Donderdag 5 November 1908 5 centiemen per nummer 63rie Jaar 4100
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Roof der Fransche
Kloostergoederen.
De Bisschoppen van België
en de Congo-ijaastiijg.
Heidia van het kwaad
EEN EN ANDER.
V
DE DENDERBODE.
Dit olad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
wning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
je Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
naanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
rangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossena, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUK aUUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3da bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
A.elst,4 November 1908.
Het is onbetwistbaar, neen, niemand
zal het ernstig durven tegenspreken dat
de roof der Fransche Kloostergoederen
besloten werd om aan een aantal blau
we, roode en groene begeerige lieden
de gelegenheid te geven om voor hun
moeders kindje te kunnen zorgen.
En inderdaad, ze hebben voor hun
moeders kindje gezorgd en dat op zulke
schaam telooze wyze dat zelfs de beruchte
Combes, die onder dit opzicht van geen
kleintje nogthans verveerd was, er nu
zoodanig door geschokt werd dat hij het
ter Kamer openbaarlijk afkeurde.
Ja, Combes kloeg tal van schreeu
wende feiten van inpalming aan zooda
nig dat een onderzoek noodzakelijk
werd geoordeeld.
Dit onderzoek heeft dan ook plaats
gehad en vele feiten kwamen aan 't
daglicht, waarvan wij er eenige laten
volgen
Zekere vereffenaar Lecoulurier
ontving voor de vereffening van 't
klooster van O. L. Vrouw-Hemelvaart
van Montmorency 4,500 fr. eereloon,
daarbij nog 500 fr. voor de bezorging
der processen en 1613 fr. voor briefwis
seling, bediening en reizen, 't zy te za-
men 6613 fr.
In 't geheel heeft hy 10 ten honderd
opgestreken van den ganschen opbrengst
vao 't Klooster.
Maar die zelfde Lecouturier lekte nog
meer aan 't geldschotelke. Als vereffe
naar van 't Klooster der Broeders van
St-Joseph te Fronchien, ontving hjj als
eereloon 1088,60 fr. en daarenboven
voor algemoene kosten 2503,53 fr. te
zamen 3591,53 fr. of 16 per cent van
den verkoopprijs van dit gestolen kloos
tergoed.
Niet veel zulke velbetaalde zaakjes
moet men hebben om spoedig zijn schaap
jes op 't droog te kunnen houden
Zekere Sabatié deed zich door de koo-
pers van eon onroerend kloostergoed
5499,35 fr. afduimen welke som niet
vermeld wordt in de bepaalde rekening.
Een ander likwidateur ofte vereffe
naar, M. Convers, deed zich boven zyn
eereloon nog 2487 fr. betalen door de
aankoopers van een onroerend geroofd
kloostergoed.
Nu om hem, M. Convers, die som te
doen terugbetalen, heeft men een proces
moeten inspannen, en 't gevolg was dat
hij niet haastig genoeg zyn ontslag kon
geven. Nu, heden begint hy te ondervin
den dat oneerlijk goed niet gedijt...
Bij deze likwidateurs treft men ook
üjnaards aan die de onroerende goederen
die ze dadelijk moesten verkoopen, eerst
voor 3, 6 of 9 jaren verhuurden, iets
wat zijnen koopman weigert. Maar
intusschen gingen ze voort met de goe
deren te beheeren tegen zooveel ten hon
derd voor hunnen zak.
Zekere advokaten bleven ook niet ten
achter en zoo spreekt het verslag van
een advokaat die eene enkele maal pleet
en 10 duizend fr. als eereloon opstreek.
Onnoodig er bij te voegen dat het verslag
het als eene geduchte karottentrekkerij
aanschouwt.
Onder de pleitbezorgers wijst het ver
slag er een aan die zijnen staat 6500 fr.
vermeerderde boven hetgene het tarief
hem toeliet in rekening te brengen.
Ze wisten wel wat ze deden de Fran
sche blauwen, rooden en groenen, toen
ze de kloosterlingen uit 't land verjoe
gen om hunne goederen te rooven.
