Zondag 25 November 1906 8 centiemen pep nummer 37" Jaar 5899 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Landbouwers Staat en leest De Muilplaag- Sluiting der grenzen! zonderlinge verdwijning Nog de Muilplaag. Ditjes en datjes. DE DENDERBODE. Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- ÏHThTJ*! YOlgCndeD dag' De erva" 18 ter week voor tad 6 frankmet den Post venonden 6 frank 's Jaars, fr. 3-26 voor res maanden; fr. 1-76 voor drü maanden, voorop;te betalen. - De inschrijving e». ïgt met 3i December. De onkosten der twittantiën door de Post ont- /aagen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijn in bij C. Van de Putte-Goossens, Kone Zoutstraat. N* 31, en in alle Postkantoren des Lands. CL'IQIIE HLUM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord. Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AALST, 24 NOVEMBER 1906. De zoo gevreesde muilplaag, waarvan den Franschen veestapel is aangedaan, is, ondanks de strengste voorzorgmaat regels, in ons land binnengeslopen en reeds zijn tal van stallen door de plaag besmet geworden. De vreeselijke plaag is bestatigd geworden ook in ons Arrondissement te Sarlardingen bij Geeraardsbergen. te Wanzele en te Erondegem op eene uur afstand onzer Stad. De veestapel in de nabijheid onzer stad, in de Gemeenten van het rechter lijk Canton Aalst, is dus bedreigd. Onder de liberale gazetten die uit politieke berekening hunne lezers aan hitsen tegen de sluiting der grenzen, omdat liet vleesch aldus in prijs zal opslaan, treft men ook 't orgaan aan der Aalstersche liberale firma «Vijf Ezels». Plet is een onbetwistbaar feit dat de gewone invoer van Fransch slachtvee in België zoo onbeduidend is, dat hij geen den minsten invloed kan uitoefe nen op onze vleeschprijzen. En wat meer is de grenzen zijn niet gesloten voor het Fransch slachtvee bet mag in 't land ingevoerd worden in geslotene spoorwegwagons rechtstreeks gezonden naar de slachthuizen van uregem, Antwerpen, Gent, Brugge, Luik, enz. op voorwaarde dat dit slacht vee binnen den bepaalden tijd geslacht worde. Men kan dus heden ondanks de sluiting der grenzen zooveel slacht vee uit Frankrijk invoeren als vroeger. De toestand is dezelfde gebleven. Maar daar bekommert zich 't orgaan der firma Vijf Ezels niet om. Het doel is dë vleeschverhruikers, 't is te zeggen, de bevolking, tegen onze catho- lieke ministers op te jagen en ze hatelijk te maken. Politieke berekening anders niet... Wij vragen ons Wat er zou gebeurd zijn, ware de heer Minister van Land bouw met,zooveel krachtdadigheid niet te werk gegaan Geeft men zich wel rekening van wat er gebeuren zou, moesten de afgezon derde besmette stallen in 't land bestaan de, zich uitbreiden en eene algemeene besmetting veroorzaken Moest België met die calamniteit ge slagen worden dan zouden de vleesch prijzen onvermijdelijk verhoogen. On vermijdelijk verhoogen, zeggen wij, door 't noodlottig gevolg der nieuwe maatregels die zouden moeten genomen worden, namelijk, afzondering en zelfs afmaking der besmette dieren En dan geen veehandel meer. De velbeeslen door de kwaal aange tast, zouden de slal niet mogen verlaten en vermageren op zichtbare wijze De slechte drachten, een der ongeluk kige gevolgen van de muilplaag, zou den veekweek verhinderen. Onze vee stapel zou voor de toekomst verminderd worden in eene niet te bepalen even redigheid. Bij gevolg zou de vleeschprijs ver hoogen waarvan de hoeveelheid on den duur niet te voorzeggen zijn. En de zuivelnijverheid zou er geweldig door lijden. De melkvoortbrengst zou natuurlijk verminderen in evenredig heid van 't kleine getal melkkoeiën en den slechten gezondheidstoestand in den welken zij verkeoren en 't gevolg de melk zal opslaan cn bovendien verslech