Donderdag 24 December 1908 5 centiemen per nummer 63*e Jaar 4114
U riefwi sseling.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Kerstayondlied.
KERSTNACHT.
MOEDERHART!
Dit alad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
emng van den volgenden dag. - De prijs ervan is tweemaal ter week voor
e Stad frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. d-75 voor dr« maanden, voorop te hetalen. - De inschrijving
T' 31 D6comber- - De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in b(j C. V.,„ de Pntte Goowens, Korte Zoutstraat. N' 31
»n in alle Postkantoren des Lands.
DE DENDÈRBODE.
tt'IQl'K «UUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureel© van
'it blad.
Aelst,33 December 190S
Bereid uw kerstblok en uw vuur
Om 't Jesus kind te warmen,
en peist, o kristen, dezen dag,
op 't lyden van den armen.
Want baast komt God die in een stal,
Van koude en armoe weenen zal
't Is morgen
Bereid, o moeder, 't koekebrood
en maak de kinders blyde,
Want morgen is het Kerstdag en
der kindren hooggetyde.
Heer Jesus komt, de kindervriend
Hjj zelf een lieflyk menschenkind
't Is morgen 1
Bereid uw mond, o kristen mensch,
Om 't Kindje zoet te zingen
Reeds ligt de Gloria gereed
in 't hert der Hemelingen
die dalen zullen dezen nacht,
Want Jesus wordt op aard verwacht,
't Is morgen
Breid uw hert, o kristen mensch,
voor 't komen van den Koning,
en beter dan den schaamlen stal
bereid hem zijne woning,
't Is morgen dat hy dalen moet
op aarde en in uw rein gemoed,
't Is morgen
Al. Walgrave.
Leert, herders, leert uw armoê lijden
Uw Koning wordt uw lotsgenoot.
Leert elke ontberiDg benedijden
God maakt het nederigste groot
God geeft aan zijnen eeuwgen Zoon
De kribbe en 't stroo tot koningstroon.
Christen Vlaanderen). Dr H. Claeys.
et daghet in 'tOost te middernacht,
et daghet in 't licht overal...
ods engel roept de herder wacht
aar Bethelem in een armen stal,
a 't glorielied der englen ryst
at van omhoog deD weg hun wyst.
rat hebben de herderkens gevonden
etgeen hun de engel had gezeid
en kindje klein in doeken gewonden
a in een kribbe neergeleid.
Bdcnkt hier, herders, wat gy ziet
like armoê leden uw kinderen niet.
-.(o)—
4e Vervolg.
Na het vertrek zijner nicht, had Pablo
ch in de zaal gezet, waar de talel was
•gediend, en eene flesch nemende dronk
j haastig een glas.
Op dezen stond werd eene draperij opge
ven en een mannenhoofd verscheen.
Kom binnen, Mercutio, riep Pablo
ij kunnen hier vrij spreken. Niemand zal
18 storen of afluisteren.
Zijt gij er dus in gelukt Zit de vo-
1 in de kooi
Drommels Twijfeldetgij er aan Ik
rzeker u, er bestaat geen vrees voor ont-
«pping. Er blijft ons enkel te handelen,
oe eerst zooals ik, neem een glas rhum.
iets is geschikter om moed te geven en
e bezwaren te verjagen.
Op deze woorden, besloot de afstoote-
ke Mercutio, de schrik der negers, te
deren. Zijnen meester gehoorzamende
honk hij zich een glas in en ledigde het.
Terwijl hij dronk, had de Spanjaard zich
tne sigaret gerold en zich op eene rust-
laats uitgestrekt.
De rhum welke men op onze eigen-
bmmen verkrijgt, is lekker, he De dui-
Bl zelf vond dien drank uit om alle kna-
ing tc verdooven. Spreken wij nu ernstig
Munheer Petrus Daens,
drukker, Aalst.
Gelief de volgende mededeeling op te
nemen in Het Land van Aelst en De
Werkman, ten titel van antwoord op de
nummers van 13 December en 11 Decem
ber 11., in 't eerstkomend nummer.
