Zondag 25 Augusti 1907
5 centiemen per nummer.
S7sle Jaar 5976
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'i Arrondissement van Aalst.
School vosserij.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De catholieke Partij
Hervormingen.
DE GOUDKUIL
Redde rationem.
Geeft rekening'.
UITJES en DATJES.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad B frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-76 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE aUUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. i-00Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dinsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advert8ntiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 24 Augusti I90T.
en de maatschappelijke
Het valt niet le loochenen, want 't is
eene ontegensprekelijke waarheid, dat
de catholieke Partij, op 't gebied der
maatschappelijke hervormingen i'usle-
loos is vooi'uitgegaan sedert dat 't be
wind aan bare band is toevertrouwd
geworden.
Onze catholieke Ministeries die zich
opvolgden, zijn de groote en machtige
mogendheden, welke over veel grooter
hulpmiddelen beschikken, Yeel machti
ger zyn voorbij gestreefd. De wetten en
reglementen werden door de groote
mogendheden zoo zeer gewaardeerd dat
ze als na te leven voorheelden nage
volgd zyn geworden.
Het is onbetwistbaar dat al die her
vormingen tot hiertoe de gewenschte
uitslagen niet hebben opgeleverd ze
zyn ook allen niet volmaakt want vol
maaktheid is van deze wereld niet.
Maar wat onbetwistbaar is, 't is dat
er in ons land meer en beter is gedaan
geworden tot oplossing der sociale
kwestie dan waar elders ook.
Wat moet men dan wel zeggen van
Belgen, van onze landgenooten, die dit
alles met eigene oogen hebben kunnen
bestatigen en niet te min uit hekrom-
pene partyzucht, uit politieke bereke
ning, de verkregene uitslagen loochenen,
de waarheid ontkennen
Men moet zeggen dat zij die hun
vaderland kleineeren met den schand-
naam van slechte vaderlander verdienen
gebrandmerkt te worden...
Die gunstige verkregen uitslagen
mogen ons in geene valsche zekerheid
voeren, men mag voortaan niet werke
loos blijven.
Nieuwe maatregelen en wetten dienen
nog bestudeerd on in uitvoer gebracht
te worden de bestaande dienen volle-
digd en, indien noodig, herzien en ver
beterd te worden.
't ls aan de catholieke Partij dat het
vooral behoort het werk der maatschap
pelijke hervormingen dat zij met zoo
veel moed begonnen en voortgezet heeft
te voltrekken.
Welke Party is daartoe heter geschikt
dan de catholieke Partij Zy immers is
daartoe best geschiki èn door den aard
van haar programma én door hare
samenstelling.
Een der voornaamste verzuchtingen
der catholieke Party is de bewerking
der maatschappelijke verzoening met
de belangen van werkgever en werk
lieden over een te brengen.
De catholieke Partij bevat in haren
schoot, vertegenwoordigers van al de
standen onzer samenleving.
Alle belangen behartigt zij te be
ginnen met de godsdienstige belangen
die voorzeker zoo eerbiedweerdig zijn
als welke andere ook.
Werklieden, werkgevers van allen
aard vinden hunne plaats in de scharen
van het machtige catholieke leger. De
eendracht, de onderlinge verdraagzaam
heid en toegevendheid dienen tot grond
slag van 't streven der Partij en hierin
ligt haren machtigen invloed besloten,
die reeds zoo veel heil en vrede heeft
verwekt...
Al wie klaar ziet in den huidigen toe
stand, wie de weldadige werking der
catholieke Partij wel begrijpt, scharen
zich in hare gelederen en dragen het
hunne hij om ze te sjeunen.
De werklieden hebben er vooral be
lang hy de catholieke Party te steunen
omdat zy het is die best geschikt is om
het sociale vraagstuk op te lossen, de
verzoening tot stand te brengen tus-
schen werklieden en werkgevers...
Liberalen en socialisten zijn hiertoe
niet in staatnog nooit deden ze iets
doeltreffends voor de werklieden. Doen
ze iets voor de werklieden, 't is uit poli
tieke berekening of om ze nog beter te
kunnen uitbuiten.
Daarom dan ook, werklieden, als
't kiezing is, stemt voor de catholieke
candidaten, uwe vrienden on verdedi
gers in de volle maat hunner krachten
VAN
J. it. HUTCHlIMSOiV.
a8* Vervolg.
