Donderdag 29 Augusti 1907 5 centiemen per nummer. 578te Jaar 3977 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Weg 't verplich tend onderwijs. Eerl Vader eu Moeder. Blijf in uw land \De Landbouw in de Kamer Stad Aalst.-Werkbeurs DE DENDERBODE Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- Wfling van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor le Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-26 voor zes naanden fr. 1-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving lindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiên door de Post ont- •a.ogen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in by O. Van de Putte-Qoossens, Korte Zoutstraat, N' 81, n in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE SUVM. Per drukregel. Gewone 16 oentiemenReklamen fr. 1-00Vonniseen op 3*» bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in dan voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa dit blad. Aalst, 28 August1907. Te gelegenheid der beraadslaging over de begrooting van 't ministerie van schoone kunsten en wetenschappen, sprak, in zitting van 31 Juli jl., Mgr. Keesen, Senator, eene belangrijke rede Voering uit tegen 't verplichtend onder wijs. Mgr. Keesen deed uitschijnen dat het liberalism alleen den schooldwang tot doel heeft. Hij bewyst verder dat dien dwang maatregel ounoodig is, daar 't getal 'Ongeletterden, dat over een kwaart èeuws 25 tot 301. h. bedroeg nu gedaaald is tot 9 k 10 t. h. De liberalen, zegde spreker, goochelen wel met statistieken om te doen geloo- ven dat er meer dan 100 duizend kinders zijn van alle onderwijs verstoken, doch die goocheltoeren kunnen geen ernstig onderzoek doorstaan. Maar waar loopen die 100 duizend kin ders langs de straat, die de liberalen in deacholen missen I Nergens, antwoordt, Mgr. Keesen, want die kinders loopen langs de straat niet. Die kinders gaan ter school naar jitheneum, middelbare school, bisschop pelijk seminarie en collegie, vrije Ïïhool, pupillenschool, enz., zyn ge- rekkig of niet bekwaam om onderwijs te ontvangen. Dank aan 't vroegtijdig ter school gaan, zijn de drij laagste klassen in atheneum en collegie bevolkt met kin ders onder de 14 jaren, welke eigenlijk lot de lagere school zouden dienen te behooren. Die 100 duizend bestaan dus slechts in de verbeelding der liberalen. Verder onderzocht Mgr. Koesen den Hoestand in Frankrijk en in Italië waar 't verplichtend onderwijs bestaat. België telt minder ongeletterden dan deze beide landen. Wat het onderwijsstelsel in Duitsch- land, Engeland, Zweden en Noorwegen betreft geen twee jaar zouden wy, Bel gen, died wangstelstels willen verduren. De liberalen wijzen alle tusschen- komst van den Staat af zoohaast het de aoe vervolg. Ook bij de graven van meester en vrouw Gebhard was er gebeden geworden. Groene kransen slingerden zich om de j, eenvoudige doch sierlijke kruisen, en op de beide grafheuvels geurden frissche bloe- j men, witte en gouden chrysanthenums in i.overvloed. 