,f5 Zondag 12 Augusti 1906 5 centiemen per nummer. 57^ Jaar 3869 De wet op de Zondagrust. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. faws VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. zonderlinge verdwijning Voor onze Landbouwers. M. Leveau op weg naar de beroemdheid t DE DENDERBODE. Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- keoing van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post vertonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes m; anden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving ei) digt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- va igen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE 81HJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3*» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, li AUGUSTI 1906. «0» TWEEDE VERVOLG. VI. Ondernemingen waar gebruik wordt gemaakt van den wind of van het water als eenig motor of als hoofdmotor. (Art. 6). Tn die ondernemingen, bijvoorbeeld de wind- en de watermolens, mogen de werklieden en de bedienden twaalf maal 's jaars denZondagwerken, doch er mag nooit meer dan vier weken achtereen van dit reclit gebruik gemaakt worden. Dc 5* Zondag, dus, moet een rustdag zijn. De baas of werkgever die van dit recht gebruik maakt, moet daarvan, binnen de 24 uren, kennis geven aan den arbeidstoeziener of aan den arron dissementscommissaris. VII. Bedrijven en ondernemingen welke ten gevolge van een ko ninklijk besluit aan een bijzonder stelsel kunnen onderworpen wor den. i° Uitbreiding vun het stelsel van den wekelijkschen halven rustdag of den veertiendaagschen volledigen rustdag. (Art..5). De Koning mag het stelsel van den wekelijkschen halven rustdag of den 14 daagschen volledigen rustdag uit breiden tot andere soorten van nijver heids- of handelsondernemingen die a) hetzij om redenen van openbaar nut, b) hetzij wegens plaatselijke of andere behoeften, gewoonlijk vorderen dal er wordt gear beid het zij den geheelen Zondag of gedurende een gedeelte van den Zoudag. Die bepaling werd in de wet geschre ven, omdat het totaal onmogelijk was al de gevallen te voorzien en zoo maaj' ineens eene volledige lijst van bedrijven en ondernemingen in de wet op te ne men. 2° Het nachtwerk 's Zondags (Art. 5.) De Koning mag de hoofden der onder nemingen waarin de arbeiders werken bij elkander opvolgende ploegen, mach tigen het werk der nachtploeg te ver lengen tot den Zondag morgen 6 uur. In dit geval mag het werk der arbeiders, die deel maken van deze ploeg, niet wor den hernomen voor den Maandag mor gen, op hetzelfde uur. De rustdag is, bijgevolg, volledig, van 24 uren. 3° Bedrijven die slechts gedurende een gedeelte des jaars wor den uitgeoefend of waarin gedurende zekere tijden des jaars met groote kracht wordt gewerkt. (Art. 6). Bijvoorbeeld de suikerfabrieken. De suiker Campagne begint gewoonlijk met 1 October en duurt 2 tot 3 maan den. Het is dus een seizoennijverheid en het werk in die nijverheid moet zoo rap mogelijk afgedaan worden. De Koning mag aan die ondernemin gen het recht toekennen (juist lijk onder liltera VI) van 12 Zondagen 's jaars hunne werklieden en bedienden te ge bruiken, mits voorwaarde dat het hoofd der onderneming, die van dit recht ge bruik maakt,daarvan binnen de 24 uren kennis geve aan den arbeidstoeziener of aan den arrondissementscommissaris, en onder voorbehoud dat er nooit meer dan vier toeken achtereen mag gewerkt worden 's Zondags. Er valt op te merken dat indien die toelating van 12 Zondagen te werken niet genoegzaam is voor de nijverheid, de Koning den wekelijkschen halven rustdag of den 14 daagschen volledigen rustdag mag toelaten. 