81 Donderdag II Juni 1908 5 centiemen per nummer 62"e Jaar 4059 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Men oordeele VADERLAND, taal, vrijheid. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM Provinciale kiezing Heldin van het kwaad DE DENDERBODl. Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van <le Putte-GoosHens, Korte Zoutstraat, Nr 31 •n in allo Postkantoren des Lands. CUIQUK aUUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelst, ÏO Juni 190H. op Zondag 14 Juni 1908. Catholieke Candidaten Tilelvoerende Raadsleden. M. de Bethune Baron Lodewijk, Gemeenteraadslid, te Aalst. M.De Hert Felix, Schepen der Stad, Aalst. M. De Vis Karei, Eigenaar te Aalst. M. Eeman Rudolf, Advocaat, Lid der bestendige Deputatie, te Aalst. M. Jooris Alfons, Brouwer en Scbe- pene, te Lede. M. Verstraeten Theoduul, Genees heer, te Vlierzele. Plaatsvervangende Raadsleden. M. Callebaut Lodewijk. Stoker, te Nieu werker ken. M.Lacompte Modeste, Geneesheer, le Aalst. M. Rubbens Emiel, Geneesheer, te Lede. M Savoir Leo, Geneesheer en Bur gemeester, te Wichelen. de Bethune De Hert De Vis Eeman Jooris Verstraeten PLAATSVERVANGERS' Callebaut Lacompte Rubbens Savoir Onde.TriclatSngen voor do hoeren kiezers. Wij roepen er de aandacht der heeren kiezers op in dat het stelsel of wijze van stemman verschillig is van het dees voor de Kamer van Volksvertegenwoordi gers en voor den Senaat. Men bemerke wel dat hy die voor een enkel candidaat stemt nu niet kiest voor al de catholieke candi daten en dat hij geene voorkeur stem geeft. Een voorbeeld Jan zou het wit puntje wart maken van 't vierkant nevens den "aam van M. de Bethune, of M.De Hert, oi M. De Vis, of M. Eeman, of M. Joo ris, of M. Verstraeten, hij denke niet dat hij voor al de catholieke candidaten heeft gekozen gelijk dit 't geval is in de wetgevende kiezingen, neen, hij zou alleenlijk gekozen hebben voor den candidaat nevens wiens naam hy gestemd heeft. Wie voor de plaatsvervangers alleen stemt, maakt zyn stembrief ongeldig. Om een geldige stembrief in de bus neêr te leggen, mag men voor de titel voerende candidaten en plaatsvervan gers stemmen, of voor de titelvoerende candidaten alleen. Wij herhalen het hij die voor de plaatsvervangers alleen zou stemmen zonder voor de titelvoerende candidaten te stemmen, maakt zijn stembrief on geldig. Opgepast dus De heeren kiezers moeten wel in acht nemen dat zy welke twee of dry stem brieven ontvangen op alle die stem brieven kiezen dus wie twee brieven ontvangt stemt twee maal wie dry stembrieven ontvangt stemt dry maal. Wij raden dus al onze geachte lezers, liiezers, aan te stemmen boven aan de lijst der cutholiéke candidaten onder I%lr 1 het zal verre uit het eenvoudigste en het voorzichtigste zijn. Dus allen gestemd onder Nr 1. SINXEN. Ik bid U om geen wereldsch goed, Maar om uw Geest, o Heer Al, stort hem met een pinkstergloed In 't koude hart ter neêr Hy dale niet by stormgebruisch, Maar zachtkens in mijn ziel, Daar ik, gevloden tot uw kruis, Geloovig nederviel Hy blaze een vlam van teêrheid aan In 't hart dat U behoort, En doe mij 't zalig feestuur slaan Der hemelsche geboort' Hij schenke mij de zekerheid Dat ik U toebehoor, Dat Gij mij heiligt en geloidt Langs 't eenig, ware spoor Hij zij mijn baken aan de kust, Mijn lichtwolk der woestijn En als mijn zonde myn ontrust, Laat hem mijn trooster zijn O Jesus zie ontfermend neêr Verhoor vernieuw verblijd Is niet al 't uwe 't myne, Heer, Nu Gij de mijne zijt J. J. L. Ten Katb. noon Eug. Leea. 28e VERVOLG. Juffer de Dak was hare vriendin genaderd en deze toonde haar