Zondag 19 Mei 1907
5 centiemen per nummer
S7,te Jaar 5949
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM.
ihm
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Overweegt,
heeren liberalen
DE GOUDKUIL
De nieuwe ministers
beoordeeld door
eenen tegenstrever.
Eene kostbare
relikwie in België.
GROENTENTEELT
DITJES en DATJES.
DE DENDEFBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
icening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE ftOlJU.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3<* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlyk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa
dit blad.
Aalst, IS Mei 19G5.
Ja, overweegt, gij, liberale heeren,
die er in algemeenen regel zooveel be
hagen, zooveel genoegen in schept wan
neer uwe geusche organen tegen de
kloosters blaffen gelyk helsche honden.
Hoeveel genoegen schept gij er in
wanneer gij uwe penlakeien de rijkdom
men der kloosters ziet aanklagen en de
wijze op de welke zij werden verkregen
laken En dan die uitleggingen, die
beschouwingen van zulken duivelschen
aard dat zy by hunne lezers haat en
afkeer voor de kloosterlingen en vijand
schap voor den Godsdienst moeten ver
wekken.
Wy zeggen beschouwingen van dui
velschen aard, omdat de voorstelling
met overdrijvingen, moedwillige leu
gens, ongegronde beschuldigingen en
vuige lastertaal is doorspekt.
En men weze gerust, het eene geusche
orgaan deelt 't eerste 't beste schrijven
meê tegen de kloosters dat het an
dere afkondigde. Ja, zonder zich er
me6 te bekommeren of na te gaan
of het soms geene aaneenschakeling is
van logen en lastertaal, drukken al de
geusche dag- en weekbladen het na...
't Is koekoek een zang.
Maar wat wil men toch Tegen de
R. G. Kerk, tegen de Geestelijkheid,
tegen de Kloosterlingen, tegen den
Godsdienst is alles toegelaten.
Dit stelsel van schelden, beleedigen,
liegen en lasteren hebben onze liberalen
nageleerd van hunne Fransche logie-
broers.
Jaren lang was die taktiek in werking
en wat was er 't gevolg van Er is
een algemeen gevoel van verachting
voor de kloosterlingen verwekt gewor
den bij zooverre dat de Fransche Repu
bliek ze buiten de wet kon stellen, ze uit
't Land verbannen en hunne goederen
rooven zonder dat de meerderheid van
't Fransche volk er een krachtdadig
protest tegen aanteekende.
Natuurlijk vinden onze Belgische libe
ralen dien toestand in Frankryk ver
kregen overheerlijk 't is immers, vol
gens hen, eene schitterende zegepraal
behaald door het liberalism op 't Catho
licism. Zij betreuren dat dit voorbeeld
door Frankrijk gegeven hier nog niet
kan nageleefd worden.
De godsdiensthaat moet den geest
onzer liberalen zoo zeer benevelen dat
zij niet bemerken hoe zij door hunne
handelwijze het eigendomsrecht onder
mijnen, de begeerlijkheid der menigte
opwekken en lessen van inpalming,
van gezagsmiskenning aan de mindere
standen en hunne opruiers geven.
Senateur Picard, een socialist die zijn
vrijen zeg wil behouden, schreef over
dit onderwerp een leerzaam artikel dat
door i) Le Peuple werd meêgedeeld.
In Frankrijk, zegt M Picard,
heeft men zonder veel moeite en
zonder groote pijn, op heelkun-
dige wijze de goederen der kloos-
ters onteigend (ontroofd)
Dat is een spoor en een weg-
wijzer.
Er valt het zelfde te doen voor
de kasteelen, in afwachting van
het verder gevolg.
Gezel Picard bewijst vorder dat, om
de groote wereldlijke eigenaars te ont
eigenen, men de zelfde do reden kan
inroepen die de Fransche roovers bij
brachten om de kloostergoederen in te
palmen,
Men moet slechts doen lijk Combes
cn Clemenceau deden. Men zal de ge
wapende macht ter hulp roepen om met
geweld die eigenaars te onteigenen die
zich niet gedwee zouden onderwerpen
om afsland te doen van hunne bezittin
gen men zal inventarissen opmaken
van alle roerende goederen men zal
geene vergoeding toeslaan zoo min als
men het deed voor de kloostergoederen.