4° Bedrijven die in de opene lucht toorden uitgeoefend en waarin de arbeid kan worden belemmerd door ongunstig weer (Art. 6) by voorbeeld de steenbakkerijen, de bouwondernemingen, de schilderswerken in de opene lucht. Dit zijn bedrijven die jaarlijks een tijdstip van gedwongene staking beleven. Die bedrijven genieten hetzelfde recht als deze van 3° hiervoren. 5° a) Winkels van kleinhandel aan den wekelijkschen halven rustdag of den volledigen rustdag -niet onderworpen en b) haarkappers (Art. 7) Zie ons vorig artikel, littera V. e. Men denke niet dat de Koning zoo gemakkelijk gebruik zal maken van het recht, hem toegekend door de arti kels 5,6 cn 7 hierboven besproken. Eerst en vooral moet de onderneming die de toepassing verlangt van de arti kels 5, 6 of 7, een verzoek doen. De Koning zal dan het advies vragen van 1) de bevoegde afdeelingen der raden van ny verheid en arbeid, 2) den hoogeren raad voor openbare Jl3® vervolg. Zij zag mij verbaasd en ontstemd aan en antwoordde Ga liever naar iemar.d anders ik werp het geld niet weg. Aarzelend nam ik het kunstwerk op om het weer in de mand te doen, en zegde Ik zou het u geerne verkoopen. Misschien... Op dat zelfde oogenblik hoorden wij, in de kamer naast ons, de stem eener dame, die naar de gravin vroeg, en plot seling nam zij den schotel weer uit mijne handen, en zegde met cenige verrassing O, daar is Amy zij liep naar het aangrenzende vertrek en liet de deur achter zich open. Ik zag daar eene net gekleede damp zij groetten elkander vriendschappelijk en gingen toen met de door mij meege brachte antiquiteit naar den anderen hoek van de kamer, klaarblijkelijk om er met elkander over te beraadslagen. Nu moest ik mijnen slag slaan. Het boek, waarin zij haren brief had gelegd, 3) den hoogeren arbeidsraad, 4) den hoogeren raad voor nijverheid en handel. Binnen de twee maanden moeten die vcrschillige college-s hun advies laten kennen hij gebreke daarvan wordt er buiten hen beslist. Ten allen tijde kan de Regeering, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van een dezer 4 raden, opnieuw de be langhebbende colleges raadplegen en de verleende machtiging intrekken of wijzigen. De machtiging, toegelaten bij artikels 5, 6 en 7, zal niet toepasselijk zijn op een handelaar of nijveraar, maar op al de handelaars of nijveraars van hot zelfde beroep van eene gemeente of van eene groep gemeenten. Staatslandbouwschool voor Meisjes TE BOUCHOUT. De jaarlijksche uitgangsexamen di r Landbouwschool voor Meisjes te Bouc- hout hebben verleden Donderdag plaats gehad. De Jury samengesteld uit de H.II. Baron Gillès de Pelichy, Voorzitter der Toezichtscommissie der school, L.Caron, Lid van de bestendige Deputatie des Pro- vincieraads. Van Eist en Van de Velde, Staatslandbouwkundigen, De Meulder, Voorzitter van 't Landbouwcomice Con- tich, Fl. Boeynaems, Secretaris der school, de Eeiweerde Heeren L. Stuyck en De Meulder van Bouchout en het onderwijzend peisoneel heeft de volgende diplomas toegekend. 