Donderdag 21 Januari 1909 5 centiemen per nummer 65i,e Jaar 4122 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Kloostershaat. MOEDERHART! GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. EEN EN ANDER. Zondagrust. DE DENDERBODE Dit ulad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CUIQIJK SUt'M. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van i!it blad. Aelst, 20 Januari 1909. Welke redenen mogen dan wel de liberale of geusche redenaars en schrij- yelaars aanzetten om zoo gedurig togen de kloosters uit te vallen en paters of nonnen door allerhande valsche beschul digingen, haatvolle leugens, schande lijke lasteringen in een afkeer verwek kend daglicht te stellen En, hoe menig blad papier hebben ze reeds beklad om tegen den rijkdom der kloosters te donderen, om aldus de af gunst in 't gemoed van velen te doen ontstaan De reden daarvan is niet verre te zoe ken 't wordt hun door hun helsche godsdiensthaat ingeblazen. Moest ge de liberale schrijvelaars gelooven dan komen ze enkel op tegen de misbruiken die in of door de kloos ters voorvallen. Zoo dwaas als ongerijmd is deze ver ontschuldiging Aldus beschuldigen zij, soms heel voorzichtig en soms ook onvoorzich tig, zekere kloosterlingen van zich plichtig te maken aan uitbuiting van arme w Die beschuldigingen zijn altijd onge grond en het orgaan der liberale firma De Vijf Ezels C" de in zijne wieg versmachte, Volksvriendweet er van te spreken. Het liberarl orgaan be schuldigde ook de Eerw. Zusters van 't klooster te Ilerzele van uitbuiting der arme werkmeisjes, maar zijn uitgever werd door de Rechtbank van Dender- monde veroordeeld. Aangenomen dat er in een bepaald geval, eenigzins een schijn van gegrond heid zou bestaan, wie kan er aannemen, dat, om wille zulker bagatel, de liberale schrijvelaars zich verplicht achten een veldtocht van logen- en lastertaal en verdachtmaking tegen de algemeenheid der kloosters te voeren Uitbuiting wordt wel eens, op groote schaal geplogen door sommige fabri kanten, handelaars, speculanten en vooral politieke gelukzoekers. Hebben de schrijvelaars der firma Vijf Ezels C° n ooit een woordje ge schreven om daar tegen op te komen Wanneer des tijds de werklieden op Chipka bij de week en niet bij dag of uur werden betaald; ja, en of ze 60, 70, 80 uren ter week werkten ze maar 8e Vervolg. Sedert eenige oogenblikken scheen de markiezin tegen zich zelve te strijden dit maal kon zij zich niet weêrhouden en de vertelster in hare armen drukkende, sprak zij Nu twijfel ik niet meer hoe beklaag ik u, mijne teerbeminde Eva Vergeef mij mijne ongeloovigheid indien ik soortge lijke geschiedenis las, ik zou weigeren er geloof aan te hechten. Gij hadt gelijk Daar uw lijden zoo wreed is, komt het onwaarschijnlijk voor. Hoe hebt gij die zoo zwak van gesteltenis waart, de kracht ge had te weerstaan Ga voort ik verlang te weten aan welk mirakel gij uwe verlossing hebt toe te schrijven Eva trok zich zachtjes uit de armen harer vriendin en zij hernam Zooals hij mij bedreigd had, kwam mijn ontaarde neef meermalen in mijn lij den genot vinden vervolgens zag ik hem niet meer door mijne bewakers vernam ik dat hij eene verre reis had ondernomen om zijn fortuin te herwinnen. Zijne misdaad had hem geen voordeel aangebracht. On danks mijnen wil, werd mijn lichaam langs om zwakker in dien vochtigen kei der werden mijne ledematen stijf. Soms kon ik mij niet verroeren ik gevoelde on- altijd 't zelfde loon ontvingen, hebben de liberalen dit afgekeurd Nooit En waarom Eenvoudig om dat uilbuiterij in geen verband staat met den Godsdienst en zij, liberalen, dus hunne duivelsche haat niet konnen botvieren. De kloosters stapelen onmetelijke rijkdommen op elkander, ziedaar de tweede grief der liberalen tegen de kloosterlingen. Wat overdrijving toch In 't welk bestaan die onmetelijke rijkdommen der kloosters In scholen, weesgestichten, huizen voor ouderlingen, hospitalen, werk plaatsen en meer andere gestichten van den zelfden aard. Maar die bezittingen der kloosters dienen niet tot zaken van weelde en gemak voor hunne bezitters, maar zo worden gebruikt ten bate van