Mijnheer,
Ik heb u beloofd, in den brief dien ik u
verleden week ter inlassching gestuurd
heb, bepaaldelijk te antwoorden op al uwe
beschuldigingen tegen het Beschermings
comiteit.
Uwe beschuldigingen zijn hevig geweest
en gansch onrechtvaardig. Gy hebt durven
zeggen vóór gansch de Kamer dat wy stel
selmatig het pensioen weigeren aan dezen
die onze politieke gezindheid niet deelen,
dat wij uit politieken drift 't brood halen
uit den mond der grysaards en der kin
deren
Die woorden zijn hatelijk, Mijnheer
want stelselmatig en ter kwader trouw het
pensioen weigeren aan een grijsaard, die in
nood verkeert, enkel met eene politieke
bedoeling, zou eene schandalige misdaad
zyn, die eene persoonlijke wedergaaf zou
opleggen aan dengenen die er zich pliehtig
zou aan gemaakt hebben.
En nochtans daarvan hebt gy ons be
schuldigd, en gy hebt het gedaan zonder
bewijzen, zonder onderzoek, zonder eens
na te gaan of ze valsch waren. Het was vol
doende voor u dat er spraak was van poli
tieke tegenstrevers, opdat gy niet zoudt
aarzelen ze voor gansch het land te be
schuldigen.
En gij hebt ter kwader trouw gehandeld,
want gy hebt alle uwe beschuldigingen
staande gehouden, zelfs dan wanneer gy
reeds stellige logenstraffingen ontvangen
hadt.
Uwe beschuldigingen zyn valsch en vol
komen ongegrond.
Nooit heeft het beschermingscomiteit
aandacht gegeven op de politieke gezind
heid van degenen die het pensioen aanvra
gen die polttieke gezindheid is ons onbe
kend. Onder ons komen er ten andere leden
voor die belmoren tot de liberale partij. Gij
hebt my bijzonder bedoeld in uwe laster
lijke aantygingen. Om ze eenigszins te sta
ven hebt gy aan de Kamer het geval ver
teld van een persoon, dien ik zou bedreigd
hebben met onmiddelyke uitspanning en
uitverkoop zyner zaken, omdat hy zich bij
my aanbood met eene aanbeveling van
wegc u. Ik heb u genoodzaakt dat vertelsel
te logenstraffen, en ik voeg er hierbij dat
vaJIsch 18 en onjuist dat gy het zijt die
voor dien man uitstel van betaling verkre
gen hebt. En ik herkaal u nogmaals dat ik
ter uwer beschikking bewijsstukken houd
die zulks uitwijzen, zelfs meer de con
frater die, als advokaat, mijn tegenstre
ver was in die zaak, en die tot uwe vrien
den behoort, heeft vóór u tot tweemaal
bevestigd dat uwe aanhalingen valsch wa-
het toeval begunstigt ons, wie zou dit ooit
geloofd hebben De schoone nicht heeft
het gewaagd zich zoover van huis te ver
wijderen, zonder door iemand vergezeld te
wezen Ik, natuurlijk, heb op mij genomen
haar de kamer van de senora tot nachtver
blijf aan te wijzen.
Onder welken plankenvloer een trap
tot den kelder leidt
Juist, beate Mercutio, de kamer die
mijne overleden moeder had gekozen om,
in geval van nood, te vluchten en het ge
bergte te bereiken. Zij die den geheimen
gang ontdekt hebben zijn vlugge kerels
hun dient hulde gebracht. Op twintig me
ters onder onze voeten, zijn er ware ver-
geethollen uit de middeleeuwen, plaatsen
alwaar het geheim zoowel bewaard wordt
als in de boethuizen van Venetië. Gij ziet,
mijn uitmuntende vriend, dat dit op groote
8chaal het werk zal vergemakkelijken t
Voor alle antwoord, speelde een glim
lach om de lippen van Mercutio.
