Donderdag 15 September 1906 5 centiemen per nummer. 57ste Jaar 5878 Vrouwen stemrecht. ELEONORA. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en I Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Slechte tijden. Nog 7 September. Congres te Mechelen. DE DENDERBODE. Tit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- keiiing van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 6 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschryviDg eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- ïaogen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in by O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE aUUM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen 3- bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. - Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 12 SEPTEMBER 1906. Pas eenige maanden geleden legde M. Woeste, onze achtbare Volksvertegen woordiger, eene verklaring af, die op 't volgende neêrkomt u Het is mogelijk dat we zekeren dag 1 het zuiver algemeen stemrecht zullen aannemen doch deze hervorming zal 1 gepaard gaan met het verleenen van het 1 stemrecht aan de vrouwen, n En waarom niet Als men het stem recht als een natuurlijk recht houdt, dan kan men er de vrouw niet van berooven. Zelfs de socialisten erkennen die waar heid en daarom ook, hebben ze het stem recht der vrouw en hun programma ge schreven. Doch men beelde zich niet in dat de socialisten tot de verwezenlijking van dit punt huns programmas streven, wel neen 1... Moesten de catholieken heden of mor gen het zuiver algemeen stemrecht aan nemen, mits het uit te breiden tot dc vrouwen, de socialisten zouden de ergsten zijn om dit voorstel te bevechten. En wilt ge weten waarom Vooruit, het orgaan der Gentsche rooden, zegt het ons 1 Zekerlijk is het waar, schrijft Vooruit, dat de inmenging der vrouw in de poli- tiek vroeg of laat de verplettering der reactie, den val der geestelijkheid moet 1 voor gevolg hebben, maar voor 't oogen- 1 blik is dat nog niet het geval en voor den vooruitgang der democratie ware 1 het dus wenschelijk dat men van het 1 stemrecht voor de vrouwen tijdelijk 1 afzag, totdat ze in de politiek min of meer zijn opgeleid. Wat wil dat anders zeggen dan Wij, socialisten zien er hoegenaamd niet in dat het stemrecht der vrouwen ons een on- middelijk voordeel kan opleveren en dus den dieperik er meê in En 't programma der roode kliek Wel daar zitten de roode chefs weinig meê in I... Dit programma wordt gedurig ge wijzigd, naar 't belang van hunnen poli- tieken winkel. Wat heden wit is, is morgen zwart. Een punt van 't roode programma blijft onveranderlijk 't is de strijd tegen de godsdienstige vrijheden, welke wij, catho lieken, in ons land genieten Zoolang de wereld bestaat ziji: er slechte lijden geweest,en demenschen zullen ook wel over slechte tijden klagen tot aan het einde der dagen toe. Maar de begrippen over slechte tijden zijn zeer verschillend en alles behalve overal de zelfde. Waren het misschien slechte tijden toen de handswerklieden in de Middeleeuwen een bijna belachelijk loon verdienden, maar daarvan rijkelijk kon den leven. Het geld bezat toen nog zijne hooge waarde. Waren het «slechte tijden» toen de geringe arbeiders toenmaals voor rijke tafels en goed gevulde vleeschpotten zaten en nood en honger nauwelijks ken- den Voorwaar, die goede oude tijd is niet immer gebleven, en er kwamen ook slechte dagen, waarover veel, zeer veel geklaagd werd of deze klachten echter zoo gerechtigd waren als tegenwoordig, dit mogen