Zondag 26 Augusti 1966
5 centiemen per niimine
iï
37ste Jaar 3873
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
*-
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De wet op
de Zondagrust.
zonderlinge verdwijning
Werking der
Catholieken.
DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post vertonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SUUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen «p
3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 25 AUGUSTI tgo6.
«O»
VIERDE VERVOLG.
IX. Wat verstaat men door het
woord Zondag
In princiep begint de rustdag den
Zondag om middernacht.
De Koning mag nochtans, gelijk wij
gezien hebben, de hoofden der onderne
mingen, waarin de arbeiders werken bij
elkander opvolgende ploegen.machtigen
het werk der nachtploeg tc verlengen
tot den Zondag morgen 6 uur. Die ploeg
mag alsdan slechts den Maandag mor-
gend, om 6 uur aan het werk gaan.
X. Hoe zal de wet toegepast worden?
Zal de wet. op de Zondagrust gemak
kelijk kunnen toegepast worden
Zullen er niet te veel bazen zijn die
zullen trachten aan de wet te ontsnap
pen
Wij denken van neen, om de goede
reden dat liet toezicht heel gemakkelijk
zal zijn. In grondbegin is de rustdag de
Zondag de arbeidsopzieners zullen
slechts dien dag de oogen te openen heb
ben om de overtredingen vast te stellen.
De ondernemingen, voor dewelke eenen
anderen rustdag voorgeschreven is,
zullen gedurende de week kunnen be
zocht worden en de opzieners zullen de
toepassing der wet op de Zondagrust
kunnen contröleeren tezelfdertijd als
deze der andere arbeidswetten. Men zal
natuurlijk het getal arbeidsopzieners
moeten verhoogen.
1) Verplichtingen der bazen.
(Artikel 8.)
a) De hoofden van ondernemingen zijn
verplicht de lijsten aan te plakken en de
boeken te houden welke voor het toezicht
noodig blijken.
b) Zij moeten zich gedragen overeen
komstig alle andere voorschriften die bij
Koninklijk Besluit zijn vastgesteld.
c) De hoofden van ondernemingen
onderworpen aan de wet van 15 Juni
1896, zijn gehouden de bepalingen om
trent de rustdag in hun werkhuisregle
ment te vermelden.
De wet van 15 Juni 1896 verplicht de
bazen die ten minste 5 toerhlieden hébben
in hunne werkhuizen een werkreglement
uit te hangen.
2) Toezicht. (Art. 13.)
De arbeidstoezieners hebben vrijen
ingang tot de lokalen bestemd voor de
ondernemingen die vallen onder de toe
passing van de Wet.
Zij maken proces-verbaal op van de
overtredingen. Dit proces-verbaal geldt
als bewijs, zoolang het tegendeel niet is
bewezen.
EENE
14" vervolg.
Gij gaat te ver, mijnheer, zegde hij,
en zweeg toen een oogenblik. Over eeni-
ge dagen heb ik daar een meisje gezien en
gesproken, ging hij nu op vriendelijken
toon voort, maar ik wist toch niet, dat zij
dezelfde was, die in mijn huis gewoond
heeft, en zonder stellig bewijs zou ik dit
thans ook niet gelooven. En toen vervolg
de hij met nadruk en ernstig, hebben de
overheden het gewaagd mij doen en laten
te doen spionneeren, hoe zou men anders
opmerken dat ik op den hoek van eene
straat met een arm verlaten schepsel heb
gesproken, en daaraan zooveel gewicht
hechten
M. Blake, antwoordde Grijce en
ik moet zeggen dat ik op dit oogenblik
trotsch op mijn chef was niemand,
die een goed burger en christen is, kan er
iets tegen hebben dat men zijn doen en
laten nagaat, wanneer hij, misschien door
zijn eigen zorgeloosheid, vermoedens
heeft opgewekt.
En gij wilt dus zeggen dat men mij
heeft gevolgd, vroeg hij, verbleekende,
Binnen de 48 uren moet op straf van
nietigheid, ééu afschrift van het proces
verbaal worden ter hand gesteld aan den
overtreder, zulks om hem toe te laten
zich, desgevallend, te verdedigen.
3) Straffen.
a) Boetstraffelijke of correctioneele straffen
(Art. 14,15 en 16).
Dit zijn straffen die moeten uitgespro
ken worden door de boetstraffelijke
Rechtbank.