'r Zijn oude knechten hadden den meester niet vergeten en Reta was lang geknield geweest bij die twee haar zoo dierbare graven zoo dierbaar bijna als die harer f eigene ouders. Zij dacht veel en zij bad veel voor Gustaaf. Waarom juist op dezen dag Dat wist zij zeiven niet. Langzaam wae het eenzaam op den anders zoo eenzamen doodenakker en het laatste lichtje ging er langzaam uit. j Het was ook stil geworden in de etraten der kleine stad. f Allerzielendag jis een ernstige dag, .hij doet veel denken aan den dood, aan •'scheid nemen voor altijd, aan droevige herinneringen. Het is een dag van ersnst en gebed. Reta woonde iets dichter bij de stad, het groote Gebhard8che huis lag meer in de atad. Eene oude dienstmeid was haar eenig ^gezelschap. Op eenB wordt er nog laat aan de deur geklopt. De beide vrouwen schrokken op Rit het rozenkransgebed. stoffelijke belangen betreft, doch waar de Staat niet tusschenkomen mag na melijk, wat aangaat het verstandelijk zedelijk en godsdienstig gebied, daar kennen zij aan den Staat alle gezag toe en waarom Omdat ze weten dat ver plichtend onderwijs tot onzydig en wereldlijk onderwys leidt. De achtbare spreker toont aan dat, moest men het liberale stelsel bijtreden, de Staat zijne scholen alleen zou erken nen, en zich het recht voorbehouden alleen onderwyzers-diplomas te mogen afleveren. De feiten bewyzen, zegt eindelijk, Mgr. Keesen, dat het er bij onze tegen strevers niet om te doen is het onderwijs te verspreiden, maar om de. ongods dienstigheid te bevorderen. In Frankrijk zyn 1500 lagere scholen afgeschaft, die meestal door de volks kinderen werden bijgewoond, denkt men dat men hierdoor 't getal ongelet terden zal verminderen, 't volk verstan delijk ontvoogden Voorzeker, neen... Gy, Belgiscge liberalen en socialisten, juicht aan al de daden uwer Fransche moortelbroeders to# en uwe vurigste verlangens zijn hier ook een godsdienst- hatend ministerie te zien optreden. Gij keurt dus de hatelyke vrijhoids- verkrenkende politiek goed. De liberalen noemen de ofllcieele scholen, hunne scholen. Op dit gebied van onderwijs ligt tus- schen ons, catholieken, en u, liberalen, oenen niet to overschrijden afgrond. Wy verstooten uwe scholen en gij de onze. Dus altijddurende stryd. Nogthans vrede is mogelijk op voor waarde dat de Staat aan de verschillige partijen de zorg laat scholen te stichten volgens hun wederzijds programma en aan allen toelagen verleent, zoo wel aan socialistische als aan catholieke en libe rale onderwijsgestichten. Aan de socia listen zou nogthans de verplichting wor den opgelegd onze nationale instellingen die op 't vorstendom berusten, volstrekt te Op die voorwaarde alleen is de school- vrede mogelijk en hier buiten zal een onverzoenlijken strijd en zijn nasleep blijven woeden. Wij twijfelen er geenszins aan, het voorstel van Mgr. Keesen zal bij onze tegenstrevers geen ingang vinden dit stelsel zou hun te veel geld kosten en ze snijden, liever in dez© zaak, riemen uit 't staatsleer... Er is tegenwoordig eene ziekte onder de kleine boeren en 't werkvolk uitge broken, en wel namelijk die van te willen vertrekken naar Amerika. Over laatst zijn er 4000 uitwijkelin gen, mannen, vrouwen en kinderen, te Antwerpen scheep gegaan om naar Amerika do fortuin te gaan beproeven... We willen over dit roekeloos vertrekken een woord reppen. Over eenigen tijd toonde men ons een brief, geschreven uit Winnepig, hoofd stad van Canada, waaruit we't volgende knippen Sedert eenigen tijd neemt de uitwij king voor West-C'anada, en vooral voor de provincie Manitoba, hard toe. Op driejaar verdubbelde do bevolking van Winnepig, bij zooverre dat die stad onder opzicht van handel, nijverheid, beurszaken en vervoer eene ware han delsstad is geworden. Verloden jaar ontscheepten er hier niet minder dan 150,0Q0 landverhuizers. Daar dezen meestal op staats verzoek aangeworven zijn, blijven die mentchen maar een of twee dagen in de stad, on wordt er dan aanstonds gezien om ze eonen kruipin en werk te geven, hetgeen ze daar nogal spoedig vinden tegen een hooger loon, van eigen, dan in hun land. Maar daar valt niet te luierikken of op de lappen te gaan, maar hard te werken en zooveel ge kunt. Spoorwegen aan te leggen, graven aan waterwer ken, straten, kasseien en ander zwaar werk staat er de landv«rhuizers te wachten. Sommigen slaan hier nog al eens droef te zien! 