Zondag 26 Augusti 1966 5 centiemen per niimine iï 37ste Jaar 3873 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. *- VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De wet op de Zondagrust. zonderlinge verdwijning Werking der Catholieken. DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post vertonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SUUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen «p 3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwyls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 25 AUGUSTI tgo6. «O» VIERDE VERVOLG. IX. Wat verstaat men door het woord Zondag In princiep begint de rustdag den Zondag om middernacht. De Koning mag nochtans, gelijk wij gezien hebben, de hoofden der onderne mingen, waarin de arbeiders werken bij elkander opvolgende ploegen.machtigen het werk der nachtploeg tc verlengen tot den Zondag morgen 6 uur. Die ploeg mag alsdan slechts den Maandag mor- gend, om 6 uur aan het werk gaan. X. Hoe zal de wet toegepast worden? Zal de wet. op de Zondagrust gemak kelijk kunnen toegepast worden Zullen er niet te veel bazen zijn die zullen trachten aan de wet te ontsnap pen Wij denken van neen, om de goede reden dat liet toezicht heel gemakkelijk zal zijn. In grondbegin is de rustdag de Zondag de arbeidsopzieners zullen slechts dien dag de oogen te openen heb ben om de overtredingen vast te stellen. De ondernemingen, voor dewelke eenen anderen rustdag voorgeschreven is, zullen gedurende de week kunnen be zocht worden en de opzieners zullen de toepassing der wet op de Zondagrust kunnen contröleeren tezelfdertijd als deze der andere arbeidswetten. Men zal natuurlijk het getal arbeidsopzieners moeten verhoogen. 1) Verplichtingen der bazen. (Artikel 8.) a) De hoofden van ondernemingen zijn verplicht de lijsten aan te plakken en de boeken te houden welke voor het toezicht noodig blijken. b) Zij moeten zich gedragen overeen komstig alle andere voorschriften die bij Koninklijk Besluit zijn vastgesteld. c) De hoofden van ondernemingen onderworpen aan de wet van 15 Juni 1896, zijn gehouden de bepalingen om trent de rustdag in hun werkhuisregle ment te vermelden. De wet van 15 Juni 1896 verplicht de bazen die ten minste 5 toerhlieden hébben in hunne werkhuizen een werkreglement uit te hangen. 2) Toezicht. (Art. 13.) De arbeidstoezieners hebben vrijen ingang tot de lokalen bestemd voor de ondernemingen die vallen onder de toe passing van de Wet. Zij maken proces-verbaal op van de overtredingen. Dit proces-verbaal geldt als bewijs, zoolang het tegendeel niet is bewezen. EENE 14" vervolg. Gij gaat te ver, mijnheer, zegde hij, en zweeg toen een oogenblik. Over eeni- ge dagen heb ik daar een meisje gezien en gesproken, ging hij nu op vriendelijken toon voort, maar ik wist toch niet, dat zij dezelfde was, die in mijn huis gewoond heeft, en zonder stellig bewijs zou ik dit thans ook niet gelooven. En toen vervolg de hij met nadruk en ernstig, hebben de overheden het gewaagd mij doen en laten te doen spionneeren, hoe zou men anders opmerken dat ik op den hoek van eene straat met een arm verlaten schepsel heb gesproken, en daaraan zooveel gewicht hechten M. Blake, antwoordde Grijce en ik moet zeggen dat ik op dit oogenblik trotsch op mijn chef was niemand, die een goed burger en christen is, kan er iets tegen hebben dat men zijn doen en laten nagaat, wanneer hij, misschien door zijn eigen zorgeloosheid, vermoedens heeft opgewekt. En gij wilt dus zeggen dat men mij heeft gevolgd, vroeg hij, verbleekende, Binnen de 48 uren moet op straf van nietigheid, ééu afschrift van het proces verbaal worden ter hand gesteld aan den overtreder, zulks om hem toe te laten zich, desgevallend, te verdedigen. 