wij ten zeerste betwijfelen. De tijd van stoom, van kapitaal, van electri- citeit heeft alles veranderd en alles onder ste boven geworpen. Toenmaals was de levenswijze eenvoudiger, goedkooper wie wilde werken, had altijd zijn brood en zijn levensonderhoud. Wantdemachien deed niemand nog concurencie aan het grootkapitaal, de groothandel rukte nog niet de arbeid uit de handen van enkelen. Maar tegenwoordig is het een jagen cn rennen om werk cn om verdiensten het is een stooten, dringen en worstelen om het lieve brood Overal zitten er te veel menschcn naast elkander, de eene stoot den andere en iedereen tracht plaats en ruimte te maken. Te veel menschen, te veel overproductie in zaken Betrekkin gen zijn vreeselijk puntig gemaakt, de eischen des levens zijn mateloos gestegen en opgeschroefd, en het is tegenwoordig, voorwaar geen kleine kunst om zichzel- ven en zijn gezin ordentelijk door de wereld te helpen. Deze ongelukkige ontwikkeling van onze moderne levensverhoudingen hangt nauw samen met den gang van onze be schaving en nijverheid. Met de toene mende beschaving zijn de eischen van allen, zelfs van de geringsten, mate loos gestegen, de levensbehoeften mate loos vermeerderd en alle verhoudingen door de vreeselijke waardeloosheid van het geld, zoo veranderd, dat men zeggen kan deze moderne omvorming van alle middelen tot verdiensten door de machine, kapitaal en grootnijverheid heeft ons geen zegen gebracht. Slaan wij eens een blik rondom ons op elk gebied van verdiensten waar heer- schen dan rustige normale toestanden Waar kunnen de ambachtslieden dan van den arbeid hunner handen, van hun werk i.og gemakkelijk en zorgeloos leven en goed hun brood verdienen In de zeldzaamsts gevallen. Meestal is 't een worstelen en kampen om het bestaan, een eeuwigdurend wrijven met de concurrenten, en wanneer iemand zich er zonder schulden doorheen slaat en zichzelven en de zijnen op eene eerlijke manier boven water houdt, dan mag hij wel tevreden zijn en niet klagen over zijn lot. Hoevele duizenden zijn er echter die trots alle denkbare proefnemingen en pogingen, hun levensbestaan niet kunnen verbeteren en gebrek lijden 1 Welke tak van nijverheid levert dan tegenwoordig den mensch met lichte moeite nog voedsel en onderhoud op Welke tak van nijver heid is dan nog winstaanbrengend en is niet bovenmate uitgezogen en uitgeperst Wanneer tr ergens iets nieuws komt, wat nog een klein gewin belooft, dan werpen honderden er zich te gelijk op als uitge hongerde musschen op een bezaaiden akker. Dan begint iedereen dit artikel aan te pakken weldra gaat het met stoom en grootkapitaal, en het duurt niet lang of de winst is ook van dit nieuwe artikel af. Zoo gaat het met alle takken van handel en nijverheid een normaal loon, een flinke verdienste is nauwelijks nog aan eenigen arbeid verbonden. Zijn dat ge zonde toestanden Wanneer wij onzen blik nog eens laten rondweiden, dan zullen wij bevinden dat de toestand van nijverheid, handel en handwerk op zoo bedenkelijke wijze is gepunt, dat men waarlijk niet weet, hoe daaraan eene einde zal komen. Zelden is den algemeen toestand zoo troosteloos geweest als tegenwoordig. De klachten nemen dagelijks toe en de «slechte tijden, zijn geen phrasen meer van de gewoonte, zij bestaan werkelijk en wel op uiterst gevoelige wijze. Wanneer zal dit beter worden De uit zichten zijn inderdaad bedroevend. Doch er bestaat één geneesmiddel, en dat is de terugkeer tot den eenvoud, tot de matigheid en de spaarzaamheid. Men heeft het te veel verleerd om tevreden