewijzigd of niet aan genomen worden. De eerste dezer Ondercommissiën heeft haar werk geëindigd zij zond een veertigtal voorstellen, tot doel hebbende EENE 8* vervolg. Zij zegde niet wat zij zou doen, maar in hare blikken lag eene bedreiging opgesloten. Het was dus geen wonder dat hare geheele houding de grootste onrust verraadde terwijl zij daar rond dwaalde in die gangen en zalen van dat sombere oude hccrenhuis met zijn: duis tere hoeken, bronzen beelden en zware met goud geborduurde drapperijen en dat zij nu en dan met bedrukt gezicht uit eene venster keek, om te zien naar iemand die zich al lang liet wachten. Juist stak zij het hoofd naar buiten, toen na eene langere afwezigheid dan gewoonlijk de heer des huizes terugkwam. Toen hij om den hoek verscheen, zag ik haar haastig het hoofd terugtrekken en zich achter eene gordijn verbergen, van waar zij hem kon zien, terwijl hij met lompe schreden en in meer moedelooze houding op de stoep stapte en het huis binnentrad. Slechts toen de deur achter hem geslo ten was, waagde zij het weer te voorschijn te komen zij sloot nu haastig de blinden en ging heen. Deze houding verdubbel de mijnen iever, en ik was zeer dankbaar toen ik mij den volgenden dag weer wei- genoeg gevoelde om mijne werkzaamhe- heden te hervatten. de opleiding der jeugd in zake van vak en technisch onderwijs. Deze Ondercommissie vergaderde 25 maal en hare verslagen vormen een boek deel van 23o blijdzijden. De tweede Ondercommissie heeft reeds een wetsontwerp op het dienst- contract tusschen nijveraars, handelaars, enz. er. bedienden opgesteld en houdt zich nu onledig met de studie der ver beteringen en wijzigingen toe te brengen aan onze wetgeving betrekkelijk de vak- vereenigingen en bonden. De derde Ondercommissie bestu deert voortdurend de stichting van een hoogeren raad voor de middenstanden. De vierde Ondercommissie is met eene allerlastigste taak gelast, namelijk, de hervorming van ons fiscaal stelsel i. a. w., de rechtstreeksche en onrecht- streeksche belastingen en rechten van allen aard die op de neringdoende bur gerij wegen. Zij heeft eene zeer eigenaar dige omwerking van 't patentrecht ont worpen de kleine winkeliers zouden merkelijk ontlast worden terwijl men de groote bazars in verhouding van hunne belangrijkheid treffen zou. En dit zal maar heel rechtveerdig zijn. De vijfde Ondercommissie maakt een wetsontwerp op betrekkelijk de han- delspolicie verdeeld in drij kapitels, ge roepen om de misbruiken te keer te gaan die bij 't leuren 't meest worden bestatigd. Do ongeoorloofde mededinging, het bedrog bij middel van premiën, de ge veinsde uitverkoopingen, de verkoop door de coöperatieven van verbruik aan andere personen dan hare leden en meer andere misbruiken zullen met boet en gevang gestraft worden. Wij bestatigen dus dat de Commissie der Neringdoende Burgerij niet werkeloos is gebleven. Weldra zullen, dank aan hare ievcrige werkzaamheden, de Wetge vende Kamers werk op de plank hebben. Laat ons hopen dat zij er zich korte lings zullen meè onledig houden en tot goed einde brengen en aldus de herop beuring onzer thans lijdende Nering doende Burgerij te bewerken. De eerste dezer ziekte draagt den aar- digen naam van zwartbeenigheid. Bij de aardappelplanten, door deze ziekte aangedaan, worden de stengels van onder zwart en zij sterven weg. Einde Juni be merkt men dat de zieke planten eene geelgroene kleur krijgen, dat de bladeren rechtop min of meer ineengerold staan. De moederknol is dan ook aan 't rotten gegaan en met haar ook de stam. Zco deze nog niet aan 't rotten zijn dan is zij toch minstens zwart en week gewor den. De wortels schijnen nog goed ge zond evenals het bovenste stamdeel. Daar de jonge plant spoedig van den plantknol is gescheiden, vormt ze geene of maar weinige onvolkomen knollen die dan ook spoedig