Donderdag 15 October 1908 5 centiemen per nummer 65*e Jaar 4094 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Maconnism en Godsdienst. Arm Frankrijk I Over rijkdom. EEN EN AND Eli. Heldin van het kwaad DE DENDERBODE Dit ülad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post venonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goosisens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CHIQUE MlIUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklainen fr. 1-00 Vonnissen #p 3- bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. - Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. - Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dgnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelat, 14 October 190S. Een groot volkskenner, zegde eens eene omwenteling is niet enkel een feit maar een tijdperk. Wanneer wij nu de oogen in 't ronde werpen en 't gedrag der menschen na speuren dan ondervindt men weldra dat we nogmaals in een tijdperk leven. De grondgedachte der revolutie is de souvereine of algeheele onafhankelijk heid van den mensch. Waarom hebben de godsdiensthaters, die de revolutie verpersoonlijken, de algeheele vrijheid van den mensch uitge roepen Om hem, den mensch, af te scheuren van zyn eigenlijk doel tot welk hij ge schapen is, om hem 't geloof in God te doen verliezen en Gods zalige wet te doen miskennen. Vrijwillig hebben de aanhangers der valsche vrijheid de taak op zich geno men van het werk Gods te verdelgen, i; a. w. hetR. K. Geloof uit te roeien. Maar niemand tot hiertoe heeft het zoo verre gedreven dan zij. Het heidendom heeft wel gewerkt om te beletten dat het zaad van 'tkristendom in zijnen schoot zou ontkiemen. De ketterijen deden het onmogelijke om de kristene leer te verbasteren, te vervalschen. Het protestantism zwoegde om het kristendom te verscheuren, te doen ver brokkelen. Maar de hedendaagsche godsdienst haters, de revolutionnairs, vallen de grondvest aan om 't gebouw te doen invallen. Z. H. Pius IX zaliger, mocht wel te recht zeggen De revolutie is ingegeven door Satan r zolf; haar doel is de slechting van 't kristene gebouw om uit zijne puinen het heidendom te doen opstaan. In de XVIII* eeuw zag men ketters en godslasteraars opstaan die God en zyn werk bevochten. Voltaire gaf alsdan het ordewoord Ter neêr de eerlooze riep hij... Het maconnism trad alsdan openlijk op, het stookte de revolutie die zij uitriep als de strijd tusschen den mensch en zijnen God Reeds meer dan vier eeuwen is t ge leden dat die haatvolle vloek tegen God werd uitgebraakt. De tijd heeft zijne hel- sche woede niet afgekoeld wel integen deel. In dagbladen, in openbare en private vergaderingen spuwen de handlangers van Satan nog altijd vuur en vlam tegen God en zijne Kerk. In Frankrijk durven de francmacons reeds van aanst. zegepraal gewagen. Maar weten ze niet of willen ze niet weten dat er boven hen een almachtige God bestaat die 's menschen misstappen duit, ja, zelfs toelaat dat het schepsel tegen zijnen Schepper opstaat, doch in eene niet te overschrijden mate. De zegepraal der boozen over de Kerk ware mogelijk indien wij op de belofte van God niet mochten berusten Ik zal met uzijn tot aan de voleinding der eeuwen. Eu hebben ons alle eeuwen dan geen talrijke en schitterende bewijzen gele verd van de kracht dezer goddelijke belofte Dit eens zoo groot en machtig Frank rijk is zachtjes aan 't uitsterven. Het staat vast, dat binnen 50 jaar, indien beide landen in de ingeslagen richtingen blijven voortgaan, Duitsch- land 100 miliioen inwoners tellen zal, en Frankrijk nog 25 miliioen Toen in het jaar 1870 Duitschlaud tegen Frankrijk oorlog voerde, was er nog een flinken stoot noodig om dit laatste neêr te krijgen. Indien de strijd binnen een twiDtig of dertig jaar her- bogint verplettert de Pruis, tot een reus opgewassen met een stamp van zyn hiel den uitterenden Franschman of... knipt hem dood En wie weet eeD man met scherp doorzicht voorspelde eens die uitkomst- of dat heerlijke land binnen kort niet gaat aan flarden gescheurd worden, en of een paar machtige tegenstrevers ieder er geen lap van meenemen, even als weleer Rusland, Duitscliland, Oos tenrijk hel arme Polen aan stukken hebben gereten en gedeeld. En de reden