Zondag 19 Mei 1907 5 centiemen per nummer S7,te Jaar 5949 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM. ihm VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Overweegt, heeren liberalen DE GOUDKUIL De nieuwe ministers beoordeeld door eenen tegenstrever. Eene kostbare relikwie in België. GROENTENTEELT DITJES en DATJES. DE DENDEFBODE. Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- icening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maandenfr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE ftOlJU. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3<* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlyk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa dit blad. Aalst, IS Mei 19G5. Ja, overweegt, gij, liberale heeren, die er in algemeenen regel zooveel be hagen, zooveel genoegen in schept wan neer uwe geusche organen tegen de kloosters blaffen gelyk helsche honden. Hoeveel genoegen schept gij er in wanneer gij uwe penlakeien de rijkdom men der kloosters ziet aanklagen en de wijze op de welke zij werden verkregen laken En dan die uitleggingen, die beschouwingen van zulken duivelschen aard dat zy by hunne lezers haat en afkeer voor de kloosterlingen en vijand schap voor den Godsdienst moeten ver wekken. Wy zeggen beschouwingen van dui velschen aard, omdat de voorstelling met overdrijvingen, moedwillige leu gens, ongegronde beschuldigingen en vuige lastertaal is doorspekt. En men weze gerust, het eene geusche orgaan deelt 't eerste 't beste schrijven meê tegen de kloosters dat het an dere afkondigde. Ja, zonder zich er me6 te bekommeren of na te gaan of het soms geene aaneenschakeling is van logen en lastertaal, drukken al de geusche dag- en weekbladen het na... 't Is koekoek een zang. Maar wat wil men toch Tegen de R. G. Kerk, tegen de Geestelijkheid, tegen de Kloosterlingen, tegen den Godsdienst is alles toegelaten. Dit stelsel van schelden, beleedigen, liegen en lasteren hebben onze liberalen nageleerd van hunne Fransche logie- broers. Jaren lang was die taktiek in werking en wat was er 't gevolg van Er is een algemeen gevoel van verachting voor de kloosterlingen verwekt gewor den bij zooverre dat de Fransche Repu bliek ze buiten de wet kon stellen, ze uit 't Land verbannen en hunne goederen rooven zonder dat de meerderheid van 't Fransche volk er een krachtdadig protest tegen aanteekende. Natuurlijk vinden onze Belgische libe ralen dien toestand in Frankryk ver kregen overheerlijk 't is immers, vol gens hen, eene schitterende zegepraal behaald door het liberalism op 't Catho licism. Zij betreuren dat dit voorbeeld door Frankrijk gegeven hier nog niet kan nageleefd worden. De godsdiensthaat moet den geest onzer liberalen zoo zeer benevelen dat zij niet bemerken hoe zij door hunne handelwijze het eigendomsrecht onder mijnen, de begeerlijkheid der menigte opwekken en lessen van inpalming, van gezagsmiskenning aan de mindere standen en hunne opruiers geven. Senateur Picard, een socialist die zijn vrijen zeg wil behouden, schreef over dit onderwerp een leerzaam artikel dat door i) Le Peuple werd meêgedeeld. In Frankrijk, zegt M Picard, heeft men zonder veel moeite en zonder groote pijn, op heelkun- dige wijze de goederen der kloos- ters onteigend (ontroofd) Dat is een spoor en een weg- wijzer. Er valt het zelfde te doen voor de kasteelen, in afwachting van het verder gevolg. Gezel Picard bewijst vorder dat, om de groote wereldlijke eigenaars te ont eigenen, men de zelfde do reden kan inroepen die de Fransche roovers bij brachten om de kloostergoederen in te palmen, Men moet slechts doen lijk Combes cn Clemenceau deden. Men