En zeggen dat de opbrengst der ge
roofde Kloostergoederen moest dienen
om aan de noodlijdende ouderlingen een
pensioen te bezorgen En 't is ber-
niks.
Het is dan ook te begrijpen dat velen
onzer Belgische geuzen gedurig herha
len dat Frankrijk ons voorbeelden geeft
die hier zouden dienen nageleefd te
worden tot... hun voordeel of profijt
Zondag 25 October 1.1. werd in al de
kerken van België een gezamelijk schrij
ven der Belgische Bisschoppen afgele
zen, waarin Hunne Hoogw. hulde bren
gen aan den Koning, die het doorzicht
ïad, van over jaren eene Belgische ko
lonie in 't hart van Afrika te voorzien
en die den ondernemingsgeest had, om
de hand aan 't werk te slaan.
Zij roepen den zegen van den Aller
hoogste over de kolonie in en brengen
hulde aan de tegenwoordige regeering,
aan hare voorgangers, aan de openbare
besturen, de zendelingen, onze militai
ren, aan de nijverheid, die allen bij
droegen tot ontwikkeling van Congo.
DOOR EUG. LEËA.
47e VERVOLG.
Tot zijne groote voldoening, kreeg hij
voor antwoord, dat Fried en van Eezaat
reeds een paar dagen in Audenaarde teiug
waren gekomen omstandigheden hadden
hen verplicht hunne reis te verkorten.
Na eene hartelijke bedanking, snelde
Zoetberg naar het huis van heer van Eezaat,
dien hij toevallig met Fried Starkels aan
tafel vond.
Zijne binnenkomst wekte eene geestdrif
tige begroeting.
Dat treft, mijn goede Frederik, riep
van Eezaat uit we spraken juist over u en
gingen ons naar de Mukben begeven. Wij
waren benieuwd om te weten wat er zoo
al, sedert laatste bezoek alhier, gebeurd
zou zijn.
't Is me onmogelijk geweest u iets te
laten weten, antwoordde de bezoeker ik
heb vergeefs get .xht uw spoor te vinden,
na mijn bezoek ik ben zelfs naar Brussel
geweest.
Ja, hernam Starkels, we zijn zoo wat
plotseling vertrokken en hebben daarbij
vergeten onze thuisrichting achter te laten.
Kom, zeg ons spoedig wat er gebeurd is.
Ik ben zeer nieuwsgierig, zeide var
Eezaat.
Er zijn groote en gruwelijke zaken ge
schied... Voorzeker moest men zich wegenB
degene, welke gij zelf de Heldin van het
Nu Congo eene kolonie van het vader
land is geworden moeten wy, Belgen,
onze plichten en onze verantwoordelijk
heid beseffen. Het stichten eener kolo
nie, immers, kan stoflelyke voordeelen
aanvoeren, doch legt boven alles plich
ten op.
De beschaafde volkeren moeten de
hand reiken aan hunne verachterde of
nog in barbaarschheid levende broeders.
Uwe Bisschoppen vervullen eenen plicht
met u uwe verplichtingen te herin
neren.
Zeer dikwijls worden doze in de ko
loniale ondernemingen uit het oog ver
loren. Zekere koloniseerders hebben
geen ander doel dan winstbejag.
Verre van het vaderland, verloren in
ontzaglijke streken, geheel aan zich
zelve overgelaten, haastig om naar de
metropool terug te keeren, wordt de
koloniseerder gemakkelyk meegesleept
tot de uitbuiting der argeloozen en on
wetende inlanders.
Zeker mag het koloniseerende volk
eene rechtvaardige vergoeding erlangen
voor aangewende pogingeDmaar het
mag niet uit het oog verliezen, dat het
tegenover de wilde volkeren dezelfde
verplichtingen heeft als de onderwijzer
tegenover zijne leerliugen.
