"iDonderdag 25 Maart 1909 5 centiemen per nummer 0o',e Jaar 4140 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. MOEDERHART! «GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID Eerste Communie en hare vijanden. K" Eene valsche profetes. RUBENS CANTATE DE DENDERBÖM tkt ,tej)lad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtse- wg van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor ad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes den fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschryving p met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- ra zyn ten laste van den schuldenaar. Schryft in by C. Van <ie Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, Nr 31 alle Postkantoren des Lands. CUIQLE «ULM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen «p 3*® bladzyde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van lit blad. iels», 94 Maart lÖO». rolop zijn in al de parochiekerken de ■w. Heeren Geestelijken bezig met het rtchtige en soms lastige werk van voorbereiding tot de Eerste H. Com- nie. Zij onderrichten de kinderen in ristus' verheven leer zij trachten vooral de deugd iD te prenten, den :huw voor het kwaad, de liefde tot tot hunne ouders, tot alle men- ook der. eerbied voor zichzelven dit plichtsgevoel,dat hen door gansch leven moet sterken en richten. Met woord, zij geleiden die kinderen tot. Jristus, het toonbeeld van alle deugd volmaaktheid zy willen dat die linen op den grooten dag der Eerste mmunie als engelen lot do H. Tafel nnen naderen om het Brood der En en te ontvangen. Dat dit doel ook grootendeels bereikt irdt, blijkt uit het feit, dat op den dag Eerste Communie al de volwassenen it eerbied en ontzag staren op die kin- •eii, die zij anders misschien als aatbengels aanzagen. De voorberei- ig tot de Eerste Communie heeft hen andere wezens gemaakt. Vooral voor de ouders is die plechtige j een dag van zielsverheffing en za- e opgetogenheid. Het is voor hen als ■i gezicht op den hemel, met welken h hunne lievelingen in gemeenschap fEn hoe noodig zijn die verhevene ■frakken voor de opschietende jonk |id Morgen of overmorgen zullen de ,«ste-commuuiekanten van vandaag de ireld intreden, zich onder de grooteren ragen op straat, in het werkhuis, Bral. Daar zullen zij den lagen en ilen klap van zoovole bedorven men 'ïen moeten aanhooren, by eiken stap onkenschap, ontucht, woestheid, kor- n, de ondeugd in al hare vormen jenkomeu,er meê leven eu opgroeien. De priester had hen tot engelen ge lakt de wereld, eilaas zal er velen ■rbeesten. ^Gelukkig diegenen die door de ge- «lens hunner Eerste Communie tegen en aandrang van verdiorlijkiug ge- apend zyn Gelukkig zelfs nog die- men, dio misschien een oogenblik door (tij van 't zedenbederf zullen meêge- eept zijn, maar bij wie de indrukken inner Eerste Communie nog eenigzins lllen bovenkomen, eer zij gansch ten gronde gaan. O ja, de Eerste Communie doet hare macht nog lang in het leven gevoelen Daarom juist is zy zoo hatelijk in de oogen der vrymetselaars cn vrijdenkers, van alle godsdiensthaters. Volgens de zoogezegde weroldver- lichters, moet de mensch maar door het leven heen zonder God noch gebod, zon der godsdienst noch zedeleer. De monsch is maar op aarde om alle genietingen te zoeken die hij vinden kan, om dit korte, dit eenig leven aan genaam te maken Met de dood toch is alles gedaan, zoo roepen zy. Evenals van een dooden hond de romp overblijft, zoo gaat ook gansch de mensch na zijne dood den put in. Waarom dan zou hij zich meer om zedenwetten hoeven te bekommeren dan hond of aap Ouders, ziet gy nu het verschil tus- sclien den priester die uw kind tot zijn Eerste Communie bereidt, en den godde- looze die roept:Geene Eerste Communie meer De eerste wil uw kind, zooveel hij kan tot een engel maken, de tweede tot eén beest. Al de moeite en zelfopoffering, die de priester zich getroost om uw kind te onderrichten en te veredelen, zijn in de oogen van den onverlaat een aanslag op de weerdigheid van uw kind. Als uw kind nog durft gelooven dat er een God is, die het kwaad verbiedt en het goede voorschrijft, dan kan hy geen mensch van vooruitgang