Ponderdag 25 April 1907 5 centiemen per nummer .17"e Jaar 5942
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Siad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL. VRIJHEID
De Belgische catholieke
dagbladschrijvers
Eert Vader en Moeder.
Hooge opbrengst.
Groote winst.
EEN EN AN DE 11.
Ministerieele crisis.
M. Edgard Combes is gestorven in
een klooster. Men hoef! gemeld,
hoe de heer Edgard Combes, zoon van
den ou'd-voorzitter van den Raad bezwe
ken is aan eenen aanval van blinden-
darmontsteking.
DE DENDERBÖDË.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-76 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eii.digt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CHIQUE SIJIJIf.
Per drukregel. Gewone 16 centiemen; Reklamen fr. 1-00; Vonnissen ep
3" bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiên uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa
dit blad.
Aalst, 24 April 190T.
bij den Paus.
De afvaardiging van de catholieke
Belgische dagbladschrijvers is Zaterdag
morgend ten 10 uren, in bijzonder ge
hoor ontvangen door den H. Vader. Zy
werden aan Pius X -.oorgesteld door
Z. E. Gardinaal Mercier en Z. H. Mgr
Heylen woonde het gehoor bij.
M. Victor Delvaux, voorzitter van den
Bond, gaf lezing van het adres, dat voor
in het album staat, waarin de inschrij
vingen voor de Pauselijke nieuwjaars
giften zijn aangeteekend
Zeer Heilige Vader,
't Is voor ons eene zeer groote vreugde,
aan Uwe Heiligheid de hulde te mogen
brengen van onze kinderlijke gehoor
zaamheid en aan Hare voeten de op
brengst te mogen neerleggen van de
inschrijving, geopend door den Bond
van catholieke dagbladschrijvers van
België, onder de hooge bescherming
van HH. HH. onze Bisschoppen.
De opbrengst der inschrijving bedraagt
dit jaar fr. 135,550.20; maar 'tis niet
dit cijfer, dit weten wij, dat er de waar
de van uitmaakt in Uwe oogen, Zeer
Heilige Yader, 't is omdat zij, vanwege
de Belgische catholieke pers, eenparig
om ze te openen, een werk is van een-
beid en eene openbare betooging van
getrouwheid aan den H. Stoel van
wege de talrijke inschrijvers, uit alle
klassen der samenleving, die er zich bij
aansluiten, een bestendig hernieuwd be
toog van de diepe verkleefdheid van het
catholieke België aan den stedehouder
van Jesus Christus.
Deze offerande, Zeer Heilige Yader,
is die van gehoorzame en beminnende
zonen, die de vreugden en de smarten
van den Vader hunner zielen willen
deelen. Indien Uwe Heiligheid het album
wil doorbladeren, waar de namen van
al de inschrijvers in voorkomen, zal Zij
er dit jaar vooral, naast vele bewijzen
van verkleefdheid en liefde aan Haren
persoon, de herhaalde bevestiging in
vinden van eene innige sympathie voor
onze vrienden van de Fransche Kerk,
zoo smartelijk beproefd. Aldus krijgt
rond den Stoel van Petrus de Gemeen
schap van de Algemeene Kerk hare
uiting en voelen wij dat wij by die aan
raking uit een groote macht putten.
Maar vandaag laten wij de vreugde
onzer harten overstroomen, op dit ge
lukkige oogenblik, waarop het ons
3e vervolg.
Zij was de dochter van een rijken bakker,
maar het was haar lust met hare twee mei
den in de keuken, in het huis, in den tuin
te werken, te poetsen, te zorgen onver
moeid. Die werkt, moet ook eten, was
baar spreekwoord. En dan kondt gij de
tevredenheid lezen op haar bloeiend gelaat,
wanneer knechts en gezellen dapper los
gingen op de dampende schotels, die uit de
keuken door een klein raampje in de kamer
werden aangereikt.
Zij waren rijk, door God gezegend.
