Zondag Maart 1909
5 centiemen per nummer
&58'e Jaar 4159
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst.
XXVe Jubelfeest
CLAUDE MICHON
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
Zondagrust.
Belasting op het inkomeD
klimmende belasting.
De militaire Kommissie.
DITJES en DATJES.
DE DENDERBODE
Dit Glad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
k ining van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drjj maanden, voorop te betalen. De inschrijving
•indigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij O. Wan de Putte-Gooweni, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
CLIIQUE aUUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aelet, SOMaart 1900.
VAN BIT
KATHOLIEK BESTUUR
o—
De volgende omzendbrief komt in
gansch onze Provincie rond gestuurd te
worden.
Gent, den 10 Maart 1009.
Mijnheer,
Wij hebben de eer te uwer kennis te
brengen dat liet zilveren jubelfeest van
het Katholiek Gouvernement, te Gent
zal gevierd worden op 18 April eerst
komende.
De heer Schollaert, Kabinetsoverste
en Minister van Binnenlandsche Zaken
en van Landbouw, heeft welwillend de
uitnoodiging aanvaard van de Katho
lieke Vereeuiging tot het bijwonen van
het feestmaal, dat zal plaats hebben in
de groote zaal van het Casino, om 1 ure
namiddag.
Geen enkel Gouvernement, in geen
enkel parlementair land heeft den lan
gen levensduur van ons Ministerie be
reikt; die laoglevenheid is een bewijs
van de levenskracht der Katholieke
Partij eu toont aan weiKe diepe en
kloeke wortelen deze heeft geschoten in
hat hart van België.
Vlaanderen dat zoo vurig Katholiek
is zal, wij zijn er volkomen van over
tuigd, het zich ten plicht rekenen op
grootsche wijze dit 25jarig en roemrijk
jubelfeest te vieren, dat tezelfdertijd
aan dagen van lijden en van algemeene
ontlasting herinnert.
Gelief, Mynheer, de uitdrukking to
aanvaarden van onze bijzondere hoog
achting.
DE COMMISSIE
De Voorzitter,
Th. Lbger, Advokaat en Senator.
De Schryver,
Marc Rooman d'Ertbukr.
LedenArrondissement Aalst
Th. De Naeyer; R. Eeman, bestendig
Raadslid O. Van der Haegen, provin
ciaal Raadslid.
P. S. Vooralle inlichtingen betrek
kelijk het parlementaire jubelfeest zich
te bevragen aan den beer LEO VONCK,
Poel, i, Gent.
Van's middags tot middernacht, eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondag 21
Maart 1909, M. DE WAELE, Kerk
straat.
eis
De organen der groene socialisten van
Aalat en andere plaatsen zyn groote
voorstaanders eener belasting op het
inkomen en klimmend volgens do be
langrijkheid van 't inkomen dat men
geniet.
't Orgaan van Chipka zweeg or se
dert eenige weken over maar Set
Recht van Leeuwke Plancquaert ge
waagde er over in zyn nr van 7 Maart
11. en wees op Frankrijk waar men die
hooger bedoelde belasting gaat invoeren.
En Leeuwke vindt, gelijk de blauwen
en rooden, dat onze zuiderburen ons
hierin een voorbeeld geven dat hier te
lande zou dienen nageleefd te worden.
Maar Leeuwke wacht zich wel te
zeggen hoe dit belasting zal geheven
worden, hoe de grondslagen zullen be
paald worden.
Ja, daar zwijgt hy over en om rede.
En waarom Wel omdat hij vreest
dat, niemand noch klein, noch groot in
al de standen onzer Belgische Samen
leving met die belasting op zijn Fransch
zou ingenomen zijn.
Immers die belasting op zyn Fransen
is klimmend, i. a. w. elkeen betaalt
geen gelijk per cent op het inkomen,
maar hoe belangrijker het inkomen is
hoe grootere percent men betaalt.
Niemand die min of meer een bestaan
heeft, is aan de belasting onderworpen,
of ge fabriekwerker, ambachter, koop
man, nijveraar, landbouwer en rente
nier zyt.
En dus verschilt de taks of per cent
der belasting naar mate het inkomen
voortspruit uit dagloon, jaarwedden,
winst door handel, nijverheid en land
bouw, of renten.
