Donderdag 23 Januari 1908 5 centiemen per nummer. 62><e Jaar 4019. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Een noodsein. Heldin van het kwaad De Haan der Kerktorens. EEN EN ANDER. DE DENDERBODE. i)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad B frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen z\jn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bü O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N* 31, en in alle Postkantoren des Lands. CU1QUE HlIIJM. Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op bladzijde 60 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen hij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 22 Januari 1908. Graaf Ch. de Hemricourt de Grünne schreef een boekje, dat mag heeten een noodsein tergoeder stond, een alarm bij het verschijnen van den vijand, bet roe pen der aandacht op een punt, dat dik wijls genoeg aangeduid en besproken, maar nooit met voldoende krachtdadig heid aangepakt werd. Het betreft het behoud van den Godsdienst door den bloei der catholieke school. Bedoeld werkje een in 8° boekje van 56 bladzijden, onderzoekt de kwestie van het catholiek onderwijs in België onder al zijne uitingen. Uit medegedeelde tabellen blijkt, dat tijdens 1905, de offlcieele scholen aan 315,697 jongens het onderwijs verstrek ten, terwijl de. aangenomen scholen enkel 126,435 mannelijke leerlingen telden. Aldus komt hij tot de opzienbarende bemerking 1° dat de liberalen vooral toekomstige kiezers opleiden, terwijl de catholieken vooral meisjesscholen heb ben gesticht 2° dat enkel bet vierde van het toekomend algemeen stemrecht in aangenomen en ondersteunde vrije scholen zijn onderwijs krijgt, en de drie andere vierden tot het officieel onderwijs behooren. Ten aanzien van dezen onrustwek kenden toestand, wijst schrijver verder opde noodzakelijkheid een aantal nieuwe scholen, minstens zestien, in de groote liberale steden van het land op te richten. Een punt van het allergrootste ge wicht, door schrijver met het oog op België's toekomst behandeld, is de oor zaak van het verval van den godsdienst in Frankrijk. Schrijver toont op onweerlegbare wyze dat de ontchristening van het onderwys daartoo de groote, zooniet de eenige reden is geweest. In 1897 bezochten enkel 464.000 knapen de godsdienstige school, terwijl er 2,300,000 naar de verwereldlijkte gc meenteschool gingen. Van 300 afgeveer- digden is de catholieke macht gedaald tot 80 tegen 480 vyanden. Daarom is het, verklaart schrijver, dat noch Duitschers, noch Engelschen vandergelyk onderwijs willen weten. Zij willen in den opvoeder geen oplei der aantreffen, die ontzenuwt DOOR El)G. LEËN. 9^ VERVOLG. Ziehier, zeide H. Eezaat, haar de brieventa6ch overhandigend. Ik weet niet of gij thans oprecht zijt, ik twijfel er zelfs aan... doch prent u wel in den geest dat ge bij de minste poging, betreffende Frederik, 't zij in België, Holland of Frankrijk, aan gehouden zult worden onder beschuldiging van moord en vervalsching. De maatre gelen zijn genomen, de bewijzen ver zameld. De jonge vrouw maakte, voor alle ant woord, een gebaar van verachting. Thans verlaat ik u, ging hij voort, en reken er op, u morgen een eeuwig vaar wel toe te sturen, Eeuwig, wedervoer zij glimlachend, dat is een woord van beternie. wat er ook van zij, ik zeg u ook vaarwel en zonder wrok. Zoohaast zij alleen was, stiet zij eenen snijdenden schaterlach uit. Ge sukkelaar, riep zij, hij beeldt zich ui, dat ik aldus tevreden ben. Hij meent nuj overwonnen te hebben, met mij het gebeurde teSteene voor oogen te brengen... De plaats was nogtans eenzaam, geen ge- Verder bespreekt schry ver het kwaad door de goddelooze normaalschool ge sticht, en herinnert het programma Janson, dat eischt 1° Afschaffing der gemeentelijke tusschenkornst in de dor pen van minder aangelegenheid 2° Staatsmonopool voor het vormen der onderwyzers 3° Weigeren van alle toelagen aan het catholiek onderwijs 4° Weigeren tot alle openbaar ambt, en alle bedrijven, waarmede eenig sociaal belang bemoeid is, zooals de balie, het enregistrement, enz. van allen oud leerling uit eenige catholieke school. Graaf de Hemricourt onderzoekt ver der den toestand van het normaal onder wijs en vraagt zich af Wat zal het baten de wetten van 1884 en 1889 