,f5
Zondag 12 Augusti 1906
5 centiemen per nummer.
57^ Jaar 3869
De wet op
de Zondagrust.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
faws
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
zonderlinge verdwijning
Voor onze Landbouwers.
M. Leveau op weg
naar de beroemdheid
t
DE DENDERBODE.
Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
keoing van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post vertonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
m; anden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
ei) digt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
va igen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 81HJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3*» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, li AUGUSTI 1906.
«0»
TWEEDE VERVOLG.
VI. Ondernemingen waar gebruik
wordt gemaakt van den wind of
van het water als eenig motor
of als hoofdmotor. (Art. 6).
Tn die ondernemingen, bijvoorbeeld
de wind- en de watermolens, mogen de
werklieden en de bedienden twaalf
maal 's jaars denZondagwerken, doch
er mag nooit meer dan vier weken
achtereen van dit reclit gebruik gemaakt
worden. Dc 5* Zondag, dus, moet een
rustdag zijn.
De baas of werkgever die van dit
recht gebruik maakt, moet daarvan,
binnen de 24 uren, kennis geven aan
den arbeidstoeziener of aan den arron
dissementscommissaris.
VII. Bedrijven en ondernemingen
welke ten gevolge van een ko
ninklijk besluit aan een bijzonder
stelsel kunnen onderworpen wor
den.
i° Uitbreiding vun het stelsel van den
wekelijkschen halven rustdag of den
veertiendaagschen volledigen rustdag.
(Art..5).
De Koning mag het stelsel van den
wekelijkschen halven rustdag of den
14 daagschen volledigen rustdag uit
breiden tot andere soorten van nijver
heids- of handelsondernemingen die
a) hetzij om redenen van openbaar
nut,
b) hetzij wegens plaatselijke of andere
behoeften,
gewoonlijk vorderen dal er wordt gear
beid het zij den geheelen Zondag of
gedurende een gedeelte van den Zoudag.
Die bepaling werd in de wet geschre
ven, omdat het totaal onmogelijk was
al de gevallen te voorzien en zoo maaj'
ineens eene volledige lijst van bedrijven
en ondernemingen in de wet op te ne
men.
2° Het nachtwerk 's Zondags (Art. 5.)
De Koning mag de hoofden der onder
nemingen waarin de arbeiders werken
bij elkander opvolgende ploegen, mach
tigen het werk der nachtploeg te ver
lengen tot den Zondag morgen 6 uur.
In dit geval mag het werk der arbeiders,
die deel maken van deze ploeg, niet wor
den hernomen voor den Maandag mor
gen, op hetzelfde uur.
De rustdag is, bijgevolg, volledig,
van 24 uren.
3° Bedrijven die slechts gedurende een
gedeelte des jaars wor den uitgeoefend
of waarin gedurende zekere tijden des
jaars met groote kracht wordt gewerkt.
(Art. 6).
Bijvoorbeeld de suikerfabrieken. De
suiker Campagne begint gewoonlijk
met 1 October en duurt 2 tot 3 maan
den. Het is dus een seizoennijverheid en
het werk in die nijverheid moet zoo rap
mogelijk afgedaan worden.
De Koning mag aan die ondernemin
gen het recht toekennen (juist lijk onder
liltera VI) van 12 Zondagen 's jaars
hunne werklieden en bedienden te ge
bruiken, mits voorwaarde dat het hoofd
der onderneming, die van dit recht ge
bruik maakt,daarvan binnen de 24 uren
kennis geve aan den arbeidstoeziener of
aan den arrondissementscommissaris,
en onder voorbehoud dat er nooit meer
dan vier toeken achtereen mag gewerkt
worden 's Zondags.
Er valt op te merken dat indien die
toelating van 12 Zondagen te werken
niet genoegzaam is voor de nijverheid,
de Koning den wekelijkschen halven
rustdag of den 14 daagschen volledigen
rustdag mag toelaten.
4° Bedrijven die in de opene lucht toorden
uitgeoefend en waarin de arbeid kan
worden belemmerd door ongunstig weer
(Art. 6)
by voorbeeld de steenbakkerijen,
de bouwondernemingen,
de schilderswerken in de
opene lucht.