den even- mensch, tot troost en leniging der ellen den en van 't lijden van ongelukkigen van de fortuin verstoken. En toch zouden de liberalen, waren ze meester, de zoogezegde kloostergoede ren villen inpalmen, of liever, ten voordeele van den Staat rooven. Maar wie zou er hel meest aan toe dragen De armen de beproefden dezer aarde. Personen en familiën zijn er die fabel achtige rijkdommen hebben weten te vergareu en ze uitsluitend voor eigen genot en voordeel gebruiken. Nooit hebben de liberalen het ge waagd deze opstapeling van schatten als iets ongehoord aan te klagen. Nooit hebben zy de liberale rykaards trachten hatelijk te maken in de oogen des volks. Nu, van de roode en groene socialisten kan dat niet gezegd worden, wel inte gendeel immers zij hitsen gestadig de begeerlijkheid der menigte aan om aldus, vroeg of laat, de geweldige ont eigening der beziitingen van de rijkaards voor te bereiden. Maar waarom vallen de geusche schrijvelaars de liberale rijkaards niet aan Wat zou 't hun helpen in hunnen oorlog tegen de R. K Kerk, tegen den Godsdienst Godsdiensthaat alleen is de bron waar liberalen al 't venijn gaan putten die ze tegen de kloosters uitbraken verdraaglijke krampen, pijnlijke gewaar wordingen in het hoofd en mijne maag weigerde alle versterkend voedsel. Het ge hoor alleen bleef uitmuntend, altijd was dit zintuig op wacht om toch iets op te vatten. Zekeren dag hoorde ik mijne twee bewa- kera nabij de opening praten, zij dachten dat ik sliep. Zie. vrouw, zegde de man, onze ge vangene zal het niet langer meer trekken. Aan wien zegt gij het De arme vrouw sterft langzamerhand in het hol dat slechts goed is voor wilde dieren. Wat zou ik haar gaarne op vrije voeten stellen, moest ik de gramschap van Pablo niet vreezen Gaat gij zwijgen Indien de meester vernam dat dergelijke woorden uwen mond ontvallen, hij zou ons als een hond slach ten Hij heeft ongetwijfeld goede redens om alzoo jegens deze vrouw te handelen en aan ons, die hem dienen, behoort het niet zijne bevelen te bespreken. Hij ie een boosaardig man, dit weet gij zoowel als ik. Ik dierf het u niet be kennen de gevangene heeft herhaaldelijk gepoogd mij om te koopen. Zij heeft naar het schijnt, in Europa bloedverwanten die ons edelmoedig zouden beloonen wij zou den alzoo plotseling welstellende lieden worden in plaat6 van te leven met den meester die ons slecht betaalt sedert hij door het spel ten onder gebracht is. Ver ders. gevoelt gij geen knaging, een schepsel I Gods te laten sterven zonder hem hulp te bieden Meen. we willen niet 2 De liberalen schelden ons uit, ons katho lieken, dat we van get-n verplichtend onderwiis illen, dat we bi/gevolg vijandig zijn aan 't onderwijs dat we de weldaden van het onderwijs misken nen. l)at is gelogen gelijk 'ne ketter im mors we kunnen onze honderden katho lieke scholen toonen, die wij, katholie ken, met onze centwn voor kei volks - himl hebben opgericht, wanneer het geuzenministerie van 1879 den werkman wilde verplichten zijn kind te zenden naar eene school zonder God. Wij zouden met recht mogen vragen geuzen, zoogezegde vrienden van het onderwijs, wat hebt gij gedaan voor het volkskind Waar staan de scholen die gij met uioe enten hebt gebouwd, om onderwijs aan het volk te verschaf! n Wij, katholieken, kunnen werken too nen gij hebt niets dan woorden en be loften. Gij hebt niets gedaan voor het volk ook hebben de meuscheu u den rug gekeerd. Neen. van verplichtend onderwijs wil len wij niet welen, omdat gij daardoor niets anders beoogt dan goddeloos on derwijs moest ge ooi» aan 't bewind geraken, ge zoudt onze katholieke scho lan sluiten en overal het geueenonderw.js inrichten. Wij willen geene wapens smeden, waarmede gy ons later zoudt kunnen bevechten. We zien genoeg wat er in Frankrijk gebeurt waar uwe moortelbroers den baas spelen. Neen, we willen van geen goddeloos verplichtend onderwijs We willen de volle vrijheid van onder wijs, we willen dat de christene ouders het recht blijven behouden hunne kin- ders te doen opvoeden in het geloof hun ner voorouders. Ouderwijs, ja, veel onderwijs, maar godsdienstig onderwijs