Zondag I Juli 1906
3 centiemen per nummer
578le Jaar 5858
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Neringdoende
Burgerij.
zonderlinge verdwijning
Over twee
aardappelziekten
Zondagrust.
Werkongevallen
in Frankrijk.
Arrondissement van Aalst
Buurtspoorwegen.
liberale goddeloosheid.-
Stad Aalst. Museum.
Ditjes en datjes.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgendon dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
cuiQue auuM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3«* bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 3o JUNI 1906.
In ons nummer van verleden Zondag,
zelfde titel, was er spraak van de Com
missie gelast met het bestudeeren van
maatregels die tot heropbeuring van den
middelstand dienen ingevoerd te worden.
Het zal ongetwijfeld onze geachte lezers
wel gevallen ecnige inlichtingen te ver
nemen over de werkzaamheden der be
doelde Commissie.
Deze Commissie werd aangesteld in
't jaar 1902.
Haar allereerste werk zou zijn een uit
gebreid onderzoek instellen over den toe
stand der neringdoende burgerij. Maar
vooraleer het aan te vangen, besloot zij
er zich ernstig toe voor te bereiden, ten
einde er de meest mogelijke vruchten van
in te oogsten en zoo alles tot een goed
einde te brengen.
Talrijke vergaderingen werden toege
wijd om de wijze te onderzoeken, welke
'tbest tot het verlangde doel zou leiden.
De Commissie verdeelde zich daarna
in acht Afdeelingen of Onderzoekscomi-
teiten, die beurtelings in 87 steden en
gemeenten zitting hielden.
Er waren niet min dan 162 zittingen
en i333 belanghebbenden werd onder-
hoord. De verslagen van dit onderzoek
zijn vervat in 7 groote boekdeelen van
5oo bladzijden ieder.
Nu die inlichtingen voldeden niet en
hierom werden gedrukte vragenlijsten ge
zonden aan sommige maatschappijen en
bonden maar met spijt stelde men vast
dat de antwoorden veel te wenschen
lieten. Bijgevolg liet men in tal van
steden en gemeenten statistieken opma
ken studiën doen, die in 3 groote boek
deelen samengevat werden.
Ook werd er onderzocht wat er in
andere landen ten voordeele der nering
doende burgerij gedaan en aanbevolen
wordtwetten en reglementen werden
verzameld 't welk 3 groote boekdeelen
vormde.
Nu kon en moest het belangrijkste ge
deelte der taak van de Commissie aange
vangen worden, namelijk, het bespreken
en opstellen van bepaalde voorstellen die
tot wetteksten zouden herleid worden.
Vijf Ondercommissiën werden dan ge
vormd welke de wenschen zouden uit
drukken wat het vak hun aangewezen
betreft en daarna in algemeene vergade
ring besproken en gewijzigd of niet aan
genomen worden.
De eerste dezer Ondercommissiën
heeft haar werk geëindigd zij zond een
veertigtal voorstellen, tot doel hebbende
EENE
8* vervolg.
Zij zegde niet wat zij zou doen, maar
in hare blikken lag eene bedreiging
opgesloten. Het was dus geen wonder
dat hare geheele houding de grootste
onrust verraadde terwijl zij daar rond
dwaalde in die gangen en zalen van dat
sombere oude hccrenhuis met zijn: duis
tere hoeken, bronzen beelden en zware
met goud geborduurde drapperijen en
dat zij nu en dan met bedrukt gezicht uit
eene venster keek, om te zien naar iemand
die zich al lang liet wachten.
Juist stak zij het hoofd naar buiten,
toen na eene langere afwezigheid dan
gewoonlijk de heer des huizes terugkwam.
Toen hij om den hoek verscheen, zag
ik haar haastig het hoofd terugtrekken en
zich achter eene gordijn verbergen, van
waar zij hem kon zien, terwijl hij met
lompe schreden en in meer moedelooze
houding op de stoep stapte en het huis
binnentrad.
Slechts toen de deur achter hem geslo
ten was, waagde zij het weer te voorschijn
te komen zij sloot nu haastig de blinden
en ging heen. Deze houding verdubbel
de mijnen iever, en ik was zeer dankbaar
toen ik mij den volgenden dag weer wei-
genoeg gevoelde om mijne werkzaamhe-
heden te hervatten.
de opleiding der jeugd in zake van vak
en technisch onderwijs.