eene bladzijde van het album, waarop een vrouwenhoofd getee- kend stond. Roel was ook naderbij gekomen. Zoo, heer Zoetberg, zeide hij, ge kent ze dus Ge doet me waarlijk van de eene verrassing in de andere vallen. Van wie spreekt gij vroeg de kuns tenaar met min of meer trillende stem. Wel van mevrouw of mejufvrouw d Aulneux, want ik twijfel of ze ooit ge trouwd geweest is van de gezelschaps dame mijner moeder, wier fraai gezicht heel wel is weergegeven. Laura hield de oogen strak op haren red der gericht, die heel wit was geworden en met moeite uitstamelde Ik ken geene vrouw met dien naam en zij, die door deze teekening voorgesteld wordt, heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Laura voelde eene seort van duizeling de voorwerpen draaiden rond haar heen en zij werd eenen onweerstaanbaren aandrang tot beweging in de volle lucht gewaar. Ik geloof dat het meer dan tijd is, dat De rood een groene socialisten bewe ren dat hunne klieken in onze Provin cieraad zouden moeten vertegenwoor digd zyn om de belangen der werklie den te bevoordeeligen. Dit zou waarheid zijn moesten wy in Brabant, in Luik leven. In die twee Provinciën door liberalen en socialisten bestuurd, bekommert men zich zich bitter weinig met de belangen der werklieden en landbouwers. In Brabant met eene bevolking van 1,392,432 inwoners jont men aan de Maatschappijen van Onderlingen Bij stand, Spaargilden enz. eene toelage van 60 duizend frank. Voegen wij er by dat de Maatschap pijen en Gilden welke in hunne standre- gelen zeggen dat ze op den dag dat ze den feestdag van hunnen H. Patroon vieren, zullen Mis hooren, verkrijgen niets. Luik met eene bevolking van 873,629 inwoners gunt aan de hooger gezegde maatschappijen eene geringe toelage van 20,000 frank. In Oost-Vlaanderen met eene be volking van 1,088,320 inwoners stemt men eene toelage van 100 duizend frank. In Brabant 42 A 43 frank per 1000 in woners in Luik 22 ét 23 frank per 1000 inwo ners in Oost-Vlaanderen iets min dan 100 franks per 1000 inwoners. In Weet-Vlaanderen wordt eene toelage verleend van 150,000 franks en daar do bevolking slechts 853,818 inwo ners beloopt, geniet men er 174 A 175 frank per 1000 inwoners. In de beide Vlaanderen zijn de Pro vincieraden in meerderheid uit catho- liekon samengesteld en het bovenstaan de bewijst dat er geene liberalen of socialisten, rooden en groenen, in onzen Provincieraad moeien zetelen opdat de belangen der werkersstanden met meer vurigheid zouden behartigd worden Kiezers,die 2of 3 stem men hebben, mogen niet vergeten op ELK stem briefje het wit puntje zwart te maken in het vierkant vlak onder nummer 1 wij vertrekken, murmelde zij. Ik ben volko men hersteld en ik vrees dat mijne moeder ongerust zal wezen. Heer Zoetberg, aan vaard nogmaals de uitdrukking van mijnen innigsten dank. De bewoner van de Muksen boog zonder te spreken en vergezelde zijne gasten tot aan de deur Zoodra dezen zich verwijderd hadden, liet hij zich als vernietigd op eene bank neervallen. 't Is ongelooflijk, fluisterde hij die ge vaarlijke vrouw in het land en dat op eenige stappen van mij Maar neen, zij zullen zich vergist hebben. O, de dag van morgen mag niet voorbijgaan, of ik moet de waar heid weten. X. Mevrouw d'Aulneux was eindelijk op het kasteel Groenmeersch gehuisvest als leer meesteres van Gondis, en alles scheen te voorzeggen, dat zij er volkomen gelukkig zou wezen, ondanks de wederspannigheid harer leerlinge, wederspannigheid, waar mede zij zich overigens verzoend had want het kon die lieve weduwe weinig schelen of Gondis iets leerde of niet. Baron van