Vlaamsche Kermis, 2 3 9 en 10 Augustus. xr Donderdag 23 Juli f908 5 centiemen per nummer 62"® Jaar J070 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. STAD AALST Eene getuigenis. Heldin van het kwaad Herbergpolitiekers. EEN EN ANDEIt. DE ÜENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week vroor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van cl© Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE HUIIM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelsl, SS Juli 1908. Geen dag bijna gaat voorbij of de liberale schrijvelaars vallen de R. G. Priesters aan. Waarlijk ze weten niet meer wat uit te vinden om ze by 't volk hatelijk te maken. Ons Aalstersche orgaantje der firma Vijf Ezels 0° blijft in dien veld tocht van verdachtmaking, beleediging en laster niet achteruit. En de groentjes die apostels der schijnheiligheid, steken er een handje aan toe. Welnu wij dagen hun, blauwen, roo- den en groentjes uit, te antwoorden op 't volgende geschreven in 1870 door den Franschen romanpublicist, Xaveer Au- briet, welke er verre van af was een ca- tholiek te wezen Sedert twintig jaren ben ik getuige van den oorlog tegen de priesters, en ik beken de van ouds overgeleverde ver ontwaardiging niet te begrijpen. Vruch teloos heb ih rondom mij slachtoffers der geestelijkheid gezochtverschillige pro vinciën heb ik bewoond; ik heb vrien den onder alle klassennooit heb ik iemand gekend die door de priesters zijne gewetensvrijheid heeft zien kren ken ofzyu huisgezin heeft zien aanval- Hij die deze regelen schrijft, heeft de ter niet, gewetensvol zijne plichten als christen te kwijten; zyne getuigenis heeft zooveel to meer waarde omdat zij heel onafhankelijk is; maar hij eerbiedigt al wat grootsch en edel is. Die priesters die gij aanziet als een gevaar voor 't land, wat leeren zij aan uwe kinderen Den eerbied voor hunne ouders. Wat leeren zij aan de mannen i Den eerbied voor de vrouw en het behouden der heiligheid van het huwe lijk. DOOK ÜUG. LüËIV. 33e VERVOLG. Dien dag nogtana, zag de baron, die zich tan een venster der eetzaal bevond, de onderwijzeres zijner dochter op eene bank van den tuin zitten, en eenen brief lezende, terwijl een andere op haren schoot lag. Een weinig later kwam de weduwe bin nen en ging naar den baron, die haar lachend zeide Ik heb u in het lezen uwer briefwis- aeling verdiept gezien zij moet belang wekkend zijn en ongeduldig verwacht, dewijl ge zeker vroeger opgestaan zijt om ze te ontvangen. O 't was louter toeval dat ik mij aan de poort bevond, toen de briefdrager aankwam. Wat de twee brieven betreft, welke hij me overhandigde, een er van ia inderdaad tamelijk belangwekkend Men •preekt er mij op gansch vertrouwelijke manier in, over dien heer Zoetberg, welken gij met uwe gewone gastvrijheid bij u hebt binnengeleid, zonder hem te kennen. Baron van Sange maakte een gebaar van verwondering. Ik heb hem uitgenoodigd, sprak hij, omdat het een man van talent ia, en die De revolutionnairen leeren aan het volk zijne rechten de Godsdienst leert hem daarbij zijne plichten. Indien het christen ideaal verwe zenlijkt ware op de aarde, dan zouden wij tot de waarheid komen en de maat schappelijke orde; de arme zou den rijke niet haten, want, dank aan de Liefde, zou de rijkdom als gemeen zijn de ne derige zou den machtige niet vreezen, want alle twee zouden voor den hoogen Meester nederknielen de ongelukkige zou den gelukkige vergeven, want zy zouden den toegang tot een rechtvaar diger en beter leven vrij hebben. Qjj zegt dat de Godsdienst een dwang is, wij antwoorden u dat hij de vrijheid is Laat ons dan de priesters niet meer hoonen, want niets geeft