Donderdag 20 October 1908 5 centiemen per nummer 63,te Jaar 4098 Militarism. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Klerikale dwingelandij. Heldin van het kwaad Zondagrust. Leest en verspreidt De Denderbode M.Vandervelde en Congo. EEN EN ANDEIt. DE DENDERBODE Dit olad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in by C. Wan de Putte-GoosHens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE HIILU. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van tlit blad. AeIaI,28 0clober I908. Menigmaal is er geschreven en her haald geworden dat de vrijheid om de wereld rond te gaan door België niet doortrekken moest. En dit werd vooral gezegd om te doen uitschijnen dat de Fransche sansculotten of zonder broe ken, de revolutionairs van de jaren 1790, ons hunne vrijheden niet brengen moesten daar wy, Belgen, ze reeds be zaten. Die vrijheden hebben wij onafgebro ken blijven bezitten, doch in zekere mate gekrenkt onder Napoleon 1 en de Hollandsche overheersching. Nu, se dert 1830, hebben wij ze ten volle her kregen en met recht, zoo denken wij, mogen wij ons aanschouwen als 't vrij ste volk der wereld. Nu, 'tzou wel schijnen dat wij het mis op hebben, dat onze vrijheden zijn gaan varen, in zee verzwolgen en aldus hebben plaats gemaakt voor hatelijke dwingelandij. 't Is de Flandre libérale het orgaan der Gentsche oude pruiken, die het in eenharer laatste nummers metgeusche tranen in de oogen aankloeg. Ziehier waarvan er kwestie is en dan zal men kunnen oordeelen hoe de libe ralen de vrijheid verstaan. Over eene week of drie, schrijft het blad, is te Gent de vrouw gestorven van een onzer ingenieurs-bestuurders van den Dienst van Bruggen en Wegen. Eene groep bedienden der vier bu- reelen van dit Beheer van Bruggen en Wegen hield eene geldinzameling om eene Mis tot gedachtenis der echtgenoote van den ingenieur tc doen lezen. Nu kregen al de deelnemers verlof om de Mis, die in de Augustijnenkerk opge dragen werd bij te wonen. Het spreekt van zelf dat meer dan n bediende zijn penning gegeven heeft onder den druk van zedelijken dwang. Ziedaar waartoe wjj in onze open bare diensten gekomen zyn. Ziedaar waarom de Flandre libé rale van zjjn roetje is geraakt en aan razen is van verkwezeling van de open bare ambtenaren en bedienden door de dwingelandsche Bisschopregeering op gedrongen. En de mannen der Flandre libérale DOOR EUG. LEEN. 4Öe VERVOLG. XXV. Anna en de weduwe Bansak waakten bij het lijk. Joris Zoetberg bevond zich met Roel de Dak in zijne studeerkamer, toen deze hem zeide Ik zou wel willen voortgaan met u gezelschap te houden, maar mijne moeder en mijne zuster stellen te veel belang in hetgeen hier gebeurd is, om nog langer te wachten en haar over in te lichten. Dat is nogtans, zoo afgrijselijk, zoo verbazend en too onwaarschijnlijk, dat men mij met moeite gelooven zal... Zij zullen denken aan eene fopperij omdat ze weten dat ik daar nog al liefhebber van ben... Wat be let u, mij te vergezellen Dat zal u wat verzetten, na al de ontroering. Ge hebt gelijk, antwoordde de schil der ik denk zelfs dat het mijn plicht is naar Rakel vee te gaan. Toen beiden bij Laura en hare moeder aankwamen hadden deze het nieuws van de moordpoging reeds vernomen, maar het overige was haar onbekend. Ook verschrok ken ze hevig toen ze hoorden dat hij, dien zij tot het laatste oogenblik voor Frederik van Borluit hadden gehouden, dood was en vooral toen zij wisten wie daar de schuld aan had. droomen niets dan van spoken die de vrijheid aan 't wurgen zijn. En 't is toch gruwelijk als men het wel bedenkt.... De echtgenoote van een ingenieur-bestuurder van "t Beheer van Bruggen en Wegen te Gent, sterft de bedienden vandebureelen tot dit Beheer behoorende, doen eene geldinzameling, laten eene Zielmis lezen en wonen ze in korps by. Hunne oversten gunden hun een dag verlof om die Zielmis by te wo nen. Is het verschrikkelijker voor de vrij heid Is het wraak roepender Im mers, de bedienden van een openbaar Bestuur die eene Mis betalen, die ze by wonen en