Zondag 28 Juli 1907 5 centiemen per nummer. 578le Jaar 3908 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Kamer van Volks vertegenwoordigers. Gevaarlijke toestand Het Journal des Instituteurs 't orgaan van den Belgischen Onder wijzersbond, deelt in zyn nummer van 27 Juni 11. een schrijven meê, in 't welk die veroordeeling wordt betreurd en de veroordeelden verontschuldigd. DE GOUDKUIL De nieuwe Syllabus. DE DENDERBODE. Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere wee* onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 6 frank met den Post verxonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zontstraat, Nr 81, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SLIJM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in dan voormiddag. Voor de advertentiên uit vreemd9 landen zich te wenden ten bureeie van dit blad. voorgesteld als een schrikbeeld, als eon soort van domper, dienende om het licht dor hedendaagsche beschaving uit de dooven Welnu, het woord Syllabus betec- kont doodeenvoudig cataloog of lijst Die van Pius IX, door de anli- clerikalen zoo nijdig aangevallen, was niets anders dan de lijst der dwalingen die toen in omloop waren en vooral die welke door het liberalism werden ver spreid. De H. Vader, die dwalingen veroordeelendé, deed niets anders dan nauwkeurig den plicht volbrengen van den Opperherder, aan wien O H. Jesus- Ghristus de hoede van het christen volk heeft toevertrouwd. Het Opperhoofd der Kerk heeft niet alleen het onderwijs der waarheden van het Geloof te bevestigen en uit te brei den naar aanleiding der feiten, waar over de H. Vader oordeelt, heeft zijne voorzichtige wijsheid ook de geloovigen te waarschuwen tegen de hinderlagen welke het ongeloof op hunnen weg ver menigvuldigt. De christen op reis naar den Hemel wordt dikwijls, door de gewijde schrij vers, vergeleken bij den zeevaarder die, dwars door de 'gevaren der zee, zijn vaartuig naar de veilige haven brengt. Daartoe heeft hij niet alleen het kompas noodig maar ook eene goede kaart, waarop de juiste plaats is aangeduid der klippen op welko hij, zonder deze voor zorg, zou kunnen stranden en vergaan. De Syllabus is niets anders dan de kaart, welke de verstandelijke klippen aanduidt, waarop de menschelijke ge dachte schipbreuk zou kunnen lijden. Het stuk is dus, uit zijnen aard, een wei'k van behoeding en van bevrijding tevens. Het is enkel gericht tot de ge loovigen, bijgevolg kunnen zij, die toch de waarheden van den Godsdienst en de leering van de Kerk verwerpen, daar niets tegen inbrengen. De catholieken, daartegen, zullen hunne vreugde laten blijken, om te beantwoorden aan de vaderlijke bezorgdheid van Z. H. PiusX. Mochten dezen die, door de versprei ding der veroordeelde dwalingen, den Syllabus noodzakelijk gemaakt hebben, hem verstaan en hem aannemen, niet alleen zonder verbittering, daar nie mand persoonlijk veroordeeld is, maar zelfs met dankbaarheid, want zij zijn de eersten geroepen om er voordeel uit te trekken. De Syllabus van Pius X veroordeelt de dwalingen van dezen die zich mo dernisten noemen. Hij is uitgegeven in den vorm van een dekreet der Congre gatie van het H. Officie, bepaald opge steld den derden, en door den Paus bekrachtigd den vierden Juli laatst leden. In eene korte voorrede betreurt de Paus dat zekere calholieke schrijvers, onder voorwendsel de geschiedenis te doorgronden, den vooruitgang der geloofsleerpunten op zulke wijze uit leggen, dat die leerpunten zelve ver dwijnen. Om te beletten dat zulke dwalingen wortel schieten en de rechtzinnigheid van liet geloof bederven, heeft de Paus aan de Congregatie van het H. Officie bevolen de bijzonderste ervan aan te stippen en af te keuren. Daarop volgt de eigenlijk gezegde Syllabus, 