er aanleiding toe. Wij denken aan de verholpene on gelukken, aan do versterkte gewetens, want de priester is de schildwacht van God tegen het opbruischende menschelyk geweld en het tafereel van verdokene grootheid en ongekende zelfopofferingen wordt gekroond door de marteldood van twee Aartsbisschoppen, Mgrs. Affre en Darboy, die hunne beulen zegenden. Dit zijn do misdaden der priesters Ziedaar wat M. Aubriet in 1870 schreef, 't ware weetgierig te lezen wat hij nu heden, in 1908, zou schrijven moest hy getuige zijn van de helsche plannen die tegen fterk en Priesters, niet alleen in Frankrijk maar ook in België gesmeed worden in de donkere krochten der vrijmetselarij L'Etoile Beige het ernstigste onzer liberale bladen zegt hun zaligheid aan de liberale Kamerleden, die, zich latende op sleeptouw nemen door de socialisten, het Congo-ontwerp zoeken in den grond te boren door middelen welke l'Etoile bestempelt als - sabotage parlementaire Onweerdige tactiek Ellendige kui perijen roept het blad uit, en het ver zoekt al de goede vaderlanders die tactiek en die kuiperijen te verydelen. Laat ons daarbij niet vergeten voegt het er bij dat van op de diplo- matische tribune heel de wereld ons b aanschouwt en naar ons luistert. Het komt er op aan wat fatsoenlyk te - wezen. En bespreken wy het Grijze Boek, laat ons dan oppassen ons niet belachelyk te maken met onze onwe- tendheid uit te stallen nopens de een- - voudigste diplomatische gebruiken. - Een goed verstaander heeft maar een half woord vandoen Die kassei is bestemd voor den knik ker van M. Neujeau. leider der Luiksche liberalen, en voor de knikkers van de liberale Kamerleden in het algemeen, die, bij uitzondering van de heeren Hy- maus, Braun en een paar liberale volks vertegenwoordigers van Antwerpen, het domme, onvaderlandsche voorstel van den heer Neujeau bijtraden. Maar wat zal dit les spellen uitwer ken De liberalen en 't groentje der Kamer redeneeren niet meer. Ze hooren, ze zien niet meer. Hun hoofd, hun zin nen zijn op hol. Zy hebben zoo dikwyls gelogen, in het Parlement, in hun pers organen, op hun meetings, datdecatho- lieke Regeering op heur laatste beenen loopt, dat zij er toegekomen zyn hun eigen leugen te slikken. En nu, nu droomenzij er van, zelfs al wakende; in hun verbeelding zien zij het catholiek Bewind waggelen, en ze meeuen waar achtig dat zij er maar naar te schoppen hebben om het in puin te doen vallen. Denkt eens roept cyniekweg de Brusselsche correspondent van een libe raal blad uit denkt eens, sedert vier o en twintig jaar verwacht men den val der catholieke meerderheid, en het is veel aan politieke mannen te vragen hun tegenstrevers te redden als zij op het punt zijn te vergaan... Niettemin zouden ze geerne de over- me op zeer waarschijnlijke wijze heeft uit gelegd, waarom hij het schoone jaargetijde in Vlaanderen is komen doorbrengen zoudt ge bij toeval slechte inlichtingen over hem ontvangen hebben. Ik heb reeds de eer gehad u te zeggen, heer baron, dat men mij slechts onder voorwaarde van geheimhouding heeft ge schreven... Ik kan u echter drie dingen met volle zekerheid verklaren hij is geen schil der van beroep hij is elders gekend onder eenen anderen naam dan dengene welken hij hier draagt en, dit is zeer ernstig voor ons allen, daarom kan ik het niet verzwij gen... Ja 't is zelfs verontrustend... Wel spreek dan, mevrouw. Overigens, ik had de waarheid reeds half geraden, en gij, die zoo scherpzinnig aijt, moet ook wel opgemerkt hebben dat er in zijnen blik iets zonderlings ligt, dat hij zulke aardige manieren heeft en daarbij zoo raadselachtig spreekt. Kortom, men schrijft mij, dat hij al zijne verstand