ten van kwaliteit... en de boter die reeds zoo duur is zou voor velen niet meer koopelijk zijn. Terwijl iedereen, buitenman en stede ling, er door lijden, zouden de margari- nofabrieken er voordeel bij vinden. En die lahrieken behooren meest al aan Hollandscho protestanten en Belgische liberalen of geuzen. Ziedaar den toestand dien de liberale firma, Vijf Ezels, zou willen zien heerschen... En men merke wel aan dat de liberale Volksvertegenwoordiger M. Hens, onze Aalstersche liberale contró- leurs, enz. deeluitmaken der hoogor be doelde liberale firma. Wat bewijst ons die houding der libe ralen Zij bewijst ons dal zij, waren ze meester, de grenzen zouden open laten, bet zieke Fransche vee, ongehinderd zouden in 't land laten brengen zonder zich er om te bekommeren dat weldra onze gansche Belgische veestapel dooi de muilplaag zou besmet worden en zoo een calamniteit zou verwekt zijn die de ruine zou worden van onzen ganschen landbouwersstand. En de ruine van de buitenlieden zou onvermijdelijk deze van vele stedelingen na zich slepen... DE MUILPLAAG.De heer Ver- nieuwe, bestuurder bij het ministerie van Landbouw, heeft aan eenon confra ter gezegd dat er brandpunten van be smetting zijn te Oostakker, Sarlardinge, bij Geeraardsbergen, Erondegem en Wanzele in het land van Aalst, te Harel- beke. bij Kortrijk en te Marchiennes au Pont, in Henegouw. Dus vier besmette plaatsen in Oost-Vlaanderen. Hij denkt dat de ziekte ingebracht is door kooplieden die de markt van La Villette, bij Parijs bezocht hebben. Het is te vreezen dat de smetziekte eene groote uibreiding zal nemen. 26* vervolg. Ik herinner mij op dit oogenblik niet meer of ik, bij het verhaal dat ik deed van mijn bezoek aan het huis van de Schoen makers te Vermont, u ook heb gesproken over het roode kruis, dat in ruwe trekken op een van de deuren wat geteekend, Het trok destijds niet zoo bijzonder mijne aandacht en ik zou er waarschijnlijk ook niet meer aan gedacht hebben als ik niet juist nu, terwijl al mijne gedachten zich met diezelfde Schoenmakers bezighielden, dat roode krijt had gevonden. Tegelijk kwam mij nog iets in 't geheugen, dat ik reeds half vergeten was. Voor eenige da gen namelijk, had mijne huisbazin mij verteld dat de menschen boven haar (twee mannen en eene vrouw zegde zij, geloof ik) het haar nog al lastig maakten, maar dat zij goed betaalden en zij hen daarom niet geerne zou laten vertrekken. En nu kwam er een vaag vermoeden bij mij op, dat mij aanleiding gaf weer naar de deur terug te keeren, die ik bij vergissing had willen openen. Het was een eenvoudige, witte deur, van ruwer maaksel dan die lieneden doch waaraan overigens niets bijzonders viel op te merken. Doch thans viel mijn oog op de deur van de kamer daarnaast. En nu zag ik op het middenvak daarvan een rood kruis, volkomen gelijk aan hetgeen ik eenige dagen geleden op de deur van het huis der Schoenmakers te Granby had gezien, en waarschijnlijk geteekend met hetzelfde stuk krijt, dat ik op het oogen blik in de hand had. Bij deze ontdekking ging mij eene hui vering door de leden, die mij bijna de haren te berge deed rijzen. Moest dus dit drietal gevonden worden in hetzelfde huis waarin ik reeds langer dan eene week had gewoond, en zelfs vlak boven mijn hoofd. Ik kon mijne oogen niet van dat geheimzinnige teeken afwenden. Ik boog mij voorover naar de deur, ik luisterde, ik meende een krachtig man op een af stand te hooren snorken, en kon mij met moeite weerhouden de deur open te du wen en binnen te treden. Reeds raakte ik den knop aan, toen een buitengewoon krachtig gesnork daar binnen mij waar - schuwde, dat een kleine man zooals ik ben, in deze omstandigheden en op dit uur liever te bescheiden dan te stoutmoe dig moest zijn. Ik