van dien achteruitgang 't Is klaar als de zon, zij hebben roeke loos de familie geschonden, de grond wetten van het christelijk huwelijk overtreden. Oordeelt liever In het jaar 1885 telde men in Frank rijk 2,950 echtscheidingen en in het jaar 1906 over de tien dui zend, te weten 10,573 Weegt eens de zwaarte van dit feit Beseft gij er de noodlottige gevolgen van Zijn dat niet ten minste 20 duizend kinderen zonder thuis 20 duizend kin deren die den steun missen van het vaderlijk gezag, de koesterende liefde eener moederdie in de school met valsche begrippon doordrongen worden, op straat zedeloosheid en ontucht inade men wien 't bederf door alle zintuigen binnenstroomt die al dat ingezogen vergif later op de maatschappij weer uitspuwen. Waar moet dat heen, zult ge vragen Wel heel eenvoudig naar den onder gang, naar den dieperik. Waarlijk de vrijdenkerij,die in Frank rijk den scepter zwaait en er helaas maar al te gemakkelijk in gelukt het volk zijn katholiek geloof en zijn katho lieken godsdienst door dewelke Frankrylreens aan het hoofd der natiën stond boosaardig te ontrooven, de vrijdenkerij mag er op roemen dit arme land zoover te hebben gebracht. Ed wy zouden, door die heeren vrij denkers en vrymetselbroeders ons ook de wet moeten laten spellen in België Om ook naar den dieperik te varen, zeker Andrew Carnegie, die gelijk zoovele andere millionnairs.alseen arme jongen zijne loopbaan is begonnen, heeft on langs in een toespraak aan een feest maal der leden van het militair tele- graafkorps uit deu Amerikaanschen burgeroorlog, het een en ander verteld uit den tijd, toen hij een jong besteller was aan het telegraafkantoor te Pitts burg. Op zekeren avond, aan 't eind van de maand, kreeg hij niet als gewoonlijk, zijn geld uitbetaald tegelijk met de an dere bestellers, üe kassier zeide hem dat hij moest wachten, tot dat de andere weg waren. Hij dacht niet anders of hij zou zijn ontslag krijgen. Hoe zou hij dan zijn vader en moeder onder de oogen kun nen komenMaar toen de kassier alleen met hem was, zeide hy Ardy, wy hebben opgemerkt, dat uw werk meer waardis dan dat van andere jongens. In plaats van ii,25 dollar krijgt ge voor taan 13,50 dollar. Ik snelde van het kantoor naar huis, zoo verhaalde Carnegie, zoo gauw ik maar kon loopen. Spreek me niet van millionnairs Al de millioenen die ik verdiend heb te samen, hebben mij niet zoo gelukkig gemaakt, als die opslag van 2 dollars en een kwart per maand. Toen ik in het huisje kwam waar wij woonden vader, moeder, mijn broertje en ik gaf ik aan moeder als gewoonlijk de 11,25 dollar en 's avonds in het bed vertelde ik aan myn broertje Tom het groote geheim. Toen wij den volgenden morgeud, zondag, samen aan 't ontbijt zaten, zei ik Moeder, ik heb nog iets voor u. ik gaf haar de 2,25 dollar, en vertelde haar hoe ik daaraan kwam. Vader en zij waren dolblij met het geluk, dat mij te beurt viel. Maar daarop zeide zij, als een echte moeder, dat ik het verdiende, en toen kwamen de tranen. Kameraden, ik ben in armoede ge boren en ik zou de gezegende herinne ringen mijner jeugd niet willen ruilen, voor die van den rijksten millionnairs- zoon, die ooit heeft bestaan. Wat weet hij van Vader Dat zijn maar namen voor hem. Ik heb liever een jongen, wiens moeder zijn kindermeid, naaister, wascbvrouw, keukenmeid, onderwijze res, alles tegelijk is geweest en wiens vader hem tot leidsman, voorbeeld en vriend was.Geen bedienden er tusschen. Dat zijn de jongens, die 't verst brengen in de wereld. Er zijn menschen, die meenen dat armoede een treurige staat is en dat rijkdom gelukkig maakt. Maar wat weten zij er van Zij kennen maar éèue zijde van de zaak en verbeelden zich de andere. Ik heb ze beide doorleefd en ik weetdat er in rijkdom zeer weinig is wat 't geluk der menschen kan ver- hoogen, boven en behalve de kleine gemakken des levens. Lachende mil lionnairs zijn zeldzaam. Mijn ervaring is dat rijkdom iemand 't lachen kan verleeren. Honderdste verjaring der ge boorte van Conscience. Een aantal Antwerpsche maatschappijen hebben het ontwerp gevormd ter gelegenheid van de lOO verjaring der geboorte van den grooten Vlaamschen romanschrijver Hendrik Conscience, dezes nagedachte nis hulde te brengen. Het gemeentebestuur van Antwerpen