ver mogens niet bezit. De baron lachte spottend en zeide De persoon die u dat schrijft is slecht ingelicht of vijandig aan den heer Zoet berg. Men heeft u bang willen maken. Ik heb veel menschenkennis opgedaan en het geen ik bij onzen gebuur bestatigde was eene volmaakte kalmte en eene buitenge wone geesteaklaarheid. Dat hij wat zonder ling weze is niet verwonderlijk kunste naars zijn immers allen zoo. In ieder geval kan hij in zijne aardig- name van Congo stemmen. Ze weten, dat, krijgt de zaak nu niet haar beslag, de mogendheden ons gaan beschouwen als onweerdig en onbekwaam om colo niën te bezitten en te besturen, terwyl het ontzag dat wij tot heden genoten in den vreemde, en onze reputatie als be drijvig, ondernemend volk eenen knak zouden krygen, waar de nadeelige ge volgen niet van te berekenen zijn. Dat weten ze goed maar... Het is waarachtig zeer moeilijk schrijft de hierboven bedoelde liberale berichtge ver zich te ontmaken van den par- heid al heel onbeleefd wezen. Kan een verstandig en wel opgevoed man, zoo lomp zijn, den graaf van Borluit in 't aangezicht te zeggen Gij trekt veel op eenen veroor deelde, dien ik kruiwagenstraf heb zien ver richten. En heeft de onbeschaamde niet tegen iemand durven zeggen, dat ik buiten gewoon op eene danseres geleek, die hij gekend heeft en waarvan hij gruwelen wist te vertellen... Ook kan ik hem niet meer lijden. Ge zijt onrechtvaardig jegens hem, mevrouw, want al wat hij me van u gezegd heeft getuigt van de achting die hij u toe draagt Kom. kom, ge zult wel van ge dacht veranderen ten zijnen opzichte. Alles wat ik tot nu toe van hem vernomen heb, kon hem mij niet anderB dan als een deftig man doen beschouwen. Deze woorden uitsprekende, keerde baron van Sange haar den rug toe, en gedurende dien tijd maakte de weduwe verscheidene gebaren, welke eene diepe spijt bij haar verrieden. 't Is gelijk, fluisterde zij, ik heb toch den twijfel in dat oud, versleten brein ge zaaid, en dat is reeds iets, in afwach- ting. Op dit oogenblik kwam Gondis binnen, zij omhelsde haren vader en groette hare onderwijzeres met eene statigheid waarin iets Bpottends verborgen lag. Mejuffer, sprak mevr. d'Aulneux op gebiedenden toon, om negen uur stipt, verwacht ik u in de studiezaal, ik reken niet uit overtuiging, niet uit plichtbesef, niet omwille der hoogere belangen van land en volk bestryden de liberale Kamerleden de naasting van Congo, integendeel, zo zyn voor de overname maar partygeest verblind hen ze hopen het water der Regeering te kunnen troebel maken, in dat water te visschen en wat politieken buit boven te halen, en om dien ellendigen buit beet te krijgen, zouden zjj niet enkel Congo, maar desnoods het bestaan van België prijsgeven. Dat riekt meer naar politiekers herbergpolitiekers dan naar politieke mannen zegt de liberale Etoile Beige terecht verontweerdigd. En die herbergpolitiekers hebben de pretentie meê te dingen naar het bewind! Ge zoudt er iets van beleven Nieuw Nieuw 1 De Engelsche professor Thomas Turner heeft eene be langrijke uitvinding gedaan. Het i3 deze koper, zilver en goud doorschij nend te maken, met ze aan eene hooge temperatuur te onderwerpen. Een zilveren plaat wordt doorschij nend op eene hitte van 400 graden het koper, op die hitte behandeld, geeft een helder groenachtig licht, en men kan door een gouden blad zien, dat aan eene er op dat ge niet zult achterblijven. Na deze woorden uitgesproken te heb ben, boog zij voor den baron en trad deftig de zaal uit. Toen de onderwijzeres aan het einde van den gang kwam, zag zij opeens Frederik van Borluit voor haar staan. Ha 1 riep zij uit, gij zoo vroeg hier Wat heeft dat te