ging dus naar mijne kamer terug, doch bleef den geheelen nacht wakker, steeds luisterende of ik boven ook iets hoorde, en plannen makende, wat ik doen zou als het werkelijk bleek dat ik de man nen op het spoor was naar wie ik met zooveel ijver had gezocht. Met het aanbreken van den dag stond De muilplaag is uiterst besmettelijk en tot hiertoe is er geen middel gekend om ze te voorkomen. Te lande zegt men dat ze voortgezet wordt door de hennen en ander gevo gelte ook door honden en katten, enz. Door het bezoeken aan den stal van vreemde personen, kooplieden, vrien den, bloedverwanten, kan de ziekte voor zeker ook aangezet worden. Het is dus voorzichtig geene personen in den stal te laten komen die er geene zaken hebben. Doch ook de personen dei- hoeve kunnen de besmetting opdoen, zondordat zij het weten, natuurlijk, op markten, verkoopingen, in den trein en allerlei samenkomsten. Gelukkiglijk is de ziekte gewoonlijk niet doodelijk het gebeurt zeer zelden dat er dieren van de muilplaag sterven. Het is nochtans reeds gebeurd, -wanneer er eene andere ziekte bijslaat. Doch de ziekte brengt een grooten last medo voor de landbouwers de aange dane dieren veroischen veel zorgen. Daar zij moeilijk kunnen eten moet hun voedsel op bijzondere wijzen gereed gemaakt worden de muil, de pooten en do uier moeten dikwijls met een zuiveringsloog gewasschen worden den stal moet men zeer rein houden. Het ergste is echter nog dat de melk koeien, eens genezen zijnde, geene of slechts nog 'weinig melk meer geven de boer heeft dus noch melk noch boter te vorkoopen en 't is daarin, dat het groote verlies bestaat. Wat het afmaken der zieke dieren betrefthet kan goed zijn om de uitbrei ding der ziekte to keer te gaan. Doch, voor den landbouwer zelf is dat niets weerd, al krijgt hij de volle ver goeding van zijn vee. Immmers, hij mag niet dadelijk andere dieren koopen.ofhij loopt gevaar dat ze ook de muilplaag zullen krijgen. Daarom verkiest do landbouwer zijn ziek vee te behouden. Als hot eens gene zen is,dan heeft hij niet meer te vreezeu. Het is nog niet gebeurd dat dezelfde dieren tweemaal achtereen van de muil plaag aangedaan worden. Als het vee zo eens gehad heeft dan schijnt het er tegen bestand voor een geheelen tijd, evenals de menschen die eens de pokken gehad hebben. REIZIGERSSTATIE AALST. - De heer Minister van spoorwegen enz. komt onze achtbarecatholieke Volksvertegen woordigers aan te kondigen dat de aan besteding voor de werken onzer reizi gersstatie zal plaats hebben op 9 Januari 1907 aanst. De plans van den hoofdingenieur Van Bogaert, (aan wien men de statie van Antwerpen te danken heeft), zijn hoogst merkwaardig). Tusschen ieder paar spo ren zal zich eene bijzondere wachtzaal ik op. Ik had iemand met zware schreden den trap hooren afgaan, en wilde hem volgen. Maar bij nader inzien vond ik het toch beterde vrouw des huizes te bel len en eerst te trachten van haar nog iets naders omtrent die menschen te verne men. Zij was op dit vroege morgenduur reeds druk in de keuken bezig, doch ver scheen al heel spoedig bij mij in de ka mer en nu deed ik haar allerlei vragen. Zij was in hare antwoorden volstrekt niet achterhoudend. Zij had in den korten tijd, dien ik bij haar had gewoond, eene on schuldige genegenheid voor mij opgevat iets waaraan ik misschien evenveel schuld had als zij zelf en was maar al te bereid hare vele grieven in mijn gevoel vol en medelijdend hart uit te storten, want die mannen waren haar werkelijk tot last, hoewel zij moest erkennen dat zij haar goed en juist betaalden, wat haar ook niet onverschillig was. Niet altijd waren zij tegelijk 't huis, doch steeds een van hen. Dan rookte hij zijn oude pijp en dit maakte de muren zoo vuil cn zij zagen er zoo