Op dit oogenblik moet België die ver
plichtingen verstaan. Wy gevoelen ons
gelukkig, dat Congo toegankelijk is
voor de beschaving en voor het Evan
gelie. Wij wenschen vurig dat de Heer
talrijke werkers verwekke naar het
arbeidsveld, dat voor onzen iever geo
pend is en roepen 's Hemels zegen in
over de zendelingen, de soldaten, den
landbouw, de werklieden van alleu
aard, de geleerden en de mannen van
arboid, die hunne krachten vereenigen
om onze nieuwe kolonie te beschaven
en te verchristelijken.
Op Allerheiligendag zyn de litanie
van O.-L.-Vrouw gelezen en een plech
tig Te Deum gezongen geworden in al
do kerken, kapellen en bidplaatsen, om
dank te brengen aan den Heer.
Vrij Onderwijs. Over eenige
weken hebben wij eene voorafgaande-
lij ke vergadering aangekondigd van een
voorloopig bureel van den Bond voor
Vry Onderwijs.
Het initiatief was genomen door M.
Hoyois en graaf de Griinne.
kwaad genoemd hebt, aan afschuwelijke
kuiperijen verwachten, maar onze verwach
tingen zijn overtroffen geworden.
En Joris Zoetberg verhaalde de drama
tische gebeurtenissen, welke in en om
Elsegem plaats hadden gevonden, en nu
een voorloopig besluit kregen in den moord
van hem, die de rol van Frederik van Bor-
luit had vervuld, en de gevangenneming
van mevrouw d'Aulneux.
XXVIII
Er zijn drie dagen verloopen sedert het
vertrek van Joris Zoetberg. In eene der
zalen van het kasteel Rakelvee zitten vijf
personen bij elkander de barones de Dak,
Laura hare dochter, Roel haar zoon; baron
van Sange en Gondis.
De eigenaar van Groenmeersch, 's mor
gens eerst uit Rotterdam teruggekomen,
heeft met evenveel smart als verbazing de
aanhouding vernomen van de onderwijzeres
zijner dochter, voor dewelke deze zestig
jarige weduwnaar niet alleen bijzondere
genegenheid voelde, maar welke hij nog
beschouwde als een toonbeeld van deugd.
Ook heeft hij moeite om aan de wezenlijk
heid te gelooven en trekt een allerbedrukst
gezicht. Het vroolijk gelaat van Gondis
schijnt te zeggen dat hetgeen er gebeurd is
baar niet verwondert, dat zij geraden had
wie hare onderwijzeres was en ze schijnt
de gebeurtenissen niet te betreuren welke
haar gelijk hebben gegeven.
Laura en hare moeder zijn stil en inge
togen onder haar rouwkleed. Wat den
jongen baron betreft, die is nog bezig met
Het werk is thans definitief gesticht
en de secretaris ervan, M. Valentin Brif-
faut, heeft een oproep ten voordeele der
onderneming tot de Katholieken ge
richt.
De kwestie isdoor een ernstig onder
zoek den staat van het vry onderwijs in
België vast te stellen
Middelen te zoeken om aan al de
ouders het recht op een christen onder-
wys voor hunne kinderen te waar
borgen
Door alle middelen den vooruitgang
van het onderwijs te bevorderen onder
oogpunt van het leerprogram, het per
soneel en de zedeleer.
Wie, Katholiek, zal niet willen bydra-
geu tot dit nieuwe, reeds zoo lang ver
wachte werk
Hoemeer onze tegenstrevers ons met
schoone woorden willen paaien, in zake
onderwijs als in zake legerinrichting,
hoe meer wij wantrouwen moeten koes
teren.
Wy weten maar al te wel, dat onze
tegenstrevers, wanneer zij ons iets wil
len toestaan, het is om ons des te beter
te kunnen verwurgeu. Wij zouden te
naïef zyn, moesten wij ons laten vangen
aan huichelarij.
FEDERATIE. De vijandelijke
pers gaat voort met te polemikeeren
rond de op handen zijnde vergadering
van de Federatie der Katholieke Krin
gen en Vereenigingen.
Zy leveren enkel het bewijs hunner
volslagen onkunde over de inrichting
onzer partij.
Niets natuurlijker dan die vergade
ring, die alle jaren plaats heeft, zooals
alle jaren met Paschen het congres, of
algemeene vergadering, wordt gehou
den.