3) Straffen. a) Boetstraffelijke of correctioneele straffen (Art. 14,15 en 16). Dit zijn straffen die moeten uitgespro ken worden door de boetstraffelijke Rechtbank. 1° Boet van 26 tot 100 frs. De hoofden van ondernemingen, a) die de lijsten niet aanplakken of de boeken niet houden, voorgeschreven voor het toezicht. b) die in hun werkhuisreglement de bepalingen omtrent de rustdag niet ver melden c) die zich niet gedragen overeen k om - stigalle andere voorschriften bij Konink lijk Besluit vastgesteld of vast te stellen. 2° De bazen of hunne gelastigden die de andere voorschriften en van de Wet en van de besluiten betreffende hare uitvoering overtreden a Boet van 26 tot 100 frs indien er niet meer dan 10 personen gebruikt worden in strijd met de Wet. 1) Boet van 101 tot 1000 frs indien dit getal 10 overtreft zonder 100 te boven te gaan. c Boet van 1001 tot 5000 frs indien er weer dan 100 zijn. 3° De bazen of hunne gelastigden, die het toezicht door dc wot ingesteld belem meren. Boet van 26 tot 100 frs., zonder te rekenen de andere straffen die zij kun nen oploopen ingevolge de artikelen 269 tot 274 van bet strafwetboek (weerstand aan de openbare macht, enz.) Die straffen kunnen verdubbeld worden in geval van hervalling binnen de vijf jaren. b) Straffen van enkele politie. (Artikel 17.) Boet van 1 tot 25 frs de vader, moeder of voogd die hun minderjarig kind of pleegkind hebben doen oflaten arbeiden, in strijd met de voorschriften der Wet. Die straf kan verdubbeld worden in geval van hervalling binnen het jaar. 3) Verjaring der vervolgingen. De verjaring bestaat na verloop van één jaar te rekenen van den dag der overtreding. La Croix, een Fransch catholiek dag blad van Parijs, deelde dezer dagen een schrijven meê van onzen achtbaren "Volksvertegenwoordiger, Staatsminister Woeste over de catholieke werking in België. Wij willen enkele uittreksels van dit schrijven laten volgen en roepen er de aandacht op in terwijl hij eerst Grijce, en daarna mij aanzag. Het was onvermijdelijk, zegde mijn chef beleefd. M. Blake zag mij nu verontweerdigd aan, en vroeg In of buiten de stad. Ik liet Grijce antwoorden, die zegde Het is bekend, dat gij kort geleden getracht hebt een bezoek aan de Schoen makers te brengen. M. Blake loosde een diepen zucht, liet zijn oogen door de smaakvolle kamer gaan, vestigde ze een oogenblik op een portret, dat aan den tegenovergestelden wand hing, en, zooals ik later vernam, van zijn vader was, schoof Grijce eenen stoel toe, en zegde Laat mij hooren wat uwe vermoe dens zijn. Ik bemerkte dat Grijce kleurde, hij bad blijkbaar deze woorden niet ver wacht. Vergeef me, zegde hij, ik zeg niet dat ik vermoedens heb ik kom eenvou dig om u den dood van het meisje mee te deelen, waarmee men u heeft zien spre ken, en om u te vragen of gij ons ook eenige inlichtingen zoudt kunnen geven, die ons van dienst zouden kunnen zijn bij den coroner- (Gerechterlijk ambtenaar, belast met de lijkschouwing en het on derzoek naar dc oorzaak van den dood.) Gij weet dat ik dat niet kan. Indien men mij zoo nauwlettend heeft nagegaan De Catholieken om hunnen stand in de samenleving te behouden en eene voorname plaats in de leiding te bewa ren van de openbare zaken, moeten zich tegen twee dwalingen behoeden. De eerste dwaling is de inbeelding dat zij de openbare gunst zullen verwer ven alleen door wetten en maatregelen met min of meer volksgezind karakter. Inderdaad voorzeker mag de verbe tering der wetten niet verwaarloosd worden. De academische stellingen kun nen hare waarde hebben, wanneer zij niet in de wolken van