En zelfs de Belgisehe werklieden die in
Frankrijk gaan werken, de Franschmans,
zouden belasting betalen volgens hunne
winst.
De tafel der belasting wyst het overi
gens aan en waaruit wij hier een uittrek
sel laten volgen
Een inkomen van 625 fr. 's jaars be
taalt 0,90 per honderd als het voor
komt van loon, jaarwedden en land
bouw 2,88 per honderd als het voort
komt van handel of nijverheid 11,90
fr. per cont als het voorkomt van inte
resten van papierwaarden.
Een inkomen van 1250 fr. betaalt
1,08 fr. p. h. loon en jaarwedden
3,25 fr. p. h. handel en nijverheid
11,90 fr. p. h. papierwaarden en grond
eigendom
Inkomen van 2500 fr.
1,10 fr. p. h. loon en jaarwedden
3,30 fr. p. h. handel en nijverheid
11,90 fr. p. h. papierwaarden en grond-
inkomsten.
inkomen van 5000 fr.
1,10 fr. p. h. loon en jaarwedden
4,87 Ir. p. h handelen ny verheid
11,00 fr. p. h. papierwaarden
13,45 fr. p. h. grondinkomsten.
Inkomen van 10,000 fr.
2,73 fr. p. h. loon en jaarwedden
6,62 fr. p. h. handel en nijverheid
12,80 fr. p. h. papier waarden
15,72 fr. p. h. grondinkomsten.
Inkomen van 25,000 fr.
De per centen zyn wederzijds 5,25
8,25 13,90 en 19,44 fr.
Voor een inkomen van 50,000 fr. zyn
ze 7,08 10,00 15,40 en 21,89 fr.
Voor een inkomen van 100,000 fr.
zijn ze 8,00 10,75 16,15 en 23,70 fr.
Maar laat ons eens om de zaak beter
te doen begrijpen die belasting op zijn
Fransch toepassen.
De werkman die fr. 2,25 daags wint
by voorbeeld en dus meer dan 625 fr.
's jaars zal 6 a 7 fr. moeten betalen.
Een bediende of ambtenaar die eene
jaarwedde geniet van 1000 fr. zal 9 fr.
moeten afduimen.
wint zal >28,80 fr. moeten afdokkeD.
Een bediende of ambtenaar die 2500 fr.
's jaars wint zal 1,10 fr. per cent be
talen, 'tzij 25,50 fr.
Een ambachter, winkelier, koopman,
nijveraar, landbouwer, enz. die 2500 fr.
's jaars wint zal 3,30 per cent betalen,
't zy 82,50 fr.
Een rentenier die 2500 fr. inkomen
heeft zal 11,90 fr, per cent moeten be
talen 't zij 297,50 fr.
Een bediende of ambtenaar die 5000
fr. wint zal 1,10 per cent betalen, 't zij
56 fr.
Een koopman, nijveraar of landbou
wer die eene winst doet vau 5000 fr.
moet 4,87 fr. per cent betalen, 't zy
243,50 fr.
Een rentenier die 5000 fr. ontvaDgt
van zijne renten moet 11,90 fr. per cent
betaleu of 595 fr.
Een grondeigenaar die 5000 fr. pach
ten ontvangt moet 13,45 fr. per cent
betalen, of 672,50 fr.
En zoo voorts en zoo voorts.
Ed men bemerke het wel dat het
jaarlijks te betalen valt.
Onze geachte lezers die hunne inkom
sten kennen zullen kunnen berekenen
hoeveel zy zouden jaarlijks te betalen
hebben.
Maar hoe zal de ontvanger der belas
tingen weten hoe groot uwe winst, uw
inkomsten zijn om te bepalen wat ge
betalen moet f
Elkeen zal de verklaring moeten doen
van wat hij 't voorgaande jaar getrok
ken, ontvangen of gewonnen heeft en
de agenten van den fiscus zullen mogen
ondorzoeken of ze juist is, of ge niet
bedrogen hebt. Elkeen zal regelmatig
boek moeten houden indien men de
winst duidelijk bepalen wil. De toestand
van allen zal dus door de agenten van
den ficus gekend zyn en op straat
rijden.
Ziedaar wat de groene socialisten van
Somergem en Chipka zouden willen
invoeren.