1° Boet van 26 tot 100 frs.
De hoofden van ondernemingen,
a) die de lijsten niet aanplakken of de
boeken niet houden, voorgeschreven
voor het toezicht.
b) die in hun werkhuisreglement de
bepalingen omtrent de rustdag niet ver
melden
c) die zich niet gedragen overeen k om -
stigalle andere voorschriften bij Konink
lijk Besluit vastgesteld of vast te stellen.
2° De bazen of hunne gelastigden
die de andere voorschriften en van de
Wet en van de besluiten betreffende hare
uitvoering overtreden
a Boet van 26 tot 100 frs indien er
niet meer dan 10 personen gebruikt
worden in strijd met de Wet.
1) Boet van 101 tot 1000 frs indien dit
getal 10 overtreft zonder 100 te boven
te gaan.
c Boet van 1001 tot 5000 frs indien
er weer dan 100 zijn.
3° De bazen of hunne gelastigden, die
het toezicht door dc wot ingesteld belem
meren.
Boet van 26 tot 100 frs., zonder te
rekenen de andere straffen die zij kun
nen oploopen ingevolge de artikelen 269
tot 274 van bet strafwetboek (weerstand
aan de openbare macht, enz.)
Die straffen kunnen verdubbeld worden
in geval van hervalling binnen de vijf
jaren.
b) Straffen van enkele politie.
(Artikel 17.)
Boet van 1 tot 25 frs de vader, moeder
of voogd die hun minderjarig kind of
pleegkind hebben doen oflaten arbeiden,
in strijd met de voorschriften der Wet.
Die straf kan verdubbeld worden in
geval van hervalling binnen het jaar.
3) Verjaring der vervolgingen.
De verjaring bestaat na verloop van
één jaar te rekenen van den dag der
overtreding.
La Croix, een Fransch catholiek dag
blad van Parijs, deelde dezer dagen een
schrijven meê van onzen achtbaren
"Volksvertegenwoordiger, Staatsminister
Woeste over de catholieke werking in
België.
Wij willen enkele uittreksels van dit
schrijven laten volgen en roepen er de
aandacht op in
terwijl hij eerst Grijce, en daarna mij
aanzag.
Het was onvermijdelijk, zegde
mijn chef beleefd.
M. Blake zag mij nu verontweerdigd
aan, en vroeg
In of buiten de stad.
Ik liet Grijce antwoorden, die zegde
Het is bekend, dat gij kort geleden
getracht hebt een bezoek aan de Schoen
makers te brengen.
M. Blake loosde een diepen zucht,
liet zijn oogen door de smaakvolle kamer
gaan, vestigde ze een oogenblik op een
portret, dat aan den tegenovergestelden
wand hing, en, zooals ik later vernam,
van zijn vader was, schoof Grijce eenen
stoel toe, en zegde
Laat mij hooren wat uwe vermoe
dens zijn.
Ik bemerkte dat Grijce kleurde, hij
bad blijkbaar deze woorden niet ver
wacht.
Vergeef me, zegde hij, ik zeg niet
dat ik vermoedens heb ik kom eenvou
dig om u den dood van het meisje mee
te deelen, waarmee men u heeft zien spre
ken, en om u te vragen of gij ons ook
eenige inlichtingen zoudt kunnen geven,
die ons van dienst zouden kunnen zijn bij
den coroner- (Gerechterlijk ambtenaar,
belast met de lijkschouwing en het on
derzoek naar dc oorzaak van den dood.)
Gij weet dat ik dat niet kan. Indien
men mij zoo nauwlettend heeft nagegaan
De Catholieken om hunnen stand in
de samenleving te behouden en eene
voorname plaats in de leiding te bewa
ren van de openbare zaken, moeten zich
tegen twee dwalingen behoeden.
De eerste dwaling is de inbeelding
dat zij de openbare gunst zullen verwer
ven alleen door wetten en maatregelen
met min of meer volksgezind karakter.
Inderdaad voorzeker mag de verbe
tering der wetten niet verwaarloosd
worden. De academische stellingen kun
nen hare waarde hebben, wanneer zij
niet in de wolken van algemeenheid
blijven zweven.
Zij kunnen, op wetgevend gebied,
heilzame evoluties voorbereiden, maar
men bedriegt zich als men denkt dat de
massa's haren weg en richting zullen
verlaten, alleen op het zicht van een
bepaald programma.