Deze Ondercommissie vergaderde 25
maal en hare verslagen vormen een boek
deel van 23o blijdzijden.
De tweede Ondercommissie heeft
reeds een wetsontwerp op het dienst-
contract tusschen nijveraars, handelaars,
enz. er. bedienden opgesteld en houdt
zich nu onledig met de studie der ver
beteringen en wijzigingen toe te brengen
aan onze wetgeving betrekkelijk de vak-
vereenigingen en bonden.
De derde Ondercommissie bestu
deert voortdurend de stichting van een
hoogeren raad voor de middenstanden.
De vierde Ondercommissie is met
eene allerlastigste taak gelast, namelijk,
de hervorming van ons fiscaal stelsel
i. a. w., de rechtstreeksche en onrecht-
streeksche belastingen en rechten van
allen aard die op de neringdoende bur
gerij wegen. Zij heeft eene zeer eigenaar
dige omwerking van 't patentrecht ont
worpen de kleine winkeliers zouden
merkelijk ontlast worden terwijl men de
groote bazars in verhouding van hunne
belangrijkheid treffen zou. En dit zal
maar heel rechtveerdig zijn.
De vijfde Ondercommissie maakt
een wetsontwerp op betrekkelijk de han-
delspolicie verdeeld in drij kapitels, ge
roepen om de misbruiken te keer te gaan
die bij 't leuren 't meest worden bestatigd.
Do ongeoorloofde mededinging, het
bedrog bij middel van premiën, de ge
veinsde uitverkoopingen, de verkoop door
de coöperatieven van verbruik aan andere
personen dan hare leden en meer andere
misbruiken zullen met boet en gevang
gestraft worden.
Wij bestatigen dus dat de Commissie
der Neringdoende Burgerij niet werkeloos
is gebleven. Weldra zullen, dank aan
hare ievcrige werkzaamheden, de Wetge
vende Kamers werk op de plank hebben.
Laat ons hopen dat zij er zich korte
lings zullen meè onledig houden en tot
goed einde brengen en aldus de herop
beuring onzer thans lijdende Nering
doende Burgerij te bewerken.
De eerste dezer ziekte draagt den aar-
digen naam van zwartbeenigheid. Bij
de aardappelplanten, door deze ziekte
aangedaan, worden de stengels van onder
zwart en zij sterven weg. Einde Juni be
merkt men dat de zieke planten eene
geelgroene kleur krijgen, dat de bladeren
rechtop min of meer ineengerold staan.
De moederknol is dan ook aan 't rotten
gegaan en met haar ook de stam. Zco
deze nog niet aan 't rotten zijn dan is
zij toch minstens zwart en week gewor
den. De wortels schijnen nog goed ge
zond evenals het bovenste stamdeel. Daar
de jonge plant spoedig van den plantknol
is gescheiden, vormt ze geene of maar
weinige onvolkomen knollen die dan ook
spoedig vergaan. In Juli-Augustus ster
ven de aangetaste planten zeker weg
bij den aardappeloogst vindt men nog
enkel eer.ige verdorde stengels.
Het kan ook gebeuren dat de ziekte
eerst later intreedt en de planten hunne
gewone kleur behouden, tot dat ze dan
later ook wegsterven nadat het onder-
aardsch gedeelte van den stengel zwart
achtig geworden is. De kleine aardappe
len. die de jonge plant reeds gevormd
heeft, dragen dan dikwijls zwarte vlekken
en gaan weldra tot verrotting over.
Somwijlen, vooral bij min gunstige
weersomstandigheden, verschijnt de ziek
te enkel op 't einde van den groeitijd
enkele stengels ziet men dan wegsterven
zoodat de opbrengst er niet al te veel
door lijdt. Op sommige aardappelen
vindt men eenige kleine, weinig in 't oog
vallende, zwarte vlekken. Alhoewel de
schade hier maar gering schijnt is deze
vorm der ziekte des te gevaarlijker dat ze
weinig in 't oog springt en ongemerkt
voorbijgaat. Immers de kleine vlekken
zijn een begin der rotting die weldra
gansch den voorraad zal aantasten en be
derven. Deze ziekte der knollen noemt
en AARDAPPBLROT.