Dus gelukkig
Helaas er is geen volmaakt geluk op
aarde. Aan hun geluk ontbraken twee lieve
oogen, die hun toelachten, twee armpjes,
die zich den baas te gernoet strekten, twee
handjes, die in zijnen bruinen baard al
kraaiend kwamen woelen, wanneer hij zoo
eens tusschenbei door, de huiskamer zou
binnentreden, en den kleine voor zich hoog
in de handen zou houden en hem kussen,
zoodat zijn zwart gelaat zich afteekende op
de rozige kinderwangen. Zij hadden geen
kinderen.
gegeven is in het centrum dier eenheid
te komen, rechtstreeks de onderrich
tingen en aanmoedigingen van den Paus
te ontvangen. Op voorhand beloven wij
U, Zeer Heilige Vader, deze onderrich
tingen te aanvaarden met do volledigste
onderwerping en het levendigste ver
langen ze in praktijk te brengen
Laat ons, Zeer Heilige Vader, U ten
innigste danken over de groote eer,
welke Gij ons land hebt bewezen, door
den vereerden primaat, Aartsbisschop
van Mechelqn, Z. E. Gardinaal Mercier
in het H. Collegie op te nemen. De keus
van Uwe Heiligheid, die een nieuwen
glans op België werpt, vervult de wen-
schen onzer harten, gewonnen van den
eersten dag door de goedheid en de
hooge deugd van onzen nieuwen Aarts
bisschop.
Wij zijn overtuigd de gevoelens van
al de catholieke Belgen, te vertolken,
door U, Zeer Heilige Vader, onze dank
baarheid uit te drukken. En,U de hulde
onzer kinderlyke genegenheid en on
wankelbare verkleefd beid hernieuwend,
vragen wy U eerbiedig Uwen Aposto-
lischen zegen te geven aan onze Ver-
eeniging, hare leden en hunne familie,
aan onze inschrijvers en aan hunne bij
zondere intenties.
Van Uwe Heiligheid de gehoorzame
en verkleefde zonen.
Voor den Bond der Catholieke Dag
bladschrijvers van België
De Ondervoorzitters, De Voorzitter,
Jules Moüunasse, Victor Delvaux.
August Van Nylen. De Secretaris,
De Schatbewaarder, Lèon Mallib.
Frans De Geuster.
De H. Vader luisterde zeer aandach
tig, naar de lezing van dit adres en ant
woordde aanstonds. Hy prees de zelfop
offering van de Belgische catholieken,
oprecht verkleefd aan den H. Stoel. De
Paus maakte ook den lof van Mgr Mer
cier en zette de catholieke pers aan eens
gezind te bljjven rond het episcopaat.
Ter herinnering aan het gehoor gaf
Z. H. aan eiken dagbladschrijver de
Pauselijke medalie van het jaar.
De dames, die de afvaardiging verge
zelden werden dan binnen gebracht en
tot het kussen van den Pauselyken ring
toegelaten.
Pius X ontving ze zeer vaderlijk en
overhandigde elk eene kleine herinne
ring.
Daarna had de ontvangst plaats der
Belgische beêvaart in de zaal van het
Consistorie. Z. E. Gardinaal Mercier,
sprak eene redevoering uit tot den
H. Vader, de verkleefdheid van het
catholieke België jegens den H. Stoel
uitdrukkend en de volledige onderwer
ping van het episcopaat, de catholieke
pers en de geloovigen aan de onderrich
tingen van den Paus.
De H. Vader antwoordde in 't Ita-
liaansch. Hij wenschte de Belgen geluk
over hunne gevoelens van geloof, edel
moedigheid en verkleefdheid. Hij beval
dringend de eenheid aan op godsdienstig
en politiek gebied zelfs ten prijze van
wederzijdsche opofferingen, elk afstand
doende van zijn eigen wil, elk verkleefd
zijnde aan 't gevoel der meerderheid.
De eenheid aldus op aarde verwezen
lijkt, zal een beeld zijn van de eenheid,
in den hemel gewenscht.
De H. Vader gaf daarna plechtig den
zegen.
IV. EEN KIND.
Zij hadden geen kinderen.
