Donderdag 25 Juli 1907 5 centiemen per nummer. 57ite Jaar 3967 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Tot overweging „Eert Vader en Moeder. ht, DOM HOUDEN EEN EN AlXDElt. DE DENDERBODÊ Pit blad Terschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan ia tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 'a jaara, fr. 3-26 voor zee maanden fr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 3i December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CIIIQOK HUUM. Per drukregel. Gewone 16 oentiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen »p 3** bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren Nota rissen moeten hunne inaendingen doen, uiterlijk tegen den djjnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 34 Juli 190?. Indien men zonder vooroordeel nagaat en overweegt al wat het Fransch Bestuur sedert 30 jaren en het Belgisch Bestuur van 1878 lot 1884 tot stand brachten en daar bij al wat er nog dage lijks in de liberale en socialistische organen der beide landen geschreven wordt tegen Geloof en Zeden, dan moet men onbetwistbaar bekennen dat er eene geheime macht bestaat die den ondergang van 't chrislene Geloof en het bederf der zeden gezworen heeft dat die macht onverpoosd werkt om dit doel te bereiken dat de liberalen en socialisten de slaven dier macht zyn daar zij er blin delings aan gehoorzamen. Die geheime macht is 't maconnism. Het kwaad, anders gezegd, de godde loosheid en 't zedenbederf is dus eene partij geworden eene partij die eene inrichting bezit, die hare volgelingen ten stryde voert, eene partij die hare rechten eischt. En wat rechten eischt zij Het recht om goddeloosheid en ontucht voor 't volk gemakkelijker te maken Het recht van door alle mogelijke middelen het volk tot goddeloosheid en ontucht op te hitsen Het recht van 't volk tot goddeloos heid en ontucht te mogen dwingen. Hoe men zulk doel en zulke handel wijze ook door groote woorden ver- schoone, moeten zij bij alle rechtgeaarde menschen onafmetelyke verontweerdi- ging verwekken. Hoe laag moet hy gedaald zijn, hij die zich als doel zyns levens voorstelt niet alleen zich zei ven aan 't kwade, aan 't slecht over te loveren, maar zijn evenaaste ook in 't verderf wil storten Neen, geene woorden zijn sterk ge noeg om die handelwijze te veroordee- len en te brandmerken. Die partij is de schande van 'tmensch- dom. En men bewere toch niet dat die party niet bestaat. Haar bestaan ontkennen ware het middaglicht loochenen. IDe feiten en daadzaken bewyzen maar te klaar dat er in Frankrijk en België een leger, van zedelijke moordenaars, van vernielers van den godsdienstzin, van zielenroovers bestaat. XII. I5e vervolg. EEN STERFBED. Meester Gebhard zal het niet lang jneer maken jammer voor den eens zoo JVïchoonen, kachtigen man, zoo ging het Ai-Moor de gansche stad, en niemand die er niet bijvoegde, of hij dacht die ellende ling van een Gustaafwant ook niet de geringste bijzonderheid was onbekend ge- 'pebleven. Inderdaad, de wonde, geslagen aan het kart van den vader en den meester, wilde piet heelen. Zij bloed steeds door. Hij treurde over den verloren zoon, hij treurde over eigen schuld, hij treurde over i^en ondergang van zijn vermogen en zijn evensgeluk. Hij zelve was als een schim geworden ;egen vroeger. Het eens zoo volle, blozend 'elaat was vaal en rerimpeld zijn in vroe gere jaren zoo mannelijke, flinke houding vas weg hij liep gebukt, en de sterke nan voelde, dat de kracht uit hem geweken was. Een soort van overtuiging dat zijn lijd uit had, een matheid, een afgeleefd- ils teid, een ware levensmoeheid had zich van 'rou'wm meestergemaakt. ;istefl Eindelijk moest hij te bed blijven, ad rul Dit leger is ten dienste dier partij, maconnism geheeten, gelijk wij het hooger zeggen. Wie staat aan 't hoofd van maconnism, wie bestiert het, wie doet het handelend optreden Wie anders kan het zijn dan hy die de oorsprong is van het kwaad wij hebben Satan genoemd. Welk is het wapen dat hot bij voor keur gebruikt De verergernis Het schandaal Schandaal aan kinderen, jongelingen en jonge dochters Schandaal aan bur gers on werklieden Wie zijn zyne handlangers Liberale of geusche gazetschrijvers, romanschrijvers, boekhandelaars, thea terspelers, redenaars