De aardappelen door het rot aangetast
gaan weldra tot eene brijachtige massa
over door de schil samen gehouden.
Gansche hoopen ziet men soms op der
gelijke wijze rotten nochtans, indien de
vlekken maar klein en niet talrijk zijn,
zet zich de ziekte somwijlen niet verder
voort. Gebruikt men dergelijke knollen
als plantaardappelen, dan mag men zich
het volgende jaar aan talrijke zieke plan
ten verwachten.
De oorzaak van beide ziekten zwart
beenigheid en aardappelrot zijn bac
teriën die door zieke knollen in den
grond worden gebracht of alreeds van
vroeger in het veld voorhanden waren.
De ziekte breidt zich des te sneller en
heviger uit dat men doorgesneden knollen
als plantaardappelen gebruikt, omdat de
aldus toegebrachte wonde vrijen toegang
verleent aan de bacteriën.
Eens de ziekte in een veld ontstaan is,
moet er aan de bestrijding niet veel ge
dacht worden het beste is ze trachten te
voorkomen. Daarom gebruike men altijd
goede gezonde plantaardappelen voort
komende van een veld vrij van ziekte ge
bleven.
Treedt de ziekte in een veld op dan
moeten de aangetaste planten onmidde-
lijk verwijderd worden. De aangetaste
knollen houde men zorgvuldig van de
gezonde verwijderd men late ze ook op
't veld niet liggen ze zouden de ziekte
verder voortzetten. Doorgesneden knollen
gebruike men zoo min mogelijk als plant
aardappelen is een veld hevig door de
ziekte aangetast, dan plante men er in
't vervolg aardappelen die meer bestand
zijn tegen de kwaal, gelijk in 't algemeen
de late soorten met de dikke schil.
Het ontsluieren van dit geheim was
nu mijn eenig levensdoel geworden niet
alleen omdat het zoo buitengewoon duis
ter was, maar ook omdat er gevaar aan
verbonden scheen te zijn.
Ik heb altijd pleizier in mijn vak gehad
maar zelden heb ik mij met zulk een
onverdeelden drift als ditmaal aan mijne
taak gewijd.
Ik had mij dus op dien helderen win-
termorgend in eene nieuwe vermomming
gestoken, en besloot met nieuwen moed
M. Blake te volgen, zoodra hij zijn huis
had verlaten.
Ik wist echter bij ondervinding dat ik
eene lange en vermoeiende wandeling
zou te doen hebben en waarschijnlijk ten
slotte weer zou teleurgesteld zijn.
Maar ditmaal had het noodlot't anders
gewild.
Ik weet niet of M. Blake ontmoedigd
was dcor den weinigen bijval van al zijne
pogingen, en dus minder lust gevoelde
om op deze wijze voort te gaan, maar
nauwelijks hadden wij eenige minuten
geloopen of bij bleef plotseling staan, als
of hij zijne nasporigen wilde opgeven,
zag rond en wenkte een naderenden om
nibus die naar de Madison-Avenue reed.
Ik stond op dit oogenblik aan de ande
re zijde van de straat, doch kwam zoo
spoedig ik kon naderbij en wenkte dezelf
de omnibus. Doch juist toen ik op het
punt stond in te stappen, zag ik M. Blake
De licht aangetaste aardappelen kan
men soms good bewaren met ze op eene
droge, koele en wel verluchte plaats te
bergen. De zieke vlekken breiden als dan
vrijweg weinig uit.
AALST.
Calli. Werkmnnskring.
Zondag hield de Pensioenmaatschappij
e LEO XIII hare gewone jaarlijksche
vergadering.
Volgens het verslag van den Schatbe
waarder is er in 1905, 2202 fr. op de Lijf-
rentkas gestort, 680 fr. meer dan het voor
gaande en dit jaar, zegde hij, zal deze
som nog merkelijkgrooter zijn, aangezien
er reeds 80 nieuwe leden zijn ingeschre
ven.
Ons verstandig werkvolk begint dan
meer en meer de voordeelen der wet op
de Pensioenen te verstaan en deze zijn
inderdaad groot de leden der Maat
schappij LEO XIII, alleen hebben
van Staat en Provincie omtrent 3ooo fr.
en van de Maatschappij 607 fr. getrok
ken. Meest alle leden hadden meer dan
100 per honderd van hun geld.