daartoe verlof krijgen. Is het schandalig genoeg Is het te verwonderen dat de schry ve laars van La Flandre libérale vol duivels zijn gestamptf Staatsbedienden welke gesamenlijk bijdragen om een Zielmis te laten cele- breeren miskennen de vrijheid, maar andere bedienden die eene kroon koopen om den lijkstoet op te luisteren van iemand die als vrijdenker, als godver- loochenaar in de aarde wordt gestopt, eerbiedigen de vryheid. Dus, dat hangt van 't geval af 1 Id deze zaak ligt eene les besloten hoe de bedienden der openbare Besturen zich zullen moeten in acht nemen onder een liberaal bestuur indien wij met die plaag moesten geslagen worden... 't Zou 't tijdstip zijn der heerschappij van de verklikkers die reeds zoo wat in de groote liberale steden woeden.... L'Avenir van Doornijk heeft ons reeds verwittigd toen het schreef Geeoc enkele klerikale benoeming meer Voor de bevorderingen houden wij ons aan de reglementen binnen de j) engste palen. De beambten die kunnen afgezet worden, zullen wij in 't oog houden en de eerste maal dat ze ver- keerd gaan, zetten wij hen af zonder d complimenten. Wij bereiden de weêrwraak en den dag dat wij onze tegenstrevers bij de keel zullen kunnen i) grijpen, onder onze triompherende o knie, zullen wij geen genade schen- ken. Ziedaar Van's middags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zohdag i November i908, (Allerheiligen), M. Renneboog, Nieuwstraat. Wat de gedane openbaring betrof aan gaande de spelonk, waar zich het overblijf sel des graven bevond, er was tusschen Joris Zoetberg en Roel de Dak overeenge komen dat men er nog geen woord van zoude mededeelen aan de twee vrouwen en er maatregelen dienden genomen, om haar daarvan nog eenige dagen onwetend te laten. Toen Laura een weinig van de verras sing bijgekomen was, riep zij eensklaps uit Maar Frederik Frederik! wat is er van hem geworden Is hij dood, is hij levend 't Is onmogelijk dat men hem niet op het spoor kunne komen. Een offi cier kan toch niet verdwenen zijn, zonder dat men eenige opzoekingen gedaan hebbe Ach I mijnheer Zoetberg gij wien wij reeds zoo veel verschuldigd zijn, gij die zooveel kennis van zaken hebt, kunt gij ons uwe hulp niet leenen, ons helpen in het terug vinden onzeB neven Mejuffer, antwoordde de kunstenaar met eenvoud, ik heb uwe wenschen voor komen, en ik meen u met zekerheid te mogen aankondigen, dat kapitein Frederik van Borluit levend is, wel te pa6, en hij niet lang meer wachten zal om de familie leden te gaan wedervinden, wier gevoelens te zijnen opzichte hem bekend zijn. O, mijnheer, zou dat mogelijk wezen 1 riep Laura met gevouwen handen en vreudig aangezicht uit, zijt ge daar wel zeker van, is dat geene begoocheling Ik geloof het niet... Ik herhaal het Wie oen ahonnement neemt voor 1909 zal liet blad gratig ontvangen, te rekenen van itondag 1 No vember aanst. Voorwaar den aan 't hoofd van't blad. M. Vandervelde is zondag van zijne reis uit Congo te Antwerpen toegeko men, omstreeks 1 ure namiddag. Er waren nog 46 andere reizigers uit Congo aan boord van den stoomboot Albertville. De lieer Vandervolde is van Boma en Matadi naar Leopoldville gereisd, heeft Irebu, Coquilhatville en andere minder belangrijke plaatsen bezocht en eon uitstapje gedaan naar hat land der Budjas, die bekend staan als een nogal woelig volk. M. Vandervelde heeft vastgesteld dat in CoDgo eene krachtige poging is ge daan voor de beschaving. Do statiën ziin zeer voorspoedig. De negers die bij do blanken in dienst zijn en deze van de Openbare Macht worden zeer wel ge voed en betaald. Integendeel de toestand der inlanders, die in hunne eigene behoeften moeten voorzien, is weinig schitterend. M. Vandervelde denkt dat men niet veel moeite zal hebben om de belasting in arbeid af te schaffen, want de inlan ders zijn ertegen. In het distrikt Mongala is de voort- brengst van caoutchouc gedaald van 60 tot 20 ton per maand. Wat den heer Vandorvelde bijzonder getroffen heeft zyn de cacao-plantiDgen. (Van cacao-boonen maakt men choco lade.) Wat de