't is te zeggen eene lijst van vijf en zestig veroordeelde dwalingen. De voorstellen waarin zij vervat zijn betreffen vooral do schriftuurverkla- ring, de geschiedenis der geloofspunten en het gezag der Kerk.Zij zijn zeer klaar en zijn, overigens, bijna allen, letterlijk getrokken uit werken die, alhoewel niet aangehaald, algemeen gekend zijn. Bij de bespreking van de begrooting van Lanbouw heeft onze achtbare volksvertegenwoordiger M. De Sade- leer, in zitting van 19 Juli, talrijke punten behandeld van groot belang. Wij laten hier een beknopt verslag zijner redevoering volgen MIJNE HEEREN, Ik moet terugkomen op de bespreking van 26 Februari laatst, betreffende de maatregelen tot voorkoming van onge vallen door motorwagens en motor rijwielen veroorzaakt Ik heb toen onder andere een maat regel aanbevolen aangaande de num merplaten door het bestuur afte leveren. Het koninklijk besluit van 1899 waarbij de plaat achteraan den wagen moest worden aangehecht, werd sedert zeven jaar niet toegepast Kamer en minister vonden nochtans de toepassing noodig. De lieer van der Bruggen antwoordde dat hij onmiddellijk bevel zou geven die plaat afte geven. Vijf maanden verliepen en 't konink lijk besluit wordt niet toegepast Ik dring aan opdat dit geschiede. De lieer Wauwermans. 't Is de dringendste maatregel. De heer De Sadeleer.— Het geschil daarover tusschen de ministeriën van financiën en landbouw gaat ons niet aan het koninklyk besluit dient toe gepast te worden. Zeer teel vuti ver schillende zijde.) Sedert vijf-en-twintig jaar dat ik de eer heb hier te zetelen, beval ik ieder jaar do Reegeering aan voor de buurt wegen te zorgen die zooveel diensten aan den landbouw bewijzen. Ruime toe lagen worden jaarlijks verleend aan onze gemeentebesturen. Thans, begeer ik te spreken over eene andere zijde der zaak de wet van 1841 schreef eeu rooiingsplan voor om in heel het land de breedte der buurtwegen vast te stellen. Die plans werden uitge- Aalat, Juli 19(17. Het is onbetwistbaar dat bet roode socialism, tusschen het onderwijzend personneel onzer groote steden en centrums talryke volgelingen telt. Die toestand verergert nog gedurig immers het getal socialistische onder wijzers groeit gedurig aan, iets wat niet te verwonderen valt als men reke ning houdt met de opleiding der leerlin gen van sommige normaalscholen, waar de demagogische leerstelsels hun wor den ingeblazen. Zij gaan vooruit op den ingeslagen weg, want het is hun niet voldoende de leerstelsels der roode partij bij te treden en te verspreiden, maar toonen ook dat ze met anarchistische princiepen inge nomen zijn. Wie herinnert zich den afschuwelij ken aanslag niet gepleegd door Spaan- sche anarchisten tegen den Koning en de Koningin van .Spanje op den dag huns huwelijks Zekere beschuldigden in deze zaak werden vrijgesproken, anderen waar- tusschen zekere Nackensen zjjno vrien den, werden tot 9 jaren gevangenisstraf veroordeeld. De strenge en onverbiddelijke wet, zegt het onderwijzorsorgaan, kent de drijfveeren, de edele inspraken niet, noch de zedelijke spitsvondigheden, die boven de menschelijke zwakheden verheven zyn. Nackens en zijne vrien- den hebben eene overtreding begaan, doch thans moet de maatschappelijke bermhartigheid zich spoedig en eens- gezind te hunnen gunste veropenba- ren. Wat beteekent dat anders dan dat Nackens en zyne medeplichtigen, vol gens inzien de Belgische geusche onder wijzers, van alle vlek ontheven zijn,daar ze hunna inzichten goedkeuren. Maar nog meer. Een der vry gesprokenen, gezel Ferrer, zoo deelt 't «Journal des Instituteurs» meê, zal waarschynelyk een reisje naar België maken om allen te bedanken, die tot zijne vrijspraak hebben bijge- dragen en hem in zyne beproevingen ondersteunden. Op den eersten rang dier verdedigers bevindt zich de Al- gemeene Bond der Belgische Onder- wijzers. Zoolang wy zullen strijden met hendie zich aan de groote zaken toewijden, voor de vrijheid van daad i en denkbeeld, voor den vooruitgang VAN J. R. HUTCIIIIVSON. 