heeft nog geene beslissing genomen no pens de feestelijkheden welke zullen ingericht worden. Tegen de kermissen. Het ge meentebestuur van Arasterdam heeft dit jaar, ondanks het verzet van een groot deel der bevolking, de kermisfeesten afgeschaft. Verscheidene kleine Hol- laudsche gemeenten hebben dat voor beeld gevolgd. nooit Euo. Leëa. 44e VERVOLG. Wat gebeurt hier toch vroeg zij, wordt er gevochten Ik heb een schot ge hoord. Ho 't is de Voorzienigheid die u hierheen zendt riep Joris Zoetberg. Dit schepsel mag niet ontsnappenloop ginder op den weg daar ligt een man, onderzoek zijne wonde. De bedelares brak door het Btruikgewas, en snelde naar den gekwetste. Nauwelijks had ze diens gelaat echter aanschouwd en de diepe wonde welke hij aan het hoofd droeg, of een verkropt gehuil steeg uit hare borst. Hij 1 hij riep ze, neen, neen, dat is onmogelijk, Maar hij ademt nog. Hulp, hulp I Mevrouw d'Aulneux lag nog altijd onbe weeglijk op den grond. Maar Joris Zoetberg sprak inwendig dat dit misschien slechts eene list was. Hij moest dus bij haar blij ven en nogthans kon hij het geroep der oude vrouw niet onbeantwoord laten. Ns in zijne zakken getast te hebben, haalde hij een touw te voorschijn, waar mede hij de onderwijzeres aan handen en voeten bond, en zijnen jongen helper met hare bewaking gelastende, liep hij naar zwarte An, die nog altijd voortging met klagen en jammeren. Gij kent hem alzoo 1 wie is het vroeg hij nieuwsgierig. Eenige wolkjes schoven juist aan het uilspansel voorbij en lieten de maan helder schijnen Zoetberg herkende in den ge kwetste den man, die zich liet doorgaan voor graaf Frederik van Borluit Laten wij nu eenige oogenblikken in ons verhaal teruggaan. Frederik had het briefje van mevr. d'Aul neux ontvangen, doch had besloten de uit- noodiging niet te beantwoorden. Na haar met geweld het testament van den ouden graaf ontnomen ie hebben, had hij reden om hare weerwraak te duchten en vreesde dus het slachtoffer eener list te worden. Daar hij echter niet wist wat aan te van gen, ten gevolge van zijnen nieuwen toe stand tegenover zijne medeplichtige, had hij voorgenomen de oude An te raadplegen, en hij ging deze juist op eene afgesproken plaats vinden, toen de onderwijzeres, hem voor Zoetberg aanziende, op hem had ge schoten. Wij hebben gezien dat Pauwel Thunot, na het gerucht in den achtertuin, moedig naar buiten was gegaan om er de oorzaak van te kennen. Hij had eene boerin zien vluchten hierdoor verontrust was hij ze op afstand nagegaan. Toevallig ontmoette hij zijnen meester, die langs eenen anderen weg dan naar gewoonte van Kakelvee terugkwam, en vertelde hem wat er ge beurd was. Joris Zoetberg kwam op 't ge dacht dat de vrouw welke hij in de verte ontwaarde, wellicht mev. d'Aulneux kon wezen onder eene vermommmg. Ook had hij zijn kleinen knecht geboden haar zoo dicht mogelijk op de hielen te volgen, derwijze nogthans dat zij hem niet bemer ken kon. Hij zelf stapte langzaam achterna. Onze lezers weten het overige. XXIII Wij bevinden ons op de Muksen, waar eene ongewone bedrijvigheid heerscht. Men heeft mevr. d'Aulneux er naar toe gebracht, evenals den gekwetste dien wij zullen voortgaan met Frederik van Borluit te noemen. De eene zit in eene kamer opgesloten onder bewaking der twee boschwachters van Rakelvee de andere ligt op een bed uitgestrekt, aan welks sponde zich priester en geneesheer bevinden alsook de oude An, die niet ophoudt den lijder met eene smart volle genegenheid te aanschouwen. Joris Zoetberg wandelt hier en daar met een somber gezicht. Hij ziet er bijna zoo bleek uit als de man die maar weinige uren meer leven zal. De kleine Pauwel Thuriot heeft zich onder een prieel in het diepste van den tuin verscholen en weent. Zouden onze Noorderburen langsom stijver worden Onderlinge bijstand in China. Het denkbeeld elkander by te staan, be staat zelfs in de meest verwijderde stre ken der aarde; men zou leelijk mis zyn indien men moest veronderstellen dat het enkel eigen is aao de Westersche landen. In China is de oogst ten deele mislukt ook is daar eene vereeniging tot stand gebracht, die den naam Ko-louo-hoei heeft aangenomen, 't is te zeggen on derlinge bijstand. üe leden van die maat schappij moeten zich verbinden onmid- delijk