en voordracht gevers, gezagvoerders vooral in Frank rijk en in België. Ziedaar de handlangers van 't macon nism. Men roepe ons niet toe Ge spaart de waarheid, want dagelijks zijn wij ge tuigen van de openbare verergernis en godverloochoniug, der zedelijke ver woestingen die zij veroorzaken Medeburgers Overweegt Dat het streven der catholieke geeste lijkheid was, het volk en vooral den eenvoudigen boer dom te houden, is een vooroordeel geweest, dat langen tyd opgang maakte en nu nog niet heel is uitgeroeid. Zelfs zy, die eene wet uitvaardigen, dat ieder, die zich in staat achtte onder wijs te geven, in eeu der vakken van hooger onderwys, als het hem goed dacht, vrijelyk mocht doen, ontzegden die vrijheid aan de catholieke geeste lijkheid, en toch werd van de daken verkondigd, dat diezelfde catholieken trachtten hot volk dom te houden. Wie echtter slechts een vluchtigen blik werpt in onze nieuwsbladen, en daarin leest wat door de catholieken- dagon voor het volk, en niet het minst voorden boer, wordt gedaan, laat voor zeker dat vooroordeel varen, tenzjj iiij mocht behooren tot de waanwijzen, die enkel in do herberg hunne geleerdheid en belezenheid te berde brengen. Op onze catholiekeudageu heeft men zich kunnen overtuigen, dat in alle opzichten door de catholieken veel Vergeef8ch waren alle zorgen, ook de teederste, zijner goede vrouw, die ook voor den tijd oud was geworden,en diep op alles bedacht was en op alles lette. Tevergeefs ook putte zich Reta uit in duizenden be wijzen van liefde, dag en nacht. Al6 een liefdezuster stond zij bij de lijden6sponde en was voor meester Gebhard als de teeder bezorgdste dochter. Met een zachten, nauwelijks zichtbaren glimlach zeide hij dikwijls Grethlein, mijn kind, mijn dochterlief En dat had iets oneindig treurigs aan zich, wanneer de arme vader zijne toevlucht zoekend in vreemde liefde, zich dankbaar toonde. Dan ging altijd het beeld van Gustaaf als tus- schen hen beiden langs het bed. Beiden dachten dan aan den ongeluk kige vader en bruid. Beiden misten hem bitter. Het kon niet anders dan dat de ziekte van meester Cebhard het hart had aange tast. Zij hart had veel geleden, en leed immer meer. Hij had dan ook een hart ziekte. Zij nam langzaam toe. De Bteeds bezorgde, oude, eenvoudige pastoor had hem de laatste HH. Sacra menten toegediend. Het einde scheen nabij. Gebhard wilde gaarne sterven. Hij had genoeg vjn het leven, hij had als christen zijn kruis gedragen en het was een zwaar kruis geweest. Het leven had voor hem niets aantrekkelijks meer. Zijn zoon, zijn Gustaaf was zijn leven geweest, en was die wordt gedaan voor de ontwikkeling des volks, dat alles in het werk wordt gesteld om den vooruitgaan op gods dienstig, geestelijk en stoffelijk gebied te bevorderen. Uit een der heerlyke redevoeringen van den jongsten catholiekendag in Limburg gehouden, namelijk die van den eerw. h. kapelaan Rijs, die zich ten taak had gesteld, de stelling te ver dedigen De jonge boer worde opge leid tot ontwikkeld landbouwer, tot degelijk burger en bovenal lot trouw catholiek nemen wij de vryheid eenige aanhalingen te doen. Ontwikkeld o willen wij den jongen boer hebben, en wel ontwikkeld naar geest en hart. De jonge boer moet thuis zijn in het heele landbouwvak, hij moot genoegzaam van land en zee, die zake lijke en wetenschappelijke kennis be zitten, dat hy modern op de hoogte is, en volgens de eischen van den tijd steeds kan blijven in het bedrijf, waarin hy zijn leven lang zyn plicht zal heb ben te vervullen, dag in dag uit vrede, welvaart en geluk zal moeten zoeken en zal vinden voor een groot deel in eeno mate, evenredig aan de kennis van en de liefde tot de dagelijk- sche bezigheid, die van Godswege zijn deel is. De jonge boer heeft occasioneel en opzettelijk landbouwonderwijs noodig, in veel ruimere mate en op meer stel selmatige wijze dan tot nog toe ge schiedde. Het christelijk vereenigingsleven heeft het boerenbedrijf, den boerenstand opgeheven. En dat vereenigingsleven zal des te ryker bloeien, naarmate de vereenigde en samenwerkende leden hun boerenvak boter zullen kennen en hunne gemeenschappelijke landbouw belangen beter zullen begrijpen en diensvolgens ieveriger zullen beharti gen. Hoe kan aan den eisch van vol doende algemeene