Welaan dan, vrienden werklieden, die
nog niet aangesloten zijt, wacht niet lan
ger meer en sluit u bij een der Pensioen
maatschappijen aan.
Verdere inlichtingen kan men altijd be
komen bij M. De Cocker Fabriekplaats,
nr 5, en M. Permentier, Nieuwe Brug
straat, nr 5.
Van 's middags tot middernacht eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondag
1 Juli 1906, M. De Waele, Kerkstraat.
In ons nummer van 24 Juni hebben
wij de overeenkomst beschreven die tus
schen België en Frankrijk gesloten is,
betreffende de vergoeding der schade
door werkongevallen veroorzaakt. Die
overeenkomst zal zeer voordeelig zijn
aan onze tijdelijke uitwijkelingen of
franschmans
Wat wij vergeten te zeggen hebben is
dat het sluiten dier overeenkomst groo-
tenileels te danken is aan onzen Volks
vertegenwoordiger, M. de Bethune, die
sedert jarer. als verslaggever van het
Budget van buitenlandsche zaken onver
poosd in dien zin aangedrongen heeft,
even als getuigt zijne verslagen, en
menige bespreking ter Kamer.
Al onze franschmans zullen er hem
dankbaar over wezen.
zich weer in alle haast verwijderen, en
een meisje volgen dat zich met eene
mand aan den arm voortspoedde hij
had klaarblijkelijk het doel haar aan te
spreken.
Natuurlijk liet ik ook de omnibus voor
bijgaan, hoewel ik M. Blake nu niet
meer zoo dicht durfde naderen na mijne
eenigzins verdachte poging, om met hem
in denzelfden omnibus te stappen.. Maar
van mijne standplaats aan den overkant
van de straat, zag ik hem bij het meisje
stilstaan dat, wat hare kleeding betreft,
wel de dochter of de vrouw kon geweest
zijn van een dier vele halfdronken leeg-
loopers waarvan men er zoo velen aan de
hoeken der straten ziet staan.
Na eenige oogenblikken ernstig met
haar gesproken te hebben, ging hij al
pratende naast haar Broomestreet in.
Wat er nu ook mocht van komen, zoo
hij ontdekte welk spel ik met hem speel
de, besloot ik hen te volgen. Nu nam hij
echter tot mijn groote teleurstelling plot
seling afscheid van het meisje, en keerde
zich om naar het scheen met het voorne
men om weer naar den anderen hoek
van de straat terug te keeren.
Een cogenbltk overwoog ik, wie van
beiden ik zou volgen, ik besloot M. Bla
ke een dag aan zichzelven over te laten,
en mijne aandacht te wijden aan het meis
je, dat hij had aangesproken ik deed dit
voornamelijk omdat zij groot en slank
was en ik in hare houding wel iets vond
dat haar van een meisje uit het volk
onderscheide.
Terwijl hij mij voorbijging wierp ik
nog een zijdelingschen blik op hem en
trachtte op zijn ondoorgrondelijk gelaat
dat de laatste vijf dagen wel vijf jaren
ouder scheen geworden te zijn, te ver
geefs de beteekenis te lezen van die diep
zwaarmoedige uitdrukking.
Nu volgde ik het meisje dat voor mij in
de Broomestreet inliep. Intusschen nam
ik tot in de kleinste kleinigheden hare
klceding op, en was min of meer verbaasd
toen ik zag hoe versleten en gescheurd
die was ik begreep zeer goed dat M.
Blake hier of daar een meisje kon aanspre
ken, gekleed in japon van zwart alpaca
gestreepte shal en hoed met veeren maar
dat dit schepsel met haar verschoten ka
toenen kleed, haar gedeukten hoed en
beschadigde mand zijne aandacht zou
trekken, dit was mij een raadsel.
Ik versnelde mijne stappen met het
plan om haar zoo moge lijk in het gelaat
te zien, maar sedert het gesprek met M.
Blake was het of zij vleugels aan de voe
ten gekregen had.
Te midden van eene menigte schreeu
wende straatjongens, die een hollend
peerd met gebroken wagen naliepen,
had ik haar l ijna uit het oog verloren, en
ik zag dat ik op eenen draf zou moeten
loopen, als ik haar nog wilde inhalen.