vergaan. In Juli-Augustus ster ven de aangetaste planten zeker weg bij den aardappeloogst vindt men nog enkel eer.ige verdorde stengels. Het kan ook gebeuren dat de ziekte eerst later intreedt en de planten hunne gewone kleur behouden, tot dat ze dan later ook wegsterven nadat het onder- aardsch gedeelte van den stengel zwart achtig geworden is. De kleine aardappe len. die de jonge plant reeds gevormd heeft, dragen dan dikwijls zwarte vlekken en gaan weldra tot verrotting over. Somwijlen, vooral bij min gunstige weersomstandigheden, verschijnt de ziek te enkel op 't einde van den groeitijd enkele stengels ziet men dan wegsterven zoodat de opbrengst er niet al te veel door lijdt. Op sommige aardappelen vindt men eenige kleine, weinig in 't oog vallende, zwarte vlekken. Alhoewel de schade hier maar gering schijnt is deze vorm der ziekte des te gevaarlijker dat ze weinig in 't oog springt en ongemerkt voorbijgaat. Immers de kleine vlekken zijn een begin der rotting die weldra gansch den voorraad zal aantasten en be derven. Deze ziekte der knollen noemt en AARDAPPBLROT. De aardappelen door het rot aangetast gaan weldra tot eene brijachtige massa over door de schil samen gehouden. Gansche hoopen ziet men soms op der gelijke wijze rotten nochtans, indien de vlekken maar klein en niet talrijk zijn, zet zich de ziekte somwijlen niet verder voort. Gebruikt men dergelijke knollen als plantaardappelen, dan mag men zich het volgende jaar aan talrijke zieke plan ten verwachten. De oorzaak van beide ziekten zwart beenigheid en aardappelrot zijn bac teriën die door zieke knollen in den grond worden gebracht of alreeds van vroeger in het veld voorhanden waren. De ziekte breidt zich des te sneller en heviger uit dat men doorgesneden knollen als plantaardappelen gebruikt, omdat de aldus toegebrachte wonde vrijen toegang verleent aan de bacteriën. Eens de ziekte in een veld ontstaan is, moet er aan de bestrijding niet veel ge dacht worden het beste is ze trachten te voorkomen. Daarom gebruike men altijd goede gezonde plantaardappelen voort komende van een veld vrij van ziekte ge bleven. Treedt de ziekte in een veld op dan moeten de aangetaste planten onmidde- lijk verwijderd worden. De aangetaste knollen houde men zorgvuldig van de gezonde verwijderd men late ze ook op 't veld niet liggen ze zouden de ziekte verder voortzetten. Doorgesneden knollen gebruike men zoo min mogelijk als plant aardappelen is een veld hevig door de ziekte aangetast, dan plante men er in 't vervolg aardappelen die meer bestand zijn tegen de kwaal, gelijk in 't algemeen de late soorten met de dikke schil. Het ontsluieren van dit geheim was nu mijn eenig levensdoel geworden niet alleen omdat het zoo buitengewoon duis ter was, maar ook omdat er gevaar aan verbonden scheen te zijn. Ik heb altijd pleizier in mijn vak gehad maar zelden heb ik mij met zulk een onverdeelden drift als ditmaal aan mijne taak gewijd. Ik had mij dus op dien helderen win- termorgend in eene nieuwe vermomming gestoken, en besloot met nieuwen moed M. Blake te volgen, zoodra hij zijn huis had verlaten. Ik wist echter bij ondervinding dat ik eene lange en vermoeiende wandeling zou te doen hebben en waarschijnlijk ten slotte weer zou teleurgesteld zijn. Maar ditmaal had het noodlot't anders gewild. Ik weet niet of M. Blake ontmoedigd was dcor den weinigen bijval van al zijne pogingen, en dus minder lust gevoelde om op deze wijze voort te gaan, maar nauwelijks hadden wij eenige minuten geloopen of bij bleef plotseling staan, als of hij zijne nasporigen wilde opgeven, zag rond en wenkte een naderenden om nibus die naar de Madison-Avenue reed. Ik stond op dit oogenblik aan de ande re zijde van de straat, doch kwam zoo spoedig ik kon naderbij en wenkte dezelf de omnibus. Doch juist toen ik op het punt stond in te