Wanneer zulk een programma is
voorgesteld, dan is het voldoende dat het
voordeelig zij aan andere partijen om
door haar ook aangenomen te worden.
De werking door progaganda van
dorp tot dorp, van huis tot huis, van
mensch tot mensch is vooral noodzake
lijk. Men moet de massa's in bonden en
vereenigingen samendringen, in de
welke zij voldoening zullen vinden voor
hunne zedelijke en stoffelijke belangen.
De tweede dwaling is de inbeelding
dat het op onze dagen volstaat zooge
naamde sociale werken tc stichten om
in het noodzakelijke voor de bevolkin
gen te voorzien. Voorzeker die werken
zijn nuttig, maar op zich zei ven geno
men zouden zij geeno vruchten afwer
pen.
Zij richten zich tot de menschen
gelijk ze zijn en indien de menschen
niet christelijker zijn, hoe kan men ver
hopen dat ze hunne gevoelens, hunne
zienswijze zullen laten varen en van
lieverlede in zich zeiven eene hervor
ming tot stand brengen waartoe ze niet
zijn voorbereid geweest
Onze achtbare Volksvertegenwoor
diger raadt daarom aan mede te werken
tot meer en meer bloei der volksscholen
en patronaten waar men de jeugd van
beide geslachten tot wel onderrichte
christenen vormt.
Indien de verschillige werken op
godsdienstig en onderwijzend gebied
bloeien, dan zullen de sociale werken
van groot nut zijn. In dit geval richten
zij zich immers tot lieden goed voor
bereid door het onderwijs dat zij ont
vingen en dan kunnen deze werken
ruimschoots medewerken om die lieden
op den goeden weg te houden en dit
vooral wanneer zij een godsdienstige
strekking hebben.
Onze zoo verdienstlijke Volksverte
genwoordiger zet vervolgens de wer
king uiteen van dc arbeidsverzekerin-
gen hier te lande en de leerstelsels
waarop onze sociale wetten steunen, en
besluit als volgt .-
Zeker, onze partij wordt hevig aan-
als gij zegt, dan moet gij weten waarom
ik met dat en ook nog met andere meisjes
gesproken heb, waarom ik naar het huis
van de Schoenmakers ging, en Weet
gij dat vroeg hij plotseling.
Grijce was de man niet om zulk eene
vraag rechtstreeks te beantwoorden
zonder op te zien, zegde hij met een
vriendelijken glimlach.
Ik ben bereid iedere verklaring aan
te hooren.
De trotsche blik van M. Blake werd nu
bijna streng, toen hij antwoordde
Gij meent het recht te bebbcn mij
verklaringen te vragen, zeg mij op wel
ken grond
Wel, zegde Grijce, ik zal u zeggen
waarom ik, als lid der politie, het huis
dierf binnentreden van een man in uwen
rang, en hem aangaande zijne huiselijke
zaken durf ondervragen. Mijnheer Blake
stel u voor dat gij u in een detectivebu
reel bevindt. Er komt eene vrouw binnen,
de huishoudster van een voornaam bur
ger zij deelt ons mee dat een meisje,
dat bij haar als naaister in dienst is, in
den afgeloopen nacht op onverklaarbare
wijze uit het huis van haren meester is
verdwenen, en dat men haar, zooals men
uit sommige gegevens opmaakt, door
het venster heeft weggevoerd. Hare hou
ding is zeer gejaagd, haar beroep op onze
hulp zeer dringend, hoewel zij erkent in
geen familiebetrekking tot het meisje te
staan en ook geen bijzonder reden
gevallen en verscheidene gevaren be
dreigen haar, maar ten minste zijn we
in slaat aan onze tegenstrevers hel hoofd
te bieden, en indien, wat God verhoede,
ons tegenslagen gaan treffen, dan zullen
we nog den moed niet verliezen. Ver
trouwend in het Kruis, blijvc-n wij den
goeden strijd voeren. Bij den aanvang
van den strijd tusscben het Duitsehe
Centrum en de voorstaanders van den
Culturkampl. gaf een der catholieke
leiders M. Mallinckrodt het ordewoord
Door het Kruis tot het lichtMijne
zienswi jze is dat dees wachtwoord overal
het zelfde zij
Wij hopen dat onze catholieke vrien
den overal die raadgevingen van onzen
schranderen Staatsminister zullen in
acht nemen en er zich naar richten.