ontwikkeling en aan don eisch van vakkundige opleiding van den jongen boer voldaan worden De vereischte grondslag voor de volksontwikkeling van den jongen boer is voldoend lager onderwys, waar door oen zeker gemak van lezen, schrij ven en rekenen en een weinig alge meene ontwikkeling is aangebracht en bijgebleven. Bij de tegenwoordige inrichting echter der lagere school, waar veel meer op het vele, dan op het degelijke wordt gelet, wordt daar geen degelijke vol doende grondslag voor volksontwikke ling niet of niet voldoende is niet dood voor hem Zijn leven was zon- d*r leven geweest in de laatste jaren. En toch, nu hij de oogen ging sluiten voor altijd, wen6chte hij zoo vurig, nog eens zijn Gustaaf te zien voor zijn dood, nog eens dan wilde hij tevreden 6terven. Hem zien en hem vergiffenis te schenken, wanneer hij die vragen zou, en dat zou hij stellig. Zou hij zijn armen vader kunnen zien sterven, zijn vader, dien hij toch eigen lijk vermoord had, zonder op zijn knieën te vallen en onder tranen uit te roepen <i Vader, vader, ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen u, vergiffenis, vergif fenis Anders handelen zou toch onnatuurlijk, ontaard zijn, wraak roepen tegen God. Neen, zoover kon Gustaaf, kan een mensch toch niet komen en zoo diep niet zinken. En dat zou hem nog gelukkig maken, het zou als een zonnestraal zijn op den avond van zijn leven. Hoe gelukkig zou hij zich voelen, het zoozeer beminde, eenige kind, teruggekomen tot God en zijn ouders, de stervende handen op het hoofd te leggen en te zegenen, eer hij heenging. Maar mtn had niet meer vernomen van Guitaaf, in de laatste jaren, al liepen er de wonderlijkste geruchten door de stad. De een had hem als orgeldraaier en lied jeszanger 'b avonds in de gewone kroegen gezien. Een ander had hem getroffen op een jaarmarkt in Beieren, waar hij stukken zeep verkocht op een draagbaar winkeltje. daar in aanvulling daarvan door her- halingsonderwys beslist noodzakelijk, herhalingsonderwys in steden en in dorpen. De patronagen zooals ze thans worden ingericht en bestuurd, zijn de aangewezen inrichtingen, om in dezo behoeften te voorzien. Zoowel de voor standers van herhalingsonderwijs als de ieveraars voor patronagen moeten even zeer daardoor hunne belangen zien ge diend. Wat wij hier wel moeten zeggen is, dat het lagere onderwys reeds occa sioneel i> dienstbaar moet gemaakt wor den aan de landbouwkundige opleiding van den jongen boer. Het zal, dunkt ons, volgens den eisch van art. 35 der wet op het lager onderwijs aan de ontwikkeling der ver standelijke vermogens van onze boeren kinderen voordeelig zyn, en hun by het aanleeren van nuttige kundigheden zeer te stade komen, indien, ten minste iu de hoogere klassen, bij de keuze der leer middelen en bij de behandeling der leer vakken (vooral rekenen, lezen, aard rijkskunde en kennis der natuur), door de onderwijzers meer en geregelder in het oog gehouden wordt, dat de knapen, zooals zy voor de overgroote meerder heid op de schoolbanken daar voor hem zitten, ontwikkelde, vakkundige en vaklievende landbouwers moeten wor den. De landbouwbonden zouden een uit stekend werk doen, wanneer zy, namens al de luer vertegenwoordigde afdeelin- gen, den wensch uitspraken, dat de dorpsgemeentebesturen het daarheen leiden, dat ten minste een ouderwijzer met landbouw bekend, aan iedere school verbonden zy. Aan bet slot zijner zaakryke redevoe ring wijst spreker met nadruk op de belangrijkheid en het groote nut vau de patronagen als hij zegt In en door het patronaat leert de jongeling zyn vryen tijd aangenaam, nuttig eu huiselijk besteden hij verheft zich al gauw boven een doelloos niets doen, koortsig rondrennen of heilloos herbergloopen. Zóó opgeleid tot ont wikkelde, arbeidzame, matige, spaar zame, oprecht vroolijke eu oprecht brave mannen, hecht zich aan hun rots vast karakter eene godsdienstige over tuiging, eene vrome, godsdienstige praktijk, die eene vlaag, als het zijn moet eeu storm, kunnen verdragen, niet alleen op liet dorp, doch ook in de stad, en zelfs in den verren vreemde. Gr. Cl. (Handelsblad.) Een derde had hem voor een menagerie zien staan als clown, toen hij de lui toe riep, om binnen te komen. Een vierde, die hem moediger waande, dan hij werkelijk