Ik versnelde dus mijne schreden, toen
diezelfde schreeuwende jongens mij voor
Onze achtbare Volksvertegenwoordiger,
M. baron Leo de Bethune, komt van
wege den heer Algemeenen Bestuurder
der Nationale Maatschappij van de Buurt
spoorwegen, de volgende inlichtingen te
ontvangen, gevraagd bij zijn brief van 12
Juni 11.
i° Lijn van Ninove naar Sottegem.
Op 22 Mei 11. hebben wij aan 't goever-
nement de beschrijvende memorie gezon
den die het moet toelaten eene eindbeslis
sing te nemen aangaande het in aanmer
king nemen van het ontwerp en de
tusschenkomst van den Staat in het
capitaal vast te stellen noodzakelijk tot de
voltrekking. Zoodra wij een gunstig ant
woord zullen ontvangen hebben, zullen
wij aan de belanghebbende Gemeenten
hare deelneming in de vorming van dit
capitaal voorstellen.
a° Lijn Aalst-Ninove.
Onze provinciale dienst stelt de be
schrijvende memorie op die door de
Regeering is gevraagd geworden om een
eindbesluit te nemen en de tusschenkomst
van den Staat te bepalen. Dit werk wordt
vlijtig voortgezet.
3° Lijn van Meirelbeke-Herzele.
Geene beslissing is nog tot hiertoe ge
nomen aangaande het in dienst stellen of
opening dezer lijn. De Burgemeesters
van eenige der belanghebbende Gemeen-
hebben ons onlangs, te gelegenheid van
een bezoek dat ze ten onzen maatschap-
pelijken zetel brachten, aangekondigd dat
eene gezamenlijke vraag uitgaande van
deze Gemeenten ons zou toegezonden
worden. Wij wachten dit stuk om de
zaak vooruit te zetten.
Nu dat de kiezingen achter den rug zijn,
vallen de liberale maskers van schijnhei
ligheid weêr af.
Wanneer wij de liberalen beschuldigen
van godverloochenaars, godsdiensthaters,
helsche trawanten, papenvreters te zijn
dan blijven wij in de onbetwistbare waar
heid.
Tot meerder bewijs halen wij aan wat
in 't liberaal maconniek orgaan L'Echo
d'Ostende - van donderdag 14 Juni 1906
aangetroffen wordt
Wij, liberalen, moeten de punten
d van het christen geloof bevechten
overal, altijd, zonder ophouden en
zonder genade.
En verder wordt in 't zelfde schrijven
herhaald
Wij, liberalen, moeten de catho-
lieke leering openlijk, vrij en vrank
en zonder omwegen bestrijden,
it want zij vernietigd het verstand,
1 den wil en de vrijheid.
De helsche goddelcosheid der liberalen
den voet liepen, ik struidelde en wel
ik moet erkennen dat ik mij op dit gebied
beschaamd moest terugtrekken. Doch,
niet geheel, want juist toen ik viel zag ik
dat het kleed van het meisje was blijven
haken aan een vuilnisbak die op het
gaanpad stond, en dat zij zich daarvan
losrukte.
Zoodra ik weer op mijne voeten stond,
kwam ik tot de ontdekking dat ik haar
geheel uit het oog had verloren ik
haaste mij naar dien bak en zag er tot
mijne voldoening iets aanhangen dat ik
herkende als een stukje van het oude
katoenen kleed van onbepaalde kleur dat
het meisje droeg.
Ik beschouwde dit als de eenige uitslag
van een tamelijk mislukten dag en deed
het zorgvuldig in mijn zakboek, waar het
geborgen bleef tot maar met al mijn
lust om kort te zijn, mag ik niet op mijn
verhaal vooruitloopen.
Toen ik 's middags thuis kwam, gevoel
de ik mij zeer vermoeid, zoodat ik mij voor
het overige gedeelte van den dag niet
veel met de zaak kon bezighouden.
Den volgenden morgend ging M. Bla
ke niet als gewoonlijk uit en des middags
deelde Fanny mij meê, dat hij zich
gereed maakte om eene reis te doen
waarheen of wanneer kon zij mij niet
zeggen, hoewel zij het waarschijnlijk
dacht, dat hij een vroegen trein zou
nemen.