Adres var; Belgisch Episcopaat
aan de Fransche Bisschoppen.
Ziehier de ofïicieele tekst van het wel
sprekend adres aan de Fransche Bis
schoppen, voorgelezen in naam van heel
het Belgisch Episcopaat, door Mgr Mer
rier, op het congres van Doornik
Aan Z. Em. Gardinaal Richard,Aarts
bisschop van Parijs, en aan HH.
Hflw. de Bisschoppen der Kerk
van Frankryk.
Beminde en eerwaarde Broeders,
Gy zijt in angst gedompeld aan den
vooravond van pynlijke beproevingen
en wy gevoelen behoefte u te zeggen,
dat wij uit ganscher herte met u zijn.
Wij hebben met bewondering en
vreugdevollen trots de verklaring ge
hoord, afgelegd door Z. E. Cardinaal
Lecot namens de vergadering der Fran
sche Bisschoppen in Frankrijk is het
Episcopaat eens in vraagpunten van
vaderlandsliefde en geloof en de wil
des H. Vaders zal, eens door allen ge-
kend, het laatste woord in onze be-
sluitselen hebben.
Deze beslissende wil is heden door u
Beminde en wakkere Broeders, uwe
vaderlandsliefde en uw geloof zullen u
ondersteunen en met den Vader der ge-
loovigen, zult gij eensgezind zeggen
Wij kunnen het hoofd niet buigen voor
de ongerechtigheid. Wij hebben liever
aan God te gehoorzamen dan aan de
menschen.
Wij zijn overtuigd dat de Fransche
Catholieken weerstand zullen weten te
bieden zonder geweld, maar met stand
vastigheid.
De nog onlangsche herinnering aan
de zegepralen uwer Duitsehe Broeders
zal u overtuigen dat de vervolgers voor
hijgaan, terwijl hel woord Gods eeuwig
is. Wij, aan wie de Voorzienigheid de
vrijheid verleent, wij zouden u willen
de vertroostingen aanbrengen waarvan
de H. Paulus spreekt.
opgeeft voor hare meer dan gewone
belangstelling. Zij moet gevonden worden
zegt zij, en zinspeelt er op, dat hoeveel
geld daarvoor ook noodig is, het er komen
zal, al mocht hel ook veel meer zijn dan
zij heeft opgespaard. Wie dat mecdcre
betalen zal zegt zij echter niet. Op de
vraag of haar meester belang in de zaak
stelt, krijgt zij eene kleur en geeft een
ontwijkend antwoord. Hij zag nooit naar
zijne dienstboden om, liet dat alles aan
haar over, enz. maar zij toont zich be
vreesd als men voorstelt hem te raadple
gen. Verbeeld u nu verder, dat gij met
de detectives het buis van dien heer bin
nentreedt. Gij komt in de kamer van dat
meisje wat is het eerste dat uwe aan
trekt Wel, niet alleen dat het een der
schoonste kamers is van geheele het
hujs, maar, ook gemakkelijk en smaak
vol ingericht. Bovendien, dat hier cn
daar geschied cn ktterkundige boeken
liggen, die bewijzen dat de vrouw, die
hier gewoond heeft, boven haren stand
ontwikkeld is, een feit dat de huishoud
ster moet erkennen. Gij komt ook tot het
besluit, dat het vage vermoeden van hare
ontvoering door bet venster, wel eenigen
grond heeft, hoewel het feit dat zij tegen
haren wil is heengegaan nog niet zoo
zeker is. De huishoudster echter beweert
met overtuiging, die eenige kennis van
het karakter en de omstandigheden van
het meisje doet veronderstellen, dat zij
alleen door geweld kan gedwongen zijn
Het schijnt ons toe u, evenals den
Apostel, te hooren zeggen Wij wer-
den gedrukt boven onze krachten bij
zooverre dat wij meenden er onder te
zullen bezwijken doch eene inwen-
dige stem moedigt ons aan ons vcr-
trouwen to stellen in God, die do doo-
den tot het leven opwekt.
Zoo dikwijls redde hij ons van het
gevaar, ditmaal ook, wij zijn er innig
van overtuigd, zal hij er ons van be-
vrijden. Gij zult ons te dien einde wil-
len helpen met uwe gebedenhoe
meer er tot ons heil hebben bijgedra-
gen, hoe aanzienlijker het getal dank-
gebeden zullen zijn, die den dag onzer
zegepraal tot God zullon oprijzen.