en weten schap zijn. Integendeel als hij God overboord werpt, dan is hij seffens een verlicht en vooruitstrevend man. De grootste geleerden waren gods dienstige mannen maar iemand, die in zijne moedertaal geenen volzin zonder fouten kan schrijven gelijk de schrij ver van hot vluchtschrift tegen de Eerste Communie veroordeelt plechtig den godsdienst in den naam der wetenschap. De wetenschap zou van schaamte den grond inkruipen, moest zij vernemen door welke dommerik keu met haar naam geschermd wordt. En dan komen de zeeveraars ons wat Hauwen rimram opdionen over eenen vrijzinnige, die op den buiten zijne klanten verloor omdat hij naar de kerk niet ging. Gelijk al de schoone historie- keus tegen de priesters,nonnen of katho lieken, is het verhaal gebeurd in het dorpje Oeennaam. Indien men in liberale steden eens onderzocht hoc het gelegen is met de vrijheid van stadsbedieuden en al wat 17e Vervolg. Ja, zeker, Eva was eene klaarziende rouw, zij kon wonderen verrichten, ten- pvolge de macht welke God aan het moe- erharfc had gegeven. Toen zy teruggekeerd was in hare ka ler, een zolder, nevens die welke Dolorès in de dienstboden betrokken, wenschte zij iaar zeiven geluk over den dag welke zoo lecht was begonnen en zoo goed was ge- pndigd. Zeker, loochende zy de tegenkantingen, le beproevingen niet die zy eiken dag ging (nderstaan zonder eene klacht te mogen liten, maar was zy voor hen, voor hare ieve kinderen, niet vast besloten alles te rerdragen Rond middernacht hoorde men het gerol fan het rijtuig, dat mynheer en madame ie Merinville van den schouwburg 't huis bracht. Ik heb nog altijd het beste aandeel, [egde de onderwijzeresik zal bij myne tinderen leven. Dat deze vrouw haar geluk in vrede geniete, ik benyd haar niet meer. 's Anderendaags liepen de zaken zoo goed van stapel als den vorigen dag. Het was zaterdag, en voor den volgenden dag was een schitterend feest in het hotel de Merinville belegd men moest dansen en de koningen verbeelden voor de eerste maal zouden de juffrouwen in het salon toe gelaten en de vrienden huns vaders voor gesteld worden. Jeanne had besloton dat de onderwijze res hare leerlingen zou vergezellen. Alzoo kon do moeder onopgemerkt de intrede barer dochter in de wereld bijwonen zy had zelfs de vryheid hunnen opschik te regelen, een hand er aan toe te steken. Het werk leed natuurlijk by het voor uitzicht van zulk verleidend feest. Op den vooravond van een eerste hal, is het ge dacht der jonge meisjes zeer verstrooid, geenszins gestemd om het een en ander nuttig werk aan te leeren. Mej. Brown, zeer toegevend, verschoon de de verstrooiingen der twee zusters alle oogenblikken spraken zy stil, zij ver beidden de toelating om naar beneden te stormen, de kleederen te gaan beschouwen welke men voor het bal voor hen had ge bracht. Zij hoorden reeds een polka aan gekondigd. Hendrik die naar het bal niet ging, toon de zich zeer geërgerd over soortgelijk go- drag en was voornemens aan zijne zusters opmerkingen te maken toen de deur open ging- Mijn God, wat is het hoog en hoe ben ik vermoeid van zooveel trappen op te klimmen, riep Jeanne uit. Welke karwei het ook weze, men dient zyne kinderen te bewaken. Zjjt ge te vreden, mej. Brown? van do stad afhangt, dan zou er wat anders aan den dag komen. Maar wat heeft dat alles te maken met de Eerste Communie, die nog lang voor alle Vlaamsche families een dag van hemelschen zonneschijn zal blijven te midden der vele koude dagen van dit aardsche bestaan Over cenigen tijd verscheen in België eene Fransche vrouw, die zegde kloos terzuster geweest te zijn en het klooster te hebben verlaten ter wille van de wan daden van welke zij getuige moest zijn. Die vrouw ging konferenciën geven in liberale en socialistische kringen en vertelde er ergerlijke dingen met de vleet die in het klooster,dat zij ontvlucht was, plaats grepen. Katholieken gingen ook eens luiste ren naar hetgeen die profetes vertelde en ze vonden het goed eens te onder zoeken wie zij eigenlijk was en van waar zij kwam. Haar naam is Mejuffer Chesneau. Hetgeen men vermoedde werd juist be vonden. Over eenige dagen was de profetes te Angleur