in het leven te hebben geroepen, scholen te stichten en te doen aannemen, indien het onderwijzend personeel, dat wij haar leveren, zedelijk bedorven is Zijn besluit nopens dozen kant van het vraagstuk is In plaats van 11 catholieke normaal scholen voor onderwijzers en 27 voor onderwijzeressen,vergenoegt gij u met 7 mannelijke en 15 vrouwelijke kweeke rsen voor catholiek onderwys. Verder handelt spreker over de bezol diging der catholiukeu onderwyzers en betreurt dat zij zoo laag is gebleven. Dat is in al te beknopten vorm weer gegeven, de kern van een der daadzake- lijkste werken, die in de laatste jaren nopens dit vraagstuk uitkwamen. Het bevat talrijke wenken en heeft de groote verdiensten eens te meer de aan- dachtte hebben gevestigd op eenekwestie van leven of dood voor onze partij. Want het mag gezeid, het moet gezeid zelfs het catholieke België bezit geen schoolwezen, dat zijnen innerlijken toe stand weerspiegelt. Ook op het schoolterrein is onze partij het Bewind aan het verspelen, omdat zij er al te weinig gebruik van maakt omdat zij, in naam der vrijheid, de vrij heid als eone verstootelinge behandelt en het onder wijs er niet op gronden durft. Wij bespreken de zaak niet verder, omdat wij enkel beoogon een werk te doen kennen, dat verdient gelezen te worden, niet alleen door gelijk wie zich in België met onderwijs bezighoudt, maar nog door iederen politieker, die op de hoogte zyu wil van de groote vraagstukken, die zyn vaderland aan belangen. Men schafte zich het werk aan bij Albert Dewit, Koninklykestraat, 53, te Brussel. tuige... Welke duivel mag hen zoo goed ingelicht hebben?... Doch, waartoe noodig hier thans op na te denken. Zij wandelde eenigen tijd op en af en scheen in diep gepeins erslonden Opeens klapte zij in de handen en riep uit Zoo ik eens naar den ouden graaf ging. die me nooit gezien heeft... Hij is diep ongelukkig, hij heeft een vermorzeld hart wie weet of hij naar geene gezel schapsdame verlangt... naar eenen troos tenden engel... Laura de Dak is nog maar acht jaar oud Indien ik kon ha, ha dat zou de moeite waard zijn en buitenge woon vermakelijk Hierop viel het arglistige schepsel in slaap. Zij ontwaakte toen een zonnestraal haar trof. In de kamer waar zij sliep, be vonden zich alle voorwerpen tot haren dienst zij verborg er eenige van in eenen grooten koffer, opende het venster en stelde aan twee voorbij stappende werklieden voor, haar naar de Zuidspoorhal te bren - hen, hetgeen deze aanvaardden. Niemand was dus in het huis ontwaakt toen zij met haar marokijnen reiszakje in de hand op straat stapte en de twee arbei ders naar den spoorweg volgde. Aan het winket nam zij een kaartje voor Rijsel. alwaar zij hare oude duesna, juf frouw Dufour, een bezoek bracht, s'Na middags vertrok zij naar Ronse, doel harer réis voor dén dag. Wij zullen in korte woorden uitleg gen waarom een haan op het toppunt der kerktorens wordt geplaatst. Het kan inderdaad zonderling voor komen dat een haan daar komt pryken immers hy is niet gewoon zoo hoog te vliegen en een arend ware wellicht daar beter geplaatst omdat deze vogel de hoogere Juclitslrekeu bewoont en te meer dat hy als het zinnebeeld der god heid wordt voorgesteld. Het lijdt dus geen twijfel dat, om gansch bijzondere redenen, de haan van ouds werdF verkozen om op onze kerk torens te tronen. Die redenen worden door den geleer den Willem Durandus, Bisschop van Mende, iu de XIlIeeeuw,iu het i,le hoek van zijn Ralionaal der Goddelijke Dienstenopgegeven.De haan zegt hij, is 't zinnebeeld der kanselredenaars, want die vogel steeds waakzaam zelfs te mid den van den nacht, wekt degenen die slapen, verkondigt den dageraad en, door het reppen zijner vleugelen, moe digt zich zelf aan tot 't kraaien. Eone geheimzinnige beteekenis be- heerscht alle dez£ byzonderheden. De nacht is deze wéreld degenen die slapen zyn de kindereu der wereld, die in hunne zonden ingesluimerd liggen. De liaan is de predikant, die met stoutheid spreekt en de slapers aan wak kert zich van de slavernij der duisternis los tot rukken, uitroepende Wee dege nen die slapen Staat op, gij die slaapt De predikant verkondigt ook den dageraad, wanneer hy spreekt van den dag des Oordeels en der glorie die zal worden veropenbaard. Eerst ontrukt hy zich zelf aan den