zal de ge wapende macht ter hulp roepen om met geweld die eigenaars te onteigenen die zich niet gedwee zouden onderwerpen om afsland te doen van hunne bezittin gen men zal inventarissen opmaken van alle roerende goederen men zal geene vergoeding toeslaan zoo min als men het deed voor de kloostergoederen. En wie wat te luidruchtig protesteert, zal ongetwijfeld ook uit het land ver bannen worden. En aldus, besluit Burger Picard, zal men op logische wijze de maatregelen voortzetten, die te gen de congregatiën genomen werden. VAN J. R. HUTCHINSON. Wat zegt ge daarvan gij, heeren libe ralen Die gevolgtrekking is immers eene onweêrlegbare redeneering afgeleid uit do voorbeelden van rechtsverkrachtin gen en rooverijen door de Fransche Republiek gegeven. Het is dus onbetwistbaar dat zy die de handelwijze der Fransche godsdienst haters bijtreden op voorhand, gelijk gezel Picard liet doet uitschijnen, al de aanslagen wettigen die het opgeruide volk vroeg of laat tegen de eigenaars en capitalisten groot of klein plegen kan. En men verkeere niet in eene valsche of bedrieglijke gerustheid, men beelde zich niet in dat er daarvoor geene ern stige vrees bestaat, dat het nooit zoo verre komen zal. Men weze op zijne hoede want eerder dan men denkt, kan de storm losbreken die alle persoonlijk bezit afschaffen zal door verheurtver- klaring ton voordecle van den Staat. "Wie ziet er niet dat de volksopruiers rusteloos aan 't werk zyn en geene gelegenheid laten ontsnappen om de geesten te doordringen der leerstelsels van 't collectivism of algemeen bezit De liberalen door hunne politiek van vergoddeloozing werken de roode volks opruiers in de hand en bereiden aldus 14* Vervolg. Ik liet mij weer zakken. Het scherpe vocht deed mij vreeselijk pijn, en ik was bang dat de man aan het roer - want die had mij die verrassing bezorgd, mijne hand of mijn hoofd zou gezien hebben. Hij riep echter niet en maakte zelfs geene beweging; ik had dus zijne aandacht niet getrokken en kroop achteruit met den rug tegen het schot tusschen het achteronder en de kajuit. Er was natuurlijk geene sprake mij op dek te wagen, zoolang Derrick en zijne mannen er nog waren. De man aan het roer zou mij zeker zien, eer ik het luik uit was de anderen zouden mij aanvallen en mij ten gronde werpen. En als ik gevat werd, hoe zou het dan gaan met het schip, wanneer de roovers het verlieten, zooals hun plan was. En met den wedstrijd wie er het eerat zou zijn En met den Gondkuil Neen, dat was te gevaarlijk Tot dit besluit kwam ik temeer toen ik boven het bruischen van 't water en 't klap peren van de zeilen een luid gesprek hoorde dat mij gerust stelde omtrent het lot van v&q Melisse. Nu, Healy vroeg Derrick's stem, is die boot nog niet klaar Spoed u dan toch Ik kan toch den heelen dag niet op één been blijven rondhuppelen Dat is waar zegde Healy, maar ik geloof dat ge het toch zult moeten doen. want de duivel mag mij halen, als ik de boot zie. Zij is zeker weggedreven. Dat ziet er leelijk uit. Ik luisterde aandachtig, want bij nader overleg was de eenige boot, die weggedre ven kon zijn, de boot, waarmee Derrick en zijne manschappen van de brik naar den schoener geroeid waien. En dat hij wsgge- dreven was geloofde ik niet. De verdwij ning van Melisse benevens het eenig be wijs dat zij in handen van haren broeder was gevallen, zooals ik eerst veronderstel de, overtuigden mij, dat het meisje beter zou weten waar de boot was gebleven, dan Healy. De boot was weg, waarschijnlijk met Melisse erin. Waarheen, of met welk doel, kon ik niet gissen, want het luide gesprek op het dek eischte al mijne aan dacht. Weggedreven hoe