beteekenen Ik was ginder op eene hoogte aan 't wandelen, toen ik u op eene tuinbank heb zien zitten. Denkende dat de gelegen heid goed was om u alleen te spreken, ben ik in den hof getreden, doch heb u niet meer op dezelfde plaats gevonden. Daarom bevind ik mij hier. Nogmaals alleen spreken gij ver wondert mij 1 Ja, 't is zeer belangrijk, zeg me waar en op welk uur. Ik heb tijd voor me, en ik heb haast te vemememen wat gij begeert volg mij dus. Zij begaf zich langs eenen engen gang naar een onbewoond gedeelte van het kas teel, en deed Frederik in een klein vertrek treden, waar hen niemand hooren kon of zien. Welnu, vroeg zij, wat wilt ge van mij Van den eersten dag, dat ik u zag, beminde ik u, dat weet ge, en gij van uwen hitte van 550 graden is blootgesteld geweest. De heer Turner denkt dat men wel haast zilveren en gouden ruiten zal zien pryken in de vensters der milliardairs vau New-York. Maar de dieven zullen er ook bij zijn, wees er zeker van Verzekering tegen alcoolism. Alcoolziekte en dronkenschap doen meer kwaad, dan eeno menigte aadere ram pen, waartegen verzekerd wordt. Do gewoonten van onmatigheid veroorzaken meer schade dan ziekte, braoden hagel, want zij ondermijnen lichaam en ziel het herbergloopen, verdierlijkt den mensch, verontzedelijkt hem de drin ker is een wezen met ziek lichaam, ver stompt verstand, verloren wil en ver doofd geweten. De alcool is een der vreeselyke vijan den van den mensch, van zijne gezond heid, van zyn geluk. Het is volstrekt noodig er zich tegen te verzekeren. Het middel is heel eenvoudig het is voldoende zich te verbinden geenen alcool meer te gebruiken, en do gele genheid te vluchten, waar men kan ge neigd zijn er te drinken. Zoo verzekert men zich tegen de verwoestingen van den alcool. Alhoewel de maatschappijen voor verzekering reeds zeer talrijk zijn, ver oorloof ik mij deze nieuwe verzekering allerdringendst aan te bevelen, aan alwie deze regelen lezen zal. Ziehier de grootste voordeelen die er aan vast zijn 1° Die verzekering kost niets maar zy laat toe veel geld te sparen. 2° De verzekering tegen alcool is ter- zelftleriijd eene verzekering tegen ziek te, togen ongevallen tegen werkgebrek en tegen sterfgeval. Drinkers worden eerder ziek, komen eerder aan oen ongeval, verliezen eerder hun werk, en laten meestal niets nabij hunnen dood dan ellende. kant hebt gevoelens laten blijken, die mij het beste doen hopen. Ge zijt eene kracht dadige, stoutmoedige vrouw en uwe hulp heb ik volstrekt noodig. Ik kom u dus uit drukkelijk vragen of ge met mij een ver bond wilt sluiten, waarin verliezen en winsten gemeen zullen zijn. Het verbond dkt gij opnieuw aanbiedt, was haar antwoord, bevalt me hoe langer hoe minder. Gij spreekt van verliezen en winsten Ik zie de eersten wel, maar de tweeden niet en toch, eer ik eene ver bintenis aanga,heb ik het recht u te vragen wie gij inderdaad zijt. Weihoe gij koestert nog denzelfden twijfel als vroeger Om allen twist over dit punt te vermijden, zal ik u zeggen dat niemand ter wereld op dit oogenblik be twisten kan, dat ik de eenige zoon van wijlen den graaf van Borluit ben en kwame deze uit zijn graf, hij zou zich haasten mij te herkennen. Dit is klaar, en welke uwe veronder stellingen ook mogen wezen, houd u aan hetgeen ik u zeg. - Ik bewonder uwe stoutheid, sprak de weduwe spottend, maar gij bedriegt u wanneer ge denkt, dat niemand uw geheim kent, dat niemand u ontmaskeren kan. Frederik maakte eene beweging, hij scheen onthutst. Mijn geheim mij ontmaskeren... stamelde hij. Zeg eens,wie zou dat durven. Ik vooreerst, hernam mevr. d'Aulneux met klem. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1