Dit zijn bedrijven die jaarlijks een
tijdstip van gedwongene staking beleven.
Die bedrijven genieten hetzelfde recht
als deze van 3° hiervoren.
5° a) Winkels van kleinhandel aan den
wekelijkschen halven rustdag of den
volledigen rustdag -niet onderworpen en
b) haarkappers (Art. 7)
Zie ons vorig artikel, littera V. e.
Men denke niet dat de Koning zoo
gemakkelijk gebruik zal maken van
het recht, hem toegekend door de arti
kels 5,6 cn 7 hierboven besproken.
Eerst en vooral moet de onderneming
die de toepassing verlangt van de arti
kels 5, 6 of 7, een verzoek doen.
De Koning zal dan het advies vragen
van
1) de bevoegde afdeelingen der raden
van ny verheid en arbeid,
2) den hoogeren raad voor openbare
Jl3® vervolg.
Zij zag mij verbaasd en ontstemd aan
en antwoordde
Ga liever naar iemar.d anders ik
werp het geld niet weg.
Aarzelend nam ik het kunstwerk op
om het weer in de mand te doen, en
zegde
Ik zou het u geerne verkoopen.
Misschien...
Op dat zelfde oogenblik hoorden wij,
in de kamer naast ons, de stem eener
dame, die naar de gravin vroeg, en plot
seling nam zij den schotel weer uit mijne
handen, en zegde met cenige verrassing
O, daar is Amy zij liep naar het
aangrenzende vertrek en liet de deur
achter zich open.
Ik zag daar eene net gekleede damp
zij groetten elkander vriendschappelijk
en gingen toen met de door mij meege
brachte antiquiteit naar den anderen
hoek van de kamer, klaarblijkelijk om er
met elkander over te beraadslagen.
Nu moest ik mijnen slag slaan. Het
boek, waarin zij haren brief had gelegd,
3) den hoogeren arbeidsraad,
4) den hoogeren raad voor nijverheid
en handel.
Binnen de twee maanden moeten die
vcrschillige college-s hun advies laten
kennen hij gebreke daarvan wordt er
buiten hen beslist.
Ten allen tijde kan de Regeering,
hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek
van een dezer 4 raden, opnieuw de be
langhebbende colleges raadplegen en
de verleende machtiging intrekken of
wijzigen.
De machtiging, toegelaten bij artikels
5, 6 en 7, zal niet toepasselijk zijn op
een handelaar of nijveraar, maar op al
de handelaars of nijveraars van hot
zelfde beroep van eene gemeente of van
eene groep gemeenten.
Staatslandbouwschool
voor Meisjes
TE BOUCHOUT.
De jaarlijksche uitgangsexamen di r
Landbouwschool voor Meisjes te Bouc-
hout hebben verleden Donderdag plaats
gehad.
De Jury samengesteld uit de H.II.
Baron Gillès de Pelichy, Voorzitter der
Toezichtscommissie der school, L.Caron,
Lid van de bestendige Deputatie des Pro-
vincieraads. Van Eist en Van de Velde,
Staatslandbouwkundigen, De Meulder,
Voorzitter van 't Landbouwcomice Con-
tich, Fl. Boeynaems, Secretaris der
school, de Eeiweerde Heeren L. Stuyck
en De Meulder van Bouchout en het
onderwijzend peisoneel heeft de volgende
diplomas toegekend.
2* LEERJAAR.
Met groote onderscheiding
Grossen Sylvie van Haekendover.
Met enderscheiding
Bellon Celestine van Oppuers.
Bricout Valerie van Ukkel.
i'* LEERJAAR.
Met groote onderscheiding:
Hanegraeff Eugenie van Lillo.
Mertens Lucie van Merxplas.
Geldmeyer Irma van Meirdonck.
Met onderscheiding
Pauwels Irma van Heyst-op-den-Berg.
Froyen Emma van Ulbeeck.
Vermeulen Leonie van Heyst-op-den-
Berg.
De Pauw Huberta van Londerseel.