2* LEERJAAR. Met groote onderscheiding Grossen Sylvie van Haekendover. Met enderscheiding Bellon Celestine van Oppuers. Bricout Valerie van Ukkel. i'* LEERJAAR. Met groote onderscheiding: Hanegraeff Eugenie van Lillo. Mertens Lucie van Merxplas. Geldmeyer Irma van Meirdonck. Met onderscheiding Pauwels Irma van Heyst-op-den-Berg. Froyen Emma van Ulbeeck. Vermeulen Leonie van Heyst-op-den- Berg. De Pauw Huberta van Londerseel. Met voldoening Van den Broeck Irma van Herenthoul. lag vlak voor mij op de tafel, onder het bereid van mijn hand. Ik had het slechts open te slaan om aan mijne nieuwsgie righeid te voldoen. Gebruik makende van een oogenblik, waarop zij mij beiden den rug hadden toegekeerd, deed ik het boek voorzichtig open, en slaagde ik er in met het eene oog op de beide dames en het andere op den brief gericht, deze woorden te lezen. Liefste Cecilia, Ik heb de stof waarvan gij mij een staaltje zondt, niet bij Steward, Arnold 0 en Mc Creery kunnen vinden. Indien p gij er op staat het kleed zoo te maken 1 als gij u voorstelt, zal ik zien, wat Me- p vrouw Dudevant voor ons doen kan, hoewel ik u liever aanraden, een don- kt'.rder soort fluweel te kiezen. Gisteren n avond ben ik bij de Gary's op receptie p geweest en heb Lulu Chitenden ont- p moet. Zij is werkelijk oud geworden, p maar was even geestig als altijd. Zij heeft grooten opgang gemaakt te Parijs 0 maar een man die ten twee uren in p den morgend thuis komt met doffe b oogen cn leege zakken is niet geschikt om de schoonheid eener vrouw te war- deeren. Gij vraagt mij naar mijn neef Holman. Nu en dan ontmoet ik hem p eens, en hij ziet er goed uit, maar is de somberste man geworden dien gij ooit hebt gezien. Met betrekking tot zekere p verwachtingen, waarop gij nu en dan i) toespelingen maakt, kan ik u de verze- kering geven, dat die niet meer voor vrucht op gerst en rogge waaraan ge woonlijk eene groote hoeveelheid stal mest werd toegediend. In voorkomend geval wendt men geene stalvet bij de rapen meer aan, doch men neemt zijne toevlucht tot vloeimesten en echte Peru- guano. Deze meststoffen werken spoedig en zulks is vooral noodzakelijk om reden dat deze vrucht maar eencn zeer korten tijd groeit 't komt er dus op aan den grond te voorzien van goede onmiddellijk opneemvoedingstoffen. Tal van landbouwers maken nog uit sluitelijk gebruik van beir, het gebruik ei- van is niet te misprijzen doch er valt te bemerken dat deze natuurlijke mest stof te weinig fosfoorzuur inhoudt, wat schadelijk is voor de vorming der raap. Anderen gebruiken ook sodanilraat in dit geval geeft men niets dan stikstof die in te groote hoeveelheid toegediend te veel de bladeren doet ontwikkelen tot nadeel der raap zelve. Om goede uit slagen te bekomen raden wij aan 1 kgr. echte Peru-guano per roede voor het zaaien goed in te werken. Deze bestaat gemiddeld per 100 kgr. 7 kgr. stikstof 10 kgr. fosfoorzuur en 2 kgr. potasch. Zij vormt dus eene volledige meststof. Ziehier overigens den uitslag eener proef in 1905 bekomen Perceel I bemest met stalmest allee» aan de voorgaande vrucht en 1 hectoliter beir per roede voor het ophakken, gaf per hectare 26475 kgr. rapen. Perceel II waarop insgelijks stalmest aan de voor gaande vrucht werd toogediend en voor het zaaien der rapen 300 kgr. Peru-guano per hectare ontving bracht 37900 kgr. op. Zij dus een verschil van 37900-26475 11425 kgr. Tegen 1 f. per 100 kgr. maakt dit eene geldwaarde uit van 114,25. De guano betalen wij tegen 22 f. de 100 H. de uitgave was dus per hectare 66 f. waaruit volgt dat wij eene zuivere winst hadden van 114,25 - 66 48,26. Deze cyfers bewijzen genoegzaam dat de echte Peruguano van het wereldberoemd huis tc Antwerpen eene voortreffelijke meststof is die den landman schoone winsten verzekert. It A I» E PVDe rapen worden door al de landbouwers naar waarde ge schat omdat zij een onmisbaar winter voeder zijn voor de huisdieren 't Is vooral in