Zondag 25 Augusti 1907 5 centiemen per nummer. S7sle Jaar 5976 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'i Arrondissement van Aalst. School vosserij. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De catholieke Partij Hervormingen. DE GOUDKUIL Redde rationem. Geeft rekening'. UITJES en DATJES. DE DENDERBODE. Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad B frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. i-76 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31, en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE aUUM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. i-00Vonnissen op 3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advert8ntiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 24 Augusti I90T. en de maatschappelijke Het valt niet le loochenen, want 't is eene ontegensprekelijke waarheid, dat de catholieke Partij, op 't gebied der maatschappelijke hervormingen i'usle- loos is vooi'uitgegaan sedert dat 't be wind aan bare band is toevertrouwd geworden. Onze catholieke Ministeries die zich opvolgden, zijn de groote en machtige mogendheden, welke over veel grooter hulpmiddelen beschikken, Yeel machti ger zyn voorbij gestreefd. De wetten en reglementen werden door de groote mogendheden zoo zeer gewaardeerd dat ze als na te leven voorheelden nage volgd zyn geworden. Het is onbetwistbaar dat al die her vormingen tot hiertoe de gewenschte uitslagen niet hebben opgeleverd ze zyn ook allen niet volmaakt want vol maaktheid is van deze wereld niet. Maar wat onbetwistbaar is, 't is dat er in ons land meer en beter is gedaan geworden tot oplossing der sociale kwestie dan waar elders ook. Wat moet men dan wel zeggen van Belgen, van onze landgenooten, die dit alles met eigene oogen hebben kunnen bestatigen en niet te min uit hekrom- pene partyzucht, uit politieke bereke ning, de verkregene uitslagen loochenen, de waarheid ontkennen Men moet zeggen dat zij die hun vaderland kleineeren met den schand- naam van slechte vaderlander verdienen gebrandmerkt te worden... Die gunstige verkregen uitslagen mogen ons in geene valsche zekerheid voeren, men mag voortaan niet werke loos blijven. Nieuwe maatregelen en wetten dienen nog bestudeerd on in uitvoer gebracht te worden de bestaande dienen volle- digd en, indien noodig, herzien en ver beterd te worden. 't ls aan de catholieke Partij dat het vooral behoort het werk der maatschap pelijke hervormingen dat zij met zoo veel moed begonnen en voortgezet heeft te voltrekken. Welke Party is daartoe heter geschikt dan de catholieke Partij Zy immers is daartoe best geschiki èn door den aard van haar programma én door hare samenstelling. Een der voornaamste verzuchtingen der catholieke Party is de bewerking der maatschappelijke verzoening met de belangen van werkgever en werk lieden over een te brengen. De catholieke Partij bevat in haren schoot, vertegenwoordigers van al de standen onzer samenleving. Alle belangen behartigt zij te be ginnen met de godsdienstige belangen die voorzeker zoo eerbiedweerdig zijn als welke andere ook. Werklieden, werkgevers van allen aard vinden hunne plaats in de scharen van het machtige catholieke leger. De eendracht, de onderlinge verdraagzaam heid en toegevendheid dienen tot grond slag van 't streven der Partij en hierin ligt haren machtigen invloed besloten, die reeds zoo veel heil en vrede heeft verwekt... Al wie klaar ziet in den huidigen toe stand, wie de weldadige werking der catholieke Partij wel begrijpt, scharen zich in hare gelederen en dragen het hunne hij om ze te sjeunen. De werklieden hebben er vooral be lang hy de catholieke Party te steunen omdat zy het is die best geschikt is om het sociale vraagstuk op te lossen, de verzoening tot stand te brengen tus- schen werklieden en werkgevers... Liberalen en socialisten zijn hiertoe niet in staatnog nooit deden ze iets doeltreffends voor de werklieden. Doen ze iets voor de werklieden, 't is uit poli tieke berekening of om ze nog beter te kunnen uitbuiten. Daarom dan ook, werklieden, als 't kiezing is, stemt voor de catholieke candidaten, uwe vrienden on verdedi gers in de volle maat hunner krachten VAN J. it. HUTCHlIMSOiV. a8* Vervolg. 