Sange toonde zich daarbij zoo vol voor komendheid jegens haar en de talrijke bezoeken, welke hij ontving, gingen de nieuwe huismeesteres toelaten al hare talenten ten toon te spreiden. Toen van Sange de terugkomst vernam van Frederik van Borluit, verwachtte hij er zich aan een bezoek van hem te ontvangen. Menschen van Apen of Apen van Menschen.» In den strijd der ongeloovige weten schap tegen den Godsdienst, wordt ton huidige dagen veel geschermd met evo lutie of vervorming. Er zijn van die zoogezegde geleerden, die houden staan dat zeer kleine wezens van zichzelf ontstaan zijn uit het niet - en verder, dat deze wezens zich langza merhand ontwikkeld hebben tot planten; plantdieren, dieren, om te eindigen met den measch. Kortom, de mensch zou volgens hen maareendier zijn, dat volmaakter is dan de andere, maar hij zou toch maar een dier blijven. Daaruit zou volgen dat de mensch niet door God geschapen werd, gelijk de godsdienst ons leert, en ten slotte dat er geen God bestaat, aangezien de stof uit zich zelve wezens zou voortbrengen. Vooreerst, tot hiertoe zyn die geleer den er niet in gelukt, te bewijzen dat iets uit het niet is ontstaan. Daarom geven zij het niet op. Het moet toch zoo zijn, zeggen zij. Een tweede punt van hunne weten schap is, dat tusschen alle diersoorten een schakel bestaat, welke de eene soort aan de andere verbindt, zeggen zy nog. Het is enkel tusschen den aap en den mensch dat de schakel ontbreekt. Maar dat geeft weeral niets. Die schakel moet bestaan, zeggen die ge leerden. Nu, die geleerde koppen verkeeren in groote dwaling, als zij meenen dat er tusschen alle diersoorten schakels be staan, welke den overgang van de eene tot de andere uitmaken. De laatste gegevens van de voorwe reldleer en de levensleer zijn het inte gendeel eens om aan te toonen dat over- groote leemten de slamtronken der ver schillende diersoorten van elkander scheiden die leemten zijn soms nog grooter dan de leemte tusschen den aap en den mensch. Zoodat nog eens deze bewijsgrond, die zeer afdoendn scheen, verdwijnt voor de klaarblijkendheid der daadzaken. Nog sterker is het, dat nooit de levens- leerkundigen, in geen enkel tijdperk der vervorming van de aarde, een enkel geval hebben kunnen voortbrengen van den overgang van eene diersoort in eene andere. Om terug te keeren tot den aap en den mensch, laat ons hooren wat M. Bcrg- Doch verscheidene dagen verliepen zonder dat hij hem zag komen hij wist niet wat hij moest denken van dit gedrag, toen hij hem op de wandeling, in gezelschap van Roel de Dak, aantrof. Na eenige verwijtingen van den eenen kant en verontschuldigingen van den ande ren, werd er overeengekomen, dat Frederik '8 anderendaags op Groenmeersch het mid dagmaal zou komen gebruiken. Haasten wij or.s te zeggen, dat deze uit- noodiging met eene bereidwilligheid aan vaard werd, waarvan mevr. d'Aulneux voorzeker de eerste oorzaak was. Ook bemerkte baron van Sange dadelijk na zijne aankomst, het genoegen, dat hem de tegenwoordigheid van de onderwijzeres zijner dochter scheen te veroorzaken bij deze bemerking voegden zich andere, welke ten slotte deden denke dat de uitwijkeling veel van de wellevendheid verloren had, waardoor zijne voorzaten steeds uitblonken en die hij in zijne jeugd reeds ook had bezeten. De gepeinzen des barons werden onder broken door het geklingel der bel, die het middagmaal aankondigde. Wij hebben vroeger gezien dat Joris Zoetberg en baron van Sange betrekkingen aangeknoopt hadden, tenge%olge eener ont moeting, terwijl de liefhebber aan 't schil deren was. De dienst, welken Joris aan zijne