Eigenlijk gehad hadden zij er zes, maar
allen waren gestorven, of bij hun geboorte,
of kort daarna. En dan was het een zacht
en bitter schreien geweest bij die ledige
wieg en een troosten der moeder door den
vader, die zelve zooveel troost noodig
had.
En nu waren zij zoo arm bij hun rijkdom.
Rijk waren zij alleen aan zes kleine heuvel
tjes op het kerkhof. Arme ouders
Hoe dikwijls had de vader dien droevigen
weg gemaakt, het hart gebroken, de oogen
vol tranen, en was hij dan snikkend neer
gevallen bij dat nieuwe kleine graf en had
hij geteld met den vinger en het hart, een,
twee, drij, vier, vijf, zes.... om dan het
gelaat snikkend in zijn handen te verbergen
en had hij bij het verlaten van het kerkhof
nog eens omgezien alsof hy een gedeelte
van zijn hart had medebegraven, met dat
kleine lijkje. Ach, hij had zoo gaarne voor
het geheele leven, voor den kleinen lieve
ling een beddeken gespreid zoo zacht, zoo
lief, en nu ligt het daar in de koude, harde
aarde, en als hij thuis kwam, hoe groot,
hoe ledig was dat huis. Voorheen, ach,
spoedde hij zich zoo zeer om zijne woning
te bereiken, dan rolden hem de paarlcn van
Meermaals reeds hebben wij de nood
zakelijkheid en de voordeelen doen uit
schijnen van het gebruik der scheikun
dige meststoffen. Wij willen thans nog
eens op die belangrijke kwestie terug
komen om te bewijzen dat, in de huidige
omstandigheden, de hulpmesten onmis
baar zyn tot hel hekomen van winst
gevende oogsten.
De praktijk en de ondervinding toonen
klaarblijkend dat stalmest alleen ontoe
reikend is om de vruchtbaarheid des
gronds te onderhouden en do opbreng
sten tot hun maximum te doen stygen
't Is nochtans daarhenen dat al onze
krachten moeien streven. Immers het
handwerk wordt langs om zeldzamer en
duurder, terwijl de huurprijs, de kost
van het zaaisel, enz. dezelfde zijn, welk-
danig ook de opbrengst zij.
Wel is waar veroorzaakt eene bijvoe
ging van hulpmesten nieuwe uitgaven
Joch van den oogenblik dat die rijkelijk
vergoed worden door eene meerdere
opbrengst en dat er daarenboven, alles
afgerekend, nog eene ernstige nettowinst
of overschot blijft, dan is het toch on
loochenbaar dat men eene goede geld-
plaatsing gedaan heeft.
Het doelmatig gebruik der scheikun
dige meststoffen geelt gewoonlijk hooge
opbrengsten gepaard met groote winsten
en is dus in 't algemeen eene gelukkige
geldplaatsing.
Halen wij tot bewijs onzer gezegden
eenige voorbeelden aan
De Maatschappij tot aanmoediging
van het gebruik der hulpmesten in
Frankrijk, heeft heel het land door
proeven aangelegd voor het bemesten
der granen. Ieder proefveld had eene
grootte van 30 aren, waarvan een per
zijn zilverlach te gemoet en die kleine oogen
stonden overal als 6terren door zijn huis.
en nu en nu Arme Gebhard
Aan zijn hemel zijn alle lichten, alle
sterren uitgedoofd, duister en zwart
last hij op hem als ware van lood hij
herinnert zich nog zoo goed den laatsten
keer. Het was midden in den nacht, toen
Gertrud hem wekte .- de kleine was ziek.
Ach,'s avonds was hij nog zoo wel, speelde
hij nog zoo vroolijk op zijn schoot. Hij wilde
het gevaar niet zien. Zij, de moeder, had
de wurgengel al erkend. Zij kende dien
blauwen klauw, zij had hem meer in dier
bare kindertrekken gezien Dat was de
roover die haar het kostbaarste zoo dikwijls
had ontstolen. Zij had den kleinen op haar
schoot en drukte hem aan haar hart, en de
handjes waren koud en het hoofdje zoo heet.