En wie wat te luidruchtig protesteert,
zal ongetwijfeld ook uit het land ver
bannen worden.
En aldus, besluit Burger Picard,
zal men op logische wijze de
maatregelen voortzetten, die te
gen de congregatiën genomen
werden.
VAN
J. R. HUTCHINSON.
Wat zegt ge daarvan gij, heeren libe
ralen
Die gevolgtrekking is immers eene
onweêrlegbare redeneering afgeleid uit
do voorbeelden van rechtsverkrachtin
gen en rooverijen door de Fransche
Republiek gegeven.
Het is dus onbetwistbaar dat zy die
de handelwijze der Fransche godsdienst
haters bijtreden op voorhand, gelijk
gezel Picard liet doet uitschijnen, al
de aanslagen wettigen die het opgeruide
volk vroeg of laat tegen de eigenaars
en capitalisten groot of klein plegen
kan.
En men verkeere niet in eene valsche
of bedrieglijke gerustheid, men beelde
zich niet in dat er daarvoor geene ern
stige vrees bestaat, dat het nooit zoo
verre komen zal. Men weze op zijne
hoede want eerder dan men denkt, kan
de storm losbreken die alle persoonlijk
bezit afschaffen zal door verheurtver-
klaring ton voordecle van den Staat.
"Wie ziet er niet dat de volksopruiers
rusteloos aan 't werk zyn en geene
gelegenheid laten ontsnappen om de
geesten te doordringen der leerstelsels
van 't collectivism of algemeen bezit
De liberalen door hunne politiek van
vergoddeloozing werken de roode volks
opruiers in de hand en bereiden aldus
14* Vervolg.
Ik liet mij weer zakken. Het scherpe
vocht deed mij vreeselijk pijn, en ik was
bang dat de man aan het roer - want die
had mij die verrassing bezorgd, mijne hand
of mijn hoofd zou gezien hebben. Hij riep
echter niet en maakte zelfs geene beweging;
ik had dus zijne aandacht niet getrokken
en kroop achteruit met den rug tegen het
schot tusschen het achteronder en de
kajuit.
Er was natuurlijk geene sprake mij op
dek te wagen, zoolang Derrick en zijne
mannen er nog waren. De man aan het
roer zou mij zeker zien, eer ik het luik uit
was de anderen zouden mij aanvallen en
mij ten gronde werpen.
En als ik gevat werd, hoe zou het dan
gaan met het schip, wanneer de roovers
het verlieten, zooals hun plan was. En
met den wedstrijd wie er het eerat zou zijn
En met den Gondkuil Neen, dat was te
gevaarlijk
Tot dit besluit kwam ik temeer toen ik
boven het bruischen van 't water en 't klap
peren van de zeilen een luid gesprek hoorde
dat mij gerust stelde omtrent het lot van
v&q Melisse.
Nu, Healy vroeg Derrick's stem, is
die boot nog niet klaar Spoed u dan toch
Ik kan toch den heelen dag niet op één
been blijven rondhuppelen
Dat is waar zegde Healy, maar ik
geloof dat ge het toch zult moeten doen.
want de duivel mag mij halen, als ik de
boot zie. Zij is zeker weggedreven. Dat
ziet er leelijk uit.
Ik luisterde aandachtig, want bij nader
overleg was de eenige boot, die weggedre
ven kon zijn, de boot, waarmee Derrick en
zijne manschappen van de brik naar den
schoener geroeid waien. En dat hij wsgge-
dreven was geloofde ik niet. De verdwij
ning van Melisse benevens het eenig be
wijs dat zij in handen van haren broeder
was gevallen, zooals ik eerst veronderstel
de, overtuigden mij, dat het meisje beter
zou weten waar de boot was gebleven, dan
Healy. De boot was weg, waarschijnlijk
met Melisse erin. Waarheen, of met welk
doel, kon ik niet gissen, want het luide
gesprek op het dek eischte al mijne aan
dacht.
Weggedreven hoe moet ik dan aan
boord van de brik komen En nu volgde er
eene reeks van tempeesten.
Hallo riep de man aan het roer.
Hallo antwoordde Healy.
Te loevert ligt eene boot zegde de
ander.
Loop heen, riep Healy. De boot,
waai mee wij gekomen zijn, heb ik zelf te.
lij vastgelegd,
de opkomende geslachten om in lateren
leeftijd als collectivislen op te treden.