moet ik dan aan boord van de brik komen En nu volgde er eene reeks van tempeesten. Hallo riep de man aan het roer. Hallo antwoordde Healy. Te loevert ligt eene boot zegde de ander. Loop heen, riep Healy. De boot, waai mee wij gekomen zijn, heb ik zelf te. lij vastgelegd, de opkomende geslachten om in lateren leeftijd als collectivislen op te treden. Wie geen godsdienstig gevoel bezit, verliest al rasch de tien gehoden Gods en vooral het zevende uit het oog. Wanneer zullen de gematigde libe ralen dan toch eens de oogen openen De zeer liberale Gazette de Charleroi in een artikel over het nieuwe ministerie zegt De behendigheid noch de persoon lijke waarde ontbreken aan onze negen ministers. M. do Trooz, zoo hij geen diploma veroverd heeft, heeft een ontzaggelijke ondervinding der openbare vergadering verkregen en zal zich veel beter bedie nen van zijne schaamteloosheid aan van een doktoraat M. Renkin is het levend bewys van den weg welke eenen verstandigen en werkzamen man zonder fortuin kan doorloopen in onze democratische maat schappij Zijne zeer belangwekkende loopbaan antwoordt aan de schreeuwers welke gestadig spreken van de privi legiën van rijkdom en geboorte. Het zoude kinderlijk zijn de bevoegd heid te ontkennen van M. Descamps- David in zake van internationaal recht. M. Delheke is ook een self made man, dagbladschrijver, snelscliry ver, advo kaat, welke gelukt is door zijn werk en krachtdadigheid een groot fortuin te vergaderen. M. Davignon is niet de eerste de beste en heeft zich steeds goed uit den slag getrokken in de eereplaatsen welke hem toevertrouwd werden. M. Hubert, oud magistraat, welke nijveraar is geworden, is, zooals men gewoonlijk zegt, geen lomperik. M. Holleputte is een man van groote waarde. Ingenieur, leeraar, wordt hij minister van spoorwegen na beambte geweest te zijn. Men heeft dikwijls ge lachen met de verwaandheid van advo- katen, welke zich voor de vuist minister van hetzcllüe wat maken zooals de toe val van de politiek het wil. Reden te meer om te'bekennen dat, ditmaal, het ministerie van spoorwegen in handen is van een bevoegd man. Wat generaal Hellebaut betreft, er is maar eene stem in het leger 0111 hulde te brengen aan eenen keus welke, in de huidige omstandigheden, de minst onge lukkige is van die welke men kon doen. Ziedaar dus wat een liberaal blad uit de provincie Henegouwen zegt over onze nieuwe ministers. Wat beteekent daarna hetgesufvan 't orgaan der firma «VIJF EZELS» Niets, niets het breekt maar af, omdat het catholieke mannen zijn. Sinds eenige dagen bevindt het lichaam van St-Vincenlius Paulo zich te Ans, in het Noviciaat dor Zusters, ge sticht door St-Vincenlius k Paulo, en dat zijnen naam draagt. De kostbare relikwie verbleef in Frankrijk en daar men een revolution- naire schok vreesde, iets wat in dat vervolgersland altijd mogelijk is, heeft men die in het grootste geheim naar hier gebracht. De kas, die verscheidene millioenen waard is, werd door de geloovigen ge durende eeuwen verrijkt met edelstee- nen en andere kostbaarheden. Men heeft gevreesd dat het Fransche gouvernement er ten eigene voordeel de hand op zou leggen en zich meester ma ken van dit kunstwerk, dal alleen aan de edelmoedigheid der catholieken te danken is. Ook is de kas verdwenen. Maar de nonnen zijn niet ongerust over haar lot. Wat ervan zij, men vindt er geen spoor meer van. De nonnen hielden er niet aan dat de overbrengst van de relikwiën werd x'uchtbaar gemaakt. Te rechte vreesden zij eenen al te grooten toeloop van volk, misschien eerder gedreven door nieuws gierigheid dan uit godsdienstigheid Wij hebben ons naar het klooster be