24° Vervolg. Ja, maar wie moet dat doen, mijn heer vroeg Kealy, nog maar half over tuigd. Wie zal het doen, vraag ik, als ik met u in de boot ben En als wij de boot meenemen, hoe zullen zij dan hun leven redden Twintig man kunnen toch niet in êéne boot, die achterblijft Luister eens, Healy. De zaak is dood eenvoudig, zegde de kapitein. Een van ons brengt de boot terug, waarmeê wij aan wal gaan. Naar de brik terugbrengen, mijnheer Ja, waar anders En hoe moet die dan weer aan wal komen 1 Zwemmende. Zooals gij ziet, heeft het Bcheepsvolk dan twee booten om de vlucht te nemen. Dat is waar, mijnheer, zegde Healy. Maar ging hij voort, weer tot zijn uitgangs punt terugkeerend, hoe zullen zij weggera- ken, als zij allen in hunne kooi liggen te slapen Wel, zegde de kapitein, langzaam een mondvol rook uitblazend, natuurlijk mo«t hst meisje hen wakker maken. van gansch de menschheid, zullen wy worstelen om onze eigene macht en bijgevolg onzen invloed uit te breiden. Wat bewyst ons dat Dat bowijst ons dat de Belgische offlciëele onder wijzers volbloedige anarchisten voor staan en verontschuldigen, anarchisten, die hunne denkbeelden niet alleen door overreding willen verspreiden maar wel door geweidaden, door moord, brandstichting, dynamietaanslagen, enz. Maar waarom betoonen onze Belgi sche offlciëele of geusche onderwijzers zooveel bewondering voor gezel Ferrer Omdat gezel Ferrer, volgens hen, verhevene leerstelsels in zake van onderwijs voorstaat. Die bedoelde leerstelsels komen vol gens de eigene verklaringen van gezel Ferrer, hier op uit Aan de leerlingen de logens te doen kennen, die men hun in zake gods- dienst, regeering, vaderland, politiek, gerecht en militie opsollert, en hun- oen geest tot de maatschappelijke omwenteling voor te bereiden. Wy hebben voor 't oogenblik niet - ten doel, schrijft Ferrer, goede werk- lieden, bedienden, enz. te lcweeken. Wij loillen de maatschappij in hare grondvesten zelve vernietigen. Ons on- - derwijs dient diensvolgens radicaal te zijn en de in te planten denkbeelden n zuiver revolutionnair. Ziedaar welke soort van lieden door het orgaan der offlciëele of geusche onderwijzers worden geloofd, geprezen en verontschuldigd. En dat moet in den smaak vallen van hen die 't orgaan ondersteunen en lezen, namelijk, de leden van den Onderwij zersbond. Landgenooten Medeburgers Wij vragen het U Wat soort van lieden moeten zulke leermeesters vormen Socialisten, baanstroopers, anarchis ten, lieden lot alles bekwaam. En men betwiste het toch niet. Gezel Anseele, de roode Pacha, zegde luidop dat de Gentsche offlciëele scholen, kweeknesten zijn van socialisten en de rest. Die toestand, laat het ons zeggen, is hoogst gevaarlyk voor ons laud Eu er dient een oog in 't zeil gehouden te worden. Sedert verscheidene maaudeu werd er aangekondigd dat Z. H. Pius X een nieuwen Syllabus zou afkondigen. Dat belangrijk dokument is thans versche nen, doch te uitgebreid om in zijn ge heel in ons blad overgenomen te wor den. Vooraleer den korten inhoud ervan te doen kennen willen wij aan onze lezers zeggen wat een Syllabus is. De vijanden van den Godsdienst hebben, jaren lang, den Syllabus van Pius IX Een geweerschot vlak bij mijn oor had mij niet meer kunnen doen schrikken en ontstellen. Ik had er niet over gedacht, dat Melisse deel zou nemen aan ons waagstuk, veel minder, dat haar deel zoo gevaarlijk zou zijn, als de kapitein nu voorstelde want, evenals Healy, had ik gemeend, dat zij aan boord zou blijven, tot