Wie geen godsdienstig gevoel bezit,
verliest al rasch de tien gehoden Gods
en vooral het zevende uit het oog.
Wanneer zullen de gematigde libe
ralen dan toch eens de oogen openen
De zeer liberale Gazette de Charleroi
in een artikel over het nieuwe ministerie
zegt
De behendigheid noch de persoon
lijke waarde ontbreken aan onze negen
ministers.
M. do Trooz, zoo hij geen diploma
veroverd heeft, heeft een ontzaggelijke
ondervinding der openbare vergadering
verkregen en zal zich veel beter bedie
nen van zijne schaamteloosheid aan
van een doktoraat
M. Renkin is het levend bewys van
den weg welke eenen verstandigen en
werkzamen man zonder fortuin kan
doorloopen in onze democratische maat
schappij Zijne zeer belangwekkende
loopbaan antwoordt aan de schreeuwers
welke gestadig spreken van de privi
legiën van rijkdom en geboorte.
Het zoude kinderlijk zijn de bevoegd
heid te ontkennen van M. Descamps-
David in zake van internationaal recht.
M. Delheke is ook een self made man,
dagbladschrijver, snelscliry ver, advo
kaat, welke gelukt is door zijn werk
en krachtdadigheid een groot fortuin te
vergaderen.
M. Davignon is niet de eerste de beste
en heeft zich steeds goed uit den slag
getrokken in de eereplaatsen welke hem
toevertrouwd werden.
M. Hubert, oud magistraat, welke
nijveraar is geworden, is, zooals men
gewoonlijk zegt, geen lomperik.
M. Holleputte is een man van groote
waarde. Ingenieur, leeraar, wordt hij
minister van spoorwegen na beambte
geweest te zijn. Men heeft dikwijls ge
lachen met de verwaandheid van advo-
katen, welke zich voor de vuist minister
van hetzcllüe wat maken zooals de toe
val van de politiek het wil. Reden te
meer om te'bekennen dat, ditmaal, het
ministerie van spoorwegen in handen is
van een bevoegd man.
Wat generaal Hellebaut betreft, er is
maar eene stem in het leger 0111 hulde te
brengen aan eenen keus welke, in de
huidige omstandigheden, de minst onge
lukkige is van die welke men kon
doen.
Ziedaar dus wat een liberaal blad uit
de provincie Henegouwen zegt over
onze nieuwe ministers. Wat beteekent
daarna hetgesufvan 't orgaan der firma
«VIJF EZELS» Niets, niets het breekt
maar af, omdat het catholieke mannen
zijn.
Sinds eenige dagen bevindt het
lichaam van St-Vincenlius Paulo zich
te Ans, in het Noviciaat dor Zusters, ge
sticht door St-Vincenlius k Paulo, en
dat zijnen naam draagt.
De kostbare relikwie verbleef in
Frankrijk en daar men een revolution-
naire schok vreesde, iets wat in dat
vervolgersland altijd mogelijk is, heeft
men die in het grootste geheim naar
hier gebracht.
De kas, die verscheidene millioenen
waard is, werd door de geloovigen ge
durende eeuwen verrijkt met edelstee-
nen en andere kostbaarheden.
Men heeft gevreesd dat het Fransche
gouvernement er ten eigene voordeel de
hand op zou leggen en zich meester ma
ken van dit kunstwerk, dal alleen aan
de edelmoedigheid der catholieken te
danken is.
Ook is de kas verdwenen. Maar de
nonnen zijn niet ongerust over haar lot.
Wat ervan zij, men vindt er geen spoor
meer van.
De nonnen hielden er niet aan dat de
overbrengst van de relikwiën werd
x'uchtbaar gemaakt. Te rechte vreesden
zij eenen al te grooten toeloop van volk,
misschien eerder gedreven door nieuws
gierigheid dan uit godsdienstigheid
Wij hebben ons naar het klooster be
geven. wel te verstaan niet als dagblad
schrijver, maar als lid van bescher-
mingswerken der St-Vincentiusvereeni-
ging en die titel gaf ons gelegenheid 0111
bij de overblijfsels van den Heiligen
neer te knielen.
Dat is nu verscheidene dagen geleden.