stappen, zag ik M. Blake De licht aangetaste aardappelen kan men soms good bewaren met ze op eene droge, koele en wel verluchte plaats te bergen. De zieke vlekken breiden als dan vrijweg weinig uit. AALST. Calli. Werkmnnskring. Zondag hield de Pensioenmaatschappij e LEO XIII hare gewone jaarlijksche vergadering. Volgens het verslag van den Schatbe waarder is er in 1905, 2202 fr. op de Lijf- rentkas gestort, 680 fr. meer dan het voor gaande en dit jaar, zegde hij, zal deze som nog merkelijkgrooter zijn, aangezien er reeds 80 nieuwe leden zijn ingeschre ven. Ons verstandig werkvolk begint dan meer en meer de voordeelen der wet op de Pensioenen te verstaan en deze zijn inderdaad groot de leden der Maat schappij LEO XIII, alleen hebben van Staat en Provincie omtrent 3ooo fr. en van de Maatschappij 607 fr. getrok ken. Meest alle leden hadden meer dan 100 per honderd van hun geld. Welaan dan, vrienden werklieden, die nog niet aangesloten zijt, wacht niet lan ger meer en sluit u bij een der Pensioen maatschappijen aan. Verdere inlichtingen kan men altijd be komen bij M. De Cocker Fabriekplaats, nr 5, en M. Permentier, Nieuwe Brug straat, nr 5. Van 's middags tot middernacht eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 1 Juli 1906, M. De Waele, Kerkstraat. In ons nummer van 24 Juni hebben wij de overeenkomst beschreven die tus schen België en Frankrijk gesloten is, betreffende de vergoeding der schade door werkongevallen veroorzaakt. Die overeenkomst zal zeer voordeelig zijn aan onze tijdelijke uitwijkelingen of franschmans Wat wij vergeten te zeggen hebben is dat het sluiten dier overeenkomst groo- tenileels te danken is aan onzen Volks vertegenwoordiger, M. de Bethune, die sedert jarer. als verslaggever van het Budget van buitenlandsche zaken onver poosd in dien zin aangedrongen heeft, even als getuigt zijne verslagen, en menige bespreking ter Kamer. Al onze franschmans zullen er hem dankbaar over wezen. zich weer in alle haast verwijderen, en een meisje volgen dat zich met eene mand aan den arm voortspoedde hij had klaarblijkelijk het doel haar aan te spreken. Natuurlijk liet ik ook de omnibus voor bijgaan, hoewel ik M. Blake nu niet meer zoo dicht durfde naderen na mijne eenigzins verdachte poging, om met hem in denzelfden omnibus te stappen.. Maar van mijne standplaats aan den overkant van de straat, zag ik hem bij het meisje stilstaan dat, wat hare kleeding betreft, wel de dochter of de vrouw kon geweest zijn van een dier vele halfdronken leeg- loopers waarvan men er zoo velen aan de hoeken der straten ziet staan. Na eenige oogenblikken ernstig met haar gesproken te hebben, ging hij al pratende naast haar Broomestreet in. Wat er nu ook mocht van komen, zoo hij ontdekte welk spel ik met hem speel de, besloot ik hen te volgen. Nu nam hij echter tot mijn groote teleurstelling plot seling afscheid van het meisje, en keerde zich om naar het scheen met het voorne men om weer naar den anderen hoek van de straat terug te keeren. Een cogenbltk overwoog ik, wie van beiden ik zou volgen, ik besloot M. Bla ke een dag aan zichzelven over te laten, en mijne aandacht te wijden aan het meis je, dat hij had aangesproken ik deed dit voornamelijk omdat zij groot en slank was en ik in hare houding wel iets vond dat haar van een meisje uit het volk onderscheide. Terwijl hij mij voorbijging wierp ik nog een zijdelingschen blik op hem en trachtte op zijn ondoorgrondelijk gelaat dat de laatste vijf dagen wel vijf jaren ouder scheen geworden te zijn, te ver geefs de beteekenis te lezen van die diep zwaarmoedige uitdrukking. Nu volgde ik het meisje dat voor mij in de Broomestreet inliep. Intusschen nam ik tot in de kleinste kleinigheden hare klceding op, en was min of meer verbaasd toen ik zag hoe versleten en gescheurd die was ik begreep zeer goed dat