verwaarloosd uit eD hielden het meisje zoo opgesloten. En als zij uitgingen dan kwamen zij altijd op zulk een ongewoon uur 't huis. Dit alles was haar hoogst onaangenaam, maar het geld... Ja, zegde ik, dat begrijp ik, terwille van het geld moet gij al die kleine onaan genaamheden over het hoofd zien. Wat ii een huisbazin dit geen geduld heeft. bevinden die des winters zal gesloten worden. Gansch de statie zal overdekt worden. ALGEMEEN STEMRECHT. Een webontwerp werd in naam der liberale linkerzijde, neergelegd, bepa lende dal de Evenredige Vertegenwoor diging aan de Gemeentekiezingen zal toegepast worden en afschaffing van 't meervoudig stemrecht behalve dat aan de familievaders eene bijkomende stem zal worden gegund op 35 jarigen ouderdom. Wat zullen de socialisten nu zeggen, zij. die liet algemeen stemrecht op 21 jarigen ouderdom en een jaar verblijf in de gemeente eisehen Wel, ze zullen moeien bekennen dat zij zich door hunne liberale bondgenoo- ten, als echte kerstekinderen in de doekskens hebben laten doen. LIBERALE gENATEUR VOOR AALST-AUDENAARDE. Wij lezen in het liberaal blad L'Indépendance nr van 22 November 11. Men kondigt aan dat de liberale Senateur voor Aalst-Audenaarde, M. Bernaeyge, ter oorzake van ltooge jaren, de vernieuwing van zijn man- u (laat niet meer zal verzoeken. Hij zal vervangen worden door M. Guisset, nijveraar te Ronse. Zoo is het dus geschoteld en gelepeld door de opperbazen Wat gaan onze twee brouwers candi- daten-senateurs hiervan zeggen Wat zal hiervan zeggen de derde candidaat die ten einde voorkeur te be komen op de twee candidaten-brouwers, zich, een paar maanden geleden, in de logie heeft laten opnemen Maar zal men zich afvragen De Denderbode hoe weet hy dat van de logie Op een eeuwig zwijgen luistert 't Is ons Luistervinkje dat ons dit onlogenstrafbaar nieuws meêdeelde. Ver slaan hé Nu de drij candidaten-brouwers en logiobaas zijn alledrij den azijntobbens in M. Guisset wordt liberale senateur voor Aalst Hartelijk proficiat aan de beroemde liberale Associatie der VIJF EZELS SOCIALISM EN GODSDIENST. De socialistische Journal de Char leroi zegt eens vlakaf zijne meening over de betrekkingen tusschen het socialism en den godsdienst Het. is niet mogelijk zegt hy socialist te zijn, als men eenen gods dienst belijdt. Alwie niet uit zijn byzonder leven alle spoor van godsdienst wegruimt, heeft het recht niet zich op het socialism te beroepen. Zeker zijn de gevallen zeldzaam van strijders die zich vergeten tot aan de schande der godsdienstoefeningen. Doch zulke zijn er en dat i3 voldoende. Waarom ze in dat geval, lateu begaan Uit die brutale bekentenis, kostbaar voor dezen die nog zouden twijfelen aan de volkomene onvereenigbaarheid van godsdienst en socialism, trekken wij de volgende besluiten 1° De socialisten stellen als princiep dat godsdienst en socialism niet kunnen samengaan 2° Zij erkennen dat het getal hunner partijgenooten die nog eenigen gods dienst behouden hebben, uiterst gering En ik ried haar volstrekt niet aan, hun de huur op te zeggen. Maar het meisje, ging zij voort, wat is zij lief en bedaard, en wat ziet zij er lyderd uit, Ik kan het bijna niet uitstaan, dat zij in die kleine kamer opgesloten en door die ruwe kerels bewaakt wordt. De oude man zegt dat zij zijne dochter is, en zij ontkent dat niet maar nog eer zou ik gelooven dat die lieve kleine, die gij hier over in de vensterbank ziet zitten aan dien bedelaar behoort, die op straat voorbij gaat, dan dat de jonge dame hierboven met hare beschaafde manieren in eenige bttrekking zou staan tot die ruwe men schen. Gij moest haar eens zien. Dat is juist wat ik zou wenschen, viel ik haar in de rede. Niet omdat gij mijne verbeelding hebt opgewekt door eene opsomming van