Hij legde de zware hand zoo zacht op het
kleine hoofd. Hij kon dat worstelen niet
zien. Hij ging en toen kwam hij weer hij
zocht de oogen der moeder. Hij wilde er in
lezen, hoe het stond met zijne kansen op
vadergeluk, en hij zag het, het pleit was
beslecht en snikkend viel hij neer op zijn
knieën, het hoofd geleund tegen hare schou
ders, en toen weenden zij lang beiden, in
stilte, bij het flikkeren van het nachtlicht.
Ach, zij hadden veel geleden, maar zij
waren christenen en hadden zich onderwor
pen aan God« H. Wil, met bloedend harte,
ceel getuige en een ander met volledige
scheikundige meststoffen. Deze laatste
bestonden (per hectare berekend) uit 150
kilos ammoniaksulfaat, 400 kilos super
fosfaat en 150 kilos chloorpotasch.
Die meststoffen werden in den winter
gebruikt en de meer uitgaven heliepen
tot 140 fr. (wat ons wel wat overdreven
schijnt).
Het gebruik der hooger aangehaalde
hoeveelheid hulpmesten gaf een gemid
delde zuivere winst van 224fr.de hectare
(zie La culture intensive illustréo
Sept. 1906).
In zijn verslag over de bemestings-
Proeven gedaan in den loop van het jaar
1905-1906 aan het landbouwgesticht van
van Gembloers, haalt hoogleeraar Dam-
seaux de volgende uitslagen aan
Rogge zonder bemesting 1760 kilos
graan en 4200 kilogr. strooi per hectare-
Met 150 kilogr. ammoniaksulfaat, 100
kilogr. superfosfaat 2575 kilogr. graan
on 6530 kilogr. strooi.
De prijs der meststoffen mag geschat
worden op 50 fr. en de waarde van den
meer opgebrachten oogst op ongeveer
250 fr. waaruit eene zuivere winst volgt
van 200 fr.
Dezelfde schrijver haalt eene andere
proef aan op Haver.
Zonder bemesting1850 kilogr. graan
en 5400 kilogr. strooi.
Met 100 kilogr. ammoniaksulfaat,
100 kilogr. potaschsulfaat en -tOO kgr.
superfosfaat bekwam hij: 3320 kilogr.
graan en 7600 kilogr. strooi.
De prijs der meststoffen bedroeg hier
ongeveer 80 fr. en men mag de waarde
der meer opbrengst vry op 320 fr.
schatten. Waaruit wy afleiden dat deze
proef eene zuivere winst gaf van 240 fr.
per hectare.
Wij zouden deze voorbeelden kunnen
vermenigvuldigen maar wij gelooven
dat zy zullen volstaan om de landbou
wers te doen begrijpen de waarheid van
Hooge opbrengst - groote winst.
WILLIAM.
Men mag hieruit hesluiten dat Zyne
MajesteitM.de Trooz gelast heeft een
ministerie te vormen
Er zullen dus nog eenigo dagen ver-
loopen eer het nieuw ministerie zal aan
gesteld zijn.
Gariel. De liberale associatie
van Oostende heeft met eenparigheid,
het cartel verworpen, door de socialis
ten voorgesteld voor de gemeëntekie-
zingen.
Zooals men weet verwerpen de socia
listen, in andere steden, ook met eenpa
righeid, het cartel door de liberalen
voorgesteld, zooals te Leuven, bij voor
beeld.
Er zijn echter ook plaatsen waar het
cartel door liberalen en socialisten wordt
aangenomen. Alzoo heeft de liberale as
sociatie van Sint Joost-ten-Noode in
princiep besloten een cartel aan te gaan
met de socialisten, die het hebben aan
geboden.
Wie in dat alles liberale of socialisti
sche princiepen, zoekt zal niets anders
vinden dan fanatieken godsdiensthaat
en... politieken hutsepot
M. de Trooz, Minister van inwendige,
enz. is door Z M. den Koning ontboden
geworden Dijnsdag 11.