caoutchouc-plantingen aan gaat, deze zullen moeilijker zijn om uit te balen dan men meent. De negers vragen allen den invoer van gemunt geld zij gaan zelfs hunne waren in den Franschen Congo verkoo- pen om aan geld te geraken, met bet- welk zy dan hunne belastingen kunnen betalen. De heer Vandervelde spreekt met den meesten lof over de Openbare Macht. overigens, gij zult Frederik terugzien en dat zooveel te spoediger, daar hij terstond zal ingelicht worden over de genegenheid welke gij hem toedraagt. Laura ondervroeg den schilder opnieuw, in de hoop nauwkeuriger uitleggingen te verkrijgen,doch Zoetberg gaf slechts eenige ontwijkende antwoorden. Vervolgens werd er gesproken over de uitvaart van Anna's kleinzoon, van hem die het recht had den naam Borluit te dra gen, volgens de bewijsstukken, welke de bedelares bezat en die ontegensprekelijk aantoonden dat hij waarachtig de zoon des graven was. Doch hij had zijne afkomst verloochend, hij had zijn vader genoodzaakt hem verwijderd te houden, hij had tusschen misdadigers geleefd en was slechts uit het gevang ontsnapt om de rol eens bedriegers te spelen. Ingevolge deze beschouwingen, werd er besloten Arnold van Borluit slechts in stilte op het kerkhof van het naburig dorp te be graven. 's Anderendaags 's morgens, om zeB uur, had de begrafenis plaats, in tegenwoordig heid van Roel de Dak, Joris Zoetberg en eenige landlieden. Ik vertrek voor eenige dagen, had de kunstenaar tegen Laura's broeder gezegd herinner uwe zuster de belofte welke ik haar heb gedaan, en geef haar de verzeke ring dat ik ze zal houden zij zal Frederik weldra zien. Vriend, riep de jonge Dak uit, terwijl hij zijne armen over elkander legde, ik be- Van de Missionnarissen sprekende, zegt hij, dat zij inliet algemeen men- schen zyn van zeer groote toewyding, maar dat zij groot ongelijk hebben den Godsdienst als grondslag te nemen van al hunne werken. (Van den godsdienst moet de heer Vadervelde natuurlijk niet weten het tegendeel zou verwonde ring baren, bij al wie hem kennen). Bij de hoogere ambtenaars van den Congo-Staat zijn er menschen van zeer groote waarde de heer Vandervelde spreekt met minder lof van do lagere bedienden. Hij meent dat opzichtens de blanken, twee maatregels moeten genomen wor den 1° De verkorting van hunnen dienst tijd 2° Nooit een blanke alleen in eenen post laten, want weldra wordt hij ont zenuwd en krachteloos. Wat het algemeen nieuws betreft door de reizigers uit Congo overgebracht, er is er niet veel, maar men zegt dat ge heel het land al rust is. Het militaire vraagstuk wordt op 't oogenblik weer druk besproken. 't Is onbetwistbaar dat het voor ons, Katholieken, van 't grootste belang is. Een katholiek confrater deelt hierover de volgende zeer gegronde bedenkingen meè Als wy onze geuzen hooren spreken over Vaderlandsliefde, dan kunnen wy niets anders dan de schouders op halen. «Van christelijke legers, die autaar en haardsteden verdedigen, spreekt de ge schiedenis van België dikwyls, doch van liberale of geuzenlegers, die zich lieten slachtofferen ter verdediging van hunnen geboortegrond vinden wij geene vermelding gemaakt. En toch willen onze geuzen veel soldaten. Is dit misschien om hunne geldkoflers veiliger te bewaren Of is het om eindelijk ook eens te kunnen toonen, hoe dapper zy zouden vechten, als do vijand ons Vaderland wilde over rompelen Dappere liberalen Die twee woor den klinken zoo valsch Dapper zijn voor liberalen waar niets te verdienen valt, dat is eene ongerijmdheid Doch is er niets te verdienen voor de liberalen, als iedereen soldaat wordt l Toch wel, meenen wij, als ieder jongeling naar de kazerne moet, dan komt hij in aanraking met alles, wat de maatschappij kan ondermijnen. Niet, dat het leger geene school is van tucht, o neen doch in do kazerncsteden is naast het leger, eene school van ontucht en die pestholen verkankeren alleDgskens vele onzer deugdzame kinderen. Wie met pek omgaat wordt er meê besmet zoo ook wie met bandelooze en wulpschaard omgaat, leert langzamerhand ook losser en