Wat denkt ge, Landgenooten, van die
belasting op zijn Fransch f... Eene op
rechte afstroopery, niet waar
Dinsdag namiddag ten 1 uur hield de
militaire Kommissie hare eerste verga
dering in het Paleis der Natie te Brussel.
De vijftien leden waren tegenwoordig.
M. De Sadeleer werd tot Voorzitter ge
kozen. Hij hield eene korte aanspraak
om zijne kollegas te bedanken voor het
nieuw bewys van genegenheid dat zij
moeien aiauimen. nieuw bewys van genegenheid dat zij
Episode uit de Fransche (Revolutie
Het was een zeer scchoone lentedag,
■oo&ls men die alleen in het Zuiden van
Frankryk kent.
De amandelboomen stonden in vollen
bloei teer witte en sachtroode bloezems
hingen als sluiers in de dalen.
Een warme welriekende wind streek
over de met olijven beplante hoogten de
zee toonde sich met wit schuim en luid
klotsend rolden hare golven tegen de rot
sen op den oever.
Nieuwsgierig en schuchter alsof zy ge
bruik maakte van eene vrijheid, die zij
l&ngen tyd had moeten ontberen, stapte
eene jonge dame door den stillen hof van
het kasteel.
Heur haar was kunstig gefriseerd en
gepoederd, haar gesicht liefdeiijk frisch en
vol jeugdige schoonheid, de oogen levendig
en schitterend.
Twee groote jachthonden vergezelden
haar luid blaffend en sprongen by wijze van
lief koosing soms tegen haar op
Stil Turk, riep zy. Wat zyt gy van
daag wild..
Tegelijk sloeg zy lachend naar den hond
■a U*y il •pi.nd. Met hem ioord» slot-
poort in de richting van Tour des Meaux,
een puinhoop in de buurt.
Niemand scheen haar heengaan te be
merken. Zij verwijderde zich steeds verder
van bet kasteel en scheen geen hinder te
hebben van de brandende zon.
De ongewone beweging was haar zeer
welkom van tijd tot tijd bleef zij staan om
uitte rusten.
Vol bewondering zag zy in het rond
men had hier een veel ruimer gezicht dan
op het kasteel.
Onbelemmerd kon men de zee zien, wel
ker blauwe golven duidelyk hoorbaar aan
rolden in het westen rustte de blik op het
Moorengebergte en in het noorden en het
oosten op de irotsche Alpen, welker spit
sen sich scherp aan den gezichteinder af-
teekenden.
O, hoe schoon, hoe heerlijk, sprak
de jonge dame in sich zelve.
Nu nog eenige haastige sprongen en zij
stond boven op den ouden toren, waar het
uitzicht geheel onbelemmerd was en niet
meer werd onderscheept door olyfbosschen,
die rondom stonden.
Diep ademend rustte zy hier uit. Nu eerst
zag zy in wat zy zoovele jaren had moeten
ontberen, gedurende welke men haar streng
bewaakt had, opdat ze niet buiten de muren
van 't kasteel zou komen.
Eerst nu zag zy in hoe heerlyk do lente,
hoe schoon do werold, hoe liefelyk haar
geboortegrond was.
En deze streek behoorde haar toe, in de
engste beteekenis van het woord zy was
haar eigendom door erfenis.
voor te zitten, niet betracht. De zending
die ons toevertrouwd is, wordt duidelijk
afgeteekend door de dagorde van de Ka
mer, doch, alhoewel het werkveld van
de Onderzoekskommissie beperkt zal
zijn, zal niemand onzer vergeten dat de
opzoekingen die er moeten gedaan wor
den een onzer grootste nationale instel
lingen betreffen. Zulks herinneren is het
belang onzer werkzaamheden doen uit
schijnen. Ik reken op de onpartijdige
medewerking van al de leden ora onze
taak lot een goed einde te brengen. Wat
ook onze persoonlijke denkwijze moge
wezen, wij zullen ons weten te ontma
ken van alle vooringenomenheid, om op
nuttige wijze het mandaat te vervullen
dat de Kamer ons toevertrouwd heeft.
Wij zullen ons uiterste best doen zoo
spoedig mogelijk onze werkzaamheden
teeiDdigen, daar de Kamer wenscht het
verslag der Kommissie voor den 30 April
te ontvangen
M. Puullet werd als sekretaris en
voorloopige verslaggever benoemd. Deze
twee benoemingen gebeurden bij alge
meene stemmen.