01 de zee bedaard was, of dat de gedachte 1 aan Melisse mij kracht gaf, weet ik niet, maar de boot schoot als een levend wezen J jjoor de golven en eer ik er aan dacht, lag de brik voor mij. Volgens mijne berekening 5gl was het nu reeds drie kwartier geleden, Tn d«tw'j de wiggen eruit gehaald hadden, igjl *00r noch achter op het schip hoorde ik end ,en'6 geluid. Het eenige teeken van leven was het licht door de kajuitskap. Ik hield op met roeien, nam de vanglijn tusschen de tanden, klom naar boven, maakte de lijn vast en sprong onhoorbaar aan boord. ^0t mijn groot spijt zag ik Melisse niet. Waarschijnlijk was zij op het achterschip, en daar :k het met het oog op hetgeen er op het spel stond al te gewaagd achtte, haar daar te gaan zoeken, begaf ik mij onmid dellijk naar de boot, om mijne zending te volbrengen. Dank zij Healy's voorzorgsmaatregelen, en Derrick's verlangen naar het goud, waB de boot gereed om den volgenden morgend nesrgelaten te worden. In^ het volle ver trouwen, Derrick op den bodera te zullon Het toezicht der offlciëele scholen is ernstiger dan dat der vrije aangeno- mene scholen schryven de school- pedanten van de liberale Volksgazet. En weet ge waarom, beste lezer Alle ouders hooren hunne ter school gaande kinders soms al eens zeggen dat dan M. de Hoofdopziener, dan weer M. de cantonale Opziener, dan eens M. de diocesane Schoolopziener de klassen heeft bezocht. Niemand betwijfelt dat wanneer de Staat eene toelage hoe ge ring ook ergens uitsteekt, er onmidde- lijk een opzieuer achterna komt om te oordeelen welk een gebruik er van het geld wordt gemaakt zoodat het toe zicht over geheel het onderwijs,door den Staat bekostigd of gedeeltelijk beholpen, ten strengste uitgevoerd wordt, ja, in de aangenomene scholen misschien wel met grootere strengheid dan over de gemeentescholen. En toch, Volksgazet houdt staau, O ze liegt nooitgeen ernstig toezicRt. En hoe komt dat Wel do uitleg staat gedrukt en is waardig van de patronen en opstellers dier Gazet, die onder al het gewicht van hunne grenzelooze verwaandheid nog bezwijken zullen De gemeenteraadsleden, zeggen zij, mogen zoo dikwyls zij het noodig achten de gemeentescholen bezoeken en onze vrienden (M.M. De Blieck en Leveau) hebben van dit recht reeds gebruik gemaakt, ze mogen integen- deel nooit den voet zetten in eene aan- genomene school. Betalen mag de Stad, maar zich vergewissen over do waar- de van dit onderwijs, dat niet. Dat de vijf leden der liberale minder heid, wier overgroole bekwaamheid in alle opzichten geheel de stad door ge kend is, beurlelings of te gader in al de scholen der stad mochten hunne paret- ten gaan vertoonen, zooals ze, ja, eens begonuen zijn in onze gemeentescholen, waar zij de leerlingen gingen tellenen ze dan nog misteiden, zie, dan zou de toestand dier scholen merkelijk verbe teren. Men verstaat allicht dat MM.De Blieck en Van der Schueren zich kunnen vergewissen over de waarde van eene ton bier maar dat die heeren ernstig meenen door hun onderzoek of nazicht iets te zullen veranderen aan de opvoedleer, dat gaat nu toch te ver. M. Leveau, die op een plan de houten halken van de ijzeren poutrellen niet kan onderscheiden zou, met zyne twee voeten in eene aangenomene school te zetten, er veel eer lessen van welvoeg