jaren van mislukking dezer vrucht dat zij grootelijks bekommerd zijn met de voeding hunner staldieren, weteude dat zij moeilijk doelmatig kun nen vervangen worden. Eenige inlichtingen nopens de teelt van dit voeder zullen dus wel te pas komen. Rapen volgen meestendeels als na- verwezenlijking vatbaar zijn, hij heeft p gedaan, wat.... 0 Hier werd het gesprek in de andere kamer afgebroken ik zag dat de gravin op 't punt stond zich om te keeren, en sloot het boek, niet zonder bij mij zeiven deze stoornis te verwenschen. Het is zeer schoon, zegde zij eenig- zins mat, maar, zooals ik u reeds gezegd heb, ik ben nu niet zeer kooplustig. Als gij het mij voor de helft wilt laten, dan zal ik er over denken, maar... Pardon, mevrouw, viel ik haar in de rede, daar ik er niet op gesteld was de schotel achter te laten, ik heb er over na gedacht en blijf bij mijn eerstgenoemden prijs. M. Blake, van de tweede Avenue, zal het er waarschijnlijk voor geven, als gij het niet doet. MBlake En nu zag zij mij met ach terdocht aan. Verkoopt gij ook aan hem Als ik kan, verkoop ik aan iedereen, antwoordde ik, en daar hij die dingen beziet met het oog van een kunstenaar. Zij fronste de wenkbrauwen en ver wijderde zich. Ik zal het niet nemen, zegde zij verkoop het aan wien gij wilt. Ik nam de schotel op en verliet de kamer. IX. Een paar Goudblonde Toen ik een paar dagen later mijne Dat geniaal heerschap 't welk door 't achterpoortje der evenredige vertegen woordiging, dank zij misnoegdheid van eenige kiezers, in den Gemeenteraad onzer Stad kon sluipen, zal toch willens of onwillens tot eene groote beroemdheid in 't liberale kamp stijgen. Weinige openbare zittingen des Ge- meentei aads laat hij voorbijgaan zonder zijn uitstekend talent van kiesche rede naar te laten bewonderen door zijne vrienden van Vaart en Hooge Vesten die hij heeft aangemaand ter zitting tegenwoordig te zyn. opwachting bij M. Grijce maakte, vond ik hem min of meer ernstig gestemd. Die Schoenmakers, zegde hij, ge ven ons heel wat zorg. Zij schijnen daar in het noorden aan onze mannen ont snapt te zijn, en zich hier ergens in de stad op te houden, maar waar Hieromtrent scheen hij nog geheel in het onzekere. Als dat zoo is, riep ik, zullen wij ze zeker snappen. Als men mij tijd geeft, wil ik er alles onder verwedden dat wij, voor het einde der maand op die twpe lastige en rustelooze kerels de hand gp- legd hebben. Ik vrees slechts dat hun schuldenlast dan nog met andere duivels kunsten zal bezwaard zijn. En nu vertel de ik hem wat Fanny mij den laatstcn avond, toen ik met haar sprak had meê- gedeeld. Dit maakt de zaak nog ingewikkel der zegde hij. Wat het einde er nog van zijn zal, weet ik niet. Misdadigers zegde zij. Wat zou ik geerne weten in welken duisteren hoek der aarde dat meisje, waar wij zoo naar zoeken, verborgen ligt. Als antwoord op deze verzuchting werd de deur geopend en kwam een van onze mannen binnen met eenen brief in de hand Ha riep Grijce, nadat hy den brief had doorgezien, lees eens. Ik las het volgende Dezen morgen werd ik in de East- River, dicht bij de vijftigste straat, het lijk gevonden van een meisje, zooals door Zijne bewijsvoeringen gaat hij zoeken in de roode socialistische gazetjes en schriften en, als oude tooneelliefhebber, tracht hij door kunstige en preutsche declamation de goedkeuring en bewon dering zijner vrienden te verwerven. Geen wonder dan ook dat eenieder klaar en duidelijk bemerkt dat heer schap Gustaaf enkel voor de galery preekt cn zich bij zijne genoodigde vrien