al hare aantrekke lijkheden, haastte ik mij er bij te voegen, maar omdat er, als ik mij niet vergis, voor hare ontdekking en bevrijding eene be langrijke som is uitgeloofd. En zonder verdere omwegen vertelde ik nu aan de verbaasde vrouw, dat ik r.iet was, waarvoor zij mij steeds had gehouden, een klerk buiten betrekking, wiens dagelijksche bezigheid was naar een andere positie uit te zien, maar een lid van de geheime politie. Zij stond geheel versteld, en liet zich gemakkelijk overhalen mij, voor zoover dit in hare macht was, in alles te helpen. Zij gaf mij de vrije beschikking over de 3° Zij verklaren dat men dezen die - zich vergeten tot aan de schande der godsdienstoefeningen, niet mag laten begaan Dat alles is zeer goed om weten en onthouden. Ten andero dit is toch geen groot nieuws. Immers roode pacha Anseele zegde in 1894 ter Volkskamer Indien do menschen ons ondervragen nopens onze godsdienstige gedachten, wij antwoorden met Liebknecht Wij zijn goddeloos. EEN GOEDKOOP WEERGLAS. - Sluit eone echel in eonsn grooten glazen bol, vul dien mei water, dekt Item too mot eene stof, licht genoeg om voldoende versche lucht door te laten. Ziehier, volgens het Illustrated Rural Industries hoe de aanduidingen van dat levend weerglas moeten uitge legd worden Blijft de echel opgerold op den bodem liggen, dat is een teeken van schoon weder kruipt zij tegen den wand op, en blijft dan boven liet peil van het water hangen, dan is regen niet verre meer af. Heeft zij geen oogenblik rust, kruipt zij in alle richtingen door liet water, en dat met groote snelheid, dat is een zeker voorteeken van hevigen wind. Een dag of twee voor dat er oen on- weder losbreekt, blijft de echel altijd boven liet water zitten en heeft stuip achtige bewegingen. De echel, die in de geneeskunde wat buiten de mode geraakt is, kan nog eenigen dienst bewijzen om het weder te voorzeggen. IN ZIJN VERSLAG over de blauw roode betooging van Zondag te Brussel, zegt Vooruit. Aalst. Een uitbundig gelach begroet deze zeer dichte groep. Hoog aan eert stok bengelen een massa vet gevulde sau- cissen... En daar onder een schild met de woorden A bas Woeste Wij gelooven dat de Aalstersche libe ralen nog een uitbundiger gelach zouden verwekt hebben, hadden zij aan hunnen stok ook een paar warme pantoffels gehangen om nevens de vetgevulde sau cissen te bengelen. 't Schijnt dat een der Commissarissen van den stoet deod opmerken dat het bovenste verdieping, en beloofde mij bo ven alles stipte geheimhouding, zonder welke al mijne fljn doordachte plannen, om de booswichten gevangen tc nemen zonder schandaal te maken, verijdeld zou worden. Reeds op den middag van denzelfden dag had ik mijn intrek genomen in de kamer naast die met het roode merktee- ken, dat mij den vorigen avond met sulk eer. koortsachtige hoop had vervuld. Ge kleed in de kale plunje van een verarmd fransch artist, met wien ik eens had ken nis gemaakt, met iets van zijne houding en voorkomen, en de wit gepleisterde muren versierd met eenige van zijne kunstproducten van twijfelachtige weerde, begon ik, met alle hoop op goed succes, de geheele bovenverdieping en hare be woners te spionneeren, hetgeen ik nood zakelijk achtte om 't plan dat ik beoogde, tot een goed einde te brengen. Een lastige kuch was een van de eigen aardigheden van mijnen vriend, en be sloten om geheel in zijn karakter op te treden, veroorloofde ik mij nu en dan de stilte te verbreken, door te hoesten en te hijgen, wat wel niet bijzonder aangenaam was, maar toch voor mijne omgeving vol doende bewees dat ik mijne tegenwoor digheid niet voor hen trachte te verber gen. Het was dan ook mijn wensch dat zij zoo spoedig mogelijk zouden weten, dat zij een buarman hadden gekregen, wel bijziende en