M. Berta, overste van den dienst der
griffie der Kamer, werd aangeduid als
overste van de bestuurlijke diensten dar
Kommissie. De brieven en de meedee
lingen voor de Kommissie bestemd, de
vragen om als getuige gehoord te wor
den, moeten gezonden worden aan M.
den Voorzitter der Kommissie, Paleis
der Natie. Aan den Minister van spoor
wegen zal gevraagd worden deze brie-
von en aanvragen vrachtvry te mogen
zenden
De mondelingsche onderzoeken zullen,
in grondbegin, openbaar zijn. De druk
pers zal toegelaten worden. Evenwel,
telkens er spraak zal zijn van persoon-
lyke kwestie, de gezondheid of den
physiologischen toestand aanbelangend,
zal de zitting met gesloten deuren ge
schieden.
Er werden vervolgens eene reeks vra
gen aan M. den Minister van oorlog
gesteld.
Deeerste.doorMM. Segersen Hymans
luidt als volgt
De Kommissie vraagt al de stukken
die nuttig zijn voor de volbrenging harer
taak. en een algemeen overzicht van den
toestand der effektieven van het leger
en de grondslagen waarop de bereke
ningen gesteund zijn om dezen toestand
vast te stellen, zoowel tegenwoordig als
voor de in voege brenging der wet van
1902, en beantwoordend, namelijk aan
de volgende punten, die door MM. Melot
en Segers bepaald zyn
i° Meedeeling van de onderrichtingen
volgens dewelke de korpsoversten alle
maanden de gemiddelde toestanden be
rekenen (ouderrichtingeu van voorden
10 Sep1 ember 1902 en deze van Septem
ber 1902). De cijfers die blyken uit de
jaarlijksche revues, door welke het
eneciter in?r itï—Terroi gezouaen Kiass^m
van 1895-1896 tot 1907-1908 nagezien
wordt.'
2° Welk was het gemiddeld cijfer van
de vredeseffectiven en van de oorlogs-
eöektieven voor 1902 Welk was dit
cijfer voor 1899, 1900 en 1901 Bij mid
del van welke berekening werden deze
cijfers vastgesteld
3° Hoe heeft de regeering do cijfers
van de vrede- en oorlogseftekten vast
gesteld, tijdens de bespreking dor wet
van 1902 Heeft zij in hare berekening
de officiers begrepen Heeft zij in hare
berekeningen rekening gehouden van
de verlofgangers en van de kloine ver
loven en de toelatingen
5° Hoeveel effektieven zyn er op dit
oogeublik ingeschreven in de matricul-
registers f
Zoodra de antwoorden op deze vragen
toegekomen zijn, zal de Kommissie op
nieuw vergaderen.
Als eenige dochter vau graaf Roland de
la Tour des Maux behoorde alles wat haar
omgaf, naast haren vader, haar toe.
Verdiept in aangename droomen, stond
gravin Aimée de la Tour langen tyd daar,
zonder te bemerken, dat achter haar uit,
den vervallen toren, een man te voorscliyn
kwam, die wel een onmiddelyke afstamme
ling scheen van de oude holbewoners.
Hy had trotsche, sombere trekken, bor
stelig haar, bloote voeten en had onver
schillig eene vacht over zyne schouders
geworpen.
Vol verbazing beschouwde hy de jonge
dame, die hem nog niet had opgemerkt.
Hy kon zoo wat drie-en-twintig jaar zyn
en ofschoon zyn gezicht Bomber was eu
volstrekt geen vertrouwen wekte, kon men
het toch niet bepaald leelyk noemen. Zyne
oogen verraadden eene ongewone dapper
heid en eene vermetelheid, die aan doods
verachting grensden.
Zoo, burgeres, zegde hij na eene poos
met een scherpe snydende stem vol spot
ternij ziet men u ook weer eens
Gravin Aimée wende zich verschrikt tot
den spreker en werd doodsbleek. Er was
ook geen grootere tegenstelling denkbaar
dan die men, welke blykbaar door de men
seden werd afgeschuwd en in ellende leef
de, en deze sierlyke gravin, in weelde
grootgebracht en met zorg opgevoed.