slaap der zonde vooraleer anderen te wekken en te ver wittigen. Evenals de weerhaan zich naar den wind keert, gaat de met bewijsredenen en bedreigingen gewapende prediker moedig tot de gevallen zielen uit vrees dat hom worde verweten zijne schapen te hebben verlaten en voor' den wolf te zyn gevlucht. De haan, zegt nog Alberdingh-Thym, is de herinnering aan den val des uit verkorenen onder de Apostelen, van hem, die niettemin verdiend heeft de kudde te weiden eu de sleutels des he mels te dragen. Wat les voor priesters eu leekeuwat moed van den kerk voogd op den top zyner hoofdkerk, op het hoogste punt van zijnen zetel, den haan te stellen die hem 't bitter toeenen herinnert van den eersten bisschop... De H. Garolus Borremeus, Bisschop van Milanen XVI eeuw, in zijne o Voor schriften over den bouw en de meube- leering der kerken - eischt uitdrukke lijk, dat men om eene symbolische reden op den torenspits en onder het kruis, een haan zou plaatsen. Het is wel duidelijk dat de haan onder het kruis dient te staan want het tee- ken der verlossing moet alles overheer- schen te meer het zinnebeeld van den predikant zal ook best worden geplaatst onder de beschutting van het kruis, dat sterkte en moed aan den verkondiger der waarheid moet inboezemen. Nochtans kan de weerhaan onder een groot versierd kruis het oog niet bevre digen en daarom werd op menigen kerktoren een tweede kleiner kruisje boven den haan gesteld. XI HOOFDSTUK. Heer van Eezaat's verwachtingen, om trent de waanzinnige daad van den jongen graaf van Borluit, vielen teenemaal uit De wonde was niets in haar zelve, doch de hevige gemoedsaandoening, waaraan hij ten prooi was geweest, had ernstige ge volgen, en twee maanden lang vreesde men voor zijn leven. Toen hij genezen was, deelde Fried Starkels die gedurig aan zijn ziekbed had gestaan, hem mede, dat hij in Gent moest gaan wonen, waar hij zijnen proeftijd als rechtsgeleerde bij eenen beroemden advo caat zou doorbrengen. Ik vergezel u, had Frederik gezegd Biussel is me onverdragelijk geworden ik heb verscheidene vrienden in Gent en daar zal ik ook beter vernemen wat er te Else- gem omgaat. De twee vrienden vertrokken dus naar Gent, Aldaar kon Frederik zich overtuigen dat er het nieuws van zijn ongelukkige huwelijk reeds algemeen gekend was. Verschillige zijner kennissen hadden de bescheidenheid, hem niet van zijne vrouw te spreken doch er waren ook anderen die hem met een slecht verholen spotternij ondervroegen. Dit ergerde hem min of mee; en daardaar werd zijn karakter van lieverlede somber en woest. Zekeren avond dat hij in zijne kamer zat te lezen, trad van Eezaa;, dio zijhen neet pe reis om de wereld in 203 minuten. Een Kopenhaagsch blad heeft dezer dagen een aardige proef ge nomen. Twee telegrammen, elk van vijf woorden, werden tegelijkertijd verzou den om eene reis rond de wereld te uiokao. 't Eon naar i Oosten, 't ander naar t Westen over Shanghai, New- York, Londen en vice versa. Het telegram Shanghai New York Londen kwam het eerst te Kopen hagen terug, na drie uren 23 minuten onderweg gew eest te zijn. Daar het een gewone proefneming gold, had men het telegraafbestuur niet vooraf gewaar schuwd. Honderdjarigen. In het afgeloo- pon jaar zyn in België en in den omtrek zijner grenzen 27 honderdjarige perso nen overleden. Onder die oudjes zijn er slechts zeven mannen. En dan spreekt men van het a zwak geslacht De statistieken bewijzen dat onder de oudste burgers de vrouwen het langste leven en onder de oudste vrouwen zij a het de getrouwde vrouwen, die de oude jonge dochters overtroffen. Uitdrijving van kloosterzusters. Nadere bij zonder heden. De Zusters- Augustinessen waren, al sedert hon derden jaren, in het Hotel Died te Parys. Nu nog waren zij in dit hospi taal gebleven. Zelfs tijdens de groote Fransche revo lutie, waren zy in dit hospitaal gebleven. Verleden woensdag werden zy er uit verdreven. was komen bezoeken, eensklaps binnen, zeggende Wat heb ik vernomen, Frederik Men verzekert inij, dat gij leeft gelijk een klui zenaar, dat alle moed, alle mannelijk stre ven in u uitgedoofd zijn. Ik hoop toch, dat gij de gekheid niet zoover drijft, nog aan dat schepsel te denken. Bliksem riep de jongman. Indien iemand anders zulke lage veronderstelling in mijn biizijn maakte, zou ik ze beschou wen als eene beleediging. Die edele gramschap stelt me gerust; doch laten wij eens praten. Gij kunt niet altoos in dezen toestand blijven hebt gij ontwerpen, en welke zijn deze Vooreerst heb ik mij van twee dingen kunnen overtuigen door de dwaasheid, die ik begaan heb, tref ik van den kant der verstandige li :den niets aan dan minach ting en medelijden, en van den anderen kant, zijn het bedekte spotternijen, die me nog meer ergeren. Daarbij heb ik een voorgevoel dat zij me niet met vrede zal laten. 