Natuurlijk geeft de dagorde iets meer
belang dan gewoonlijk aan de zitting,
maar er zijn vroeger veel belangrijker
besprekingen geweest.
Wie herinnert zich de bespreking in
1899 niet, over de E. V. De toestand
werd toen ingewikkeld door eene minis-
terieele crisis en men beraadslaagde
onder de bedreiging eener voorzitters-
crisis.
is toen niet alles ten slotte ten beste
der belangen van de Katholieke Partij
afgeloopen.en hebben wij het jaar daar
op volgend onze tegenstrevers niet eene
van die duchtige neerlagen toegediend,
waaraan zy zoo gewoon geworden zyn?
op zijne manier het karakter van de vrouw
uit te leggen, welke de openbare aandacht
thans zoozeer bezighoudt en waarvan de
dagbladen volgeschreven staan.
Het is zonderling, onderbreekt Laura
plotseling, dat mijnheer Zoetberg nog niets
van zich heeft laten hooren. Wat doet hij
Waar mag hij wezen
O, ik begrijp uw ongeduld, antwoordt
Roel en ik zal zelfs zeggen dat ik het deel,
want hij heeft ons beloofd den waren Frede
rik hier te brengen.
Is die belofteernstig?herneemtLaura.
Wanneer ik nadenk op hetgeen er gebeurd
ia, twijfel ik daaraan... Ik begrijp niet hoe
Frederik, indien hij leeft, indien hij in
Vlaanderen is,alduB weg is kunnen blijven;
want hij zal toch inlichtingen hebben moe
ten nemen, hij heeft moeten weten wat er
gebeurde.
Ik erken met u, lieve zuster, dat zulks
eene onuitlegbare zaak is in Frederik's ge
drag maar hij kan gewichtige redens
gehad hebben om te handelen gelijk hij het
gedaan heeft, des te meer daar hij een soort
van zaakgelastigde had in den persoon van
Joris Zoetberg, want ge moet bekennen dat
beiden toch in verstandhouding waren.
Neen, onderbreekt baron van Sange,
men kan zeggen wat men wil, en uitleggen
en heruitleggen doch ik heb me op mijne
menigvuldige reizen nooit voor zulke verba
zende omstandigheden bevonden als hier
op dit klein hoekje gronds gebeurd zijn.
't Is te sterk
En de spil, de beweegBter van dit
alles, zegt Roel spottend, dat is de schoone,
de liefelijke mevrouw d'Aulneux, een duivel
in een engelengewaad.... gelijk zoovele
vrouwen.
Jonkman, zegde de baron verlegen,
gij vergeet dat uwe moeder, dat uwe
zuster.
O neen, verschooning, spreek daar
niet van ik weet veel te goed
En met dien half geëindigden zin schoot
hij in eenen schaterlach, die hem eenen
strengen blik zijner moeder kostte.
Opeens leenden onze vijf personen het
oor en begonnen aandachtig te luisteren
naar een gerucht dat van buiten kwam.
't Is eene koets 1 riep Laura.
Ja, hernam Roel, en nogtans verwach
ten wij niemand.
Toch wel hebt ge dat al vergeten,
zegt Laura ongeduldig. En heer Joris dan...
't Is waar ook. Ik ga terstond zien...
Roel ging de kamer uit en liep naar de
koetspoort. Intusschen had het gerucht op
gehouden en weerklonk de huisbel.
Laura was doodelijk bleek en scheen ten
prooi aan eene erge benauwdheid.
Eindelijk kwam het rijtuig de voorplaats
op, door den jongen baron voorafgegaan.
Aller blikken richtten er zich op, en, toen
het stilhield.zag men eerst heervanEezaat,
daarna FriedStarkels en eindelijk een Oost-
Indisch officier in gala-uniform uitstappen.
Mevrouw de Dak, baron van Sange en
Gondis liepen de stoep op.
Laura wilde hen volgen, zij had er de
macht niet toe hare beenen weigerden
allen dienst, en zij bleef als aan haren stoel
genageld vastzitten.