Met voldoening
Van den Broeck Irma van Herenthoul.
lag vlak voor mij op de tafel, onder het
bereid van mijn hand. Ik had het slechts
open te slaan om aan mijne nieuwsgie
righeid te voldoen. Gebruik makende
van een oogenblik, waarop zij mij beiden
den rug hadden toegekeerd, deed ik het
boek voorzichtig open, en slaagde ik er
in met het eene oog op de beide dames
en het andere op den brief gericht, deze
woorden te lezen.
Liefste Cecilia,
Ik heb de stof waarvan gij mij een
staaltje zondt, niet bij Steward, Arnold
0 en Mc Creery kunnen vinden. Indien
p gij er op staat het kleed zoo te maken
1 als gij u voorstelt, zal ik zien, wat Me-
p vrouw Dudevant voor ons doen kan,
hoewel ik u liever aanraden, een don-
kt'.rder soort fluweel te kiezen. Gisteren
n avond ben ik bij de Gary's op receptie
p geweest en heb Lulu Chitenden ont-
p moet. Zij is werkelijk oud geworden,
p maar was even geestig als altijd. Zij
heeft grooten opgang gemaakt te Parijs
0 maar een man die ten twee uren in
p den morgend thuis komt met doffe
b oogen cn leege zakken is niet geschikt
om de schoonheid eener vrouw te war-
deeren. Gij vraagt mij naar mijn neef
Holman. Nu en dan ontmoet ik hem
p eens, en hij ziet er goed uit, maar is de
somberste man geworden dien gij ooit
hebt gezien. Met betrekking tot zekere
p verwachtingen, waarop gij nu en dan
i) toespelingen maakt, kan ik u de verze-
kering geven, dat die niet meer voor
vrucht op gerst en rogge waaraan ge
woonlijk eene groote hoeveelheid stal
mest werd toegediend. In voorkomend
geval wendt men geene stalvet bij de
rapen meer aan, doch men neemt zijne
toevlucht tot vloeimesten en echte Peru-
guano. Deze meststoffen werken spoedig
en zulks is vooral noodzakelijk om reden
dat deze vrucht maar eencn zeer korten
tijd groeit 't komt er dus op aan den
grond te voorzien van goede onmiddellijk
opneemvoedingstoffen.
Tal van landbouwers maken nog uit
sluitelijk gebruik van beir, het gebruik
ei- van is niet te misprijzen doch er valt
te bemerken dat deze natuurlijke mest
stof te weinig fosfoorzuur inhoudt, wat
schadelijk is voor de vorming der raap.
Anderen gebruiken ook sodanilraat in
dit geval geeft men niets dan stikstof
die in te groote hoeveelheid toegediend
te veel de bladeren doet ontwikkelen tot
nadeel der raap zelve. Om goede uit
slagen te bekomen raden wij aan 1 kgr.
echte Peru-guano per roede voor het
zaaien goed in te werken. Deze bestaat
gemiddeld per 100 kgr. 7 kgr. stikstof
10 kgr. fosfoorzuur en 2 kgr. potasch.
Zij vormt dus eene volledige meststof.
Ziehier overigens den uitslag eener proef
in 1905 bekomen
Perceel I bemest met stalmest allee»
aan de voorgaande vrucht en 1 hectoliter
beir per roede voor het ophakken, gaf
per hectare 26475 kgr. rapen. Perceel II
waarop insgelijks stalmest aan de voor
gaande vrucht werd toogediend en voor
het zaaien der rapen 300 kgr. Peru-guano
per hectare ontving bracht 37900 kgr.
op.
Zij dus een verschil van 37900-26475
11425 kgr.
Tegen 1 f. per 100 kgr. maakt dit
eene geldwaarde uit van 114,25. De
guano betalen wij tegen 22 f. de 100 H.
de uitgave was dus per hectare 66 f.
waaruit volgt dat wij eene zuivere winst
hadden van 114,25 - 66 48,26. Deze
cyfers bewijzen genoegzaam dat de
echte Peruguano van het wereldberoemd
huis tc Antwerpen eene voortreffelijke
meststof is die den landman schoone
winsten verzekert.
It A I» E PVDe rapen worden
door al de landbouwers naar waarde ge
schat omdat zij een onmisbaar winter
voeder zijn voor de huisdieren 't Is
vooral in jaren van mislukking dezer
vrucht dat zij grootelijks bekommerd
zijn met de voeding hunner staldieren,
weteude dat zij moeilijk doelmatig kun
nen vervangen worden.