Na zijn onderhoud met Z. M. den
Koning verklaarde M. de Trooz aan de
dagbladschrijvers dat Zijne Majesteit
hem gevraagd heeft of hij verzekerd
was van eene meerderheid en het ant
woord was dat er eenige dagen noodig
waren om dit ter wete te komen en hij
daartoe pogingen zou aanwenden.
en hadden den Heer het offer gebracht zoo
menigmaal
En God had hen gesterkt
Nu was het lang geleden, sinds dat het
laatste kind gestorven was, toen tegen alle
hunne verwachting in, de hemel hun een
zoontje schonk. Beiden waren niet meer
jong, de vader had zooals hij het zelve
zegde, reeds Abraham gezien, of zooals hij
het plecht te zeggen, reeds vijfmaal genuld.
Maar of er ook gejubeld werd op de
groote straat. Hoe straalde het gelaat van
den wakkeren meester, toen hij nog op het
laatst een kroonprins kreeg, die zijn heele
zaak zou overnemen later. Hoe blikte hij
zoo zalig in het leven, als in geestverruk
king, toen men den jongen wereldburger
uit de kerk naar huis bracht, en de moeder
hem kuste en de vader hem op half plech-
tigen toon zijn Gustaaf heette, want
deze naam was hem bijgelegd geworden.
Zijn oom, de broeder van vrouw Gertrud,
droeg dien naam.
O, wie het toen den overgelukkigen
ouders gezegd hadde deze Gustaaf zal u
het hart te pletter trappen 1
Ach, kon men een kind op zijn voorhoofd
lezen, wat later er van komen moet, wee,
de jubel zou bij menige geboorte niet groot
zijn. En tranen en velen zouden de wel
komstgroet zijn van het kind bij zijn intrede
in het leven. Maar het is beter als het nu
Er wordt thans te Versailles beves
tigd dat M. Edgard Combes niet, zooals
eerst gemeld werd, overleden is in het
huis van zijnen schoonvader, maar in
het klooster der Franeiscanersen, waar
hij was heengebracht om de operatie te
onderstaan van den appendicitis.
In den loop der operatie wanhoopten
de geneesheeren den zieke te redden en
zy verwittigden de familie.
Alsdan om een schandaal te voor
komen gaven do ouders bevel den
stervende naar de woning van den heer
Jossier, zijnen schoonvader, te brengen,
doch wanneer de heer Edgard Gombes
er aankwam, was hij reeds bezweken.
Hij is dus wel degelijk overleden in
het klooster van de zusters Franeisca
nersen, der rue Maurepas, hetgeen niet
belet heeft hem burgerlyk te begraven
te Pons.
Ook was dit voor den vertegenwoor
diger van het gouvernement geen belet
om op het graf eene uiterst hevige rede
voering uit te spreken tegen de kloos
terorden.
is, dat een ondoordringbare sluier de toe
komst bedekt, en het goede en het booze
dat de jaren brengen. Een is er die het
weet, een die daarboven de sterren troont,
wiens oog alles ziet, en die de haren van
ons hoofd geteld heeft.
Gustaaf was een wonderschoon kind.
Dikwijls zaten zijne ouders aan zijn wieg en
konden de blikken niet verzadigen aan het
lieve, blozende knaapje zoo recht van
vleesch en bloed Het machtige, breede
voorhoofd en de fijne kin zoo heette het,
had hij van den vader, de fijn geteekende
neus en de niet minder fijn gesneden lippen
van de moeder, en de blauwe, diepe oogen
van beiden, terwijl hij evenals de vader die
forsch gewelfde wenkbrauwen bezat. En
die lieftalligheid en aanminnigheid nam toe
met de jaren, zoodat wie ook de kleine zag,
zoo slank, zoo sierlijk gebouwd, met zijn
zijden, bruine krullen over het zwart flu-
weelen buisje golvend, onwillekeurig bleef
staan en uitriep Wat een prachtig
kereltje is dat
Maar helaas hij die dat prachtige ventje
van dichter bij bezag en zijn manieren en
gewoonten, wat nauwkeurig opnam, be
merkte weldra dat het een door en door
bedorven ventje was.
Meester Gebhard en zijn vrouw wilden
zulks natuurlijk r.iet inzien. Hoe kwam
dat (Word t voortgezet.)