afstand te doen van al hunne goederen, ten voordeele van hunne me deleden die het recht hebben zich bij hen te vestigen totdat al zijn voorraad uitgeput is. Heeft een der leden een proces, al de anderen moeten hem ondersteunen. Die manier van doen zou kunnen loffelijk zijn indien de leden er zich.bij bepaal den onder elkander op die wjjze te han delen, doch zij willen ook anderen dwingen met hen mede te doen en van af wordt hun onderlinge bijstand eene echte rooversbeDde. De bedelende leden doorloopen de dorpen, dringen in de huizen en ver trekken maar na alles geplunderd te hebben. Ontmoeten zij onderwege eenen ruiter dan wordt deze aangesproken als volgt Groote broeder, wy hebben uw paard noodig; gij wilt bet ons niet af staan Zeer wel, wij zullen het nemen Indien de man zich verzet dan wordt hij half of geheel doodgeslagen. Bij de overheden moet men niet gaan klagenze zyn ofwel benauwd van de roovers ofwel laten er zich de handen door smeren. Wissels in de lucht. Het hof van beroep heeft beslist dat een handelaar die er in toestemt dat een koopman ge durende verscheidene maanden wissels op hem trekt, alhoewel hij hem niets verschuldigd is, zich aan een vergrijp plichtig maakt en aansprakelijk kan uitgeroepen worden voor de schade, door die handelwijze berokkend aan derde personen welke zich steunden op dit ingebeeld crediet om do wissel te discontoeren. Zoo de bankier zich geene onvoor zichtigheid te verwijten heeft, kan de handelaar aansprakelijk gesteld worden voor het bedrag der geprotesteerde wis sels. De rechters rijn verwittigd, men ver wacht hen. Eindelijk ziet men den rechtsvorderaar en den onderzoeksrechter met zijne* griffier verschijnen twee rijkswachters vergezellen hen. Op kleinen afstand achter het gerecht komt Roel de Dak aangestapt. Rond het landhuis hebben zich kleine groepen van boeren en boerinnen gevormd, die druk praten over de gebeurtenis welke met onge looflijke snelheid den omtrek werd ver spreid. Joris Zoetberg had eerst een geheim onderhoud met de twee rechters waarna deze met de ondervraging van den gekwet ste aanvingen. Bij de eerste woorden, welke hij sprak, verklaarde Frederik dat de naam dien hij droeg valsch was maar dat hij niettemin de echte zoon was van wijlen den graaf van Borluit. Deze verklaring verwonderde de omstaan- ders buitenmate, doch deed meer dan schokschouderen. Spreek, Anna, vertel alles, sprak de stervende, ik heb er de macht niet toe. Mijnheer, en met dit woord ging de vrouw rechtstaan, gij hebt het gehoord, hij wil dat ik u alles doe kennen... Door zijn mond heeft de waarheid beginnen te spre ken, door den mijnen zal zij voortgaan, want gij moet weten dat ik zijne grootmoe - der ben. Ik heb dus het woord ja, spreek op, vrouw, antwoordde de rechtsvorderaar, doch wees kort. Gij moogt gerust zijn. Hoewel men beweert dat ik zinneloos ben, weet ik heel goed dat geen tijd ie verliezen is. Ik ben zeer jong weduwe geworden, mijnheer, en heb mij ook dadelijk als dienst meid verhuurd op het kasteel van M. de Wattignies, nabij BergenSlecht» één kind bezittende, eene dochter welke ik meer be minde dan mijn eigen, plaatste ik haar op eene kostschool waar zij eene opvooding genoot boven haren stand. Toen zij zeven tien jaar geworden was, gelukte ik erin, haar door mijne meesteres als gezelschaps juffer te doen aanvaarden. Een paar jaren naderhand kwam de graaf van Borluit, die eenige maanden geleden weduwnaar was geworden het jachtseizoen bij ons doorbren gen Hij zag mijne Klaar en werd er op verliefd... Na zijn vertrek verdween de ongelukkige zekeren dag, slechts een brief achterlatende, waarin zij me om den tuin trachtte te leiden. Er werden verschillige geruchten verspreid, doch de waarheid was dat de graaf haar naar Engeland had doen reizen, waar hij zich juist bevond. Een wonderlijk toeval bracht mij op het spoor van mijn kind, maar 't was eerst langen tijd er na dat ik de vluchtelinge kon inha len. Toen ik haar terugvond, gevoelde ik tege lijkertijd eene groote vreugde en «ene groote droefheid mijne arme Klaar had gebaard en lag in doodstrijd. Maar ik vernam dat de verleider haar voor deze gebeurtenis gehuwd had en het kind dus zijn wettige zoon was. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1