Eenige inlichtingen nopens de teelt
van dit voeder zullen dus wel te pas
komen.
Rapen volgen meestendeels als na-
verwezenlijking vatbaar zijn, hij heeft
p gedaan, wat.... 0
Hier werd het gesprek in de andere
kamer afgebroken ik zag dat de gravin
op 't punt stond zich om te keeren, en
sloot het boek, niet zonder bij mij zeiven
deze stoornis te verwenschen.
Het is zeer schoon, zegde zij eenig-
zins mat, maar, zooals ik u reeds gezegd
heb, ik ben nu niet zeer kooplustig. Als
gij het mij voor de helft wilt laten, dan
zal ik er over denken, maar...
Pardon, mevrouw, viel ik haar in
de rede, daar ik er niet op gesteld was de
schotel achter te laten, ik heb er over na
gedacht en blijf bij mijn eerstgenoemden
prijs. M. Blake, van de tweede Avenue,
zal het er waarschijnlijk voor geven, als
gij het niet doet.
MBlake En nu zag zij mij met ach
terdocht aan. Verkoopt gij ook aan hem
Als ik kan, verkoop ik aan iedereen,
antwoordde ik, en daar hij die dingen
beziet met het oog van een kunstenaar.
Zij fronste de wenkbrauwen en ver
wijderde zich.
Ik zal het niet nemen, zegde zij
verkoop het aan wien gij wilt.
Ik nam de schotel op en verliet de
kamer.
IX.
Een paar Goudblonde
Toen ik een paar dagen later mijne
Dat geniaal heerschap 't welk door
't achterpoortje der evenredige vertegen
woordiging, dank zij misnoegdheid van
eenige kiezers, in den Gemeenteraad
onzer Stad kon sluipen, zal toch willens
of onwillens tot eene groote beroemdheid
in 't liberale kamp stijgen.
Weinige openbare zittingen des Ge-
meentei aads laat hij voorbijgaan zonder
zijn uitstekend talent van kiesche rede
naar te laten bewonderen door zijne
vrienden van Vaart en Hooge Vesten
die hij heeft aangemaand ter zitting
tegenwoordig te zyn.
opwachting bij M. Grijce maakte, vond
ik hem min of meer ernstig gestemd.
Die Schoenmakers, zegde hij, ge
ven ons heel wat zorg. Zij schijnen daar
in het noorden aan onze mannen ont
snapt te zijn, en zich hier ergens in de
stad op te houden, maar waar
Hieromtrent scheen hij nog geheel in
het onzekere.
Als dat zoo is, riep ik, zullen wij ze
zeker snappen. Als men mij tijd geeft,
wil ik er alles onder verwedden dat wij,
voor het einde der maand op die twpe
lastige en rustelooze kerels de hand gp-
legd hebben. Ik vrees slechts dat hun
schuldenlast dan nog met andere duivels
kunsten zal bezwaard zijn. En nu vertel
de ik hem wat Fanny mij den laatstcn
avond, toen ik met haar sprak had meê-
gedeeld.
Dit maakt de zaak nog ingewikkel
der zegde hij. Wat het einde er nog van
zijn zal, weet ik niet. Misdadigers zegde
zij. Wat zou ik geerne weten in welken
duisteren hoek der aarde dat meisje, waar
wij zoo naar zoeken, verborgen ligt.
Als antwoord op deze verzuchting werd
de deur geopend en kwam een van onze
mannen binnen met eenen brief in de
hand
Ha riep Grijce, nadat hy den brief
had doorgezien, lees eens.
Ik las het volgende
Dezen morgen werd ik in de East-
River, dicht bij de vijftigste straat, het
lijk gevonden van een meisje, zooals door
Zijne bewijsvoeringen gaat hij zoeken
in de roode socialistische gazetjes en
schriften en, als oude tooneelliefhebber,
tracht hij door kunstige en preutsche
declamation de goedkeuring en bewon
dering zijner vrienden te verwerven.
Geen wonder dan ook dat eenieder
klaar en duidelijk bemerkt dat heer
schap Gustaaf enkel voor de galery
preekt cn zich bij zijne genoodigde vrien
den wilt doen doorgaan voor een door-
kliever van alle ongelijkheden, wreker
van alle onrechtveerdigheden en her
steller van alle werkersgrieven. i. a. w.
voor een waren, oprechten volksvriend..