01 de zee bedaard was, of dat de gedachte
1 aan Melisse mij kracht gaf, weet ik niet,
maar de boot schoot als een levend wezen
J jjoor de golven en eer ik er aan dacht, lag
de brik voor mij. Volgens mijne berekening
5gl was het nu reeds drie kwartier geleden,
Tn d«tw'j de wiggen eruit gehaald hadden,
igjl *00r noch achter op het schip hoorde ik
end ,en'6 geluid. Het eenige teeken van leven
was het licht door de kajuitskap.
Ik hield op met roeien, nam de vanglijn
tusschen de tanden, klom naar boven,
maakte de lijn vast en sprong onhoorbaar
aan boord.
^0t mijn groot spijt zag ik Melisse niet.
Waarschijnlijk was zij op het achterschip,
en daar :k het met het oog op hetgeen er
op het spel stond al te gewaagd achtte, haar
daar te gaan zoeken, begaf ik mij onmid
dellijk naar de boot, om mijne zending te
volbrengen.
Dank zij Healy's voorzorgsmaatregelen,
en Derrick's verlangen naar het goud, waB
de boot gereed om den volgenden morgend
nesrgelaten te worden. In^ het volle ver
trouwen, Derrick op den bodera te zullon
Het toezicht der offlciëele scholen is
ernstiger dan dat der vrije aangeno-
mene scholen schryven de school-
pedanten van de liberale Volksgazet.
En weet ge waarom, beste lezer
Alle ouders hooren hunne ter school
gaande kinders soms al eens zeggen dat
dan M. de Hoofdopziener, dan weer M.
de cantonale Opziener, dan eens M. de
diocesane Schoolopziener de klassen
heeft bezocht. Niemand betwijfelt dat
wanneer de Staat eene toelage hoe ge
ring ook ergens uitsteekt, er onmidde-
lijk een opzieuer achterna komt om te
oordeelen welk een gebruik er van het
geld wordt gemaakt zoodat het toe
zicht over geheel het onderwijs,door den
Staat bekostigd of gedeeltelijk beholpen,
ten strengste uitgevoerd wordt, ja, in
de aangenomene scholen misschien wel
met grootere strengheid dan over de
gemeentescholen.
En toch, Volksgazet houdt staau,
O ze liegt nooitgeen ernstig
toezicRt.
En hoe komt dat
Wel do uitleg staat gedrukt en is
waardig van de patronen en opstellers
dier Gazet, die onder al het gewicht van
hunne grenzelooze verwaandheid nog
bezwijken zullen
De gemeenteraadsleden, zeggen zij,
mogen zoo dikwyls zij het noodig
achten de gemeentescholen bezoeken
en onze vrienden (M.M. De Blieck en
Leveau) hebben van dit recht reeds
gebruik gemaakt, ze mogen integen-
deel nooit den voet zetten in eene aan-
genomene school. Betalen mag de Stad,
maar zich vergewissen over do waar-
de van dit onderwijs, dat niet.
Dat de vijf leden der liberale minder
heid, wier overgroole bekwaamheid in
alle opzichten geheel de stad door ge
kend is, beurlelings of te gader in al de
scholen der stad mochten hunne paret-
ten gaan vertoonen, zooals ze, ja, eens
begonuen zijn in onze gemeentescholen,
waar zij de leerlingen gingen tellenen
ze dan nog misteiden, zie, dan zou de
toestand dier scholen merkelijk verbe
teren.
Men verstaat allicht dat MM.De Blieck
en Van der Schueren zich kunnen
vergewissen over de waarde van
eene ton bier maar dat die heeren
ernstig meenen door hun onderzoek of
nazicht iets te zullen veranderen aan de
opvoedleer, dat gaat nu toch te ver.
M. Leveau, die op een plan de houten
halken van de ijzeren poutrellen niet
kan onderscheiden zou, met zyne twee
voeten in eene aangenomene school te
zetten, er veel eer lessen van welvoeg
lijkheid te ontvangen dan te geven
hebben.
M. Boterbergh, wij moeten het be-
dennen, is hierin nederiger: Verklaarde
hy niet goedswillig, in de eerste zitting
van den Gemoenteraad waarin hij zijn
eerste woord sprak, van schoone kun
sten en onderwijs geen verstand te
hebben
vooroordeel al het mogelyke zullen
doen, om de Stadszaken onpartijdig en
rechtveerdig te helpen beredderen.