lijkheid te ontvangen dan te geven hebben. M. Boterbergh, wij moeten het be- dennen, is hierin nederiger: Verklaarde hy niet goedswillig, in de eerste zitting van den Gemoenteraad waarin hij zijn eerste woord sprak, van schoone kun sten en onderwijs geen verstand te hebben vooroordeel al het mogelyke zullen doen, om de Stadszaken onpartijdig en rechtveerdig te helpen beredderen. «Van onzen L'wcge mogen onze collega's altijd rekenen op minzaam- beid en welwillendheid, wij hebben immers maar een doel het algemeen welzijn en den voorspoed onzer stad. Maar wij rekenen dan ook op de stipte onpartijdigheid en rechtvaar- digheid van den heer Voorzitter on op de verdraagzaamheid der meerder- heid om onze taak te vergemakkely- ken, immers daarin ligt het middel om ten voordeele van iedereen nuttig werk te verrichten. Het kiezerskorps heeft heslist dat eene minderheid plaats zou nemen in den gemeenteraad, wij huuden er stellig aan onze plicht jegens deAalste- naars te vervulleu zonder zwakheid en zullen niets verwaarloozen van al wat don bloei der Stad Aalst kan bevor- i> deren. Ziedaar, Medeburgers, de verklaring door M. Leveau in naam der liberale contróleurs gedaan. Die verklaring deed ons hun programma kennen en aan hen nu te bewyzen dat ze het getrouw heb- vinden, zooals wij hem hadden laten liggen, zag ik in de boot en vond haar ledig. Ja, mijne muts en de koord lagen er nog, maar Derrick zelf was weg. Maar wat kwam er dat ook eindelijk op aan, nu wij eenmaal de brik in een toestand gebracht hadden, waaruit niemand haar meer kon redden Wat hinderde het, als ik de wapens maar kon wegnemen, en zoo de gevolgen van Heal's onbegrijpelijke domheid kon voorkomen t Wanneer de schipbreukelingen ons by hunne landing maar niet met de wapens in de hand kon den begroeten was er geen kwaad bij de zaak. Ik zag eens rond of ik den eenigen man ook zag wiens tusschenkomst ik vreesde, doch gelukkig kon ik geen spoor van hem ontdekken. Ik liet dus geen tijd verloren gaan en ging onmiddellijk op de bewaar plaats der wapens af. Ik bemerkte, dat er voor en achter in de boot verscheidene hoopen schoppen lagen, ieder van een half dozijn er waren een paar kokjes en daarin vond ik netjes gebor gen, in het eene de pistolen, in het andere de messen. Eerst wierp ik de pistolen in zee, zoover als mijn krachten toelieten, om de slapen- den niet te Btoren en de wakenden niet te ontrustten, en daarop volgden de messen denzelfden weg, en met blijdschap zag ik Ja, het uur, of liever, het tydstip van rekening te geven is voor onze liberale controleurs geslagen. Ja, aan onze liberale contróleurs valt het te bewyzen dat zy zich waardig hebben getoond van 't vertrouwen dat zekere kiezers, in een oogenblik van misnoegdheid, in hen hebben gesteld, en of zij ter hoogte zijn geweest van de taak die zij zich hebben opgelegd. Ter zitting van aanstelling der nieuw gekozene Raadsleden in Januari 1904 gaf de heer Leveau lezing van de vol gende verklaring die wy hier letterlijk overschrijven Mijne Heeren, Namens de liberale minderheid van den gemeenteraad, heb ik de eer te verklaren dat zij in 't belang der geheele bevolking, zonder opzet, of Dit bewijs kunnen ze onmogelijk leveren, want ze. hebben gefaald aan hunne beloften. Gedurende de vier jaren dat ze in onzen Ge'meenteraad zetelden hebben ze menigmaal aangetoond, door hunne houding en redevoeringen, dat ze zaken niet of verkeerd begrepen, dat ze niets anders zochten dan stokken in de wielen te steken en den comediant te spelen tot leute of vermaak van de klakkers die ze er toe uitgenoodigd hadden. Wy zuilen dus eer onze Medeburgers ter stembus gaau de feiten daadzaken herinneren op dat zij met kennis van zaken zouden kunnen oordeelen wat voordeel de gang