En in bestuurlijke zaken wil hij op
treden als een man van gegronde kun
digheden en gegronde ondervinding.
In bouwkunde, bij voorbeeld, wil hij
vol van dwaze pretentie als de behen
digste bouwkundige onzer Stad door
gaan, in staat van de les te spellen aan
al de Schepenen van openbare werken
des lands tegenwoordigen en toeko
menden.
Alles ziet bij in 't groot.
IJzeren poutrelles van 23 centimeters
opeen plan aangeduid, aanschouwt hij
als buitengewone dikke houten balken...
Nu, in zitting van Maandag 11. stelde
hij voor de kasseitjes der Graanmerkt
weg te nemen en ze te gebruiken voor de
buurtwegen Wat subliem voorstel
toch
En zeggen dat dit liberaal genie met
de onbegrijpelijke verwaandheid behelpt
is van de openbare werken onzer Stad
Aalst te besturen... Kom, kom, Gustaaf
man, blijf achter uwen toog en schenk
snaps
Ditjes en Datjes.
Huisdieren en besmettelijke
ziekten. Men neemt geene voorzorgen
genoeg ten opzichte der huisdieren, welke
de besmettelijke ziekten kunnen overzet
ten. In de geneeskundige maatschappij
der gasthuizen van Parijs heeft men de
zer dagen daarvan een treflend voorbeeld
aangehaald.
Eene vrouw leed aan de roode koorts.
Men zonderde de zieke geheel en al af en
vermeed alle aanraking tusschen haar en
hare zuster. Nochtans kreeg deze laatste
op hare beurt de ziekte. Men deed een
onderzoek over dat tweede geval van
roode koorts en kwam tot de ontdekking
dat men vergeten had de afzonden'r.gs-
maatregels toe te passen op eene kat die
gedurig van de kamer der zieke naar die
van hare zuster ging. Dat was de oor
zaak
Katten en honden dragen in hun haar
al de mikroben van de besmettelijke ziek
ten die bestaan in de huizen waar zij aan
wezig zijn. Dus geene huisdieren in de
ziekenkamers en vooral niet op de bedden
der zieken, want die dieren dragen, over-
u is beschreven. Oogenschijnlijk is zij
reeds eenigen tijd dood. Ik heb voor na
dere orders aan de hoofdbureelen van po
litie getelegrafeerd. Mocht gij het lijk nog
willen zien, voor het naar de morgue of
eene andere plaats wordt getransporteerd,
kom dan spoedig, Steiger 48 Easl-River.
Graham. 0
Kom, zegde ik, laten wij zelf gaan
zien. Indien zij het zijn mocht.
Dan zou het diner, dat heden ten huize
van M. Blake zal plaats hebben wel eens
gestoord kunnen worden, bemerkte hij.
Ik wil mijn vei haal niet langer maken
dan noodig is, maar ik kan u verzekeren
dat toen ik ongeveer een uur later met
Grijce voor het lijk van dat arme verdron
ken meisje stond, ik in buitengewone
spanning verkeerde er was zooveel ge
heimzinnigs in deze zaak, en de daarbij
betrokkenen waren van zulk een hoogen
stand en goeden naam.
Ik vreesde bijna het laken van haar
gezicht te zien wegnemen, doch kon mij
zelf geen rekenschap geven, wat ik eigen
lijk vreesde te zien.
Ze is schoon gebouwd, zegde de
dienstdoende beambte, terwijl Grijce een
slip van het laken nam, dat haar bedekte
en het wegtrok. Jammer, dat de gelaats
trekken niet beter zijn bewaard geblevrn.
Die hoeven wij niet te zien, riep
ik, en wees naar de goudblonde lokken
die haar in verwarde massa's om het
hoofd lagen. Het haar zegt ons genoeg
zij is het niet. Ik scheen er mij bijna
al waar zij gaan, de kiemen der besmet
ting mede.
Belasting op de katten. Men
weet dat de Fransche republiek het
luilekkerland onzer anti klerikaleu en
groene demokraten zoozeer achteruit
boert, dat men er bijna niet meer weet
waarop nog belastingen leggen.