algemeenheid blijven zweven. Zij kunnen, op wetgevend gebied, heilzame evoluties voorbereiden, maar men bedriegt zich als men denkt dat de massa's haren weg en richting zullen verlaten, alleen op het zicht van een bepaald programma. Wanneer zulk een programma is voorgesteld, dan is het voldoende dat het voordeelig zij aan andere partijen om door haar ook aangenomen te worden. De werking door progaganda van dorp tot dorp, van huis tot huis, van mensch tot mensch is vooral noodzake lijk. Men moet de massa's in bonden en vereenigingen samendringen, in de welke zij voldoening zullen vinden voor hunne zedelijke en stoffelijke belangen. De tweede dwaling is de inbeelding dat het op onze dagen volstaat zooge naamde sociale werken tc stichten om in het noodzakelijke voor de bevolkin gen te voorzien. Voorzeker die werken zijn nuttig, maar op zich zei ven geno men zouden zij geeno vruchten afwer pen. Zij richten zich tot de menschen gelijk ze zijn en indien de menschen niet christelijker zijn, hoe kan men ver hopen dat ze hunne gevoelens, hunne zienswijze zullen laten varen en van lieverlede in zich zeiven eene hervor ming tot stand brengen waartoe ze niet zijn voorbereid geweest Onze achtbare Volksvertegenwoor diger raadt daarom aan mede te werken tot meer en meer bloei der volksscholen en patronaten waar men de jeugd van beide geslachten tot wel onderrichte christenen vormt. Indien de verschillige werken op godsdienstig en onderwijzend gebied bloeien, dan zullen de sociale werken van groot nut zijn. In dit geval richten zij zich immers tot lieden goed voor bereid door het onderwijs dat zij ont vingen en dan kunnen deze werken ruimschoots medewerken om die lieden op den goeden weg te houden en dit vooral wanneer zij een godsdienstige strekking hebben. Onze zoo verdienstlijke Volksverte genwoordiger zet vervolgens de wer king uiteen van dc arbeidsverzekerin- gen hier te lande en de leerstelsels waarop onze sociale wetten steunen, en besluit als volgt .- Zeker, onze partij wordt hevig aan- als gij zegt, dan moet gij weten waarom ik met dat en ook nog met andere meisjes gesproken heb, waarom ik naar het huis van de Schoenmakers ging, en Weet gij dat vroeg hij plotseling. Grijce was de man niet om zulk eene vraag rechtstreeks te beantwoorden zonder op te zien, zegde hij met een vriendelijken glimlach. Ik ben bereid iedere verklaring aan te hooren. De trotsche blik van M. Blake werd nu bijna streng, toen hij antwoordde Gij meent het recht te bebbcn mij verklaringen te vragen, zeg mij op wel ken grond Wel, zegde Grijce, ik zal u zeggen waarom ik, als lid der politie, het huis dierf binnentreden van een man in uwen rang, en hem aangaande zijne huiselijke zaken durf ondervragen. Mijnheer Blake stel u voor dat gij u in een detectivebu reel bevindt. Er komt eene vrouw binnen, de huishoudster van een voornaam bur ger zij deelt ons mee dat een meisje, dat bij haar als naaister in dienst is, in den afgeloopen nacht op onverklaarbare wijze uit het huis van haren meester is verdwenen, en dat men haar, zooals men uit sommige gegevens opmaakt, door het venster heeft weggevoerd. Hare hou ding is zeer gejaagd, haar beroep op onze hulp zeer dringend, hoewel zij erkent in geen familiebetrekking tot het meisje te staan en ook geen bijzonder reden gevallen en verscheidene gevaren be dreigen haar, maar ten minste zijn we in slaat aan onze tegenstrevers hel hoofd te bieden, en indien, wat God verhoede, ons tegenslagen gaan treffen, dan zullen we nog den moed niet verliezen. Ver trouwend in het Kruis, blijvc-n wij den goeden strijd voeren. Bij den aanvang van den strijd tusscben het Duitsehe Centrum en