«Van onzen L'wcge mogen onze
collega's altijd rekenen op minzaam-
beid en welwillendheid, wij hebben
immers maar een doel het algemeen
welzijn en den voorspoed onzer stad.
Maar wij rekenen dan ook op de
stipte onpartijdigheid en rechtvaar-
digheid van den heer Voorzitter on
op de verdraagzaamheid der meerder-
heid om onze taak te vergemakkely-
ken, immers daarin ligt het middel
om ten voordeele van iedereen nuttig
werk te verrichten.
Het kiezerskorps heeft heslist dat
eene minderheid plaats zou nemen in
den gemeenteraad, wij huuden er
stellig aan onze plicht jegens deAalste-
naars te vervulleu zonder zwakheid en
zullen niets verwaarloozen van al wat
don bloei der Stad Aalst kan bevor-
i> deren.
Ziedaar, Medeburgers, de verklaring
door M. Leveau in naam der liberale
contróleurs gedaan. Die verklaring deed
ons hun programma kennen en aan hen
nu te bewyzen dat ze het getrouw heb-
vinden, zooals wij hem hadden laten liggen,
zag ik in de boot en vond haar ledig.
Ja, mijne muts en de koord lagen er nog,
maar Derrick zelf was weg.
Maar wat kwam er dat ook eindelijk op
aan, nu wij eenmaal de brik in een toestand
gebracht hadden, waaruit niemand haar
meer kon redden Wat hinderde het, als
ik de wapens maar kon wegnemen, en zoo
de gevolgen van Heal's onbegrijpelijke
domheid kon voorkomen t Wanneer de
schipbreukelingen ons by hunne landing
maar niet met de wapens in de hand kon
den begroeten was er geen kwaad bij de
zaak.
Ik zag eens rond of ik den eenigen man
ook zag wiens tusschenkomst ik vreesde,
doch gelukkig kon ik geen spoor van hem
ontdekken. Ik liet dus geen tijd verloren
gaan en ging onmiddellijk op de bewaar
plaats der wapens af.
Ik bemerkte, dat er voor en achter in de
boot verscheidene hoopen schoppen lagen,
ieder van een half dozijn er waren een
paar kokjes en daarin vond ik netjes gebor
gen, in het eene de pistolen, in het andere
de messen.
Eerst wierp ik de pistolen in zee, zoover
als mijn krachten toelieten, om de slapen-
den niet te Btoren en de wakenden niet te
ontrustten, en daarop volgden de messen
denzelfden weg, en met blijdschap zag ik
Ja, het uur, of liever, het tydstip van
rekening te geven is voor onze liberale
controleurs geslagen.
Ja, aan onze liberale contróleurs valt
het te bewyzen dat zy zich waardig
hebben getoond van 't vertrouwen dat
zekere kiezers, in een oogenblik van
misnoegdheid, in hen hebben gesteld, en
of zij ter hoogte zijn geweest van de
taak die zij zich hebben opgelegd.
Ter zitting van aanstelling der nieuw
gekozene Raadsleden in Januari 1904
gaf de heer Leveau lezing van de vol
gende verklaring die wy hier letterlijk
overschrijven
Mijne Heeren,
Namens de liberale minderheid van
den gemeenteraad, heb ik de eer te
verklaren dat zij in 't belang der
geheele bevolking, zonder opzet, of
Dit bewijs kunnen ze onmogelijk
leveren, want ze. hebben gefaald aan
hunne beloften.
Gedurende de vier jaren dat ze in
onzen Ge'meenteraad zetelden hebben ze
menigmaal aangetoond, door hunne
houding en redevoeringen, dat ze zaken
niet of verkeerd begrepen, dat ze niets
anders zochten dan stokken in de wielen
te steken en den comediant te spelen tot
leute of vermaak van de klakkers die ze
er toe uitgenoodigd hadden.
Wy zuilen dus eer onze Medeburgers
ter stembus gaau de feiten daadzaken
herinneren op dat zij met kennis van
zaken zouden kunnen oordeelen wat
voordeel de gang der stadszaken door
de tusschenkomst der liberale contro
leurs gewonnen heeft. Wij zijn verze
kerd dat de overgroote meerderheid dan
met ons zal 't accoord zijn om voordeel
door nadeel te vervangen
het laatste stuk van dat gevaarlijk speelgoed
in de golven verdwijnen.