Nu Vrijdag begon de zaak hier en
daar bekend te raken en zoo zijn wij
niet meer verplicht, het geheim langer
te bewaren, zoo als wij ons zedelijker-
wijze hadden voorgenomen.
Het lijk van den H. Vincentius rust
in eene buitengewoon lange doodskist,
geplaatst achter het hoogaltaar van de
kapel der novicen.
Zij wordt op gestelde tijden,bij groote
feestdagen geopend. (Handelsblad)
Dat is waar, zegde Derrick, ik
heb het gezien.
Nu dan ben ik een leugenaar sprak
de man aan het roer op spottenden toon.
Zie maar eens te loevert, luie Ier, dan zult
gij het zelf zien.
Zoo, zal ik het zelf zien Nu, goed,
vooruit dan maar spotte Healy, langzaam
het dek overstekend
Wel vrotg de roerganger.
Waarlijk, zegde Healy, over de an
dere verschansing ziende, de kerel spreekt
de waarheid Lea daar ligt de schoonste
sloep, die gij u kunt voorstellen...
Meer verstond ik niet, want nu begreep
ik er niets meer van. Eene sloeg
Ik kon mijne ooren nauwelijks gelooven.
De boot van den schoener was eene sloep,
en daarmee was, zooals Melisse mij verteld
had, Swabs aan wal gegaan om mijnen
vader te zoeken. Was Swabs dan aan boord
gekomen of vader zelf? Onmogelijk En
toch, hoe meer ik er over dacht, de sloep
was er ongetwijfeld, zooals Healy gezegd
had, want nu stapten Derrick en twee
zijner kameraden erin. Eer zij wegroeiden
riep Derrick den achterblijvenden toe
Denk er aan, wat ik u gezegd heb,
jongen?. Niet bijdraaien eer het sein wordt
gegeven. En nergens a nkomen waar gij
niet aan noodig zijt. Aan den rhum in de
kruik hebt gij genoeg totdat wij terugkee-
ren, als gij niet al te veel dorst hebten
wij brengen al het noodige mee, dus gij
behoeft niet in de kajuit te gaan, jongens,
Boonen en Princessen.
Iedereen zal gaarne met ons bekennen
dat boonen en princessen zeer kostelijke
groenten zijn. Eerstens omdat zij een
smakelijke spys zijn, die men op ver
schillende tijdstippen van het jaar en
onder verschillenden vorm kan opdie
nen. Tweedens om hunne groote voe
dende weerd, want gedroogde boonen
bevatten zooveel voedende stoffen als
vleesch. En eindelijk onder een ander
oogpunt omdat princessen en boonen tot
voor het uitrichten van eene grap kan men
ons niets doen, als ge maar niets vernielt.
Dus zóó beschouwde hij het kapen van
den schoener als eene grap Waarlijk,
de grap was voor ons leelijk genoeg, hoe
onschuldig ze hem ook voorkwam, want
waarschijnlijk zou zij vader en mij den
Goudkuil kosten
Zijne stem stierf weg op zee, en tegeliik
hoorde ik ee. ander geluid, door de planken
boven of achter mij dat wist ik niet
juist. Het was een geluid, aisof sterke tan
den langzaam een scheepsbeschuit opknab-
belden en na eenige oogenblikken aan
dachtig geluisterd te hebben, kwam ik tot
de overtuiging dat het niet op het dek was,
zooals ik eerst gemeend had, maar in de
kajuit achter mij.
Van Melisse was geene sprake, die was
met de boot ontsnapt. Wie was er dus aan
den anderen kant van het schot aan het
beschuit eten De mannen op het dek
zouden niet licht tegen Lea's verbod in de
kajuit gaan, ter wille van eene steenharde
scheepsbeschuit. Wie was het dan Ik
dacht aan het lachen, dat ik gehoord had.
en dat zoo goed geleek op het lachen van
mijn vader, aan de sloep, die bij het scbip
lag, nadat Swabs haar mee aan wd had
genomen en zoo kwam ik tot het besluit,
dat de beschuiteter niemand anders kon
zijn, dan mijn vader of Swabs. Maar wie
van de twee was het nu
Gij begrijpt dat ik zeer nieuwsgierig was,
want het antwoord op die vraag moest be
de familie dei' vlinderbloemige planten
behooren en dus de kostelijke eigenschap
bezitten de vrye stikstof der lucht te
vestigen en er den grond mede te ver
rijken.