't Is gebeurd dat, na lange jaren hard en onmenschelijk werk, menschen uit Europa hier wat geld konden bijeen krygen, maar duizenden kunnen tot niets geraken en blyven altyd even arm. En, wat nog erger is, vele Belgen kunnen tegen 't klimaat van Canada niet, en moeion dat lastig werk laten staan ze krygen de land ziekte en loopen dan hier rond als ongelukkigen, zonder geld en in de onmogelijkheid naar hun land terug te keeren. Er wordt ook veel gewerfd om boeren naar Canada te trekken en aan eiken uitwijkeling van boven de 18 jaar schenkt de Staat 160 acres land om te bebouwen, mils er 9 maanden per jaar op bezig te zijn. Zulken grond heet men Homestead. Maar menschen, dat moest g'eens zien Als ge aan dit land moest Kom, juffrouw, kom, riepen meer dere van hare bekenden kom toch spoe dig, daar is iemand die naar u vraagt en luide uw naam blijft roepen. Hoe dat, vrienden. Wel het heet altijd Reta, en dat kan niemand zijn dan u. Reta was voor de stad een engel van liefdadigheid geworden, en men meende, dat wanneer iemand Hulp behoefde, hij, niets natuurlijker, om haar moest roepen. Ik kom, - gaf zij onverschrokken ten antwoord, sloeg een warms doek om hoofd en schouderen en trad de deur uit, heeft iemand mijn hulp noodig, dan ben ik bereid. Ja, maar het is op het kerkhof. Op het kerkhof? vroeg zij, en schrik kend bleef zij staan. Ja, op het kerkhof, bij de Gebhardsche graven maar gij hoeft niet te vreezen, wij blijven bij u en laten u niet alleen. Het moet tegen het vallen van den avond ge weest zijn, dat een man, die er als een landlooper uitzag, voor het sluiten van het hek het kerkhof betrad. De doodgraver, die er niemand meer zag, sloot den godsakker af. Hij moet zich ergens tusschen de cypressen verborgen hebben. Voor een uur ongeveer hoorde men er zuchten en ker men, en luid roepen Reta, Reta. Tever geefs wilde men hem van de graven verwij deren. Met ongelooflijke kracht klemt hij zich om het grafkruis vast. a Gustaaf, - murmelde Reta in zich zei ven. Men bereikte spoedig de kerk, waarach ter, zoo als weleer veelal, het kerkhof zich uitstiekte. Zij hoorden het roepen reeds. Het was een vreeselijk tooneel. Op de graven van vader en moeder Geb hard knielde of beter lag een man ter aarde, ten prooi zoo het scheen aan de vreeselijkste wanhoop. Hij rukte zich de haren uit het hoofd en sloeg met de rech terhand dan tegen het kruis, dan op het vertrapte graf. Van tijd tot tijd zag hij met wilde blikken de verschrikte omstanders aan. Vader, moeder, ligt gij hier Ja, en ik heb u vermoordIk, uw zoon, uw Gustaaf, uw eenig kind, ik heb u vermoord Met deze hand heb ik u gedood - Hij stak de hand verre van zich af. Ik vervloek u. Gij hebt mijne ouders in het graf gebracht, cn hij bonsde ze tegen den grond, o, o, ik ben vervloekt, vervloekt en hij weende en kermde bitter. O vader, gij waart altijd zoo goed voor uw kind. O moeder, gij hadt uw Gustaaf zoo lief, en hij, hij heeft u vermoord O, staat op uit uw graf, op, gij moet mij vergiffenis schenken. Ik kan niet leven, zonder uwe