teugelloozer te worden. Als dan de heele jongelingschap van België aan het gevaar is blootgesteld geweest, en, na eenige jaren dienst, in zijne geboorteplaats terugkomt, meent de liberaal daar een voorbereiden akker te vinden, om zijne zaden van vrijzin nigheid en onverschilligheid te kunnen uii werpen. Ziedaar het doel van alle geuzen, wanneer zy spreken over alleman sol daat geene Vaderlandsliefde, doch god deloosheid drijft hen aan. Wy, van onze kant, willen en zullen ons Vaderland handhaven. En daarom willen wy een leger,een leger, machtig genoeg om al onze belangen te verde digen, doch een zedelijk, een godsdienstig gin u als een zonderling man te beschou wen Wanneer ik aan het verleden denk, ga ik zelfs verder ge schijnt me hier niet enkel gekomen te zijn om oude boomen en huiten na te schilderen. Gij moest andere inzichten hebben dan deze, en voorwaar, ik ben geneigd u thans aan te zien als een soort van Deus ex machina, voor een dier behendige mannen, welke eene samenzwering achtervolgen, gelijk een goede speurhond het spoor van wild, en deze ontknoopen met het gemak en de ge pastheid eens romandichters. Joris Zoetberg glimlachte, gaf zijnen jongen vriend de hand, en stapte naar de Muksen. Thuis gekomen, zocht hij eenige papie ren bijeen, legde eenige kleedingBtukken in een reiBzakje en ging, na zijne huishoud ster van zijn vertrek verwittigd te hebben, te voet naar Aalst, waar hij per spoor naar Audenaarde reisde. XXVII. In deze laatste Btad aangekomen, trad Joris bij eenen haarkapper binnen, waar hij een gedeelte haar en zijnen baard liet af doen, zoodat hij slechts eenen lichten kne vel meer behield... Toen de barbier zijne behandeling voltrokken had, kon hij niet nalaten uit te roepen Ge zijt waarlijk onkennelijk gewor den. Wat zoo'n baard iemand verandert 1 Van den kapper, ging Joris Zoetberg bij een huis aankloppen dat wat verder in Burgerwacht. Een Antwerpsch blad maakt de zeer gegronde be merking dat de Burgerwacht een lolle- kensspel blyft. Dat, zegt het, omdat de Belgen niet genoeg doordrongen zijn van het nut van de rol die zij spelen. Dat is zeer juist, meenen wy. Het zal zeer moeilijk zijn de burger wachten hunne rol ernstig te doen op nemen. in tijd van werkstaking en onlusten in sommige groote steden wordt de bur gerwacht opgetrommeld en de soldaten der bezetting moeten te huis blijven. Er zal nooit iemand zyn die dat als logiek kan aanzien, vooral als hij er in zynen handel en broodwinning door lijdt. Dat men de burgerwacht zou oproe pen als men over bet leger niet kan be schikken, dat zou iedereen verstaau. En de oefeningen 's Zondags worden aanzien als tijdverspillingen, ty'Jeus welke men nog niet eens den wapen handel leert. 't ls moeilyk iets als ernstig te doen aanzien, wat niet ernstig is. de straat lag. De eigenaar kwam opendoen en vroeg hem wat hij verlangde. Weihoe, antwoordde hij, herkent ge mij niet Ik ben nogtans uwe huurder van het eerste. O 1 mijnheer, hernam de andere, mijne dwaling is vergeeflijk. lederen keer dat ge hier afgestapt zijt, hadt ge een heel ander gezicht...maar nu herken ik u treed binnen, ik bid u. Zoetberg ging naar boven en trad een vertrek binnen uit twee stille kamers samen gesteld de achterste waB bijna geheel op gevuld met kisten en koffers van verschillige grootte Uit een dier koffers, nam hij een fraai zwart pak, dat hij aantrok. Daarna ging hij aan eenen lessenaar zitten en schreef eenen brief wiens thuisrichting luidde Aan zuster Celesta, van de Con gregatie der dochters van Liefde. Ter stede. De heilige kloosterlinge is als bij voorbe schikking uit Oo8t-Indië naar België ver plaatst zij komt hier van pas, murmelde hij zuchtend. De schilder ging uit, na de huisbewoners aangekondigd te hebben dat hij 's avonds zou komen vernachten. De markt overstappende, ontmoette hij eenen jongen notaris dien hij wist dat tamelijk bevriend was met FrieJ Starkels, en hij vroeg hem of hij niet wist waar zich deze op dit oogenblik bevond. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1