en bescheiden te zijn. Moge toch iedereen eens beproeven om zich in alles naar zijne verhoudingen te richten en niet hooger te springen dan zijn stok lang is. Dat zou een middel, een weg zijn ter verbetering. De oudors moeten reeds vroegtijdig hun kinderen tevredenheid en spaarzaamheid inprenten, opdat deze ook in later tijd de deugden beoefenen en aldus voor bittere ervaringen gespaard blijven Jong ge wend, oud gedaan dit spreekwoord is altijd nog bewaarheid gebleven. Gr. C. Het Handelsblad antwoordt als volgt op den bluf van 't Laatste Nieuws en andere geuzenbladen over de beruchte v liberale zegepraal van 7 September 1884 De gansche geschiedenis van den 7 September kan men samenvatten in deze woorden Onze vrienden werden in eene schandige hinderlaag gelokt Om den boer kunnen af te ranselen, moest men hem ongewapend naar Brus sel zien te krijgen. Eén gewapende bui tenjongen immers staat voor tien liberale stadsvogels. Ondervraagt ze maar, de zeldzame ca tholieken, die een stok bij hadden Hun is geen kwaad geschied 1 De policie en de burgerwacht, voor de 9/10 uit liberalen bestaande, leenen open lijk hulp aan de liberale muiters. Op alle manieren mogelijk vergemakkelijken zij de taak der aanvallers. Meer dan eens, als alles tamelijk goed gaat, en om welke reden weten wij nog niet, snijden zij onverwachts den stoet door en geven alzoo aan 3 of 400 betaalde stokslageis de gelegenheid, het voorbijtrekkend deel langs achter aan te pakken. Als men aan sommige overheden der burgerwacht klaagt dat men bijna Diet door kan en dat men zoo weinig of in 't geheel niet beschermd wordt, dan glim lachen die heeren en gebieden dat men, in plaats van 10 op eene rei, met 4 zou gaan. Dat is nu juist wat de slagers wen- schen en nu ook begint de duivelsche kermis Van uit de vensters der 2®, 3', en 4? verdiepen, giet men groote pakken blauw sel op de manifestanten men werpt rotte eiers, ja zelfs kareelsteenen en stukken glas. Honderde afzichtelijke schepselen schie ten tusscben de verraste betoogers en spuwen hun in het aangezicht... Krapuul van de laagste gehalten vloekt en tiert en braakt met de ijselijkste godslasteringen de wreedste doodsbedreigingen uit. Kerels met lange pieken gewapend doorsteken de trommels en grosses- caisses. Met duizend gelijk vallen zij op de vaandragers, scheuren de banieren en vaandels in flarden, ontrukken de instru menten en slaan ze moedwillig op den grond kapot I En de policie laat doen Vrouwen en meisjes uit het fijnste pak, slordig gekleed, met verwilderde haren, slingeren brandende pek- en petrool- vodden op de manifestanten. Uit sommige herbergen werpt men stoelen en banken op de straat, om aan 27* Vervolg. En eiken avond diende zij, met de zwierigheid eener volwassen vrouw met bare kleine handjes de thee op, een werk dat hij vroeger zoo gaarne door Irma zag verrichten. Dit genoeglijk leven kon eilaas niet lang duren. De keizer had den graaf, als loon voor bewezen diensten, de eerste orde van het rijk. de St-Andreasorde geschonken. En om zijnen gunsteling van anderen te onderscheiden had hij hem het onder- scheidingsteeken ervan iu diamanten ge schonken ten teeken van allerhoogste keizerlijke gunst. Terzelfder tijd noemde hij hem tot oppergeneraalgeheimraad, groote kamer ling en schonk hem tevens al de titels en weerdigheden die aan deze eerbewijzingen verbonden zijn. Min dan ooit zou Michaêl den tijd en de gelegenheid hebben, om de opvoeding zijner dochter te bewaken en te besturen. Het was dus noodig, en overigens ook gepast, dat Eleonora