Het is ook al verscheidene jaren ge
leden, dat ik u voor het laatst gezien heb,
burgeres, vervolgde de man grijnzend, en
gy zyt in dien tijd eene zeer deftige dame
geworden. Verduiveld, de tyden zullen ze-
r
Dagorde
Prijskamp. -
we loden.
Stad van Aalst.
Katholieke Jonge
Wacht. - Al gemeen f
Vergauo. luuuudag
aanst. 22 Maart, om
V, uren 's avonds,
ten lokale Zwitsersch
Bierhuis bij M. Frans
Bomon, Kerkstraat, 11.
Mededeelingen. 2°
Aanvaarden van nieu-
Het Bestuur.
Het Nationaal Verbond der Bel
gische handelaars heeft aan de Fran
sche Volksvertegenwoordigers een ver
toogschrift gezonden, waarin het opkomt
tegen de voorstellen, welke door de
Fransche wetgevende Kommissie der
toltarieven zijn gedaan, met het oog op
de verhoogiDg der inkomrechten in
Frankrijk.
In dat vertoogschrift wordt onder an
dere gezegd
Het is ontegensprekelijk dat de voor
gestelde wijzigingen van aard zyn groot
nadeel te berokkenen aan de handels
betrekkingen welke Frankrijk en Bel
gië met elkaar onderhouden.
Daar bevoegde en gezaghebbende
personen iu België het inzicht te kennen
geven, verweermaatregelen te nemen,
namelijk voor wat den invoer van wij
nen in België betreft, gelooven wij dat
het verkiesbaar, ja zelfs noodzakelijk is,
een beroep te doen op uw helder door
zicht en uw gezond verstand.
België koopt jaarlijk aan Frankrijk
voor meer dan 420 millioen fr., en,
buiten Engeland,is België de beste klant
van Frankrijk denkt gy niet geachte
Heer Kamerlid, dat, gelijk alle mannen
van zaken, men zijne goede klanten in
eere moet houden
da^'lH^i3 'zij'ï^èrvan ^vertuigc^ indruk
zal maken op de Fransche wetgevers.
De Dagbladpers. Mgr. Mer-
cier, welke zich op dit oogonblik te
Rome bevindt, is door eencn Roomschen
dagbladschrijver ondervraagd gewor
den over de inrichting der Katholieke
Partij in België.
Zijno Eminencie heeft den dagblad
schrijver daaroverinlichtingen gegeven.
Sprekende over de dagbladpers, zegde
Mgr Morcier, dat hij het bouwen eener
kerk zou verdagen om een katholiek
dagblad te stichten.
Die woorden bewijzen, hoe noodza
kelijk Zijne Eminencie de katholieke
drukpers acht on hoe zeer hij zo op
prijs stelt.
Jammer is het, dat zyn gedacht onder
dat opzicht verre is van algemeen ge
deeld te worden en dat velen, de pers
maar noodig achten om hunnen eigenen
persoon in de hoogte te heffen.
Nu dat is nietj waarheid in't ka
tholieke nv ook. in 't liberale kamp.
Potjes die stinken. - Evenals
te Schaerbeek-Brussel en te Sint-Jans-
Molenbeek, heelt men te Antwerpen een
potje ontdekt dat stinkt...
Bedienden of agenten van den dienst
der Bouwkunde hebben aan 't langvin-
geren geweest ze hebben zich plichtig
gemaakt aan diefstal, wijnpotterij,
geldafperserijen, enz., enz.
ker op het kasteel niet zoo slecht zyn, als
men ons wil wijs maken.
Wie... wie zijt gy stotterde Aimée.
De man lachte
Ha, ba Ik begryp wel dat gij my
niet meer kent. Men verandert, evengoed
als alles. En wat is in die vier jaar niet
veranderd? Wy leven nu in eene nieuwe
wereld, burgeres. Er zijn nu geen heeren
en knechts meer, geene graven en boeren,
geene vorsten en onderdanen, er zijn nu
alleen burgers én burgeressen. Vrijheiden
gelijkheid klinkt van het eene eind van liet
land tot het andere en de gravin de la Tour
des Meaux is nu ook eeno gewone burge
res. Ik ben Claude Michon, die vroeger
herder was van Zijne Hoogheid den graaf
Roland, nu burger Roland .Maux.