Eer ik weer over boord sprong, moest ik
nog eens door het luik zien, hoe de zaken
daar stonden. Ik had waarlijk alle reden tot
tevredenheid, want he«. water stond reeds
zoo hoog, dat men het niet meer hoorde
binnenstroomen. Als ik het niet geweten
had, zou ik, ofschoon ik een zeeman was,
nooit vermoed hebben, dat de brik zachtjes
aan onder mij verzonk.
Hieraan moest ook zeker de rust aan
boord en Derrick's afwezigheid worden
toegeschreven. Natuurlijk moest hij weten,
dat wij de vlucht hadden genomen, want
terwijl hy in de boot lag, had ons hooren
heengaan, en dit was voor hem zeker eene
voldoende reden voor de list waarmee wij
zijne vriendelijkheid beantwoord hadden.
Ongetwijfeld verzon hij op wraak. Maar
van de groote ramp die de brik bedreigde,
en ai zijne droomen van rijkdom en wraak
zou vernietigen had hij zelfs niet het minste
vermoeden. Zoo stelde ik mij de zaken
voor, en gelukkig bleek mijne voorstelling
juist te zijn.
Zóó zou het echter niet afloopen. Terwijl
ik echter in het ruim stond te sturen,
hoorde ik achter mij eene deur kraken. Ik
keerde mij om, en daar zag ik Derrick zelf
den kajuitstrap opkomen Tegelijk her
kende hij mij.
Hallo, Sigij zijt daar riep hij.
- Hallo was mijn antwoord, terwijl
ik snel van het luik af ging, om dichter bij
de veischansing en de zee te wezen, want
WAARLIJK wy die weten hoe
Groene Pie met zyne werklieden han
delde, staan verstomd als wij hem nu
heden zien te velde trekken voor het
familieioon van 3 fr. daags.
Spijtig dat Groene Pie met die goede
inzichten niet bezield was vroeger jaren
toen hy met zyn Werkman en Het
Land van Aelst jaarlijks 30 duizend
frank zuiver won. Zijne werklieden
werden dan niet betaald tegen 30 cen
tiemen por uur maar met de week,
tegen 7,50 a 9,00 fr. per week gelijk
welk getal uren er geard beid werden.
Bijna altyd was het 70 uren.
zijn toon was te vriendelijk, om mij erdoor
te laten inpakken.
Ik dacht dat gij met den ouden aan
wal gegaan waart, zegde hij
Ik heb de boot teruggebracht, zegde
ik. Gij mocht haar eens noodig hebben.
Heel vriendelijk, antwoordde hij,
maar ik geloof niet, dat wij haar dezen
nacht zullen gebruiken. Gij hebt bij toeval
geen pruimken tabak voor mij
Ik pruim niet, zegde ik.
Hij kwam al dichter bij, en hield op zeer
verdachte wijze de rechterhand op den rug,
zoodat ik al meer en meer naar de ver
schansing uitweek.
Waar gaat gij heen vroeg hij.
Waar de matroos heenging, toen hij
over boord viel zegde ik.
Zoo Dan tot weerziens, en tegelijk
wierp hij een groot mes, dat hij in de hand
had gehouden, naar mijne borst.
Voor mij, die nog een appeltje met den
kerel te schillen had, was de gelegenheid
te schoon om te laten voorbijgaan. Ik
sprong vlug op zijde, en suisend vloog het
mes in de verschansing. Het los te maken
en naar hem terug te 6turen, was het werk
van een oogenblik. Hij bleek minder vlug
te been te zijn dan ik, want mijn mes
raakte hem in de ribben. Schreeuwend
sprong hij naar omhoog. Ik dacht dat hij
zou vallen, maar in zijne plaats lag het
mes op den grond, gelukkig voor hem, was
het mes omgeslagen, en had het handvat
hem geraakt in plaats van de punt.
Met alle scheldwoorden, die hij maar
Maar zie 't kon er dan wellicht niet
af... Men zou dan jaarlijks aan't zee
strand niet hebben kunnen verblijven
voor twee maanden met de gansche
familie en er leven gelijk eene ware
capitalisten-familie...