M. Blake hier of daar een meisje kon aanspre ken, gekleed in japon van zwart alpaca gestreepte shal en hoed met veeren maar dat dit schepsel met haar verschoten ka toenen kleed, haar gedeukten hoed en beschadigde mand zijne aandacht zou trekken, dit was mij een raadsel. Ik versnelde mijne stappen met het plan om haar zoo moge lijk in het gelaat te zien, maar sedert het gesprek met M. Blake was het of zij vleugels aan de voe ten gekregen had. Te midden van eene menigte schreeu wende straatjongens, die een hollend peerd met gebroken wagen naliepen, had ik haar l ijna uit het oog verloren, en ik zag dat ik op eenen draf zou moeten loopen, als ik haar nog wilde inhalen. Ik versnelde dus mijne schreden, toen diezelfde schreeuwende jongens mij voor Onze achtbare Volksvertegenwoordiger, M. baron Leo de Bethune, komt van wege den heer Algemeenen Bestuurder der Nationale Maatschappij van de Buurt spoorwegen, de volgende inlichtingen te ontvangen, gevraagd bij zijn brief van 12 Juni 11. i° Lijn van Ninove naar Sottegem. Op 22 Mei 11. hebben wij aan 't goever- nement de beschrijvende memorie gezon den die het moet toelaten eene eindbeslis sing te nemen aangaande het in aanmer king nemen van het ontwerp en de tusschenkomst van den Staat in het capitaal vast te stellen noodzakelijk tot de voltrekking. Zoodra wij een gunstig ant woord zullen ontvangen hebben, zullen wij aan de belanghebbende Gemeenten hare deelneming in de vorming van dit capitaal voorstellen. a° Lijn Aalst-Ninove. Onze provinciale dienst stelt de be schrijvende memorie op die door de Regeering is gevraagd geworden om een eindbesluit te nemen en de tusschenkomst van den Staat te bepalen. Dit werk wordt vlijtig voortgezet. 3° Lijn van Meirelbeke-Herzele. Geene beslissing is nog tot hiertoe ge nomen aangaande het in dienst stellen of opening dezer lijn. De Burgemeesters van eenige der belanghebbende Gemeen- hebben ons onlangs, te gelegenheid van een bezoek dat ze ten onzen maatschap- pelijken zetel brachten, aangekondigd dat eene gezamenlijke vraag uitgaande van deze Gemeenten ons zou toegezonden worden. Wij wachten dit stuk om de zaak vooruit te zetten. Nu dat de kiezingen achter den rug zijn, vallen de liberale maskers van schijnhei ligheid weêr af. Wanneer wij de liberalen beschuldigen van godverloochenaars, godsdiensthaters, helsche trawanten, papenvreters te zijn dan blijven wij in de onbetwistbare waar heid. Tot meerder bewijs halen wij aan wat in 't liberaal maconniek orgaan L'Echo d'Ostende - van donderdag 14 Juni 1906 aangetroffen wordt Wij, liberalen, moeten de punten d van het christen geloof bevechten overal, altijd, zonder ophouden en zonder genade. En verder wordt in 't zelfde schrijven herhaald Wij, liberalen, moeten de catho- lieke leering openlijk, vrij en vrank en zonder omwegen bestrijden, it want zij vernietigd het verstand, 1 den wil en de vrijheid. De helsche goddelcosheid der liberalen den voet liepen, ik struidelde en wel ik moet erkennen dat ik mij op dit gebied beschaamd moest terugtrekken. Doch, niet geheel, want juist toen ik viel zag ik dat het kleed van het meisje was blijven haken aan een vuilnisbak die op het gaanpad stond, en dat zij zich daarvan losrukte. Zoodra ik weer op mijne voeten stond, kwam ik tot de ontdekking dat ik haar geheel uit het oog had verloren ik haaste mij naar dien bak en zag er tot mijne voldoening iets aanhangen dat ik herkende als een stukje van het oude katoenen kleed van onbepaalde kleur dat het meisje droeg. Ik beschouwde dit als de eenige uitslag van een tamelijk mislukten dag en deed het zorgvuldig in mijn zakboek, waar het geborgen bleef tot maar met al mijn lust om kort te zijn, mag ik niet op mijn verhaal vooruitloopen. Toen ik 's middags thuis kwam, gevoel de ik mij zeer vermoeid, zoodat ik mij voor het overige gedeelte van