Indien zy beter op de hoogte onzer
organismen waren zouden de liberale
bladen weten dat naast de algemeene
vergadering en naast de afgevaardigden
der federatie, er een derde raad bestaat,
te weten de familieraad van de party,
waarvan deel maken al de secretarissen
der vereenigingen en die alle maanden
vergadert.
In voortdurende aanraking met den
staf der partij, met de aangesloten groe
pen en met de massa der aangeslotenen
bij onze Katholieke Instellingen, weten
zy, beter dan wie ook, de denkwijze te
polsen en haar te geleiden naar de op
lossingen, die 't best beantwoorden aan
de eischen van het oogenblik.
Ook zullen alle pogingen der liberale
pers om de Federatie en haren Voorzit
ter te verzwakken vruchteloos zijn en
welke ook de moeilijkheden van den
toestand wezen, zyn wij overtuigd dat
zij glansrijk zullen overkomen worden.
Gezonde gedachten.
Nu ik sta op den rand van het graf
en hot kwaad inzie dat de drankduivel
in de wereld teweeg brengt, gevoel ik
maar een spijt, n. 1. dat ik dien aarts
vijand niet eerder den oorlog heb aan
gedaan. Kard. Manning.
Twintig jaren lang heb ik als water
drinker geleefd en de grootste vermoei
nissen kunnen overwinnen zonder alco
holische dranken. Livingstone.
Ware grootheid van welken aard
ook, heeft geen gevaarlijker vyand
dan den drank. Walter Scott.
Men beroept zich zoo vaak en zoo
lichtzinnig op de weinigen die bij 't ge
bruik van alcohol of opium stokoud ge
worden zyn, en denkt niet aan de onaf
zienbare rij gewonden en dooden,tering
lijders en krankzinnigen, armen en
misdadigers die het slachtoffer van dit
genotmiddel werden. Dr Sonbreqger.
Volgens mijne overtuiging en myne
ondervinding is de bewering dat de
alcoholische dranken in een koud kli
maat noodig zyn, volkomen onjuist.
Niet alleeD zijn zy niet noodig maar zy
zijn zelfs schadelijk. Fritsof Nansen.
Liever wordt ik by elke stembus ge
slagen dan dat ik mijne geheelonthou
ders-belofte breek. Daniel O'Gonnell.
Geen druppel brandewijn moge ooit
de lippen van den mensch bevochtigen.
Indien het ieder in 't oog springt dat
groote hoeveelheden mot uon geest hol
lichaam sloopen, kleine hoeveelheden
werken physiologisch op geene andere
wijze. Prof. Donders.
Door het venster heen, bleven hare oogen
echter op de nieuw aangekomenen gericht
en zij had Frederik van Borluit volkomen
herkend, zooals zij hem zich uit hare jeugd
herinnerde.
Deze zekerheid gaf haar de verloren
kracht weder, en zij snelde naar buiten.
Roel zeide op dit oogenblik tegen zijne
moeder
Eindelijk is hij daar, die goede neef 1
En, gelijk het Joris aangekondigd heeft,
levend en gezond.
De baronnes omhelsde den kapitein en
hield hem eene wijl vol ontroering in de
armen. Toen hij zich uit die omhelzing
losmaakte, zag hij Laura aankomen. Hij
ging naar haar toe, drukte hare hand met
innigheid en wisselde een dier stomme
blikken welke meer zeggen dan alle woor
den. Daarop bedekte de maagd haar aange
zicht met eenen zakdoek en snikte luid.
Voor de uiting van een geluk, dat zich
aldus openbaarde, voelde de krijgsman zijn
hart smelten, en tranen rolden over zijne
wangen.
XXIX
Een paar minuten nadien, zaten de graaf
en zijne twee gezellen in de zaal, waar de
eerste met allerlei vragen werd bestormd
nopenB de omstandigheden welke zijne aan
komst zoolang tegengehouden hadden, en
hem zelfs belet iets van hem te laten
weten, terwijl een andere stoutmoedig zijne
plaats had ingenomen.
Wordt voortgezet.