vergiffenis. Staat op, staat opis en met zijn nagelen wroette hij tot bloe dens toe in de graven. Het was akelig om aan te zien. Ach, kondet gij mij maar eens zeggen, vader, moeder, maar eens en gij waart toch altijd zoo goed, i en zijn stem werd zacht en week Gustaaf, Gustaaf, ik vergeef u alles, alles, en zijn gelaat drukte hij tegen den grond en zweeg, als wachtte hij op antwoord. komen, zoudt ge stom staan hoe groot het verschil is van 't geen do agenten er van vertellen. Zoo werd er aan tweo kloek© Duitsche boeren eons een partij land gegeven, die tien uren ver van oen dorp verwijderd lag, het geleek eene wildernis van struiken, onkruid en hoornen Vjjf maand per jaar lager sneeuw, en vijf jaar moesten zij daar hoeren vooraleer iets te winnen. De twee Duitschers had den voor huis eene armoedige hut, door hen zei ven gebouwd, en nochtans sche nen deze menschen tevreden met hun droevig lot. Om dus tot welstand te geraken moet men goed kunnen boeren, struisch en sterk zyn, tevreden met sukkelen en eenige jaren armoede lijden, goesting hebben om engelsch te leeren en ver geten te klagen. Het is dus best in uw land te blijven. Om eene groote daghuur te verdienen met hard te werken en altijd kontent te zijn, moet ge naar Amerika niet komen, Dat kunt g'in uw geboorteland ook vinden. (Stem der Vlaamsche Landbouwers). De maatschappij S Raphaël die enkel het welzijn der uitwijkelingen behartigt, geeft kosteloos alle noodige raadgevingen aan degenen die er aan denken het Vaderland te verlaten. Men vergete dit niet der Volksvertegenwoordigers. Tijdens de bespreking van het land- bouwbudjet in de wetgevende kamers, verklaarde den 30 Juli mynheer Helle- putte, lusschentijdige Minister, in ant woord aan dezen die de bescherming der landbouwwerklieden tegenover de nij- verlieidswerkers inriepen.dat inderdaad onder de nijverheden, de landbouw de minst beschermde is. Tot staving zijner gezegden, haalde Mijnheer de Minister eene menigte zaken aan welko de landbouwer noodig heeft en bij hunnen invoer in het land belast zijn. Als verbruiker wordt hij zwaar ge troffen, terwijl zijno voortbrengselen om zoo te zeggen tegen de vreemde mededinging niet beschermd zyn. Van eenen anderen kant stijgt alles iD prijs. Het sodanitraat, waarvan de Belgische landbouwer een zoo groot verbruik maakt en dat in Januari 1896 slechts 18,25 fr. de 100 kgr. kostte,wordt heden 27 fr. de 100 kgr. verkocht zoo ala mijn- Op eens rees hij op. Reta, Reta, Reta 1 i) riep hij luid. Gustaaf, klonk een zachte stem. Gustaaf, vader en moeder vergeven u allts. Ik ben Reta, die gij roept, mij hebben zij het gezegd. Een oogenblik zag hij als verdwaald rond en lachte, dat het schaterde over het kerkhof. Hij was krankzinnig. De omstanders huiverden bij den vreese- lijken aanblik. Allen hadden hem erkend, en de geheele stad was als getuige van dit godsgericht. Reta trad toe en hij liet zich leiden als een kind. Reta had Gustaaf in het krankzinnigen gesticht geplaatst. Hier was hij bekend onder den naam van Gustaaf met de bloedende hand. Hem hadden wij gezien op het binnen plein, bij om bezoek aan onzen vriend Frans. Voor een week of drij ontvingen wij den volgenden brief Beste Emest, Gustaaf is dood. De goede God heeft hem van zijn lijden verlost. Het grootste geluk is hem ten deel gevallen. Denk eens. Eenige dagen voor zijn dood had er eene verandering in zijn geheel wezen plaats. Meer dan ooit was hij in zichzelven ge keerd, maar zoo rustig, zoo stil en