dochter had bewezen, vergrootte na tuurlijk de genegenheid welke hij voor den bewoner der Muksen gevoelde en hij noo- digde hem ten eten. sen zegt, een geleerde van groote ver dienste. leeraar by het Collége de France te Parijs en die Israëliet is In zijn werk L'Evolution Créatrice (De Scheppende Vorvorming), schetst hij het grondkarakter, waariu de mensch van den aap verschilt Hoe zou men niet getroffen zijn, zegt o M. Bergsen, door het feit dat de mensch bekwaam is, welkdanige b oefeningen te leeren, welkdanig voor- werp te vervaardegen, zich wolkda- nigc bewegingsgewoonte eigen te maken, als wanneer het vermogen, b nieuwe bewegingen samen te stellen, i) zoor duidelijk bepaald is by het best- b begaafde dier, zelfs by den aap. o Daar ligt do hersens-karakteristiek b van den mensch. Tusschen den mensch en den aap is er verschil van natuur, b niet van graad. Daarmede ligt de bewering, dat de menschen enkel verbeterde apen zyn, volkomen in duigen. De grrroote geuzon-geleerden mogen nu blyven staande houden, dat zij van de apen afstammen. Elk zjju goeste Ze kunnen dat puntje eens klaar trek ken met professor Bergsen, die geen katholiek is, maar een Jood. F. Afnemende macht van het geld. In het jaar 814, toen Karei de Groote stierf, vertegenwoordigde eene som van 1000 frank, de som van 81,000 franks van onze munt, maar die 81,000 frank hadden eene koopkracht die 9 maal grooter was dan nu. Men gaf dan ge makkelijk 10 por cent als intrest, zoodat 1000 frank, in dien tyd 100 fr.'s jaars opbracht, met welke men zooveel kon koopen als nu met 72,900 frank. De hoeveelheid gemunt goud groeide steeds aan en de koopkracht ervan ver minderde; de intrest nam ook af. Toen de H. Lodewyk den Franschen troon beklom, gaven 1000 frank maar eenen intrest meer die 9,800 frank van ons huidig geld vertegenwoordigde. In liet jaar 1300 was de koopkracht van dien intrest tot 6,400 fr. gedaald. In 1500 was ze nog 2,319 frank. In 1600 was ze nog 417 frank. In 1700 verminderde ze tot 266 frank. In 1789 slechts tot 90 frank. En in 1900 heeft men nog onkel 3 of 30 frank. In 1908 is do intrest iets gestegen en bereikt 4 frank. Wat de toekomst ons voorbehoudt, daling of stijging, kunnen we niet voor zien. Do vreemdeing had eerst geweigerd, maar toen heer van Sange hem antwoordde dat de genoodigden in klein getal zouden zijn en zich onder hen de graaf van Borluit en mevr. d'Aulneux bevonden, had hij plot seling de uitnoodiging aanvaard. Men was nogtans reeds op het punt aan tafel te gaan, en Joris Zoetberg kwam niet. Terwijl de baron den spijt en de verwon dering uitdrukte, welke hem deze afwezig heid baarde, riep Gondis, toevallig door het venster kijkend Daar komt onze achterblijver juist aan. Zoo men op dit oogenblik Frederik van Borluit gadegeslagen hadde, zou men aan verschillige teekens gezien hebben, dat hem deze komst verre van aangenaam was. Bij mevr. d'Aulneux bracht ze eene te genovergestelde werking te wege vol be langstelling liep zij naar hei venster en riep: Ha 1 nu zie ik dien 6choonen kluize naar toch ook eens Wel, 't is een knap man, dat moet men bekennen. Hij heeft ved van een kunstenaar weg, met zijnen langen baard en eenvoudige kleedij... maar hij draagt eenen bril dat maakt hem minder dichterlijk. Ja, zeide Roel, hij is een beetje bijziende; maar 't is slechts om in gesloten plaatsen te zien, dat hij eenen bril noodig heeft in volle lucht, heeft gij me gezeg I, kan hij er gelukkig zonder, Eene seconde later ging de deur open, en een knecht diende de heer Joris Zoetberg aan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1