het laatste noodlottige oogenblik, op het zinkende schip... Nooit, vader Nooit van mijn leven, mijnheer Wat het meisje vrijwillig zal doen. O, dat is heel wat anders, zegde ik. Ik dacht dat gij er haar toe wildet dwingen. Dat meende ik ook, viel Healy in. Neen, jongens, neen, niets van dien aard. Zij mag zelf doen wat zij wil op het schip blijven of aan wal gaan. Zij zal aan haar eigen keus doen. Maar ik zou mij zeer moeten vergissen, als zij niet koos... Op het schip te blijven, zegde ik. Dat vrees ik ook. Waarom vreest gij dat, jongen Als zij met ons aan wal ging, kon zij niet vei liger zijn, volgens mijne berekening. Uwe berekening zou wel eens kunnen falen, zegde ik. En bovendien Melisse is eene vrouw. Zij is meer, zegde hij met eene warm te, die mij meer verzoende met zijn voor stel, dan alle argumenten van de wereld. Zij is een door en door verstandige vrouw En dat kon ik niet ontkennen. Indien het meisje dus liever op het schip wilde blijven, dan moest zij het doen. Ik zou het haar niet afraden, hoe zwaar het mij ook viel daartoe vertrouwde ik te vast op haren krachtigen geest, en was ik veel te bang dat zij zou dalen in de achting van den kapitein. Ik wilde alleen, om mijn geweten gerust te stellen, den kapitein nog eens wijzen op het gevaar dat Melisse zou loopen, doch hij wilde er niets van hooren. Hij merkte op dat het reeds donker werd, en stuurde mij weg om te zoeken naar de boor. Ik klom naar boven langs het touw dat uit het luikje hing en kroop zoo in het kabelgat. Ik bemerkte dat het buitenluik open was, en daar ik naar fri6sche lucht verlangde, stak ik mijn hoofd er door. Terwijl ik zoo met volle teugen de frissche zeelucht in ademde, kwam opens eene hand op mijne wang terecht. In een oogwenk keerde ik mij om en zag dat het Melisse was. Gij hier zegde ik, en na mij snel overtuigd te hebben dat niemand ons zag, kroop ik halverwege op het dek. Als gij u niet behoorlijk gedraagt, loop ik weg zegde zij vroolijk. Doe dat, als ge durft, was mijn ant woord. En nu zwegen wij beiden eenige oogen- blikken. Daarna had ik die stilte nog wat laten voortduren, doch zij begreep wel dat dit de reden van mijne komst niet zou zijn en schoof een eindje verder op, mij vra gend beziende. Mijne gedachten werden nu weêr gericht op de moeilijkheden van het oogenblik en nu eerst deelde ik haar ons plan meê. Prachtig riep zij, toen ik uitverteld was. Maar Si ging zij voort, de vraag stellend die ik verlangde en tevens vreesde te hooren wie zal de jongens hier aan boord wakker maken Healy Neen, zegde ik die gaat met ons meê. In de schemering blonk er een wonder bare gloed in hare oogen zij boog zich naar mij en fluisterde mij iets in 't oor. Vijf minuten later was ik weer bij Heaiy en den kapitein. Hebt gij de boor vroeg de laatste snel. Ja, vader, zegde ik, en ik heb nog meer. Zoo Wat dan De belofte dat Melisse haar leven zal wagen, antwoordde ik bitter, want mijn hart streed op leven en dood met mijn trot6. Nauwelijks had ik mijne boodschap over gebracht, of wij hoorden het anker neerla ten voor den nacht. Behalve in de noodzakelijke nabijheid van het luik, was het in het ruim stikdonker. Op het dek schemerde het nog en om het geringe licht zoo goed mogelijk te gebrui ken, hielpen allen en zelfs de kok druk meê cn daar allen even onhandig waren, was het een leven en lawaai, dat eene zee slag er bang voor zou worden. Door het gooien met touwen, het heen en weêr loo pen en geschreeuw, kon een mensch zich- zelve niet verstaan. Na verloop van een half uur werd het voerd. Doch in de dorpen wordt thans buitengewoon veel gebouwd en vele gemeenten maken geen rooiingsplans voor de gebouwen. In Vlaanderen maakten een tiental gemeenten op 79 een rooiingsplan in een enkel