gelaten, dat de dwangbuis niet meer noodig was. Eens dat ik langa hem ging, sprak hij mij heer de Minister zelf ln volle kamers deed opmerken Doch, is er geen eorste hulpmiddel tegen dezen toestand Handelen de land bouwers niet wijzelijk zelf te beginnen zich van deze onrechtstreeksche belas tingen vrij te maken door bijvoorbeeld deze vruchtbaarmakende stof door eene andere te vervangen, wanneer deze laat ste beterkoop komt en zy dezelfde uit werksels als dc eerste kan teweeg bren gen Nu geenen twijfel meer; alle bevoegde en onpartijdige landbouwkundigen zijn het eens te verklaren dat het ammoniak- sulfaaten 't sodanitraat dezelfde vrucht baarmakende waarde hebben. Niet te verwonderen dus, dat de Belgische land bouwer van jaar tot jaar meer en meer ammoniaksulfaat verbruikt, terwijl het sodanitraatverbruik vermindert. Het sodanitraat is een produkt van vreem den invoer, by den uivoer uit het voort- brengstland belast, belastingen welke noodzakelijker wjjze den verkoopprijs verhoogen en die op het einde van het spel bijgevolg door den verbruiker in den vreemde betaald worden.Het ammo niaksulfaat daarentegen, een inlandsch produkt, is niet belast. Met bijgevolg zooveel nitraat mogelyk door ammoniaksulfaat to vervangen, zal de landbouwer niet alleen eene belang rijke besparing verwezenlijken, doch helpt tevens mede de nationale nijver heid te begunstigen, en tot zyn grootste welzijn, dwarsboomt hy do speculatie door den opslag van het nitraat tegen te houden en door zelfs den prijs van dit produkt te verlagen. Tegenwoordig wordt het sodanitraat tegen 26,60 fr de 100 kgr. op wagen Antwerpen, verkocht, 't zij tegen 1,71 fr. de eenheid stikstof, terwijl het ammo niaksulfaat aan 29 fr. staat, op wagon Brussel, hetgeen per eenheid stikstof slechts 1,45 fr. maakt, 't zij een verschil van 26 centiemen per eenheid stikstof ten voordeele van het ammoniaksulfaat, of per wagen van 10,000 kgr. (2000 kgr. stikstof) eene winst van 520 fr. Dc landbouwer kan bygevolg niet anders dan bij onzen raad winnen, 't is te zeggen door aan het ammoniaksulfaat de voorkeur te geven. JAN. Vragen door de Patroons i Vuurstoker Dienstmeiden. Vragen door de werklieden, i Huisknecht 3 Magazijniers 1 Hout bewerker. aan Frans, Frans, wat ben ik ongeluk kig 1 - Ik werd er koud van en bleef aarzelend staan. Maar hij was niet meer krankzinnig. Zijn stem, zijn oog, zijn taal, alles bewees het. God had hem het verstand terugge schonken. maar om goed te sterven. Hij kende zijn toestand en herinnerde zich alles. - Is er nog vergiffenis voor mij? vroeg hij dikwijle op zijn ziekbed, vroeg hij ook nog nadat hij de laatste H. Sacramen ten ontvangen had. Ik troostte hem en bad met hemIk was gelukkig en zoo droevig aangedaan zeker. Hij stierf in mijn armen. Zijn laatste bede was, dat ik een zilveren kruisje, het geen hij aanhoudend met zijn kussen en tranen bedekte, hem na zijn dood in de koude handen zou geven. Dat wilde hij medenemen in het graf. Het aandenken zijner moeder had ik hem ter hand gesteld. O, hadt gij dat gezien. Hij lag daar. De dood had hem de vroe gere trekken weergegeven. Met den rozen krans en het boekje en het bloementakje van zijne eerste H. Communie aan het zilveren kruisje gestoken. Arme, gelukkige Gustaaf, bid voor hem. Uw Frans. Reta's kruisje dacht ik. En toch hebben wij dit verhaal geschre ven, om allen kinderen toe te roepen EERT VADER EN MOEDER.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1907 | | pagina 1