min of meer onnoozel, niet betaamde, tegenstrevers te beleed 1- gen en dat. om den man zyne vermetel heid te beloonen, hij er met eenige bon ken en stompen is van afgekomen. Aan 't hoofd onzer Aalstersche roodjes marcheerden de snullenbarbiers.de win- kelpolitiekers, lyk de liberalen hen heeten, die de ziende-blinde sukkelaars zoo fijnekes weten uit te buiten. ALS LASTERAAR VERVOLGD. Donderdag verscheen in bijlegging of conciliatie voor den heer Vrederechter M Gustaaf Leveau, alias Staafken met zijn balken Gemeenteraadslid en kwakbaas. In zitting van onzen Stedelijken Raad op 30 October II. beschuldigde M. Leveau op deuitdrukkelijkste wijze, een onder wijzer onzer Aalstersche Vrije Scholen van ongehoorde mishandelingen ge pleegd te hebben opeen zijner leerlingen. En M. Leveau zou in geheime zitting den plichtige aanwyzen maar hij bleef er aan te kort. (Zie De Denderbode van 4 Nov. 11.) Een enkwest door de Schooloverheid geopend heeft bewezen dat die beschul digingen van M. Leveau ongegrond en valsch zijn bevonden en van verre gaande lafheid getuigen. Nu al de onderwijzers der Vrije Scholen, 28 in getal, hebben hem voor 't Gerecht gedaagd en eisehen 28duizend frank als eerherstelling en afkondigin gen van het tusschen te komen vonnis. Mr Moyersoen, advoeaat der onder wijzers, verklaarde dat in zijn exploot de feiten worden voorgesteld gelijk ze ter zitting des Gemeenteraads zijn voor gevallen en in den eisch bleef volher- den. Mr Michiels verklaarde de conciliatie onraogelyk en eischte dat er zou worden geacteerd dat zijn klant verklaart dat het alles valsch en logenachtig is, dus dat er niets bestaat waarvan men hom beschuldigt en ter Stedelyken Raad is voorgevallen. Men zal hem dat anders wys maken te Dendermonde. IN FRANKRIJK.De ministers Viviani en Briand verdedigden dezer dagen de scheidingswot en deden het in eene taal die een groot getal leden deed protest aan teekenen tegen de hel- sche godslasteringen die ze uitbraakten. Minister Viviani riep uit dat hy het Geloof zou verdelgen en uit allo zielen de hoop in een beter leven wilde rukken. Minister Briand zegde dat het Fransch gouvernement oen Staat moet zijn zonder Godsdienst. La Croix dü Nord heeft tegen die openbare godslasteringen, in naam der Fransche catholieken, met verontweer- diging protest aangeteekend. Landgenoten als de liberalen en socia listen geholpen door do groene demo craten hier zullen meester zijn, zullen wij hier die zelfde openbare godslaste ringen hooren uitbraken. maar toch een buurman die dag en nacht zijne deur zou open houden, natuurlijk voor de warmte van den gang en die, met de lastige gewoonte van een oud man, die eens in goeden doen en bij de dames zeer gezien was geweest, in den gang heen en weer liep, ieder dien hij aansprak en een vriendelijk woord terug verwachtte. Als hij niet in den gang heen en weer liep of hoestte, dan maakte hij bouwplaten van karton om daarmeê de argelooze kinderen de centen uit den zak te lokken deze bezigheid verrichtte bij aan eene klein* tafel vlak tegenover de openstaande deur. Zooals ik verwachtte, had ik nauwelijks drie malen gekucht, toen de naaste deur met een ruk geopend werd en een ruwe stem riep Wie maakt bier toch zoo'n gruwe lijk leven Als 't met dat helsche spek takel niet onmiddelijk uit is... Eene zachte stem viel hem in de rede en hij trad weer terug in de kamer. Ik zal eens gaan zien, klonk het vriendelijk, en Luttra Blake want reedsvoor ik haar zag, was ik overtuigd dat sij het was kwam in den gang. Ik boog mij over mijn werk, terwijl zij voor mij ging staan. Ik durfde bijna niet opzien, in dit voor mij zoo gewichtig oogenblik van spanning. (Wordt voortgeaet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1906 | | pagina 1