Ja, geliclüe Ambtsbroeders, wij zullen
voor u bidden cn wij aan de geloovigen
gebeden vragen voor u. Weldra, wij
hopen het, zullen wij u terug zien en
zullen wij de vreugd hebben te mogen
zeggen dat de beproeving het geloof der
Fransche Catholieken heeft verleveu-
digd.
De christene natiën, getuigen uwer
dapperheid, zullen daar zijn om le getui
gen, dat uw geweten trouw was aan
den plicht dat gij rechtgeaard en in
Gods licht zijl opgegaan, niet volgens
de ingeving der vreeselijke wijsheid,
maar in overeenstemming met de in-
geving der genade van den Heer.
Wij aanzoeken alle Belgische Pries
ters eene Mis te lezen ter eere van den
H. Geest en de godvruchtige geloovigen
eene Communie op te offeren voor de
redding vari Frankrijk. Wij verzoeken
hun met hetzelfde inzicht het schoone
gebed op te zeggen. Zendt uwen H.
Geest uit en eene schepping zal plaats
hebben en het aanschijn der aarde zal
vernieuwd worden.
Doornik, i8 Augusti.
7 Désiré Jozef, Aartsbisschop van Me-
chclen.
f Antoon, Bisschop van Gent.
7 Gustaaf Jozef, Bisschop van Brugge.
7 Karei Gustaaf,Bisschop van Doornik.
7 Thomas Lodewijk, Bisschop van
Namen.
f Martin Hubert, Bisschop van Luik.
Hier volgt het antwoord, door Mgr.
Ainette, Hulpbisschop van Parijs,gansch
onvoorbereid, op dat treffend en indruk
wekkend adres uitgesproken.
Met moeite kan ik mjjne ontroering
bedwingen bij de betooging der Belgi
sche Bisschoppen, die mij verrast, doch
ik wil ze nochtans beheerschen om
mijne levendige erkentenis uit te druk
ken aan Mgr. Mercier en hem namens
de Fransche Bisschoppen te bedanken.
Zoodra ik te Parijs zal zijn zal ik aan
den eerbiedwaardigen Cardinaal Richard
dat adres overhandigen, waarvan dc
lezing mij gansch ontroerd heeft en dat
zooeenparig werd toegcjucht.
Indien liet Fransch Episcopaat hier
door zoo weinige leden is vertegenwoor-
het huiste verlaten, eene verklaring die
schijnt bevestigd te worden door de
gescheurde gordijnen en de bloedsporen
op de afdak. Wij ontdekken nog meer.
Ten eerste wordt op het grasperk, bene
den in den hof, een pcnn.mes gevonden
waarmee klaarblijkelijk de wond werd
toegebracht, die de bloedige sporen ach
terliet. Het was een mes met parelmoeren
heft, en behoorde tot de schrijfcassette,
die open op hare tafel stond en klaar
blijkelijk was dit teere wapen door het
meisje zelf tegen hare vijanden gebruikt,
geen man toch zou naar zulk een onbe
duidend wapen grijpen. Mevrouw Daniels
verzekerde dat de indringers iwee mannen
waren, want zij had des nachts stemmen
gehoord. Mijnheer Blake, zulke feiten
wekken de nieuwsgierigheid op, voorna
melijk als de heer des huizes, wanneer
hij op de plaats der misdaad komt, niet
dc minste menschelijkc belangstelling
toont, terwijl de huishoudstr in al hdre
bewegingen en woorden verraadt, welken
afkeer, zoo geen angst zijne tegenwoor
digheid haar veroorzaakt er. welk eene
verlichting zij gevoelt, zoodra hij ver
trokken is. Ja, ging hij voort, alsof hij
niet opmerkte welk een blik M. Blake op
hem wierp, en nieuwsgierigheid geeft
aanleiding tot onderzoek, en het onder
zoek bracht nog meer feiten aan het licht
zoo als bij voorbeeld dat de geheimzinni-
ge heer des huizes in zijnen hof was, op
het oogenblik toen het meisje vertrok, en
digd, de reden ervan is u niet onbekend
't is dat wij in angst verkeeren, meer
nogons tot den strijd voorbereiden.