eene konferencie gaan geven in eenen geuzenkring.De heerTschoffen, katholiek advokaat, glug er ook naartoe en toen mejuffer Chesneau gedaan had, vroeg hij het woord om eenige inlich tingen te vragen. Welke bewi jzen kunt gij aanbren gen van hetgeen gij daar zoo even hebt verteld vroeg de heer Tschoffen. Op uw woord kunnen wij u niet ge looven, want ge zegt dat ge klooster zuster zijt geweest, en dat is onwaar. Mejuffer Chesneau zweeg. Als ge 17 jaar oud waart, zijt gy getrouwd. Mejuffer Chesneau zweeg. Gy beschuldigt eene kloosterzuster tot 5 jaar gevang verwezen te zijn ge weest Ik daag u uit die te noemen. Zelfde stilzwijgen van mej. Chesneau. Ik daag u uit de dagteekening op te geven van het vonnis en den naam van het klooster in hetwelk gij zoudt ver bleven hebben. Mejuffer Chesneau zweeg altijd, maar snuffelde in eenen bundel papieren. Nochtans, ging de heer Tschoffen maar altijd voort, ge zijt wel bekend met het Fransch gerecht en de Fransche gevangenissen. Onder ons gezegd, ik twijfel er wat aan. Ik beklaag mij niet, mevrouw ik heb enkel lof te zeggen over myne drie leerlingen. Gy verrast my waarlijk. Tot hiertoe heeft niemand er iets kunnen van maken. Ik geloof, madame, dat gij u met bitter weinig te vreden stelt. Deze kinderen zijn voor hunnen ouderdom zoo ten achter Ik ben geheel anders opgevoed weet gij dat ik myn examen had afgelegd en mijne di plomas bezat als ik zoo oud was als deze luie meisjes, die bitter weinig gevorderd zyn. Wat dien kleineD gast aangaat, welke reeds in het college moest zijn, hij is zoo dwaas, zoo onnoozel dat gy, zyn vaderen ik, er over beschaamd zyn. Welnu, mama, riep Hendrik uit, ik beloof u dat gij voortaan over my niet be schaamd meer zult moeten wezen en dat ik zal werken om een geleerde te worden. Gy zult zien dat ik toekomende jaar pryzon in het college zal behalen Mevrouw de Merinville trok de schou ders op. Kleine guit Denkt gij dat ik aan deze schoone beloften geloof hecht Gy zoudt het gedaan hebben, indien uwe hulp middelen u zulks toelieten. Uw schedel is degene niet van een werkzamen gast 1 Gy zijt veroordeeld om gansch uw leven een lomperd te bly ven, zooals men zich in het college uitdrukt. Zoo rood als een haan, keerde Hendrik si«h om naai' de onderwijzeres, Mej. Chesneau ging nu open Ja, zegde zij,ik ben verwezen geweest, maar ge zegt niet waarom. Ge moogt het zelve zeggen, als ge wilt, zegde M. Tschoffen, maar daar gij daartoe niet haastig schijnt, zal ik zeg gen dat het is voor aftroggelen van geld. Dat is valsch, roept Mej. Chesneau uit, het zijn mijne vijanden die dat uit strooien. Ik herhaal dat, voor eigen reke ning, antwoordde de heer Tschoffen, en ik daag u uit mij te vervolgen voor eer roof. Ik lach om die veroordeeling, riep dan Mejuffer Chesneau. Ik zou er beschaamd over zijn was het antwoord van den heer Tschoffen. De toehoorders, hoewel voor het over groot deel socialisten en liberalen, juichten luidruchtig den katholieken advokaat toe. Mej. Chesneau trok er slillekens van onder 't is uit met hare leugenachtige konferenciën Die Fransche rat was dus eenvoudig eene bedriegster, die aan onze geuzen historietjes kwam vertellen op de kap der kloosters om hare zakken te vullen. Daar zij reeds voor aftroggelarij werd verwezen verstaan wij heel goed dat ze niet kiesch wat in de middelen om geld te verdienen. Maar wat moet men denken vaD de liberalen socialistische kopstukken die hunne lokalen ten dienste stellen van eene vrouw, welke zij noch van verre, noch van bij kennen, omdat zij hun zegde dat zij schandalen te vertellen heeft tegen de kloosters Zij onderzoeken niet, wie zy is. noch van waar zij komt, noch of hetgene zij vertelt waar is of op waarheid gesteund is. Neen 't Is tegen de kloosters, tegen de ka tholieken, tegen de katholieke Kerk dat is bun voldoende. Liegen maar, zei Voltaire, er blijft altijd iets van over Naar men ons ten stelligste verzekert is er kwestie ge veest eener konferencie hier te Aalst, door die profetes op ver zoek van zekere liberale haantjes-vooruit. Stedelijke Muziekschool. 