der stadszaken door de tusschenkomst der liberale contro leurs gewonnen heeft. Wij zijn verze kerd dat de overgroote meerderheid dan met ons zal 't accoord zijn om voordeel door nadeel te vervangen het laatste stuk van dat gevaarlijk speelgoed in de golven verdwijnen. Eer ik weer over boord sprong, moest ik nog eens door het luik zien, hoe de zaken daar stonden. Ik had waarlijk alle reden tot tevredenheid, want he«. water stond reeds zoo hoog, dat men het niet meer hoorde binnenstroomen. Als ik het niet geweten had, zou ik, ofschoon ik een zeeman was, nooit vermoed hebben, dat de brik zachtjes aan onder mij verzonk. Hieraan moest ook zeker de rust aan boord en Derrick's afwezigheid worden toegeschreven. Natuurlijk moest hij weten, dat wij de vlucht hadden genomen, want terwijl hy in de boot lag, had ons hooren heengaan, en dit was voor hem zeker eene voldoende reden voor de list waarmee wij zijne vriendelijkheid beantwoord hadden. Ongetwijfeld verzon hij op wraak. Maar van de groote ramp die de brik bedreigde, en ai zijne droomen van rijkdom en wraak zou vernietigen had hij zelfs niet het minste vermoeden. Zoo stelde ik mij de zaken voor, en gelukkig bleek mijne voorstelling juist te zijn. Zóó zou het echter niet afloopen. Terwijl ik echter in het ruim stond te sturen, hoorde ik achter mij eene deur kraken. Ik keerde mij om, en daar zag ik Derrick zelf den kajuitstrap opkomen Tegelijk her kende hij mij. Hallo, Sigij zijt daar riep hij. - Hallo was mijn antwoord, terwijl ik snel van het luik af ging, om dichter bij de veischansing en de zee te wezen, want WAARLIJK wy die weten hoe Groene Pie met zyne werklieden han delde, staan verstomd als wij hem nu heden zien te velde trekken voor het familieioon van 3 fr. daags. Spijtig dat Groene Pie met die goede inzichten niet bezield was vroeger jaren toen hy met zyn Werkman en Het Land van Aelst jaarlijks 30 duizend frank zuiver won. Zijne werklieden werden dan niet betaald tegen 30 cen tiemen por uur maar met de week, tegen 7,50 a 9,00 fr. per week gelijk welk getal uren er geard beid werden. Bijna altyd was het 70 uren. zijn toon was te vriendelijk, om mij erdoor te laten inpakken. Ik dacht dat gij met den ouden aan wal gegaan waart, zegde hij Ik heb de boot teruggebracht, zegde ik. Gij mocht haar eens noodig hebben. Heel vriendelijk, antwoordde hij, maar ik geloof niet, dat wij haar dezen nacht zullen gebruiken. Gij hebt bij toeval geen pruimken tabak voor mij Ik pruim niet, zegde ik. Hij kwam al dichter bij, en hield op zeer verdachte wijze de rechterhand op den rug, zoodat ik al meer en meer naar de ver schansing uitweek. Waar gaat gij heen vroeg hij. Waar de matroos heenging, toen hij over boord viel zegde ik. Zoo Dan tot weerziens, en tegelijk wierp hij een groot mes, dat hij in de hand had gehouden, naar mijne borst. Voor mij, die nog een appeltje met den kerel te schillen had, was de gelegenheid te schoon om te laten voorbijgaan. Ik sprong vlug op zijde, en suisend vloog het mes in de verschansing. Het los te maken en naar hem terug te 6turen, was het werk van een oogenblik. Hij bleek minder vlug te been te zijn dan ik, want mijn mes raakte hem in de ribben. Schreeuwend sprong hij naar omhoog. Ik dacht dat hij zou vallen, maar in zijne plaats lag het mes op den grond, gelukkig voor hem, was het mes omgeslagen, en had het handvat hem geraakt in plaats van de punt. Met alle scheldwoorden, die hij maar Maar zie 't kon er dan wellicht niet af... Men zou dan jaarlijks aan't zee strand niet hebben kunnen verblijven voor twee maanden met de gansche familie en er leven gelijk eene ware capitalisten-familie... Groene Pie bekommerde zich dan alleen met zyn moedors kindje en de zijnen en de overigen liet hij maar