den dag niet veel met de zaak kon bezighouden. Den volgenden morgend ging M. Bla ke niet als gewoonlijk uit en des middags deelde Fanny mij meê, dat hij zich gereed maakte om eene reis te doen waarheen of wanneer kon zij mij niet zeggen, hoewel zij het waarschijnlijk dacht, dat hij een vroegen trein zou nemen. Mevr. Daniels gevoelde zich allerellen- en socialisten kan niet duidelijker ver klaard worden. Eene bemerking Om verstand en wil te hebben, om vrijheid te bezitten moet men dus godverloochenaar, godsdienst hater zijn... en nogthans het meeste getal der godsdiensthaters behooren tot de confrérie der vijf ezelskoppen, gelijk hier te Aalst 11! MP- De vijf eerste dagen van de Kermis alsook den Zondag er cp volgende zal het Stedelijk Museum to :- gankelijk wezen aan het publiek van 10 uren voormiddag tot 1 ure namiddag en van 5 tot 6 ure namiddag. De christene democraten. Een liberaal blad natuurlijk deelt het volgende nieuws mede De leiders der «christene volkspartij» hebben, Zondag, eene vergadering ge houden in de Brassbrib Vogels, te Brus sel, onder voorzitterschap van M. A. Daens. Waren aanwezig MM. Fol- teyne, Plancquaert, Damers, Stoumonl, enz. Er werd beslist in elke gemeente groepen van propagande te vormen. Te dien einde werd een middencomiteit be noemd, waarvan de voorzitter is M. A. Daens ondervoorzitter, M. Plancquaert; secretaris, M. Damers schatbewaarder, M. Leopold Gilliard. Het middencomiteit zal elke maan 1 vergaderen, om kennis te nemen van d s werkzaamheden der gewestelijke comi- teiten. De aanstaande vergadering zal den tweeden Zondag van Juli plaats hebben.» Wij roepen onze vrienden toe Houdt een oog in 'tzeil... Acht uwen vijand niet te klein al schijnt hij machteloos 1 MEN ZIET tegenwoordig instel lingen voor handel en nijverheid, wier actionnarissen verre 't grootste deel catho- liek zijn, en met welke instellingen nogthans eene liberale en francma- qonsche propaganda wordt gemaakt. Men wete het wel, de aandeelhouder die durft, die zijnen zeg zegt vrij en vrank, 't is eene macht, met welke het bestier van gelijk welke inrichting moet rekenen. Wat voor macht zou het niet zijn, indien verscheidene aandeelhouders; samen spandenindien een syndicaat van actionnarissen zich deed gelden, onbeschroomd en vastberaden, om te zeg gen dat men zulk eene propagande moet staken, en dat men zich te minsten aan eene wezenlijke onzijdigheid te houden heeft.... en dan zouden tal van werklieden niet, soms onbermhertig, gejudast wordei door godvergetene bestierders en meester gasten digst, verzekerde zij, en het huis was alt: een graf. Opgewonden door die onver wachte reisplannen van M. Blake, ging ik naar huis en pakte mijn valies niet het vaste plan hem te volgen, waarheen ook. De waarheid was dat ik mijn ambte lijken trots was getroffen. Dat gezegde van Grijce klonk mij nog in de ooren en slechts een schitterende bijval kon mij nog in mijne eer herstellen. En dat was de reden dat M. Blake, toen hij den volgenden morgend aan het Hudson-Rivier-station een kaarje ging nemen naar Putney, een stadje in 't noor den van Vermont naast hem een schoo- nen jongen man zag staan, die toevallig ook een kaartje voor dezelfde plaats ver langde. Dit scheen hem echter in het minst niet te verwonderen, hij zag mij even aan, zooals gewoonlijk twee vreemde per sonen doen als zij elkander ontmoeten, maar scheen mij verder geen blik weer- dig te achten. Inderdaad, M. Blake scheen een ach terdochtig man te zijn en ik geloof ook niet dat hij op dit oogenblik het minste gedacht had dat hij bespied of achter volgd werd en ik zorgde wel hem in zijne onwetendheid te laten, door niet met hem in denzelfden wagon te gaan zitten en mij gedurende de geheele reis van New-Yok naar Putney niet meer te laten zien. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1