Hoe meer deze teelt zich uitbreidt en
hoe meer de landbouwers en de huis
moeders er de weerde van beseffen hoe
voordeeliger.
Wij gelooven niet hier in 't bijzonder
op de beste soorten te moeten wijzen
Hedendaags zenden bijna alle zaadhan
delaars hunne prijslijsten naar rechts en
links en daarin vind t men desaangaand
de gewenschte inlichtingen.
Over de oordeelkundige bemesting
integendeel vindt men weinig of geenen
uitleg; en 't is nochtans een zeer belang
rijk punt, want zoowel in de groenten-
teelt als bij groote landbouwvruchten
moet men aan de planten de mesten
geven die haar bijzonder passen wil men
niet alleen groote opbrengsten bekomen
maar spaarzaam te werk gaan.
Eene volledige bemesting bestaat ge
woonlijk uit de teruggave van stikstof,
fosfoorzuur, van potasch en van kalk.
Nochtans zooals wij hooger reeds zagen,
uit de levensleer en de ondervinding
blijkt dat die planten de stikstof gratis
uit de lucht krijgen. Wij moeien ons er
dus maar weinig mede bekommeren.
Het gebeurt echter dat eene geringe
hoeveelheid stikstof, in de eerste
ontwikkelingsperiode zeer voordoelig
werkt, vooral iu magere gronden Doch
in moestuinen is dit zelden het geval.
Wat de minerale hoslanddeelen aan
gaat, deze moeten mildelijk toegediend
worden. Eene proef in 1906 gedaan
doorM. Fobelets te Aarschot, gal' do
volgende uitslagen
Zonder bemesting 155 kgr.
Met volledige bemesting 205
Zonder potasch 176
Eene andere proef gedaan door M.
Sannen. hovenier in dezelfde stad gaf
aan droge erwten per are
perceel zonder potasch 25,1 kgr.
met potasch 28,4
Uit deze cyfers blijkt genoegzaam,
dat eene minerale bemesting en vooral
de teruggave van potasch zeer loonend
is, de potasch is inderdaad dedomi
nante der vlinderbloemige planten,
't is te zeggen die stof welke de hoofdrol
speelt.
Wat het fosfoorzuur aangaat, niette
genstaande de kleine hoeveelheid welke
de scheikundigen ervan in de asch dier
planten vinden, zijn princessen en boo
nen zeer dankbaar voor eene bemesting
met superfosfaat of staalslakken.
En nochtans hoe dikwijls gebeurt het
niet dat ze zich met beir alleen moeten
tevreden stellen Is het dan te verwon
deren dat sommige raenschen geen
schoone groenten te hebben
WILLIAM.
De liberale gemeenteraadsleden
van het land vergaderden Donderdag
der verledene week te Brussel. Zij toon
den andermaal aan wat zy aangaande
deVryheid en den Godsdienst in 't schild
voeren. De volgende beslissingen door
de maconnieke logie ingeblazen werden
genomen
Aangaande de kwestie der school-
soep is het congres van gevoelon dat de
gemeenten geene toelagen moeten ver-
leenen voor het uitdeelen van soep,
tenzij deze uitsluitend bestemd zij voor
de leerlingeu der gemeentescholen.
De gemeenten moeten de werken
ten voordeeleder oud-leerlingen onder
steunen.
i) In de kwestie dor ontslaging van
den leergang van godsdienst moeten de
liberale raadsleden zich laten leiden
door het princiep geen godsdienston
derwijs zou mogen gegecen worden.
Het congres is nog van gevoelen dat
men moet werken door de stichting van
vrije,niet godsdienstige normaalscholen.
Eindelijk wordt de wensch uitge
drukt dat er wereldlijke meisjespen
sionaten zouden gesticht worden.
Ongetwijfeld zullen de twee laatste
punten in den hoed blijven. Ondanks
zekere liberale scribenten gedurig be
weren dat wij, catholieken, by het
stichten van scholen voordeel of profijt
vinden, loonen onze tegenstrevers wei
nig lust om ons na te volgen. Wat het
stichten van wereldlyke meisjespen
sionaten betreft, wie zal het durven
wagen op gevaar af van te mislukken
daar de liberalen zeiven de opvoeding
hunner dochters aan geestelijke gestich
ten toevertrouwen
slissen over de toekomst van den Goudkuil.