arrondissement Volgens het plan van 1841 hebben talryke wegen maar een onvoldoende breedte. Zoolang er niet wordt gebouwd is de kwaal nog zoo erg niet de wagens gaan stapvoets terwijl ze elkaar ontmoeten over het veld daarnaastmaar wanneer er ge bouwen bestaan, kan hel gevaar ople veren en het verkeer bemoeilijken of onmogelijk maken. De gemeenteover heden, aan wie men vroeg waarom zy geene rooiingsplans opmaken, ant woorden met reden dat zulks duur kost en dat zij niet altijd onafhankelijk ge noeg zijn tegenover de aanpalende eige naars. De heer Thienpont. Op die wijze wordt de verbreeding der wegen gansch onmogelyk. De heer De Sadeleer.— 't Is stellig ook zijnde klachten algemeen.Twee en- twintig jaar geleden wilde de achtbare heer Thonissen, toen minister van bin- nenlandsche zaken, een te verregaande maatregel nemen, door te bepalen dat geene toelagen worden verleend tenzij wegen tusschen 10 en 12 meters breed waren. Dat was voorwaar niet toe te passen, want een aantal gemeenten in dc arrondissementen Aalst, Audeuaarde en Dendermondc zouden in dat geval zonder toelagen gebleven zyn. Ik was toen verplicht tegen die beslissing verzet aan te teekenen en er werd van afgezien. Er bestaat een meer practisch middel. Dc Regeering kon eischen, dat, bij de aanvragen tot toelage, de plans te voe gen, of ten minste eene verklaring, dat zulk plan bestaat voor de wegen waar voor toelagen worden aangevraagd. Die kwestie dient onderzocht te worden. Ik weusch vooral dat de arrondissements commissarissen onderrichtingen ontvin gen om zich persoonlijk met de zaak bezig te houden, en zich desnoods ter plaatse te begeven in de gemeenten waar er geen reglement bestaat. Wat echter leed doet, is dat men er se dert lang reeds niet aan gedacht heeft. De heer Helleputte, minister van landbouw, ad interim. De Regeering is het met u eens. Zij houdt zich met de zaak onledig. Zy acht het onontbeerlijk maatregelen te nemen. De heer De Sadeleer.— Wat betreft de landelijke gemeenten met meer dan 5,000 zielen, over welke de arrondisse mentscommissarissen geenebevoogdheid hebben, zouden de gouverneurs zich daarmede moeten bezighouden. Er is ochter veel te doen in de kleine gemeen ten. De wet van 1841 heeft de helft der kosten voor het opmaken van een rooiingsplan van de wegen ten laste van den Staat gelegd. stiller en opeens werd er een lantaarn in het luik gehangen, die met een gelen gloed het ruim verlichtte. Hallo daar beneden riep eene stem op het dek. De complimenten van den baas, en hier is eten en een sopha om op t- liggen De sopha kwam naar beneden en bleek een oud zeil te zijn doch tot onze blijd schap, want wij waren half uitgehongerd, bestond het eten uit eene kan zoet water, een versch brood en eenen pot gekookt ossenvleesch, waarop wij alle drie vielen als hongerige raven. De lantaarn bleef han gen, en verlichtte onze maaltijd, ofschoon wij zelfs in den donker onzen mond wel hadden kunnen vinden. Smakelijker heb ik nooit gegeten. Ons maal had maar een ge brek, zooals Healy opmerkte, terwijl hij met de hand zijn mond afveegde, toen het potteke schoon ledig was Wij houden ons aanbevolen voor den volgenden keer, maar dan liever een weinig meer De lantaarn werd weggenomen en wij begaven ons naar ons gewoon plaatsken bij den mast. Nadat de kapitein hem nog ver schillende dingen had aanbevolen, gaf Healy zijn voornemen te kennen, om Der- riek zoo spoedig mogelijk te gaan inpak ken. Hoe hij op het dek dacht te komen, vraagden wij hem niet, doch wij meenden dat zijn landsman. Hennessy, hem wel een handje zou helpen, het bleef echter bij eene gissing, want de kapitein, die volkomen inzag welke gewichtige diensten de trouwe De Regeering zal te onderzoeken heb ben of zij niet kan bijdragen in