gedurende den tijd dien haar vader in het paleis moest door brengen, niet alleen bleef met het talrijk dienstpersonneel, hoezeer dit haar ook was genegen. Hij haastte zich dus, eenen keus te doen, of liever met gesloten oogen den keus te aanveerden van de prinses Dolgo- rouski, zijne tante, die hem eene gouver nante voorstelde van zeer achtbare familie onberispelijke zedelijkheid en vooral or thodoxe en niet catholiek. De stad raakte ledig, De koorts, die in de lente al de Sint- Petersburgers aangrijpt, had al wat daar toe gelegenheid vond naar buiten doen snellen. Elk ontvluchtte als om prijs de salons en de paleizen, waar men gedu rende acht maanden onder eene kunst matige warmte en in het avondlicht ge schitterd had. Ook Michaêl snakte naar de vrije lucht en naar vrijheid. Opgehouden door zijne bezigheden, brandde hij van verlangen naar het leven buiten dc hoofdstad.} De keizer had dit jaar als zomerver blijf het kasteel Oraniênbaum uitgekozen. En natuurlijk moest Wladirofl en dus ook zijne tenten opslaan. Hij huurde eene vorstelijke villa in de dabijheid van het keizerlijk verblijf. Eleonora, zegde hij tot zijne dochter, ik heb u twee goede tijdingen mede te deelen. Het kind lachtte blijmoedig. Eene kan ik er reeds van raden, vader, riep zij verheugduit Wij gaan de I goede Wrena zien, is het niet de catholieken den doorgang te ver sperren en aan het gespuis de gelegen heid te geven hunne weerlooze slacht offers af te maken. Tusschen de honderden aanvallers zijn er veel die een stuk brood op de punt van eenen stuk toonen en spottend uitroepen Omgekocht voor een stuk brood Voor 3 fr. en een eetmaal I Liberale haantjes vooruit werpen misprijzend cen ten tusschen de manifestanten als willen zij zeggen Gij zijt betaald om hier te komen Middelerwijl klinkt het maar toe Weg met het papenras Bedriegers Valschaards 1 Slaat ze dood de papen- slaven F...t de pijpenkoppen 1 Die ven Ezels I Kerkuilen enz., enz. Eene partij die zich, na 22 jaren, nog op zulke heldendaden beroemt, moet wel diep gevallen zijn Oproep tot de mutualisten. Het bestuur van den Belgischen Volksbond heeft, zooals voorgaande jaren, op het congres, dat den 22 en 24 September te Mechelen plaats heeft, eene bijzondere afdeeling ingericht voor den onderlingen bijstand en de pensioenkassen. De afdeeling wordt voorgezeten door den landsbond der christene vereenigin- gen van onderlingen bijstand in Belgis. Een vraagstuk zal ter bespreking ko men dat de mutualisten ten hoogste aan belangt, namelijk de verzekering en de herverzekering van de invaliditeit veroor zaakt door ziekte. Wij willen en naar streven, zooveel mogelijk den werkman volledig te verze keren tegen ziekte en invaliditeit tot op het tijdstip dat hij zijn recht op pensioen kan doen gelden. De regeering, die reeds door zulke milde aanmoedigingen den onderlingen bijstand en het sparen voor het pensioen ondersteunt, schijnt bereid te zijn nog door meerdere aanmoedigingen het voor uitzicht der werklieden op clat gebied te ondersteunen. Is het dan ook onze plicht niet, zelf bij te dragen door het bestudeeren van het vraagstuk hooger aangeduid, en alzoo mede te helpen tot de oplossing van de algeheele verzekering tegen ziekte en in validiteit Komt dus talrijk naar het congres van den Volksbond, mutualisten, ten einde door uwe opkomst te toonen dat de be trachte hervorming door u allen ge- wenscht wordt. Namens het Bestuur De Schrijver, G. EYLENBOSCH. Het gelaat van den graaf versomberde. Gij zijt er niet, zegde hij koud. Wij vertrekken