Pablo hernam
Maken wij ons geen bespiegelingen,
onze zaken staan in geen benijdenswaardi-
gen toestand eergisteren ben ik door het
spel gansch tenonder gebracht Hoe zal ik
haar bekennen dat wij in de verleden lente,
als goede makkers de opbrengst gedeeld
hebben van den verkoop harer goederen
O, wat dit betreft, heer Pablo, de
grootste brok hebt gij u toegeeigend, Ik
ben ean arme man, uwe aanhoudende ver
zoeken hebben mij tot den huidigen toe
stand gebracht voor u heb ik mijne feam
Welnu .Mynheer, indien ge mij hebt
weest Zijt gij wel onbehendig go-
Van al de gevallen over de pensioenen,
welke gy aangehaald hebt, is er geen enkel
geval waarin ik uitspraak heb gedaan
Het Beschermingscomiteit is verdeeld in
vyf commission iedere commissie on
derzoekt de bundels van een kanton een
lid mag, naarvolgens de ministerieële on-
derrichtmgen, geen deel uitmaken van
meer dan eene commissie. Ik behoor tot de
commissie van het kanton Sottegem, en ik
beslis enkel over de aanvragen van dat
kanton. Ik stel vast dat gij nog geene en
kele der beslissingen genomen door mijne
commissie, beknibbeld hebt.
Het zyn de leden van iedere commissie
die de beslissingen nemen en die ze teeke
nen.
Mijne taak, buiten het onderzoeken der
aanvragen van het kanton Sottegem, be
staat enkel hierin, dat ik aan de belang
hebbenden de beslissingen van iedere com
missie laat kennen.
Ik voeg er by dat telkenmale wy eene
weigering van pensioen beteekenen, wy
den belanghebbende door denzelfden brief
laten weten dat hy het recht heeft in be
roep te gaan tegen onze beslissing, en als
wy vernemen dat er eene missing bestaat
of dat het geval twijfelachtig is, dan ver
haasten wy ons, mijne collega's of ik, de
Beroepscommissie te verwittigen om haar
toe te laten die missing te herstellen, of
een nieuw onderzoek in te stellen.
Zoo ben ik dit jaar persoonlijk tusschon
gekomen by de Beroepscommissie ten voor-
deele van een vyftiental personen.
Volgens een koninklijk besluit moet het
pensioen geweigerd worden aan den per
soon die, alleen zijnde, een inkomen bezit
boven de 360 franken, en aan twee of
van deugdzaam en deftig man prijs gege
ven.
De Spanjaard richtte zich levendig op
Gij, mecster-schurk, durft mij be
schuldigen Heeft de diefte u zoowel als
aan mij geen voordeel aangebracht Gij
zoudt verdienen dat ik u met den kolf van
dit wapen het hoofd insla.
Zachtjes, meester, het is geen oogen-
bük om ons kwaad te maken. Wiens fout
het ook weze, de mijne of de uwe, het blijft
onmogelijk mijne vervalschte boeken te
toonen, overladen met logenachtige cijfers.
De gravin zal zekerlijk bij de overheden
van St. Domingo eene klacht indienen, en
om eene kastijding te vermijden, zie ik
slechts voor mij het water der" rivier open
gaan.
Het gelaat van Pablo drukte afkeer uit.
De gast heeft gelijk, murmelde hij,
en het zal best wezen eerst op te treden om
alle kiesche openbaring af te weren.
Ja, heer, antwoordde Mercutio, het
feit is jammer en betreurenswaardig, doch
men moet desnoods hen die ons hinderen,
uit den weg maken. Onze politiek kan hen
missen. Waarom zouden wij in ons per
soonlijk voordeel datgene niet doen dat om
Staatsreden menigmaal wordt aangewend
In dergelijk geval ware medelijden groote
dwaasheid.
Tot wien zegt gij het Ik aarzel geen
oogenblik. Ik bevind mij niet enkel zonder
geldmiddelen, maar gij w et, Mercutio,
dat ik met mijne nicht eene oude rekening
moet vereffenen eertijds heeft zij mij ver
meer personen te samen wonende die per
hoofd meer dan 300 franken inkomen be
zitten.
Ik voeg er nogmaals by meer dan 14
duizend aanvragen zijn ons onderworpen
geweest, en moesten er in dat groot getal
eenige enkele missingen voorkomen, wie
zou het ten kwade duiden aan het Bescher
mingscomiteit
Ziedaar, Mynheer, welke altyd geweest
is en was de handelwyze der leden van het
Beschermingscomiteit.