geven. wel te verstaan niet als dagblad schrijver, maar als lid van bescher- mingswerken der St-Vincentiusvereeni- ging en die titel gaf ons gelegenheid 0111 bij de overblijfsels van den Heiligen neer te knielen. Dat is nu verscheidene dagen geleden. Nu Vrijdag begon de zaak hier en daar bekend te raken en zoo zijn wij niet meer verplicht, het geheim langer te bewaren, zoo als wij ons zedelijker- wijze hadden voorgenomen. Het lijk van den H. Vincentius rust in eene buitengewoon lange doodskist, geplaatst achter het hoogaltaar van de kapel der novicen. Zij wordt op gestelde tijden,bij groote feestdagen geopend. (Handelsblad) Dat is waar, zegde Derrick, ik heb het gezien. Nu dan ben ik een leugenaar sprak de man aan het roer op spottenden toon. Zie maar eens te loevert, luie Ier, dan zult gij het zelf zien. Zoo, zal ik het zelf zien Nu, goed, vooruit dan maar spotte Healy, langzaam het dek overstekend Wel vrotg de roerganger. Waarlijk, zegde Healy, over de an dere verschansing ziende, de kerel spreekt de waarheid Lea daar ligt de schoonste sloep, die gij u kunt voorstellen... Meer verstond ik niet, want nu begreep ik er niets meer van. Eene sloeg Ik kon mijne ooren nauwelijks gelooven. De boot van den schoener was eene sloep, en daarmee was, zooals Melisse mij verteld had, Swabs aan wal gegaan om mijnen vader te zoeken. Was Swabs dan aan boord gekomen of vader zelf? Onmogelijk En toch, hoe meer ik er over dacht, de sloep was er ongetwijfeld, zooals Healy gezegd had, want nu stapten Derrick en twee zijner kameraden erin. Eer zij wegroeiden riep Derrick den achterblijvenden toe Denk er aan, wat ik u gezegd heb, jongen?. Niet bijdraaien eer het sein wordt gegeven. En nergens a nkomen waar gij niet aan noodig zijt. Aan den rhum in de kruik hebt gij genoeg totdat wij terugkee- ren, als gij niet al te veel dorst hebten wij brengen al het noodige mee, dus gij behoeft niet in de kajuit te gaan, jongens, Boonen en Princessen. Iedereen zal gaarne met ons bekennen dat boonen en princessen zeer kostelijke groenten zijn. Eerstens omdat zij een smakelijke spys zijn, die men op ver schillende tijdstippen van het jaar en onder verschillenden vorm kan opdie nen. Tweedens om hunne groote voe dende weerd, want gedroogde boonen bevatten zooveel voedende stoffen als vleesch. En eindelijk onder een ander oogpunt omdat princessen en boonen tot voor het uitrichten van eene grap kan men ons niets doen, als ge maar niets vernielt. Dus zóó beschouwde hij het kapen van den schoener als eene grap Waarlijk, de grap was voor ons leelijk genoeg, hoe onschuldig ze hem ook voorkwam, want waarschijnlijk zou zij vader en mij den Goudkuil kosten Zijne stem stierf weg op zee, en tegeliik hoorde ik ee. ander geluid, door de planken boven of achter mij dat wist ik niet juist. Het was een geluid, aisof sterke tan den langzaam een scheepsbeschuit opknab- belden en na eenige oogenblikken aan dachtig geluisterd te hebben, kwam ik tot de overtuiging dat het niet op het dek was, zooals ik eerst gemeend had, maar in de kajuit achter mij. Van Melisse was geene sprake, die was met de boot ontsnapt. Wie was er dus aan den anderen kant van het schot aan het beschuit eten De mannen op het dek zouden niet licht tegen Lea's verbod in de kajuit gaan, ter wille van eene steenharde scheepsbeschuit. Wie was het dan Ik dacht aan het lachen, dat ik gehoord had. en dat zoo goed geleek op het lachen van mijn vader, aan de sloep, die bij het scbip lag, nadat Swabs haar mee aan wd had genomen en zoo kwam ik tot het besluit, dat de beschuiteter niemand anders kon zijn, dan mijn vader of Swabs. Maar wie van de twee was het nu