overmorgen naar Oraniên- blauw. Dat is één. Dat is één, vader... zooveel te beter; men verstikt hier. Het was zoo goed te Peteihof en ik heb zooveel vreugd ge smaakt in het park Michaëlo, dat ik waar lijk opnieuw naar het buitenleven tracht. Maar gij beloofde mij twee goede tijdin gen. De tweede is, dat ik eindelijk de zoolang gezochte gouvernante gevonden heb, Eleonora. Morgen zal zij hier zijn. Gij zult voor haar heel lief zijn. niet waar Eene gouvernante 1... voor mij riep zij met verwondering. Vader, hebt gij dan niet aan Wrena gedacht Waarom zou ik aan Wrena gedacht hebben Meent gij dan dat zij nog noo dig heeft haar brood te verdienen dat zij tot zoo verre zelfs voor u hare vrijheid, waarop zy zich zooveel laat voorstaan, zou opofferen Wrena heeft mij lief, vader Ik ben zeker dat, indien gij het haar hadt ge vraagd, zij gereedelijk zou hobben toege stemd,onderbrak bet kind bijna weenend. Vader vraag bet haar, bid ik u het is nog tijd. En met gevouwen handen staarde zij den graaf in do oogen. Ik houder niet van dat Mej. Heri- la onder mijn dak verblijft. Laat dit u genoeg zijn. Waarom niet Oh 1 zend mij dan bij haar. Gij zult mij dikwijls komen be zoeken, en wanneer ik groot ben, neemt gij mij terug. Eleonora, sprak de graaf streng, genoeg over die zaak. Ik verzoek u mij niet meer over Mej. Wrena te spreken. Ik heb u veel te lang bij haar gelaten. Is het zoo dat zij u aan uwen vader heeft leeren gehoorzamen. Vader, Wrena is veel te goed, dat weet gij wel. Het is hare schuld niet, indien ik alweer ongehoorzaam ben ook zal zij altijd mijne beste vriendin zijn, gelijk zij die van moeder was... Ik verbied u hier nog een woord bij te voegen, mejuffer onderbrak de graaf met hevigheid. Gij zult uwe vrien din niet weerzien, alvorens gij u hebt leeren onderwerpen. En opstaande ging hij voort Mev. Roxandra Fallenbau zal u morgen voorgesteld worden. Zij zal voor taan op uwe wandelingen, uwe studie en uwe spelen waken. Het zal zeker niet noodig zijn, u te zeggen, dat gij haar goed moet ontvangen. Daags nadien op het bepaalde uur deed Mevr. Fallenbau inderdaad hare intrede in het paleis Wladiroff. Op vijf-en-dertigjarigen ouderdom we duwe gebleven van een officier zonder fortuin, en met haar pensioen niet genoeg hebbende om aan de eischen van de weelde te voldoen, die zij vroeger ge droomd had, aanveerdde zij met vreugde het voorstel van prinses Dolgorouski, de opvoedster van Eleonora te zijn en ver koos zij de slavernij in de weelde, boven de edele onafhankelijkheid in een nederig bestaan. Met een aangenaam voorkomen en on der een zwierig uiterlijk eene lage, baat zuchtige ziel verbergend, was zij van top tot teen eene Russin; zij kon zich, volgens de omstandigheded heerschzucbtig beve lend of nederig kruipend aanstellend, indien zij gevoelde dat dit baar voordeel kon aanbrengen. Daarenboven bezat zij voorkomendheid genoeg om zich in den post, dien zij had aanveerd te kunnen vertconen en dank waarvan zij nu, of schoon slechts op den tweeden rang, toe gang had tot de wereld, die sedert den vroegen dood van haren echtgenoot voor haar gesloten was. Ook toonde zij zich welwillend en be- geerig om van hare leerlinge zoo niet genegenheid, dan toch minstens welwil lendheid te bekomen. Ik hoop dat wij elkaar goed zullen verstaan, en spoedig goede vriendinnen zullen worden, niet waar, lieve zegde zij, toen zij, nadat de graaf beiden aan elkaar had voorgesteld, met Eleonora alleen bleef en haar bij de hand had ge nomen. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1