De lezer van een blad van Parijs stelt
eene belasting voor op de katten. De
redens welke hij daarvoor opgeeft zijn de
volgende
Sedert lang zegt hij heb ik opge
merkt dat de katten een goeden naam
hebben dien zij niet verdienen. Op hon
derd katten is er misschien ééne die mui
zen vangt. Op de pachthoeven, waar de
katten meestal niet gevoed worden, zijn
zij afschuwelijk mager en pakken zij
vooral het jong wild en de vogelen.
Al de veeartsen zullen u zeggen dat de
razernij minder zeldzaam en gevaarlijker
is bij de katten dan bij de honden.
Nog meer ik heb opgemerkt dat vele
werkmansvrouwen drie of vier katten
houden en 20 tot 25 centiemen daags ver
teren aan vleeschafval en melk voor die
beetjes, terwijl haar man op cervelas van
paardenvleesch mag knauwen
De kat is dus geen nuttiger dier dan de
hond en het paard, die belastingen be
talen.
NAAR DE ZEE. Wij
bemerken in eene briefwissling uit
Oostende aan La Métropole, dat ge
zellen Demblon en Coppieters vrijdag in
het Kursaal te Oostende warm. En in-
tnsschentijd moeten arme wroeters kolen
uit den grond halen of zich doodbeulen
in stinkende fabrieken.
De kopstukken die, bij middel van
handel in socialism rijk worden, doen
juist als de eerste de beste capitalist.
Wij begrijpen ook niet hoe gezel Dem
blon het over zijn hart kar. krijgen voor
drachten te geven in het Kursaal, waar
de rijkste typen der samenleving den tijd
komen dooden.
Waarom zijn licht niet laten schijnen
voor de arme duivels uit de kolenstreek
Wordt het te gemeen tot het werkvolk
te spreken
Pilatus Daens verblijft ook aan het
zeestrand, leidt er een lekker leventje
en laat de boeren maar pikken en de
werklieden maar slaven.
Een geloof zonder werken is
een dood geloof. De roode en groene
socialisten gaan op half Oogst te Brussel
manifesteren voor de vermindering der
werkuren of werkdag van 8 uren...
Waarom geven de roode socialisten
't voorbeeld niet met de werkuren te ver
minderen in hunne coöperatieven
In de roode instellingen werkt men 10
en 12 uren daags... Waarom geven ze
het voorbeeld, verminderen zij de dag
taak op 8 uren niet
Ja, waarom niet
over te verheugen, cn wilde heengaan.
Tot mijne verbazing werd ik echter
niet door Grijce gevolgd.
Groot, rank, bleek, zwarte oogen
zegde hij in zichzelven. Ja, waarlijk, 't is
jammer dat hare gelaatstrekken met be
ter zijn bewaard gebleven.
Maar, zegde ik, en nam hem bij
den arm, Fanny zegde uitdrukkelijk dat
het haar zwart was, terwijl dit meisje....
Goede Hemel I riep ik plotseling uit, ter
wijl ik nogmaals naar het lijk zag, dat
daar voor mij lag uitgestrekt. Geel of
zwart haar, dit is het meisje, waarmee
ik hem dien dag in Broomestreet zag
praten. Ik herinner mij hare kleeren. Nu
nam ik mijn zakboekske, haalde er het
lapje uit, dat ik toen van dien asehbak
had afgetrokken, nam het gehavende en
verkleurde kleed op, dat nog in stukken
om het lijf hing, en ging aan 't vergelij
ken. Patroon, stof en kleuren waren de
zelfde.
Wel, zegde Grijce, terwijl hij eenige
kneuzingen aanwees, die blijkbaar door
den slag met een zwaar voorwerp waren
toegebracht, en die zoowel aan het hoofd
als aan de Woote armen zichtbaar waren,
hij zal mij in ieder geval eene vraag
moeten beantwoorden, namelijk wie
het arme schepsel is dat daar ligt als
't slachtoffer van verraad of wanhoop. Nu
wendde hij zich tot den beambte met de
vraag of er nog andere teeken van geweld
op te merken waren.
(Wordt voortgezet.)