de voorstaanders van den Culturkampl. gaf een der catholieke leiders M. Mallinckrodt het ordewoord Door het Kruis tot het lichtMijne zienswi jze is dat dees wachtwoord overal het zelfde zij Wij hopen dat onze catholieke vrien den overal die raadgevingen van onzen schranderen Staatsminister zullen in acht nemen en er zich naar richten. Adres var; Belgisch Episcopaat aan de Fransche Bisschoppen. Ziehier de ofïicieele tekst van het wel sprekend adres aan de Fransche Bis schoppen, voorgelezen in naam van heel het Belgisch Episcopaat, door Mgr Mer rier, op het congres van Doornik Aan Z. Em. Gardinaal Richard,Aarts bisschop van Parijs, en aan HH. Hflw. de Bisschoppen der Kerk van Frankryk. Beminde en eerwaarde Broeders, Gy zijt in angst gedompeld aan den vooravond van pynlijke beproevingen en wy gevoelen behoefte u te zeggen, dat wij uit ganscher herte met u zijn. Wij hebben met bewondering en vreugdevollen trots de verklaring ge hoord, afgelegd door Z. E. Cardinaal Lecot namens de vergadering der Fran sche Bisschoppen in Frankrijk is het Episcopaat eens in vraagpunten van vaderlandsliefde en geloof en de wil des H. Vaders zal, eens door allen ge- kend, het laatste woord in onze be- sluitselen hebben. Deze beslissende wil is heden door u Beminde en wakkere Broeders, uwe vaderlandsliefde en uw geloof zullen u ondersteunen en met den Vader der ge- loovigen, zult gij eensgezind zeggen Wij kunnen het hoofd niet buigen voor de ongerechtigheid. Wij hebben liever aan God te gehoorzamen dan aan de menschen. Wij zijn overtuigd dat de Fransche Catholieken weerstand zullen weten te bieden zonder geweld, maar met stand vastigheid. De nog onlangsche herinnering aan de zegepralen uwer Duitsehe Broeders zal u overtuigen dat de vervolgers voor hijgaan, terwijl hel woord Gods eeuwig is. Wij, aan wie de Voorzienigheid de vrijheid verleent, wij zouden u willen de vertroostingen aanbrengen waarvan de H. Paulus spreekt. opgeeft voor hare meer dan gewone belangstelling. Zij moet gevonden worden zegt zij, en zinspeelt er op, dat hoeveel geld daarvoor ook noodig is, het er komen zal, al mocht hel ook veel meer zijn dan zij heeft opgespaard. Wie dat mecdcre betalen zal zegt zij echter niet. Op de vraag of haar meester belang in de zaak stelt, krijgt zij eene kleur en geeft een ontwijkend antwoord. Hij zag nooit naar zijne dienstboden om, liet dat alles aan haar over, enz. maar zij toont zich be vreesd als men voorstelt hem te raadple gen. Verbeeld u nu verder, dat gij met de detectives het buis van dien heer bin nentreedt. Gij komt in de kamer van dat meisje wat is het eerste dat uwe aan trekt Wel, niet alleen dat het een der schoonste kamers is van geheele het hujs, maar, ook gemakkelijk en smaak vol ingericht. Bovendien, dat hier cn daar geschied cn ktterkundige boeken liggen, die bewijzen dat de vrouw, die hier gewoond heeft, boven haren stand ontwikkeld is, een feit dat de huishoud ster moet erkennen. Gij komt ook tot het besluit, dat het vage vermoeden van hare ontvoering door bet venster, wel eenigen grond heeft, hoewel het feit dat zij tegen haren wil is heengegaan nog niet zoo zeker is. De huishoudster echter beweert met overtuiging, die eenige kennis van het karakter en de omstandigheden van het meisje doet veronderstellen, dat zij alleen door geweld kan gedwongen zijn Het schijnt ons toe u, evenals den Apostel, te hooren zeggen Wij wer- den gedrukt boven onze krachten bij zooverre dat wij meenden er onder te zullen bezwijken doch eene inwen- dige stem moedigt ons aan ons vcr- trouwen to stellen in God, die do doo- den tot het leven opwekt. Zoo dikwijls redde hij ons van het gevaar, ditmaal