Claude Michon antwoordde Aimée
nog immer bevreesd dien ken ik niet.
Nu, des te beter zal mij burger Ro
land Maux kennen, of zijn hofmeester,
Martin Lorrain, als hij nog leeft. Ik draag
zijn wapen op mijnen rug. Wilt ge de lit-
teekens zien, die zijne gceeelslagen hebben
achtergelaten
Gravin Aimée trad ontsteld eenige stap
pen terug, maar bleef weer staan, toen
Claude Michon snel naderbij kwam en haar
met geweld dreigde terug te houden.
Ontwijk mij niet, burgeres, en roep ook
uwe honden terug, als zjj u lief zijn, ver
volgde hij dreigend. Ik zal u niets doen, gy
behoeft voor ray niet bang te zyn, maar
aanhooren zult gij my, nu het toeval u in
mijne handen heeft gevoerd, Blyf staan,
burgeres, of...
Maar Claude Michon, wat wilt ge
van my riep het jonge meisje bevend.
Hare krachteloosheid maakte een roeren
den indruk. Uit hare oogen vloeiden tranen
van vrees en ontsteltenis en do ruwe man
voelde, dat hare kleine band beefde.
Ietwat verlegen lachend liet hij haar los.
Roep uwe honden terug, burgeres
zij schyncn wat al te veel last in mijn bee-
nen te hebben en laat ons dan met ge
lijke rechten onderhandelen, zooals het
tegenwoordig mode is Verstaat ge mij
Turk.. Hektor, hier riep de jonge
dame. En nu Claude Michon, wat hebt ge
mij te zeggen
Ik moest eigenlijk ecnigszings belee-
digd zijn, omdat gij my niet meer kent,
want om uwentwil, burgeres, heb ik mijn
eerste pak slaag van meester Lorrain ge
kregen. Dat is nu zoo wat tien jaar geleden.
Gij waart toen nauwelijks zeven of acht
jaar. Dat ik het niet vergeten heb, daar
voor zorgde Martin Lorrain. Die man paste
voor zijne betrekking. Niemand in heel
Frankrijk kon beter met do karwats om
gaan, dan hij. Wat kon ik het helpen, dat
ik u toen reeds geernc zag, dat ik u met
mijne fluit het kasteel uit en naar de bergen
lokte, waar mijns kudde graasde
Opmerkzaam en verwonderd zag de gra
vin hem nu in do verwilderde trekken. Het
was, alsof eene herinnering in haar opwelde
en alsof de oogen van den jongen boer on
der haren blik minder somber en wild ge
worden waren.
Waart gij dat, Claude Michon vroeg
zy haperend.
Ja, zegde hij milder gestemd, dat was ik.
Het klonk bijna weemoedig. Voelde hy
de verandering die sinds had plaats gegre
pen Zij was toch de dame, gravin de la
Tour des Meaux gebleven, al noemde hy
haar duizendmaal burgeres. Hy oven wel
was van een goeden, bruikbaren knecht in
een ruwen, verwilderden gast veranderd,
voor wien men vreesde, voor wien de gra
vin. die hem als kind om een fluitje was
nageloopen, nu wegliep.
Toch vervolgde hij weer somber.
Ge weet natuurlyk niet, burgeres,
wat slaan is. Lorrain wist het en ik ben
het door hem tc weten gekomen. Eerst
sloeg hij zonder reden, vervolgens toen ik
stouter en weerspanniger werd, ook met
reden. Wat ik geworden ben, werd ik door
Lorrain en toen ik hem ten slotte met
deze handen verworgde, deed ik het alleen,
opdat hij mij niet zou doodslaan.
O God zuchtte de gravin Aimée en
zag den man bevreesd aan.
Go hoeft niet te schrikken. Ik ben
daarom geen roover en moordenaar. Het
gebeurde in een eerlijk gevecht. Zyn of
myn loven gold het toen, en daar ik de
sterkste was, moest hy uit de voeten. Gy
evenwel, burgeres, gij hoeft niet voor mij
te vreezen integendeel, gy moest mij
dankbaar zyn.
Op dit oogenblik hoorde men in de rich
ting van liet kasteel peerdengctrappel, dat
snel naderbij kwam.
Claude Michon lachte verachtelijk.
(Wordt voortgezet).