loo- pen En of de werklieden het zuur hadden daar bekommerde hij zich niet meê als de zijnen het maar zoet had den... ftiu dut het aanstellen van candidaten voor de aanst. gemeente- kiezingen aan 't orde van den dag slaat, willen wij doen aanmerken dat het eeue gewichtige zaak is. De kwestie van personen moet terzijde worden gelaten, alleenlij k mag men de belangen, het wel zijn der partij betrachten. De keuze moet onder aile opzichten vry zijn en niets mag zyne vrijheid schenden. De kiezers hebben lot opperste plicht mannen aan te stellen die tot de catholieke Partij behooren en die de bekwaamheid en ge schiktheid hebben om te zorgen voor het gemeeue best, voor het welzijn der stad ot gemeente. En dan later, wanneer de candidaten definitief zijn aangesteld,dan behoort het den catholieken kiezer, zich aan de uitspraak van den kieshond te onderwerpen zelfs als de keus der can didaten hem niet ten volle zou voldoen. Anders geen zegepraal mogelyk De poeppers. Volgens de schrijv.elaars van 't Kelderorgaan ver nemen zitten wy, catholieken, schrik kelijk met de poeppers.... u Wij, catholieken, zien dat ons rijk ryk uit is velen beginnen hunne matten te rollen, anderen beginnen al te zien van waar den wind komt. Nu die ridders van den natten vinger moogt ge hebben en er nog 'nen droo- gen haring achter winnen. En denkt eensde tweedracht heerscht in onze catholieke rangen... De liberale schrijvelaars zullen zeker hunne vurigste wenschen voor wezen lijkheid genomen hebben Zou er dan in 't liberale kamp geen beetje tweedracht bestaan over de kwes tie van een kartel te sluiten met de roode leeperikken der Saskaai Komt maar af, blauwe heeren, met cartel of zonder cartel, ondanks al onze poeppers, zullen wij u een dansje naar onzen azijn tobben leeren Waarom vele mans drinken. Velen onderhen, die thans misbruik maken van den drank eu herbergpilaren geworden zyn,zouden nooit in zoo verre liunne plichten vergeten hebben, indien zy eene vrouw getroffen hadden begaafd met de kennis van huishouding. De vrouw moet kunnen koken, zij moet kunnen toasschen en strijken, en naaien zij moet er een handje naar hebben om haar huisje eu hare kinderen steeds proper en net to houden. Kan zij dat kon bedenken, stormde hij op mij af. Ik had echter geen lust, handgemeen te wor den met hem, en sprong hals over kop in zee. Het mes vloog mij achterna, maar daar het zijn doel miste en bovendien het laatste mes op het schip was, gunde ik hem dit genoegen. En nu wachtte mij eene worsteling met de golven, zooals ik nooit had meegemaakt. Niemand mag zich beroemen dat hij zwem men kan, eer hij aan eene onstuimige zee het hoofd kan bieden, en ofschoon vader Oceaan mij van kindsbeen af had gewiegd, leerde ik in dien nacht eerst recht wat het zeggen wil, tegen hem te strijden, terwijl het schuim van zijn toorn mij verblindde, en zijn benedenstroom mij bij de beenen greep als een vraatzuchtige haai. Waarlijk, die eenzame zwempartij gaf een gevoeligen knak aan mijne ijdelheid, en ik was heel blij, toen ik het zand onder mijne voeten voelde, en gekneusd en verstijfd naar mijnen vader en Healy kon strompelen. Alles in orde, jongen vroeg vader. Allee in orde, vader, antwoordde ik klappertandend. Ik trok droog goed aan en vertelde wat mij was wedervaren. Het horlogie van den kapitein stond nu op half vier, en reeds wees een lichte plaats in het oosten het naderen van den dag aan. Maar, o wat ging dat langzaam Onze opgewondenheid was steeds stijgende. Als alles goed ging, zouden wij weldra in het onbetwist bezit van onzen eigendom zijn. Maar eerst moest er nog veel gewaagd en gedaan krijgen, dan is er weinig vrees dal haar man de kroeg boven zijn eigen thuis zal verkiezen. Dat alles kan de dochter uit een werk