willen wij. Geuzeuverdi*hagz»aiiiliei<l «ii kietüchheid. Ter gelegen heid van de begraving van den heer Van Gauwenberg, Schepene van Antwerpen, hebben de geuzen oen nieuw staaltje gegeven van hunnen eerbied voor an dersdenkenden. De lijkplechtigheden van den heer Van Gauwenberg waren burgerlijk en hadden plaats ten stadhuize van Antwer pen op de kosten der stad. En de lantaarn bewegende opdat het inwendige van den kelder beter verlicht zou wezen O, kijk eens, vervolgde zij, hoe vree- selijk bleek zij i6 Treden wij er binnen en brengen wij ze naar boven, in de ronde kamer van den toren. Daar de meester af wezig is, wie zal het weten De arme dame zal geruster hare ziel aan God schenken en ons geweten zal zooveel knaging niet hebben. - Dwaze En indien de gevangene wegliep Alsof zij er de macht toe had Gij spreekt onzin. Wat gedacht Voor deze vrouw zou den wij ons in het ongeluk storten. Dit nooit. Komaan, wij hebben hier te lang vertoefd. Ik luisterde met klimmende belangstel ling. Geen woord ontsnapte mij, terwijl men zoo over mijn lol beraadslaagde. Het scheel der opening werd toegeworpen en beiden verwijderden zich. Maar van dit oogenblik af, voorzag ik de mogelijkheid te vluchten. Ik gevoelde eenigen steun. Ik zou de vrouw zoo gevoelig smeeken dat zij er in toe8temme mijne ontsnapping in de hand te werken. Was het noodig, ik zou mijne bewaakster met mij mede leiden. Pablo had, God dank vergeten mijne b.-urs te stelen en ik bezat nog het noodig geld om naar Frankrijk terug te keeren. De hoop versterkte mijne krachten, ik wachtte eene gunBtige gelegenheid af. On- De katholiekegemeenteraadsleden van Antwerpen waren het lyk gaan groeten. Door verscheidene sprekers werden lijkredenen uitgesproken. Onder dezen waren er die spraken in naam der liberale maatschappijen waar van de aflijvige lid was geweest. Zekere heer Hendrickx, sprekende in naam van den progressistischen Boud heeft goed gevonden in zijne lijkrede aan den kiesstrijd van 1903 te herinne ren en oenen uitval in regel te doen tegen de katholieken. De heer Terwagne, socialistische volksvertegenwoordiger en gemeente raadslid hield eene preek tegen den Godsdienst. Men kan zich verbeelden in welken toestand de katholieke gemeenteraads teden zich daar bevonden. Verzet aanteekenen tegen zulke onbe tamelijke handelwijze konden zij niet uit eerbied voor het lyk vóór hetwelk zij stonden. Dat bewijst hoe laf de geuzen-rede naars zich daar hebben aangesteld. In eene lijkrede bepaalt men er zich bij de goede hoedanigheden van den overledene te roemen. Hier echter hebben de spre kers de gelegenheid waargenomen om hunne tegenstrevers te beleedigen die zich niet konden verdedigen. Ze mogen er meè vereerd zijn. Men heeft de verl. week te Bethune,een Fransch stadje tegen onze grenzen, vier booswichten, afschuwelijke moorde naars, den kop afgedaan. Zij waren de bijzonderste eener bende de hoofdman heette Abel Pollet. Toen men den ellen deling de troostmiddelen der Kerk aan bood, weigerde hij die met eene gods lastering Ongeloof en booswichterij gingen gepaard bij hem, en iets of wat medelijden met zijnde slachtoffers kende hij niet hij tut le wreedaardig. Toen dat onmensch voor de guillotien nu kwam, wilde hij nog eens een bewijs geven van wat hij was. En wat deed hij HIJ HIEF DEN KREET ONZER LI BERALEN NOG EENS AAN A BAS LES CALOTTINS Wij verwachten in 't Ezelsorgaan een gansch artikel gelukwenschingen voor den moordenaar Pollet, hunnen broeder in A bas les calottim. Verstaat gy nu den zin van dien A bas, onnoozele sukkelaars die meê- schreeuwt met de haantjes-vooruit der liberale kliek gelukkiglijk do bewaker zond zijn vrouw niet meer. Hij vreesde dat zij zich zou laten over halen en kwam alleen op den boord der opening eenige vruchten en kouden drank stellen, zijnde het eenig voedsel dat mijne maag kon verdragen. Ik bemerkte nochtans, zekeren dag, mijne bewaakster, die nieuwsgierig mijne gelaatstrekken beschouwde, hoe schrikke lijk het leed er zijn uitwerksel had op te weeggebracht. Welke verrassing welke vreugde haar man vergezelde haar niet. Vrouw, fluisterde ik, ik smeek u kom eens