Gij begrijpt dat ik zeer nieuwsgierig was, want het antwoord op die vraag moest be de familie dei' vlinderbloemige planten behooren en dus de kostelijke eigenschap bezitten de vrye stikstof der lucht te vestigen en er den grond mede te ver rijken. Hoe meer deze teelt zich uitbreidt en hoe meer de landbouwers en de huis moeders er de weerde van beseffen hoe voordeeliger. Wij gelooven niet hier in 't bijzonder op de beste soorten te moeten wijzen Hedendaags zenden bijna alle zaadhan delaars hunne prijslijsten naar rechts en links en daarin vind t men desaangaand de gewenschte inlichtingen. Over de oordeelkundige bemesting integendeel vindt men weinig of geenen uitleg; en 't is nochtans een zeer belang rijk punt, want zoowel in de groenten- teelt als bij groote landbouwvruchten moet men aan de planten de mesten geven die haar bijzonder passen wil men niet alleen groote opbrengsten bekomen maar spaarzaam te werk gaan. Eene volledige bemesting bestaat ge woonlijk uit de teruggave van stikstof, fosfoorzuur, van potasch en van kalk. Nochtans zooals wij hooger reeds zagen, uit de levensleer en de ondervinding blijkt dat die planten de stikstof gratis uit de lucht krijgen. Wij moeien ons er dus maar weinig mede bekommeren. Het gebeurt echter dat eene geringe hoeveelheid stikstof, in de eerste ontwikkelingsperiode zeer voordoelig werkt, vooral iu magere gronden Doch in moestuinen is dit zelden het geval. Wat de minerale hoslanddeelen aan gaat, deze moeten mildelijk toegediend worden. Eene proef in 1906 gedaan doorM. Fobelets te Aarschot, gal' do volgende uitslagen Zonder bemesting 155 kgr. Met volledige bemesting 205 Zonder potasch 176 Eene andere proef gedaan door M. Sannen. hovenier in dezelfde stad gaf aan droge erwten per are perceel zonder potasch 25,1 kgr. met potasch 28,4 Uit deze cyfers blijkt genoegzaam, dat eene minerale bemesting en vooral de teruggave van potasch zeer loonend is, de potasch is inderdaad dedomi nante der vlinderbloemige planten, 't is te zeggen die stof welke de hoofdrol speelt. Wat het fosfoorzuur aangaat, niette genstaande de kleine hoeveelheid welke de scheikundigen ervan in de asch dier planten vinden, zijn princessen en boo nen zeer dankbaar voor eene bemesting met superfosfaat of staalslakken. En nochtans hoe dikwijls gebeurt het niet dat ze zich met beir alleen moeten tevreden stellen Is het dan te verwon deren dat sommige raenschen geen schoone groenten te hebben WILLIAM. De liberale gemeenteraadsleden van het land vergaderden Donderdag der verledene week te Brussel. Zij toon den andermaal aan wat zy aangaande deVryheid en den Godsdienst in 't schild voeren. De volgende beslissingen door de maconnieke logie ingeblazen werden genomen Aangaande de kwestie der school- soep is het congres van gevoelon dat de gemeenten geene toelagen moeten ver- leenen voor het uitdeelen van soep, tenzij deze uitsluitend bestemd zij voor de leerlingeu der gemeentescholen. De gemeenten moeten de werken ten voordeeleder oud-leerlingen onder steunen. i) In de kwestie dor ontslaging van den leergang van godsdienst moeten de liberale raadsleden zich laten leiden door het princiep geen godsdienston derwijs zou mogen gegecen worden. Het congres is nog van gevoelen dat men moet werken door de stichting van vrije,niet godsdienstige normaalscholen. Eindelijk wordt de wensch uitge drukt dat er wereldlijke meisjespen sionaten zouden gesticht worden. Ongetwijfeld zullen de twee laatste punten in den hoed blijven. Ondanks zekere liberale scribenten gedurig be weren dat wij, catholieken, by het stichten van scholen voordeel of profijt vinden, loonen onze tegenstrevers