't Is dat niet, wat ik het meest voor u en voor uwe familie ducht. Ik ken haar, voor mij ia 't vast en zeker dat zij zich in avonturen wikkelen zal, die gerucht zullen veroorzaken ik voorzie dus dat de nieuws- kronijk en wellicht de rechterlijke kronijk vroeg of laat met haar gemeens zullen hebben. Frederik droogde zijn voorhoofd af, Waaïop' dikke zweetdroppels parelden. De Parijsche gazetten staan vol met bijzonderheden, welke by deze uitdrij ving zyn gebeurd. De zieken van het hospitaal, die eenig- zins te been waren, verzetten zich tegen de uitdrijving. De peorden werden afgespannen, van de rijtuigen waarmeê men de zusters ging wegvoeren. Voor het hospitaal, was eene grootte menigte verzameld. De catholieke Leden van den Parijschen Gemeenteraad trok ken naar 't gesticht om de Zusters dank te zeggen en tegen hunne uitdrijving te protesteereu. Ook de Deken der Notre Dame en zij no Geestelijkheid, gingen eene laatste maal de Zusters begroeten. Zijne stem beefde van ontroering, als hij de klooster lingen dank zei en vaarwel loestuurde. Omringd door de Leden van den Gemeenteraad en de doktors van het hospitaal, gingen de Zusters naar den koer, waar drij omnibussen gereed ston den. Het was daar, onder de arme zieken, een misbaar en een geween zonder einde. Buiten werden de peerden door het volk weêr uitgespannen. Fr woru a->nr van anes geroepen, ai tegen de uitdrij- vers. a Gij verdrijf» ze,riep men, omdat zij zorgen voor den armen De uitd rij vers geraakten daar in groote verlegenheid, en dePolcie moest tot drijmaal de menigte chargeeren, om vrije baan voor de rijtuigen te krijgen. De verdreven Zusters zyn naar het hospitaal van Bon-Secodrs getrokken, alwaar zij voorloopig een onderkomen hebben gekregen. De grijze Gardinaal-Aartsbisschop «igr Richard was daar, om de Zustors eenige.woorden van tróóst toe te sturen. Als de Gardinaal wegreed, werd hij luide toegejuicht. v VOOR^DE OUD-SOLDATEN. Yfef Volgens de wet van 3 Juli M 1870 hebben de milicianen, inge- lijfd van 1871 tot en met 1874 en welke hunnen diensttijd volbracht hebben, recht op 55jarigen ouderdom op een pensioen van 125 tot 200 franken per jaar volgens den tyd onder de wa pens verbleven. De talrijke maatschappijen van Oud soldaten, welke in het land, bestaan zullen wel doen, diegenen barer leden op te zoeken die recht hebben op dat pensioen, en de noodige voetstappen aan te wenden om de rechthebbenden het pensioen te doen hekomen. Ach zeide hy, ik zie wel, dat de afgrond, dien ik om harentwille tusschen mij en mijn vader gedolven heb, eeuwig iB dat ik nooit vergiffenis zal erlangen. Verscheidene malen, zeide van Eezaat, heb ik het voornemen gevoed, den graaf te gaan spreken. Ik acht mij gelukkig dit niet gedaan te hebben niet alleen zouden mijne pogingen nutteloos geweest zijn, doch ik zou zijne gramschap nog vermeerderd heb ben met hem van u te spreken. Ik wil u dus geene ijdele hoop voorspiegelen er zal veel tijd verloopen, eer de vaderlijke gramschap zal gestild zijn en dien tijd zou ik in uwe plaats in den vreemde gaan doorbrengen. Wat wilt gij dat ik er in afwachting verrichte Hoe zal ik er in afwachting leven Zoudt gij zin hebben om naar Nieuw- Orleans te reizen, waar ge, bij eenen mij ner vrienden, een deftig, onafhankelijk en winstgevend ambt kunt bekleeden, dat u zal toelaten ruimschoots in uwe behoeften te voorzien. Werken om té vergeten... O I ik zou niets beters kunnen wenschen. Zooveel tc beter en des te meer, wijl de graaf, als hij zal vernemen dat gij uit geweken zijt en dus het bewijs levert van moed en onderwerping, u geheel andera zal beoordeelen. En wanneer zal ik dan kunnen ver trekken Want ik heb haast in eene andere omgeving te zijn. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1