de kos ten, ten einde de gemeenten aan te zetten het noodige te doen.Wegen, voor komende op bet plan van 1841, van 4, 5, 6 meters breedte, zijn echte wegen van groote gemeenschap geworden tus schen dc gemeenten en tusschen de kommen der gemeenten en volkrijke gehuchten. Door het bouwen van hui zen, wordt het verkeer er onmogelyk. Overal klaagt men over dien toestand. De Regeering moet ook dc gedeelte lijke reglementen betreflende een of anderen weg goedkeuren vaak eischt dit spoed en zij moet geen algemeen plan afwachten om de goedkeuring te geven. Mijne Hoeren, ik begeer nog uwe aandacht te vestigen op eenige andere punten. Zijn dc credieten onder de artikelen 9 en 12 der begrooting (schadevergoe ding voor afgemaakt vee en toelagen tot verbetering van de huisdieren, voor de veetcellsyndicaten, enz.) voldoende t De achtbare heer Van Cleemputte, an dere medeleden en ik, zuilen zien of wij ze niet bij de stemming over de artikelen moeten verhoogen. Wij zullen de ver klaringen van den heer minister af wachten. Iedereen klaagt over de afschaffing van 't vervoer van steenslag de minis ter zou eene zeer ernstige poging moeten doen om ze wederom in te richten. De heer HeUeputte, minister van landbouw, ad interim.Dat is gedaan men vervoert van heden af. De heer De Sadeleer. Maar in zeer geringe mate. De heer Helleputte, minister van landbouw, ad interim. Wij denken eerst aan de gemeenten,die werken aan vingen voor 't oogenblik kunnen wij niet meer doen. De heer De Sadeleer. Ik zond aan den heer minister talryke aanvra gen van gemeentebesturen van myn arrondissement, namelijk Hacliert,Ay- gem, Nieuwerkerken. Audenliove, enz. Soms maakt men een onderscheid zoo verleent meu ook kosteloos vervoer voor eenige tonnen ballast, maar men weigert het voor afval van groefsteen. Verschillende besturen, namelijk dat van Denderwindeke, vroegen aan den minister kosteloos vervoer van afval per water en per buurtspoorweg. De heer Helleputte, minister van landbouw, ad interim. Dat is gedaan. De heer De Sadeleer. Dat ver neem ik met genoegen Ik hoop dat alle vragen van mijn arrondissement zullen voldoening bekomen. Spoedig moet men zooveel mogelijk machtiging geven, want weldra kunnen do boeren over hunne paarden niet meer beschikken ter oorzako van het zware werk van den oogst. knaap ons kon bewijzen, als hij weer op goeden voet stond met Derrick, was reeds bezig afscheid van hem te nemen. Ga, jongen, zegde hij, Healy's arm zwaaiend alsof hij aan het pompen was. Ga en de fortuin moge u vergezellen Ont houd wat ik u gezegd heb. Vergeet niet de plank of deen nu volgde er zulk een lijst van benoodigdheden, dat gij, als ik ze allen opschreef, deze bladzijde zoudt hou den voor een boek met den inventaris van een schip. Ik zal niets vergeten, mijnheer, en het stuk stopverf ook niet, zegde Healy lachend. En het minst van allen zal ik ver geten hoeveel vertrouwen gij in mij stelt. Wees maar niet bang voor Tim Healy, wat er ook gebeurt, want toen ik u de hand gat was het van ganscher harte. Als gij mij De Min8trerl hoort zingen of fluiten, dan kunt gij rekenen dat alles in orde is. Is er een klink in de kabel, dan zing ik kalm en zacht. En van tijd tot tijd hoor ik wel iets van u en van het plan, niet waar Zoo dikwijls mogelijk, Healy. Wij zullen u goed op de hoogte houden. Goed, dan ga ik heen Gaat nu op het zeil liggen alsof gij slaapt, heeren. en snurkt er een weinig bij, want dat komt nu zoo in mijn plan te pas. Onmiddelijk voldeden wij aan dit zon derlinge verzoek, en weldra weêrklonk ons gesnork door het ruim. Zonder verdere praatjes kroop Healy naar het luik en begon daar zachtjes op honingzoeten toon te fluis teren (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1907 | | pagina 1