wal, hield slaande, dat hij naar Polen was gegaan, om aan den opstand tegen de Russen deel te nemen, en nu naar Siberië was verbannen, om nooit meer weer te keeren. De uren van meester Gebhard waren ge teld. Het was avond geworden. Buiten was het duister en de wind 6chudde de ijzeren weerhanen op het dak van het Gebhardsche huis en der smidse er naast. Het slaapvertrek van Gebhard was naar den tuin gelegen.Daar zag men twee hooge ramen mat verlicht. De gordijnen waren neergelaten en schaduwen bewogen zich aanhoudend op en neer. In de keuken,die aan den gang uitkwam, stiet opeens iemand de deur open. De meid, die met huiswerk bezig was, schrok en deinsde terug. Voor haar atond een jonge man, die vol vrees en angBt vroeg is vrouw Gertrud thuis Hij zag er zeer ellendig uit. Afgedragen kleederen hingen hem om het magere lijf. De schoenen, gescheurd en gekurven en versleten. De knoopen ontbraken aan zijn jas een vilten hoed, waarvan de kleur ge heel verschoten was, dekte het hoofd, waar de lange krullen ordeloos om neervielen en dan dat zeker iets, het karakter van een waren landlooper, iets gemeens, iets lee- lijks, iets vaUch en JudaBachtigs, dat u Callioliekc en Grond wettelijk» Vereen igiujf. (Bureel van Kieswerf.ing. Van at 1'" Juli tot 31en Augustus mos- leu de Gemeentebesturen overgaan tot de herziening der kiezerslijsten dis in voege zullen zyn van 1'° Mei 1908 tot 30*" April 1909. Het Comiteit der Ver- eeniging verzoekt de catholieken van het Arrondissement de lijsten na te zien en te willen zorgen dat zy en hunne vrienden er op voorkomen met het ge tal stemmen waartoe zij recht hebben. Vooralle inlichtingen mag men zich wenden ten bureele der Catholieke Wer ken, Groote Markt, 24, te Aalst, alle werkdagen van 9 tot 11 ure voor- en van 2 tol 5 ure namiddag. Alles voor de pastoor» I Als men de liberale gazetten leest, dan vre ten de pastoors ons landeken waarlijk in 'tzak. 't Ezelorgaan doet natuurlijk ook meê om de menschen dat wijs te maken. De catholieke godsdienst, de priesters met andere woorden, trekken in ons land jaarlyks uit de kas vau Staat, Pro vincies en Gemeenten, de som van 8 miljoen en 300 duizend frank. Nu er zyn in ous land over de 6000 priesters bisschoppen, kanunikken, dekens, pastoors en ouderpastoors. Dat maakt dat ieder een gemiddelde intrek heeft van 1400 fr. Veertien honderd frank I Ziedaar de gemiddelde bezoldiging vau mannen die volledige humaniora on zes jaren hoogere studies van wijsbegeerte en god geleerdheid hebben gedaan De magistraten, rechters van hoog en lang, trekken uit de Staatskas jaarlyks over de 7 miljoeu en zyn maar een dui zend in getal, zoodat die gemiddeld 7000 fr. 'sjaars trekken. En wanneer men al de burgerlijke beambten neemt van ons land, van den geringsten bureelwachter tot den hoogsten ambtenaar, er zyn er onge veer 50,000 dan vindt men dat die burgerlyke beambten een gemiddeld loon trekken van 2300 fr. All© ambtenaren van den Staat worden dus beter betaald dan d© priesters. En toch roepen de liberalen dat de pastoors alles opslokken i dadelijk doet denken was die raan toch honderd uren van hier. u Maak dat gij weg komt, snauwde de meid den landlooper aan. wij hebben onze vaste armen, en wie dringt er des avonds in de huizen om dit uur Maar hij bleef staan. Er was iets onbe schaamds in zijn wezen. De meid voelde, dat hij niet gaan wilde. Zij nam haar toevlucht tot andere mid delen. Ga toch, man. Gij komt hier niet van pas. De meester is zeer ziek, hij gaat ster ven, en de vrouw verlaat bijna geen oogen- blik het sterfbed van haren man. a Roep vrouw Gertrud, was het onver schillige, doch vaste antwoord, ik moet haar spreken. De meid ging, nadat zij den vreemdeling nog eens van onder tot boven had opge nomen, alsof zij zeggen wilde, wat heeft zoo'n vagabond met vrouw Gertrud te doen en verliet de keuken, waarvan zij de deur liet openstaan, nadat een ras- sche blik in het ronde haar overtuigd had, dat er niets bijzonders onder het bereik van den indringer lag. Maar weldra was zij terug, gevolgd van vrouw Gerhard, die niet minder verwon derd opkeek met vragenden blik. Zijn gelaat was onder zijnen hoed ver borgen. Vrouw Gebhard, sprak de onbe kende. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1907 | | pagina 1