Het sein der verdediging is ons door den
H. Vader gegeven. Hij heeft den oorlog
niet verklaard hij is de vertegenwoor
diger van den Vorst van vrede. Indien
hij ons bevolen heeft testrijden, 'tis dat
hij dc grondvesten van het geloof te ver
dedigen had. Ik denk niet te gewaagd te
zijn als ik verklaar dat al de Fransche
Bisschoppen maar één hart, ééne stem
en eene handeling zullen hebben om aan
het woord van den Paus te gehoorzamen.
Monseigneur, gij hebt ons herinnerd
aan het voorbeeld onzer Broeders, de
Duitsehe catholieken. Waart gij zoo
nederig niet geweest, gij zoudt het ons
voor le stellen voorbeeld zoo ver niet
gezocht hebben. Ook de Belgische Bis
schoppen hebben zich aan *t hoofd gesteld
der godsdienstverdediging en zij hebben
dat gedaan met oen goeden uitslag die,
naar ik hoop, nog lang zal voortduren.
Het is wellicht in den schijn moeilijker
tachtig Bisschoppen te vereenigen dan
zes, doch het Pausdom zal onzo hand en
onze sterkte zijn. Ik dank u nog, Mon
seigneur, voor de gebeden en de Misson
welke gij voorschrijft aan dc Belgische
Priesters en geloovigen, voor het zoo
diep beproefde catholieke Frankrijk. Ik
heb bier gezien wat een land van geloof
en vrijheid is. Frankrijk ook is een land
van geloof; het wil en zal dat geloof
bewaren, 't Is van Frankrijk dat de be
weging van de ontvoogding der Euro-
peesche volkeren is uitgegaan. Deze vrij
heid is ons thans ontnomen. Uw voor
beeld volgende zullen wij ze welen terug
te winnen.
Moeten wy u. Buitenlieden, al de
lasteringen, belcedigingen en versma
dingen herinneren die do geuzen of
Liberalen u naar 't hoofd slingerden om
dat ge naar hunne pijpen niet dansen
wil?
Voorwaar neen. want ze zijn uit uw
geheugen niet gewischt.
Nu prent er nog bij in uw geheugen
wat de Echo i/Ostende, eene geusche
gazet, van 28 Juli 1906 u toeroept
Al de Vlaamsche boeren zijn
dweepzuchtig. Geheel hunne religie
bestaat uit superstitie en afgodery.»
Dus, volgens de liberalen of geuzen,
gedoopt worden, het christen Geloof
belijden, Zondags Mis hooren, te biecht
gaan, zijn paaschen houden, bedevaar
ten, bidden, berecht en christelijk be
graven worden dat is alles superstitie
en afgoderij.
Vólgens de liberalen moet men leven
lijk de dieren.
En dan willen de liberalen ons doen
gelooven dat ze geen vijanden zyn van
God, Kerk en godsdienstige ceremoniën.
Buitenlieden prent dit in uw geheu
gen. In alle geval wij zullen het U in
kiezingstijd weten te herinneren.
en zelfs door het traliewerk van zijne
poort loerde, toen, zij klaarblijkelijk aan
de handen harer ontvoerders ontsnapt,
terugkwam met den zeer duidelijken
wensch om weer haar huis binnen te gaan
maar, dat zij hem ziende, plotseling eene
onverklaarbare vrees verraadde en terug-
vlood in de armen der mannen die zij
had willen ontvlukhten. Zegdet gij iets
mijnheer, vroeg Grijce, terwijl hij plot
seling ophield.
MBlake schudde het hoofd.
Neen, zegde bij kortaf, ga voort.
Maar het laatste, dat Grijce verteld had
had klaarblijkelijk indruk op hem ge
maakt.
Nog twee of drie andere belangrij
ke zaken bracht het onderzoek aan het
licht. Ten eerste, dat deze heer, hoewel
hij alle hoedanigheid bezat om in dames
gezelschappen te schitteren daar nooit
verscheen, maar in plaats daarvan zijn
ledigen tijd besteedde met het dwalen in
de mindere buurten der stad, waar men
hem dikwijls op hoeken van straten en
donkere stegen met een zeker soort van
arme meisjes zag staan praten. De laatste
waarmee hij sprak, scheen wat haar voor
komen betrof, dezelfde die uit zijn hui»
was ontvoerd.
Halt, zegde M. Blake min of meer
gebiedend, hierin vergist gij u, dat is
niet mogelijk.
Ah en waarom I
(Wordt voortgezet).