Als het Swabs was. zou het mij niet veel
helpen, want al waren de roovers weg, dan
kon ik toch alleen met den jongen van
twaalf jaar den schoener niet besturen.
Maar al6 het mijn vader was
Ik zal gauw gaan zien, wie het is
nam ik mij voor, terwijl ik opstond.
Het achteronder was eigenlijk slechts
eene voortzetting van de kajuit, half zoo
hoog en niet afgewerkt. Oorspronkelijk was
het bestemd tot slaapplaats voor de man
schappen en kwam door eene deur in het
schot van de kajuit uit Ik beproefde het
slot open te doen, wat mij gelukte. De deur
ging open en ik stond in de ruime kajuit.
Er was weinig licht en nog minder lucht,
want de luiken waren dicht, en het zeil van
de kajuitskap was er nog niet af geweest.
Onwillekeurig zag ik naar stuurboord,
waarde kooi van den kapitein was.
Eeerst kon ik niets onderscheiden, doch
weldra bespeurde ik in de halve duisternis
den omtrek van een paar waterlaarzen die
tegen de kooi stonden. In de kooi zag ik
beweging. Op de teenen sloop ik er heen,
Daar lag op zijnen elleboog eene geleund,
een halve scheepsbeschuit in de hand, en
schuddend va lachen, mijn vader zelf.
Wel kameraad riep de kapitein vroo-
lijk, hoe bevalt u die rooftocht op uw eigen
schip
Ik geloof eigenlijk, dat wij geroofd
NIET TEGEN DEN GODS
DIENST. Neen, zegt Vooruit van
Gent, voor de duizendste maal her
haald Wij zijn tegen den gods-
dienst niet. Maar wij zijn even
min tegen de vrijdenkers 't Zou
er nog aan mankeeren
Vooruit schreef op 14 Februari 1892
Wij, schryvers van Vooruit ken
nen geen enkelen god zoo min dien
der Christenen, als dien der Chi-
neezen of Mahomedanen.
Te rechte doet dus Het Fondsen
blad bemerken
Inderdaad 't zou er aan mankeeren
dat de opstellers van het blad Vooruit,
allen vrijdenkers en godsdiensthaters
van 't echte ras, tegen de vrijdenkers,
dat wil zeggen tegen zich zeiven
zouden zyn.
Op de veemarkten van Brussel
en Cureghem Anderlecht werden gedu
rende de maand April te koop gesteld
2308 ossen, 3920 koeien, 1069 stieren,
6231 kalveren, 15,650 varkens, 3593
schapen, 'tzij te samen 31,770 stuks.
worden, zegde ik. Maar spreekt toch niet
zoo hard, vader, anders hoort die kerel aan
het roer ons. Zijt gij alleen
Alleen Ja, dat is, totdat gij zijt
binnengekomen Wat hebt gij uitgevoerd,
jongen Uw gezicht ziet er uit als een
teerborBtel en... zie, het hangt vol bloed
ook
Toen ging ik op den hoek van de kooi
zitten en vertelde mijne nachtelijke avontu
ren. Hij luisterde met de gespannen aan
dacht van een kind en de diepe aandoening
van eenen man nu eens stikkend van het
larhen, dan in woede opstuivend.
Toen ik van Melisse's helhaftig gedrag
verhaalde, greep hij opeens mijne hand.
Ik ben onrechtvaardig geweest tegen
over het meisje, zeide hij op schorren toon.
Neen, vader, zeide ik, gij hebt haar
alleen beoordeeld naar hare familie en in
derdaad dat is een gemeen boeltje, die Der
ricks. Maar Melisse, vader, zij is zoo man
moedig en flink als iemand durft denken.
Zij zou de familie Tinker eer aandoen,
zeide hij, mij veelbeteekenend aanstarende.
Ik werd gloeiend rood, en ofschoon ik
niet op mijn gemak was, deed zijn gezegde
mij toch genoegen.
Hoe zijt gij aan boord gekomen, stot
terde ik, op onhandige manier eene aflei
ding zoekend. Maar eer wij verder gaan,
hoeveel man zijn er op het dek
Wordt voortgezet.