Groene Pie bekommerde zich dan
alleen met zyn moedors kindje en de
zijnen en de overigen liet hij maar loo-
pen En of de werklieden het zuur
hadden daar bekommerde hij zich niet
meê als de zijnen het maar zoet had
den...
ftiu dut het aanstellen van
candidaten voor de aanst. gemeente-
kiezingen aan 't orde van den dag slaat,
willen wij doen aanmerken dat het eeue
gewichtige zaak is. De kwestie van
personen moet terzijde worden gelaten,
alleenlij k mag men de belangen, het wel
zijn der partij betrachten. De keuze moet
onder aile opzichten vry zijn en niets
mag zyne vrijheid schenden. De kiezers
hebben lot opperste plicht mannen aan
te stellen die tot de catholieke Partij
behooren en die de bekwaamheid en ge
schiktheid hebben om te zorgen voor het
gemeeue best, voor het welzijn der stad
ot gemeente. En dan later, wanneer de
candidaten definitief zijn aangesteld,dan
behoort het den catholieken kiezer, zich
aan de uitspraak van den kieshond te
onderwerpen zelfs als de keus der can
didaten hem niet ten volle zou voldoen.
Anders geen zegepraal mogelyk
De poeppers. Volgens de
schrijv.elaars van 't Kelderorgaan ver
nemen zitten wy, catholieken, schrik
kelijk met de poeppers....
u Wij, catholieken, zien dat ons rijk
ryk uit is velen beginnen hunne
matten te rollen, anderen beginnen al
te zien van waar den wind komt.
Nu die ridders van den natten vinger
moogt ge hebben en er nog 'nen droo-
gen haring achter winnen.
En denkt eensde tweedracht heerscht
in onze catholieke rangen...
De liberale schrijvelaars zullen zeker
hunne vurigste wenschen voor wezen
lijkheid genomen hebben
Zou er dan in 't liberale kamp geen
beetje tweedracht bestaan over de kwes
tie van een kartel te sluiten met de
roode leeperikken der Saskaai
Komt maar af, blauwe heeren, met
cartel of zonder cartel, ondanks al onze
poeppers, zullen wij u een dansje naar
onzen azijn tobben leeren
Waarom vele mans drinken.
Velen onderhen, die thans misbruik
maken van den drank eu herbergpilaren
geworden zyn,zouden nooit in zoo verre
liunne plichten vergeten hebben, indien
zy eene vrouw getroffen hadden begaafd
met de kennis van huishouding.
De vrouw moet kunnen koken, zij moet
kunnen toasschen en strijken, en naaien
zij moet er een handje naar hebben om
haar huisje eu hare kinderen steeds
proper en net to houden. Kan zij dat
kon bedenken, stormde hij op mij af. Ik
had echter geen lust, handgemeen te wor
den met hem, en sprong hals over kop in
zee. Het mes vloog mij achterna, maar
daar het zijn doel miste en bovendien het
laatste mes op het schip was, gunde ik hem
dit genoegen.
En nu wachtte mij eene worsteling met
de golven, zooals ik nooit had meegemaakt.
Niemand mag zich beroemen dat hij zwem
men kan, eer hij aan eene onstuimige zee
het hoofd kan bieden, en ofschoon vader
Oceaan mij van kindsbeen af had gewiegd,
leerde ik in dien nacht eerst recht wat het
zeggen wil, tegen hem te strijden, terwijl
het schuim van zijn toorn mij verblindde,
en zijn benedenstroom mij bij de beenen
greep als een vraatzuchtige haai. Waarlijk,
die eenzame zwempartij gaf een gevoeligen
knak aan mijne ijdelheid, en ik was heel
blij, toen ik het zand onder mijne voeten
voelde, en gekneusd en verstijfd naar
mijnen vader en Healy kon strompelen.
Alles in orde, jongen vroeg vader.
Allee in orde, vader, antwoordde ik
klappertandend.
Ik trok droog goed aan en vertelde wat
mij was wedervaren.
Het horlogie van den kapitein stond nu
op half vier, en reeds wees een lichte plaats
in het oosten het naderen van den dag aan.
Maar, o wat ging dat langzaam Onze
opgewondenheid was steeds stijgende. Als
alles goed ging, zouden wij weldra in het
onbetwist bezit van onzen eigendom zijn.
Maar eerst moest er nog veel gewaagd en
gedaan krijgen, dan is er weinig vrees
dal haar man de kroeg boven zijn eigen
thuis zal verkiezen.
Dat alles kan de dochter uit een werk
mansgezin bijna onmogelijk Muis leeren.