mansgezin bijna onmogelijk Muis leeren. Vooral niet in de nijverheidssteden moeder kent er meestal zelfs maar heel weinig van, en als zij cr bij uitzondering op de hoogte van is, dan heeft zij toch weinig gelegenheid om het aan hare meisjes te leeren: die zijn immers meest altijd op hef. werk terwijl moeder haar huiswerk doet. Daarom zijn huishoudscholen onont beerlijk. Er bestaan er reeds vele, maar toch niet genoeg. Daar waar de meisjes van hun twaalfde of dertiende jaar op 'l labriek of in het werkhuis bezig zijn, daar zou overal eene huishoudschool moeton zijn waar de leergangen buiten de werkuren gegeven worden. Zij be staan op menige plaats en leveren reeds de beste vruchten op meer eu meer be ginnen de meisjes te hegrijpen dat, wil len zij eens gelukkig zijn in hun eigen thuis,het noodzakelijk is dat zij de plich ten van eene huisvrouw weten te ver vullen. Esperanto-congres,Het derde congres van Esperanto, heeft verleden week te Cambridge plaats gehad, onder 't voorzitterschap vau den wereldbe- roomdon Zamenhof, en voorwaar het mag als de triomt worden aanzien der internationale hulptaal. Tweeduizend Esperantisten, (noem my één ander congres zoo talryk hygewoond) uit alle gewesten waren hier te samen Canada, Japan, Vereeuigde - Staten, Siberië, Schotland, Rusland, Zweden, Italië, Frankrijk, enz. enz., waren hier ver tegenwoordigd. Onder een dertigtal Belgen bevond zich luitenant Cardinal, doen* ,het mini sterie van oorlog officieel afgevaardigd, bewijs van het belang dat de Belgische regecring stelt iu dit praktisch vraag stuk der toekomst. Zeventien blinden, uit zes verschil lende landen, woonden ook het congres by, verstonden elkander en waren vol geestdrift een dagblad en verscheidene boekwerken in Braille-lettres, werden er uitgegeven, om door alle blinden der wereld, in ééue eu zelfde taal, weldra te worden gelezen en verstaan. 's Zondags was het in do cathelieke hoofdkerk tot proppens toe gevuld, alles in Esperanto zangen, gebeden, aan spraken, enz. E. H. Richardson van Brussel deed eenEsperantisch welgelukt sermoon.met onderwerp: «Eéne kudde, en één herder. lu de protestantsche kerk geschiedde alles insgelyks in Esperauto. Benevens prachtige feesten, groolen- deels door de tegenwoordigheid van den Lord Mayor opgeluisterd, die telkens in vloeiend Esperanto toesprak, werden alle bijzondere punten druk behandeld de huidige toestand, en de overgroote vooruitgang van Esperanto, do propa- gedaan worden eer wij dit doel konden be reiken. Binnen vijf minuten weten zij het, berichtte de kapitein eindelijk. Als hunne horlogie tenminste gelijk is met de uwe, zegde ik. Gij hebt gelijk, stemde hij toe. Daar dacht ik niet aan. Leg de koord lang uit op het zand. Healy, en zie uwe piBtolen na. Als de hor.cgie van de brik bij toeval voor loopt, hebben wij hen vroeger hier, dan wij denken. Op dit oogenblik drong door den mor- gendnevel een kreet, die zich vermengde met het gedruisch van de zee, een kreet, zooals mannen onwillekeurig uiten in het aanzicht van den dood, wanneer zelfs de moedig8ten een oogenblik bezwijken. Met bleek gelaat vlogen wij overeind. De hemel behoede hen fluisterde Healy in ontzetting, en die bede vond weerklank in onze harten. Hoe scherp wij ook luisterden, wij ver namen geen tweeden kreet. Doch de zee wind droeg een verwoed geluid van stem men tot ons over, alsof de wanhoop plotse ling had plaats gemaakt voor eene blijde hoop op redding, en allen door elkander praatten. Zij zijn nu zeker bezig, met de tweede boot te water te laten, meend Healy. Ja, antwoordde de kapitein met een zucht van verlichting, en de dag breekt aan. Wij mogen ons wel verbergen. (Wordt voortg«Mt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1907 | | pagina 1