Laat ons nu de gevallen onderzoeken die
gy in de Kamer aangehaald hebt
I. Maria Stuyver. Gij zegdet in de Ka
mers
In 't hospitaal van Aalst genieten er li
het pensioen en 3 zijn het geweigerd, onder
andere weduwe Maria Stuyver. Iu dees
geval de bestuurder zei aan de weduwe
Stujver ware uwen zoon beleefder ge
weest jegens my, het zou heel anders ge
gaan zijn. i> Een bediende voorzegde haar
Ge zult neven een pensioen pakken.
Antwoord Nooit hebben noch bestuur
der, noch bediende van 't hospitaal ons een
woord gezegd of geschreven over die aan
vraagster.
Wat meer is het pensioen is haar toe
gestaan geweest door hei Beschermings
comiteit dsn 8" Augusti 1908. De Gouver
neur is in beroep gegaan tegen dit besluit
en de beroepscommissie heeft het pensioen
geweigerd omdat de belanghebbende sedert
twee jaar in het gasthuis verblijft en er een
volkomen onderhoud geniet.
Zelfde besluit is door de beroepscom
missie genomen geweest voor anderen die
zich in hetzelfde geval bevonden.
II. Van de Wynckel Catharina, W'
Louis Roels.
Antwoord Had nooit pensioen ge
vraagd. Zy is sedert 1897 in het ongenees-
baarhuis. In Maart 1908 heeft zy het on-
geneesbaarhuis verlaten en slechts Don
derdag 10 Decker 1908, twee dager,
na uwe ondervragmg luu-e EERSTE vraag
ingediend. En gy komt ons verwijten haar
voor politieke reden het pensioen te weige
ren I
De volgende personen noem ik slechts
by de eerste letters van hunnen naam, daar
ik in bijzonderheden wil treden over hun
vermogen.
III. J. M., wilde vrij stemmen, beweert
gij, men zegde hem Gy zult de gevolgen
dragen.
Antwoord: Gewezen politieagent geniet
van de stad een pensioen van 418,15 fr.
hoefent bovendien den bakkerstiel 'uit en
heeft daardoor eene winst die volgens de
aanvraag geschat wordt op ongeveer 2 fr.
afschuwd, zij verkoos boven mij zekeren
graaf de Merinville, een pachter dien zij
smoorlijk lief bad. Dit zullen wij de zottin
betaald zetten I En ik zou de gelegenheid
tot wraak laten voorbijgaan, ik zou onver
schillig blijven als ik ze in mijne macht
heb, als de vlieg in een lijnwaadnetje Zoo
dom niet
Ik heb gezworen mij te wreken, het uur
dien eed te houden, is aangebroken, Eva
moet verdwijnen en voor altijd.
Ik zal er zeker geen struikelblok voor
brengen, doch wezen wij op onze hoede.
Eene bemerking
Men heeft M* de Merinville op het eiland
zien ontschepen, men zal inlichtingen over
de reizigster nemen, men zal namelijk on
derzoeken wat er van haar geworden is.
En dan Men zal vernemen dat gij ze hier,
in volle gebergte gebracht hebt, men zal
u stellig ondervragen wat zult gij ant
woorden
Dwazerik 1 Wat bezit gij weinig uit-
vindingsgeest 1 Drink nog een glas, gij
hebt versterking noodig, en de gele koorts
welke onze plaatsen teistert, is die niet ge
schikt om alles te redden Wat wonder
baar voorwendsel Voeg daarbij de ver
moeienis der reie. de stikkende hitte en
wie zal in twijfel trekken de tijding dat de
ongelukkige na eenige dagen ziekte is over
leden. Arme vrouw, nog zoo jong, gestor
ven Resquie8cat in pace Haar bloed
verwant, droevig, wanhopend over dit
voorval, zendt het stoffelijk overschot der
ongelukkige gravin naar Frankrijk. Gij ziet
daags. Zijn beroep werd verworpen door de
Beroepscommissie.
Gy zegt nog
IV. W' B. 70 jaar, geen eigendom en
woont bij haren zoon, die 4 kinderen heeft
en 3 frank daags wint. Geen pensioen.