Vooral niet in de nijverheidssteden
moeder kent er meestal zelfs maar heel
weinig van, en als zij cr bij uitzondering
op de hoogte van is, dan heeft zij toch
weinig gelegenheid om het aan hare
meisjes te leeren: die zijn immers meest
altijd op hef. werk terwijl moeder haar
huiswerk doet.
Daarom zijn huishoudscholen onont
beerlijk. Er bestaan er reeds vele, maar
toch niet genoeg. Daar waar de meisjes
van hun twaalfde of dertiende jaar op
'l labriek of in het werkhuis bezig zijn,
daar zou overal eene huishoudschool
moeton zijn waar de leergangen buiten
de werkuren gegeven worden. Zij be
staan op menige plaats en leveren reeds
de beste vruchten op meer eu meer be
ginnen de meisjes te hegrijpen dat, wil
len zij eens gelukkig zijn in hun eigen
thuis,het noodzakelijk is dat zij de plich
ten van eene huisvrouw weten te ver
vullen.
Esperanto-congres,Het derde
congres van Esperanto, heeft verleden
week te Cambridge plaats gehad, onder
't voorzitterschap vau den wereldbe-
roomdon Zamenhof, en voorwaar het
mag als de triomt worden aanzien der
internationale hulptaal. Tweeduizend
Esperantisten, (noem my één ander
congres zoo talryk hygewoond) uit alle
gewesten waren hier te samen Canada,
Japan, Vereeuigde - Staten, Siberië,
Schotland, Rusland, Zweden, Italië,
Frankrijk, enz. enz., waren hier ver
tegenwoordigd.
Onder een dertigtal Belgen bevond
zich luitenant Cardinal, doen* ,het mini
sterie van oorlog officieel afgevaardigd,
bewijs van het belang dat de Belgische
regecring stelt iu dit praktisch vraag
stuk der toekomst.
Zeventien blinden, uit zes verschil
lende landen, woonden ook het congres
by, verstonden elkander en waren vol
geestdrift een dagblad en verscheidene
boekwerken in Braille-lettres, werden
er uitgegeven, om door alle blinden der
wereld, in ééue eu zelfde taal, weldra
te worden gelezen en verstaan.
's Zondags was het in do cathelieke
hoofdkerk tot proppens toe gevuld, alles
in Esperanto zangen, gebeden, aan
spraken, enz. E. H. Richardson van
Brussel deed eenEsperantisch welgelukt
sermoon.met onderwerp: «Eéne kudde,
en één herder. lu de protestantsche
kerk geschiedde alles insgelyks in
Esperauto.
Benevens prachtige feesten, groolen-
deels door de tegenwoordigheid van den
Lord Mayor opgeluisterd, die telkens in
vloeiend Esperanto toesprak, werden
alle bijzondere punten druk behandeld
de huidige toestand, en de overgroote
vooruitgang van Esperanto, do propa-
gedaan worden eer wij dit doel konden be
reiken.
Binnen vijf minuten weten zij het,
berichtte de kapitein eindelijk.
Als hunne horlogie tenminste gelijk
is met de uwe, zegde ik.
Gij hebt gelijk, stemde hij toe. Daar
dacht ik niet aan. Leg de koord lang uit op
het zand. Healy, en zie uwe piBtolen na.
Als de hor.cgie van de brik bij toeval voor
loopt, hebben wij hen vroeger hier, dan
wij denken.
Op dit oogenblik drong door den mor-
gendnevel een kreet, die zich vermengde
met het gedruisch van de zee, een kreet,
zooals mannen onwillekeurig uiten in het
aanzicht van den dood, wanneer zelfs de
moedig8ten een oogenblik bezwijken. Met
bleek gelaat vlogen wij overeind.
De hemel behoede hen fluisterde
Healy in ontzetting, en die bede vond
weerklank in onze harten.
Hoe scherp wij ook luisterden, wij ver
namen geen tweeden kreet. Doch de zee
wind droeg een verwoed geluid van stem
men tot ons over, alsof de wanhoop plotse
ling had plaats gemaakt voor eene blijde
hoop op redding, en allen door elkander
praatten.
Zij zijn nu zeker bezig, met de tweede
boot te water te laten, meend Healy.
Ja, antwoordde de kapitein met een
zucht van verlichting, en de dag breekt
aan. Wij mogen ons wel verbergen.
(Wordt voortg«Mt.)