Mevr. Daniels gevoelde zich allerellen-
en socialisten kan niet duidelijker ver
klaard worden.
Eene bemerking Om verstand en wil
te hebben, om vrijheid te bezitten moet
men dus godverloochenaar, godsdienst
hater zijn... en nogthans het meeste getal
der godsdiensthaters behooren tot de
confrérie der vijf ezelskoppen, gelijk hier
te Aalst 11!
MP- De vijf eerste dagen van de
Kermis alsook den Zondag er cp
volgende zal het Stedelijk Museum to :-
gankelijk wezen aan het publiek van 10
uren voormiddag tot 1 ure namiddag en
van 5 tot 6 ure namiddag.
De christene democraten.
Een liberaal blad natuurlijk deelt
het volgende nieuws mede
De leiders der «christene volkspartij»
hebben, Zondag, eene vergadering ge
houden in de Brassbrib Vogels, te Brus
sel, onder voorzitterschap van M. A.
Daens. Waren aanwezig MM. Fol-
teyne, Plancquaert, Damers, Stoumonl,
enz.
Er werd beslist in elke gemeente
groepen van propagande te vormen. Te
dien einde werd een middencomiteit be
noemd, waarvan de voorzitter is M. A.
Daens ondervoorzitter, M. Plancquaert;
secretaris, M. Damers schatbewaarder,
M. Leopold Gilliard.
Het middencomiteit zal elke maan 1
vergaderen, om kennis te nemen van d s
werkzaamheden der gewestelijke comi-
teiten.
De aanstaande vergadering zal den
tweeden Zondag van Juli plaats hebben.»
Wij roepen onze vrienden toe Houdt
een oog in 'tzeil... Acht uwen vijand
niet te klein al schijnt hij machteloos 1
MEN ZIET tegenwoordig instel
lingen voor handel en nijverheid, wier
actionnarissen verre 't grootste deel catho-
liek zijn, en met welke instellingen
nogthans eene liberale en francma-
qonsche propaganda wordt gemaakt.
Men wete het wel, de aandeelhouder
die durft, die zijnen zeg zegt vrij en
vrank, 't is eene macht, met welke het
bestier van gelijk welke inrichting moet
rekenen.
Wat voor macht zou het niet zijn,
indien verscheidene aandeelhouders;
samen spandenindien een syndicaat
van actionnarissen zich deed gelden,
onbeschroomd en vastberaden, om te zeg
gen dat men zulk eene propagande moet
staken, en dat men zich te minsten aan
eene wezenlijke onzijdigheid te houden
heeft.... en dan zouden tal van werklieden
niet, soms onbermhertig, gejudast wordei
door godvergetene bestierders en meester
gasten
digst, verzekerde zij, en het huis was alt:
een graf. Opgewonden door die onver
wachte reisplannen van M. Blake, ging
ik naar huis en pakte mijn valies niet het
vaste plan hem te volgen, waarheen ook.
De waarheid was dat ik mijn ambte
lijken trots was getroffen. Dat gezegde
van Grijce klonk mij nog in de ooren en
slechts een schitterende bijval kon mij
nog in mijne eer herstellen.
En dat was de reden dat M. Blake,
toen hij den volgenden morgend aan het
Hudson-Rivier-station een kaarje ging
nemen naar Putney, een stadje in 't noor
den van Vermont naast hem een schoo-
nen jongen man zag staan, die toevallig
ook een kaartje voor dezelfde plaats ver
langde.
Dit scheen hem echter in het minst
niet te verwonderen, hij zag mij even
aan, zooals gewoonlijk twee vreemde per
sonen doen als zij elkander ontmoeten,
maar scheen mij verder geen blik weer-
dig te achten.
Inderdaad, M. Blake scheen een ach
terdochtig man te zijn en ik geloof ook
niet dat hij op dit oogenblik het minste
gedacht had dat hij bespied of achter
volgd werd en ik zorgde wel hem in
zijne onwetendheid te laten, door niet
met hem in denzelfden wagon te gaan
zitten en mij gedurende de geheele reis
van New-Yok naar Putney niet meer te
laten zien.
Wordt voortgezet.