Antwoord: Op het oogenblik dat zy hst
pensioen verzocht, was zij kroeghoudster
en melkverkoopster, zy betaalde eene huur
van 240 frHaar zoon, die by haar woon
de, won 3fr. daags.
Zy diende beroep in tegen onze beslis
sing, doch hare aanvraag werd ook door
de Beroepscommissie verworpen.
Gij zegdet nog
V. Judoca S., vr. At., 72 jaar, niets
bezittende, woont by hare dochter op een
kamerken en die dochter wint 6 a 8 frank
geen pensioen voor die arme vrouw, ter
wijl in de gebuurte welstellende mens'chen
zijn die een pensioen opstryken.
Antwoord Wanneer zij het pensioen
gevraagd heeft, bestond haar huisgezin uit
eenen zoon, herbergier en bakker, en eene
dochter van 27 jaar, naaister die geld ver
dient. De W< A. heeft altyd hardnekkig
geweigerd de minste inlichtingen over hare
inkomsten te geven, zulks blijkt uit den
bundel.
De getrouwde kinderen zyn meest al
burgers.
Hare vraag is ook door de Beroepscom
missie verworpen.
VI. .Joh. W gansch alleen, zegt gij, in
grooten nood, kan niets bekomen.
Antwoord Uwe klacht moet betrek
hebben niet op eenen man, maar wel op
eene vrouw J. W.,W« De S. Op het oogen
blik dat zij het pensioen vroeg, was zy ook
herbergiester en hare kinderen, met haar
wonende, wonnen ten minste 1000 fr.
's jaars. Op hare klacht werd zij aanbevolen
door een lid van het comiteit, aan de Be
roepscommissie. deze na nieuw onderzoek
heeft paar ook het pensioen geweigerd.
Gy zegdet nog
VII. F. L., 66 jaar, zonder eigendom,
vraagt vruchteloos een pensioen.
Antwoord Boodschapper bij Mr X. ge
niet er pensioen van 300 fr. is ook herber
gier. Naar zijne eigene verklaring ver
koopt hy 1/2 ton bier per week en heeft
4 kinderen van 20 tot 24 jaar oud wer
kende allen op het fabriek en winnende te
minste 7 fr. per dag.
VIII. A D. S.
Antwoord Heeft geen pensioen ge-
vraagd in 1308. Olwel ia depersoo»
vermeld onder nummer VI.
En gy schryft nog
dat wij van alle omstandigheid rekening
houden. Stellen wij bijgevolg de zaak niet
langer uit. Aan 't werk I
En de twee mannen daalden den trap af
leidende tot Eva's kamer.
Welke misdaad ging er gebeuren. Wij
zullen het later vernemen. Bepalen wij ons
met te zeggen, dat acht dagen na dezen
noodloitigen avond. Pablo d'Aranjuez vol
genden brief naar Normandië stuurde
Heer en beste neef. Pijnlijk getroffen,
bericht ik u eene vreeselijke tijding Uwe
vrouw, mijne teerbeminde nicht Eva, welke
in ziekelijken toestand te St. Domingo ont
scheepte, heeft meer en meer de nadeelen
en de uitwerkselen eener zoo vere reis on
dervonden Zij werd door de lange reis af
gemat en moest ook haren tol betalen aan
eene schrikkelijke ziekte, de gele koorts,
welke in onze omstreken woedt. Den avond
dat zij mijne woning heeft bereikt, werd zij
er aangetast zij heeft acht dagen tegen de
vreeselijke ziekte geworsteld zij is den
negenden dag gestorven, hare laatste woor
den waren gericht tot u en uwe kinderen.
Een uur voor zij den laatsten snik gaf, ver
trouwde zij mij deze droeve zending toe,
haar lijk, dat nu in eene rouwkapel der
kerk beruBt, terug aan haren echtgenoot te
zenden. Overmorgen reist de boot Flam
boyante af voor den Havre en aan boord
zullen de duurbare overblijfsels zich bevin
den van haar, welke allen op den overtocht
gekend en bewonderd hebben.
(Wordt voortgMot.)