bij mij. Ik zou niet beter vragen, maar Pietro heeft den sleutel dezer plaats. Hij draagt hem altoos bij dag op zak en 's nachts legt hij hem onder het oorkussen. Gij moet we ten dat hij mij niet betrouwt, en wel sedert dep dag dat ik hem terwijl gij sliept, in uw voordeel trachtte te spreken. Ik sliep niet, ik heb 't gesprek gehoord en bedank er u hartelijk over. Bravo vrouw, mijne oogenblikken zijn geteld, ik had elders willen sterven dan in dit gevang, ik had j nog eens de zuivere berglucht willen inade- jj men vooraleer den geest te geven... Zoudt gij mijn uitersten wensch niet kunnen in willigen Welnu, er zal niet gezegd worden dat ik uw gebed heb verstooten voor u, die mij altijd zoo goed bejegend hebt, zal ik Pietro eene flesch opdienen en eens dat hij dronken is, en ingeslapen, zal ik trachten den sleutel te vinden, Rond middernacht Weet gy nu waarom de mannen, die noch van God of gebod weten, die noch God noch duivel kennen, dien kreet aan genomen hebben voor den hunnen A bas la calotte A bas les calottins l dat is Weg met dien God, met die Re ligie die paal en perk wil stellen aan onze driften met ons te doen willen luis teren naar de voorschriften der Tien Geboden. Abel Pollet leert u dat op zoo'n treffende manier. Hij, hij erkende geen God, hij wilde van verbod van stelen en doodslaan niet hooren hij haatte de Religie en al wat de Religie raakten hy drukt dien haat uit in ééa woord A bas les calottim Moraal, zedeleer... flauwe praat van de calottins, zei hij A bas les calottins Ik doe wat ik wil, zei Polletnie mand heeft mij iets te verbieden A bas les calottim Die tribunalen en die jugen, die nu met de guillotien voor den dag komen, zijn menschenvervolgers, zei Pollet, dus; A bas les calottim Die eigenaars, die geld en goed heb ben en die ik van kant hielp, met ze kapot te maken, zei Pollet, die willen zich wreken A bas les calottins Ja, ja Zoo ver komt men met den dommen kreet van onze liberalen en menige mensch zal aan den booswicht, den moordenaar Pollet, denken als onze geuzen hunnen dommen kreet van A bas les calottim weêr zullen huilen. Proficiat, heeren geuzen, met uwen meêschreeuwer Abel Pollet ONZE HELDEN Sedert de stich ting van den Gongostaat, zijn er 159 mis sionarissen (118 mannen en dl vrouwen)- in onze kolonie gestorven. Onze diepe eerbied, onze hartelijke dankbaarheid aan die helden en heldin nen, die op het veld van eer hun leven lieten De geuzenbladen overladen onze pries ters en kloosterlingen met spot en laster onze priesters en kloosterlingen ant woorden met hun leven ten offer te brengen voor Godsdienst, Vaderland en Beschaving. Schande over de geuzen pers Eer aan onze helden Van's middags tot middernacht, eenig" dienstdoende Apotheker, op Zondag Januari 1909, M. De Waele, Kerk straat. kunt gij mij verwachten. Wees gereed, want de tijd is alsdan geld waard. Zult gij woord houden Zal een on voorziene hinderpaal op het laatste oogen blik uwen goeden wil niet breken Gij kunt oordeelen, Concha, of mijn hart geweldig klopte en of de dag mij lang scheen Eindelijk draaide de sleutel in het slot mijner gevangenis en de vrouw verscheen, bleek en verschrikt, als zij dacht, wat zij ging wagen, Vertrekken wij gauw, fluisterde zij, hij heeft gegrold en zich al slapende omge keerd toen ik den sleutel nam moest hij voor goed wakker worden 1 Wij traden over den verwenschten dorpel van dien kelder waarin ik tien jaren van mijn leven heb doorgebracht. In de plaats van mij rechtstreeks naar eene bovenver dieping te brengen, geleidde mijne be waakster mij langs onderaardsche gangen. Waar gaan wij heen r riep ik bevreesd uit. Hebt gij mij dat beloofd Vrees niet, ik zal u niet verraden sedert mijne kinderjaren ken ik deze don kere wegen, en er is geen gevaar dat wij zullen verdolen. De weg welken wij volgen, leidt ons tot het uiteinde van den hof, op den boord der rivier, welke de vallei door kruist. Wij zullen er zijn binnen eenige minuten, maar zeg eens, hoort gij achter ons geen gerucht Indien Pietro ons ach tervolgde O. hemel, bescherm ons 1 (Wordt voortgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1