den wilt doen doorgaan voor een door- kliever van alle ongelijkheden, wreker van alle onrechtveerdigheden en her steller van alle werkersgrieven. i. a. w. voor een waren, oprechten volksvriend.. En in bestuurlijke zaken wil hij op treden als een man van gegronde kun digheden en gegronde ondervinding. In bouwkunde, bij voorbeeld, wil hij vol van dwaze pretentie als de behen digste bouwkundige onzer Stad door gaan, in staat van de les te spellen aan al de Schepenen van openbare werken des lands tegenwoordigen en toeko menden. Alles ziet bij in 't groot. IJzeren poutrelles van 23 centimeters opeen plan aangeduid, aanschouwt hij als buitengewone dikke houten balken... Nu, in zitting van Maandag 11. stelde hij voor de kasseitjes der Graanmerkt weg te nemen en ze te gebruiken voor de buurtwegen Wat subliem voorstel toch En zeggen dat dit liberaal genie met de onbegrijpelijke verwaandheid behelpt is van de openbare werken onzer Stad Aalst te besturen... Kom, kom, Gustaaf man, blijf achter uwen toog en schenk snaps Ditjes en Datjes. Huisdieren en besmettelijke ziekten. Men neemt geene voorzorgen genoeg ten opzichte der huisdieren, welke de besmettelijke ziekten kunnen overzet ten. In de geneeskundige maatschappij der gasthuizen van Parijs heeft men de zer dagen daarvan een treflend voorbeeld aangehaald. Eene vrouw leed aan de roode koorts. Men zonderde de zieke geheel en al af en vermeed alle aanraking tusschen haar en hare zuster. Nochtans kreeg deze laatste op hare beurt de ziekte. Men deed een onderzoek over dat tweede geval van roode koorts en kwam tot de ontdekking dat men vergeten had de afzonden'r.gs- maatregels toe te passen op eene kat die gedurig van de kamer der zieke naar die van hare zuster ging. Dat was de oor zaak Katten en honden dragen in hun haar al de mikroben van de besmettelijke ziek ten die bestaan in de huizen waar zij aan wezig zijn. Dus geene huisdieren in de ziekenkamers en vooral niet op de bedden der zieken, want die dieren dragen, over- u is beschreven. Oogenschijnlijk is zij reeds eenigen tijd dood. Ik heb voor na dere orders aan de hoofdbureelen van po litie getelegrafeerd. Mocht gij het lijk nog willen zien, voor het naar de morgue of eene andere plaats wordt getransporteerd, kom dan spoedig, Steiger 48 Easl-River. Graham. 0 Kom, zegde ik, laten wij zelf gaan zien. Indien zij het zijn mocht. Dan zou het diner, dat heden ten huize van M. Blake zal plaats hebben wel eens gestoord kunnen worden, bemerkte hij. Ik wil mijn vei haal niet langer maken dan noodig is, maar ik kan u verzekeren dat toen ik ongeveer een uur later met Grijce voor het lijk van dat arme verdron ken meisje stond, ik in buitengewone spanning verkeerde er was zooveel ge heimzinnigs in deze zaak, en de daarbij betrokkenen waren van zulk een hoogen stand en goeden naam. Ik vreesde bijna het laken van haar gezicht te zien wegnemen, doch kon mij zelf geen rekenschap geven, wat ik eigen lijk vreesde te zien. Ze is schoon gebouwd, zegde de dienstdoende beambte, terwijl Grijce een slip van het laken nam, dat haar bedekte en het wegtrok. Jammer, dat de gelaats trekken niet beter zijn bewaard geblevrn. Die hoeven wij niet te zien, riep ik, en wees naar de goudblonde lokken die haar in verwarde massa's om het hoofd lagen. Het haar zegt ons genoeg zij is het niet. Ik scheen er mij bijna al waar zij gaan, de kiemen der besmet ting mede. Belasting op de katten. Men weet dat de Fransche republiek het luilekkerland onzer anti klerikaleu en groene demokraten zoozeer achteruit