ook, wij zijn er innig van overtuigd, zal hij er ons van be- vrijden. Gij zult ons te dien einde wil- len helpen met uwe gebedenhoe meer er tot ons heil hebben bijgedra- gen, hoe aanzienlijker het getal dank- gebeden zullen zijn, die den dag onzer zegepraal tot God zullon oprijzen. Ja, geliclüe Ambtsbroeders, wij zullen voor u bidden cn wij aan de geloovigen gebeden vragen voor u. Weldra, wij hopen het, zullen wij u terug zien en zullen wij de vreugd hebben te mogen zeggen dat de beproeving het geloof der Fransche Catholieken heeft verleveu- digd. De christene natiën, getuigen uwer dapperheid, zullen daar zijn om le getui gen, dat uw geweten trouw was aan den plicht dat gij rechtgeaard en in Gods licht zijl opgegaan, niet volgens de ingeving der vreeselijke wijsheid, maar in overeenstemming met de in- geving der genade van den Heer. Wij aanzoeken alle Belgische Pries ters eene Mis te lezen ter eere van den H. Geest en de godvruchtige geloovigen eene Communie op te offeren voor de redding vari Frankrijk. Wij verzoeken hun met hetzelfde inzicht het schoone gebed op te zeggen. Zendt uwen H. Geest uit en eene schepping zal plaats hebben en het aanschijn der aarde zal vernieuwd worden. Doornik, i8 Augusti. 7 Désiré Jozef, Aartsbisschop van Me- chclen. f Antoon, Bisschop van Gent. 7 Gustaaf Jozef, Bisschop van Brugge. 7 Karei Gustaaf,Bisschop van Doornik. 7 Thomas Lodewijk, Bisschop van Namen. f Martin Hubert, Bisschop van Luik. Hier volgt het antwoord, door Mgr. Ainette, Hulpbisschop van Parijs,gansch onvoorbereid, op dat treffend en indruk wekkend adres uitgesproken. Met moeite kan ik mjjne ontroering bedwingen bij de betooging der Belgi sche Bisschoppen, die mij verrast, doch ik wil ze nochtans beheerschen om mijne levendige erkentenis uit te druk ken aan Mgr. Mercier en hem namens de Fransche Bisschoppen te bedanken. Zoodra ik te Parijs zal zijn zal ik aan den eerbiedwaardigen Cardinaal Richard dat adres overhandigen, waarvan dc lezing mij gansch ontroerd heeft en dat zooeenparig werd toegcjucht. Indien liet Fransch Episcopaat hier door zoo weinige leden is vertegenwoor- het huiste verlaten, eene verklaring die schijnt bevestigd te worden door de gescheurde gordijnen en de bloedsporen op de afdak. Wij ontdekken nog meer. Ten eerste wordt op het grasperk, bene den in den hof, een pcnn.mes gevonden waarmee klaarblijkelijk de wond werd toegebracht, die de bloedige sporen ach terliet. Het was een mes met parelmoeren heft, en behoorde tot de schrijfcassette, die open op hare tafel stond en klaar blijkelijk was dit teere wapen door het meisje zelf tegen hare vijanden gebruikt, geen man toch zou naar zulk een onbe duidend wapen grijpen. Mevrouw Daniels verzekerde dat de indringers iwee mannen waren, want zij had des nachts stemmen gehoord. Mijnheer Blake, zulke feiten wekken de nieuwsgierigheid op, voorna melijk als de heer des huizes, wanneer hij op de plaats der misdaad komt, niet dc minste menschelijkc belangstelling toont, terwijl de huishoudstr in al hdre bewegingen en woorden verraadt, welken afkeer, zoo geen angst zijne tegenwoor digheid haar veroorzaakt er. welk eene verlichting zij gevoelt, zoodra hij ver trokken is. Ja, ging hij voort, alsof hij niet opmerkte welk een blik M. Blake op hem wierp, en nieuwsgierigheid geeft aanleiding tot onderzoek, en het onder zoek bracht nog meer feiten aan het licht zoo als bij voorbeeld dat de geheimzinni- ge heer des huizes in zijnen hof was, op het oogenblik toen het meisje vertrok, en digd, de reden ervan is u niet onbekend 't is dat wij in angst verkeeren, meer nogons tot den strijd voorbereiden. Het sein der verdediging is