50e VERJARING HARER STICHTING. STAD van AALST. De Kampstrijd van vet Vee zal dees jaar plaats ~i m tï - hebben op Zaterdag 3 April aanstaaude, ter gewone plaat» HOUTMARKT. Hoort gij het Ziet gij hoe men mij behandelt telkens ik tracht goed te doen Is zulke handelwijze niet bestemd om elkeen te ontmoedigen Gij mejufvrouw, spraakt ons aan met zooveel goedheid. Ik was met den grootsten iever bezield, maar waartoe helpt het te leeron, zich het hoofd te bre ken, vermits ik altoos eeu dwazerik zal wezen Mevrouw de Merinville heeft het gezegd, 't zij zoo, ik smijt mijne pen naar de weerlicht en spoel met de marbollen, als het my belieft. Bij deze woorden, slingerde de zenuw achtige Hendrik zyne pen in den hoek dei- kamer en eenige druppels inkt vielen op het kleed zijner stiefmoeder. Stout kind riep deze woedend uit. Wat, vlekken maken op een nieuw kleed hetwelk ik voor de eerste maal aandoe Ik zal u lecren alzoo in tegenwoordigheid uwer onderwyzores te handelen gy zult gekastijd worden zooveel gij 't verdient. Zij sprong vooruit en wilde den kleine een bezigen kaakslag toebrengen, toen Mej. Brown zich voor het kind plaatste en het beschermde, «prak Vooraleer den kleine te raken, zult gij my treffen mevrouw. Men kan zich d» verontwaardiging voor stellen op dit anders zoo kalm aangezicht en de oogen schitterden onder de blauwe glazen van haren bril. Jeanne week een weinig beschaamd ach teruit. OPENBARE UITVOERING der van Pbter Benoit, onder de leiding van Mr GustaafPAPE, Bestuurder der Muziekschool. Dit muziekaal feest zal geschieden ter Groote Markt, op 1" en 2en Zondag der aanstaande Kermisfeesten. De be zondere Commissie daartoe aangesteld doet een vurigen oproep aan alle zang- liefhebbers Damen en HeereD om aan de uitvoering hunne medewerking te ver- leenen, en aldus het hunne bij t» bren gen om aan de inwoners van Aelst de gelegenheid le verschaffen een muzikaal meesterstuk te kunnen aanhooren en bewonderen, dat in het Land maar zel den is uitgevoerd geweest. De herhalingen zyn vastgesteld op de volgende dagen en uren Voor de Sopranos de Zondag van 10 '/t tot 12 ureu voormiddag. Voor de Al tos de Vrydag vau 6 uren tot7 l/t uren 's avonds. Voor de Tenors de Woensdag van 8 tot 10 uren 's avonds. Voor de Bassen de Vrydag van 8 tot 10 uren 's avonds. Zij zullen geschieden ter Groote Feest zaal van het Stadhuis. De liefhebbers worden verzocht zon der verdere uituoodiging zich op voor melde plaats en uur aan te bieden om, na door den heer Bestuurder Pape in eene der zangpartijen gerangschikt te worden, aan de herhalingen deel te nemen. Te Aalst, den 15 Maart 1009. DE COMMISSIE De Voorzitter, Victor De Gheeat. De Secretaris, Edmond Scheerlinckx. DE LEDEN MM. De Hert Felix, Van de Maele Edmond, Van der Haegen Odilon, Vernimmen Emiel, Van Caus- broeck Oscar Dr Bauwens Isidoor, Cal- lebaut Felix. De Meeter Leo, De Neve Jan, Goetlials Julius, Kelders Alfred, Ladeuse Ernest, Lefevre Jaak, Nys Pamphiel, Van Branteghem Cornelius, Van den Steene Edouard, Van der Meirsch Karei en Van de Steene Camiel. Gij zijt geene onderwijzeres, madame, zegde zy gij zjjt eene leeuwin die hare kleinen verdedigt. Madame de Merinville dacht niet dat zy zoo dicht bij de waarheid waa. Verschooning, antwoordde aanstond» de zoogezegde Engelsche, als ik mij durf tegenover u stellen myne leerwijze is gansch verschillend met de uwe en ik vraag u de toelating er niets aan te veranderen. Ik ben van oordeel dat in zake van opvoe ding de zachtheid en de bercden»enng be ter passen, treffender uitwerksels bekomen dan de lichamelyke kastydingen. Madame, sprak Jeanne op afkeerigen toon, wy zullen dit dwaas tooneel niet ver lengen, het heeft te lang geduurd. Ik stelde mij voor in u eene bontgenoot© te vinden, ik heb mij bijgevolg bedrogen. Bewonder deze kinderen, steun ze tegen my, leer ze zelfs my te haten, dit zal u niet moeilyk vallen, zy zyn reeds goed op weg Hetgeen mij betreft, ik weet wat er my te doen bly ft en zal den heer de Me rinville het tooneel mededeelen dat zooeven plaats heeft gehad. Na deze bedreiging, ging de Araerikaau- sche heen. De drie kinderen wierpen zich gelijktij dig aan den hals der onderwijzeres. (Wordt voortgeeet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1