boert, dat men er bijna niet meer weet waarop nog belastingen leggen. De lezer van een blad van Parijs stelt eene belasting voor op de katten. De redens welke hij daarvoor opgeeft zijn de volgende Sedert lang zegt hij heb ik opge merkt dat de katten een goeden naam hebben dien zij niet verdienen. Op hon derd katten is er misschien ééne die mui zen vangt. Op de pachthoeven, waar de katten meestal niet gevoed worden, zijn zij afschuwelijk mager en pakken zij vooral het jong wild en de vogelen. Al de veeartsen zullen u zeggen dat de razernij minder zeldzaam en gevaarlijker is bij de katten dan bij de honden. Nog meer ik heb opgemerkt dat vele werkmansvrouwen drie of vier katten houden en 20 tot 25 centiemen daags ver teren aan vleeschafval en melk voor die beetjes, terwijl haar man op cervelas van paardenvleesch mag knauwen De kat is dus geen nuttiger dier dan de hond en het paard, die belastingen be talen. NAAR DE ZEE. Wij bemerken in eene briefwissling uit Oostende aan La Métropole, dat ge zellen Demblon en Coppieters vrijdag in het Kursaal te Oostende warm. En in- tnsschentijd moeten arme wroeters kolen uit den grond halen of zich doodbeulen in stinkende fabrieken. De kopstukken die, bij middel van handel in socialism rijk worden, doen juist als de eerste de beste capitalist. Wij begrijpen ook niet hoe gezel Dem blon het over zijn hart kar. krijgen voor drachten te geven in het Kursaal, waar de rijkste typen der samenleving den tijd komen dooden. Waarom zijn licht niet laten schijnen voor de arme duivels uit de kolenstreek Wordt het te gemeen tot het werkvolk te spreken Pilatus Daens verblijft ook aan het zeestrand, leidt er een lekker leventje en laat de boeren maar pikken en de werklieden maar slaven. Een geloof zonder werken is een dood geloof. De roode en groene socialisten gaan op half Oogst te Brussel manifesteren voor de vermindering der werkuren of werkdag van 8 uren... Waarom geven de roode socialisten 't voorbeeld niet met de werkuren te ver minderen in hunne coöperatieven In de roode instellingen werkt men 10 en 12 uren daags... Waarom geven ze het voorbeeld, verminderen zij de dag taak op 8 uren niet Ja, waarom niet over te verheugen, cn wilde heengaan. Tot mijne verbazing werd ik echter niet door Grijce gevolgd. Groot, rank, bleek, zwarte oogen zegde hij in zichzelven. Ja, waarlijk, 't is jammer dat hare gelaatstrekken met be ter zijn bewaard gebleven. Maar, zegde ik, en nam hem bij den arm, Fanny zegde uitdrukkelijk dat het haar zwart was, terwijl dit meisje.... Goede Hemel I riep ik plotseling uit, ter wijl ik nogmaals naar het lijk zag, dat daar voor mij lag uitgestrekt. Geel of zwart haar, dit is het meisje, waarmee ik hem dien dag in Broomestreet zag praten. Ik herinner mij hare kleeren. Nu nam ik mijn zakboekske, haalde er het lapje uit, dat ik toen van dien asehbak had afgetrokken, nam het gehavende en verkleurde kleed op, dat nog in stukken om het lijf hing, en ging aan 't vergelij ken. Patroon, stof en kleuren waren de zelfde. Wel, zegde Grijce, terwijl hij eenige kneuzingen aanwees, die blijkbaar door den slag met een zwaar voorwerp waren toegebracht, en die zoowel aan het hoofd als aan de Woote armen zichtbaar waren, hij zal mij in ieder geval eene vraag moeten beantwoorden, namelijk wie het arme schepsel is dat daar ligt als 't slachtoffer van verraad of wanhoop. Nu wendde hij zich tot den beambte met de vraag of er nog andere teeken van geweld op te merken waren. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1