wei nig lust om ons na te volgen. Wat het stichten van wereldlyke meisjespen sionaten betreft, wie zal het durven wagen op gevaar af van te mislukken daar de liberalen zeiven de opvoeding hunner dochters aan geestelijke gestich ten toevertrouwen slissen over de toekomst van den Goudkuil. Als het Swabs was. zou het mij niet veel helpen, want al waren de roovers weg, dan kon ik toch alleen met den jongen van twaalf jaar den schoener niet besturen. Maar al6 het mijn vader was Ik zal gauw gaan zien, wie het is nam ik mij voor, terwijl ik opstond. Het achteronder was eigenlijk slechts eene voortzetting van de kajuit, half zoo hoog en niet afgewerkt. Oorspronkelijk was het bestemd tot slaapplaats voor de man schappen en kwam door eene deur in het schot van de kajuit uit Ik beproefde het slot open te doen, wat mij gelukte. De deur ging open en ik stond in de ruime kajuit. Er was weinig licht en nog minder lucht, want de luiken waren dicht, en het zeil van de kajuitskap was er nog niet af geweest. Onwillekeurig zag ik naar stuurboord, waarde kooi van den kapitein was. Eeerst kon ik niets onderscheiden, doch weldra bespeurde ik in de halve duisternis den omtrek van een paar waterlaarzen die tegen de kooi stonden. In de kooi zag ik beweging. Op de teenen sloop ik er heen, Daar lag op zijnen elleboog eene geleund, een halve scheepsbeschuit in de hand, en schuddend va lachen, mijn vader zelf. Wel kameraad riep de kapitein vroo- lijk, hoe bevalt u die rooftocht op uw eigen schip Ik geloof eigenlijk, dat wij geroofd NIET TEGEN DEN GODS DIENST. Neen, zegt Vooruit van Gent, voor de duizendste maal her haald Wij zijn tegen den gods- dienst niet. Maar wij zijn even min tegen de vrijdenkers 't Zou er nog aan mankeeren Vooruit schreef op 14 Februari 1892 Wij, schryvers van Vooruit ken nen geen enkelen god zoo min dien der Christenen, als dien der Chi- neezen of Mahomedanen. Te rechte doet dus Het Fondsen blad bemerken Inderdaad 't zou er aan mankeeren dat de opstellers van het blad Vooruit, allen vrijdenkers en godsdiensthaters van 't echte ras, tegen de vrijdenkers, dat wil zeggen tegen zich zeiven zouden zyn. Op de veemarkten van Brussel en Cureghem Anderlecht werden gedu rende de maand April te koop gesteld 2308 ossen, 3920 koeien, 1069 stieren, 6231 kalveren, 15,650 varkens, 3593 schapen, 'tzij te samen 31,770 stuks. worden, zegde ik. Maar spreekt toch niet zoo hard, vader, anders hoort die kerel aan het roer ons. Zijt gij alleen Alleen Ja, dat is, totdat gij zijt binnengekomen Wat hebt gij uitgevoerd, jongen Uw gezicht ziet er uit als een teerborBtel en... zie, het hangt vol bloed ook Toen ging ik op den hoek van de kooi zitten en vertelde mijne nachtelijke avontu ren. Hij luisterde met de gespannen aan dacht van een kind en de diepe aandoening van eenen man nu eens stikkend van het larhen, dan in woede opstuivend. Toen ik van Melisse's helhaftig gedrag verhaalde, greep hij opeens mijne hand. Ik ben onrechtvaardig geweest tegen over het meisje, zeide hij op schorren toon. Neen, vader, zeide ik, gij hebt haar alleen beoordeeld naar hare familie en in derdaad dat is een gemeen boeltje, die Der ricks. Maar Melisse, vader, zij is zoo man moedig en flink als iemand durft denken. Zij zou de familie Tinker eer aandoen, zeide hij, mij veelbeteekenend aanstarende. Ik werd gloeiend rood, en ofschoon ik niet op mijn gemak was, deed zijn gezegde mij toch genoegen. Hoe zijt gij aan boord gekomen, stot terde ik, op onhandige manier eene aflei ding zoekend. Maar eer wij verder gaan, hoeveel man zijn er op het dek Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1907 | | pagina 1