ons door den H. Vader gegeven. Hij heeft den oorlog niet verklaard hij is de vertegenwoor diger van den Vorst van vrede. Indien hij ons bevolen heeft testrijden, 'tis dat hij dc grondvesten van het geloof te ver dedigen had. Ik denk niet te gewaagd te zijn als ik verklaar dat al de Fransche Bisschoppen maar één hart, ééne stem en eene handeling zullen hebben om aan het woord van den Paus te gehoorzamen. Monseigneur, gij hebt ons herinnerd aan het voorbeeld onzer Broeders, de Duitsehe catholieken. Waart gij zoo nederig niet geweest, gij zoudt het ons voor le stellen voorbeeld zoo ver niet gezocht hebben. Ook de Belgische Bis schoppen hebben zich aan *t hoofd gesteld der godsdienstverdediging en zij hebben dat gedaan met oen goeden uitslag die, naar ik hoop, nog lang zal voortduren. Het is wellicht in den schijn moeilijker tachtig Bisschoppen te vereenigen dan zes, doch het Pausdom zal onzo hand en onze sterkte zijn. Ik dank u nog, Mon seigneur, voor de gebeden en de Misson welke gij voorschrijft aan dc Belgische Priesters en geloovigen, voor het zoo diep beproefde catholieke Frankrijk. Ik heb bier gezien wat een land van geloof en vrijheid is. Frankrijk ook is een land van geloof; het wil en zal dat geloof bewaren, 't Is van Frankrijk dat de be weging van de ontvoogding der Euro- peesche volkeren is uitgegaan. Deze vrij heid is ons thans ontnomen. Uw voor beeld volgende zullen wij ze welen terug te winnen. Moeten wy u. Buitenlieden, al de lasteringen, belcedigingen en versma dingen herinneren die do geuzen of Liberalen u naar 't hoofd slingerden om dat ge naar hunne pijpen niet dansen wil? Voorwaar neen. want ze zijn uit uw geheugen niet gewischt. Nu prent er nog bij in uw geheugen wat de Echo i/Ostende, eene geusche gazet, van 28 Juli 1906 u toeroept Al de Vlaamsche boeren zijn dweepzuchtig. Geheel hunne religie bestaat uit superstitie en afgodery.» Dus, volgens de liberalen of geuzen, gedoopt worden, het christen Geloof belijden, Zondags Mis hooren, te biecht gaan, zijn paaschen houden, bedevaar ten, bidden, berecht en christelijk be graven worden dat is alles superstitie en afgoderij. Vólgens de liberalen moet men leven lijk de dieren. En dan willen de liberalen ons doen gelooven dat ze geen vijanden zyn van God, Kerk en godsdienstige ceremoniën. Buitenlieden prent dit in uw geheu gen. In alle geval wij zullen het U in kiezingstijd weten te herinneren. en zelfs door het traliewerk van zijne poort loerde, toen, zij klaarblijkelijk aan de handen harer ontvoerders ontsnapt, terugkwam met den zeer duidelijken wensch om weer haar huis binnen te gaan maar, dat zij hem ziende, plotseling eene onverklaarbare vrees verraadde en terug- vlood in de armen der mannen die zij had willen ontvlukhten. Zegdet gij iets mijnheer, vroeg Grijce, terwijl hij plot seling ophield. MBlake schudde het hoofd. Neen, zegde bij kortaf, ga voort. Maar het laatste, dat Grijce verteld had had klaarblijkelijk indruk op hem ge maakt. Nog twee of drie andere belangrij ke zaken bracht het onderzoek aan het licht. Ten eerste, dat deze heer, hoewel hij alle hoedanigheid bezat om in dames gezelschappen te schitteren daar nooit verscheen, maar in plaats daarvan zijn ledigen tijd besteedde met het dwalen in de mindere buurten der stad, waar men hem dikwijls op hoeken van straten en donkere stegen met een zeker soort van arme meisjes zag staan praten. De laatste waarmee hij sprak, scheen wat haar voor komen betrof, dezelfde die uit zijn hui» was ontvoerd. Halt, zegde M. Blake min of meer gebiedend, hierin vergist gij u, dat is niet mogelijk. Ah en waarom I (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1