Donderdag 6 Mei 1909 5 centiemen per nummer
65"e Jaar 4152
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Frankrijk-ziek.
MOEDERHART!
Schoolsoep.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
EEN EN AN DE II.
DE DENDERBODE.
Dit jjlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
koning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zy'n ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQIIE »UUU.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3d® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Ael8t,S Mei 19Q9.
De Fransche publicist Henri Maret,
die verre is van tot de Katholieke Partij
tebehooren, schrijft dat de werksta
kingen als deze van de post- telegraaf
en telefoonbedienden, een kenschetsend
teeken zijn dat de worm de vrucht heeft
aangetast.
Die werkstakingen zyn als zweren
op zieke lichamen, onbetwistbare ver
schijnselen van de ziekte.
Het Fransche volk wordt gewaar
dat er ziekte woedt, dat het ziek is,
maar beseft niet wat de oorzaak der
ziekte is.
Want wat waren de laatste kiezin
gen?
i Niets, al te maal niets.
En waarom
Omdat het Fransche volk niet be
grijpt dat als 't ziek is, het ook zelf den
dokter moet zyn en als het zich zelf niet
il niemand anders het gene-
De voorbeelden zullen hier te lande
nageleefd worden indien 't volk de
dwaasheid moest begaan aan 't verbond
der liberalen en socialisten, roode en
groene, 't bestuur des lands toe te ver
trouwen.
Maar zoo dwaas toch niet
n Het rekent op een mirakel, het
wacht er heel geduldig op na.
Frankrijk wil niet gaan, waarheen
men het geleidt.
Het weet dat het op den verkeerden
weg is, dat het verdwaalt, dat alles wat
zich voordoet in strijd is met zijn tegen
woordig en toekomstig welzijn.
Maar 't gaat maar altijd voort.
Het komt mij voor, alsof wij ons zelf
onder slaapziekte brengen, maar altyd
voort bewusteloos maken.
i Onze pols slaagt niet meer.
i Als ooit de uur der ontwaking sla
gen zal en men eene beweging zal trach
ten te doen, dan vrees ik ton zeerste dat
het volk zal gewaar worden dat het dood
is. i
Ed dit schrijft een Franschman over
Frankrijk, zijn vaderland.
Wat moet het in Frankrijk verre ge
komen zijn om den toestand aldaar
onder zulke zwarte kleuren voor te
stellen
En de oorzaak De strijd tegen God
en Godsdienst, de voortdurende strijd
tot ontchristenen van 't volk 't gene de
verzwakking van 't godsdienstig gevoel
voor gevolg heeft.
Geen godsdienstig gevoel, geen zede
lijke kracht ook.
En volgens de liberalen geeft Frank
rijk aan ons, Belgen, voorbeelden die
hier zouden moeten nageleefd worden...
-.(O).-
23' Vervolg.
De onderwijzeres doordrong zich van
deze gedachten en besloot alle gelegenhe
den om hem te ontmoeten, te vluchten.
Onder voorwendsel van eene geschokte
gezondheid, wilde zij afgezonderd van alle
familievergaderingen leven.
Zij opende eindelijk den mond en lichtte
zich in over den datum waarop de neef
ging komen.
Hendrik wreef zich de handen en liet
haar geen stond op het antwoord wachten.
Wij verwachten neef Pablo in de
aanstaande Lente. Wat zullen wy gelukkig
wezen zijne kennis te maken Men zegt
dat hy «oo lieftallig, zoo opgeruimd is. Wij
zullen met hem alles gaan zien, hem overal
leiden. Gij zult zien, Mej. Brown, hoe goed
men zich op het kasteel vermaakt 1
Het kasteel Welke herinneringen
ren niet aan deze woorden verbonden 1 Zij
had daar de wittebroodsweken doorge
bracht, een geluk genoten dat alleen eene
vrouw kan droomen.
En welk verschil met heden Welke
verandering in hare leefwyzo Waar zy
eertyds leefde als meesteres, gehoorzaamd
en aanbeden, zou zy niet anders wezen dan
M. Woeste heeft in de Kamer bet
volgende wetsvoorstel neergelegd
Artikel 1. De Provinciën en de
Gemeenten worden gemachtigd toelagen
te stemmen tot het verleenen van voedsel,
kleederen of eenige andere tegemoet
koming aan de leerlingen der lagere
scholen of der bewaarscholen.
Deze tegemoetkomingen mogen enkel
worden toegekend aan hen die recht
hebben op kosteloos onderricht, inge
volge artikel 3 van de wet op 't lager
onderwijs.
Geen onderscheid mag worden ge
maakt tusschen de leerlingen der open
bare scholen en de leerlingen der private
scholen.
De toelagen worden verdeeld onder
de openbare scholen en de private scho
len, naar verhouding van het getal
leerlingen, die ze bezoeken en die recht
hebben op kosteloos onderricht.
Art. 2. Bestaan er in eene gemeeDte
noch inrichtingen, noch comiteiten,
noch werken, ingesteld tot het verstrek
ken van voedsel, kleederen of andere
tegemoetkomingen aan de kinderen der
scholen, dan worden de toelagen, door
het provinciaal Bestuur of door het
Gemeentebestuur gestemd tot het in
artikel 1 bepaalde doel, afgegeven aan
het Bureel van weldadigheid; dit Bureel
moet ze besteden aan de leerlingen der
openbare scholen, alsmede aan die der
private scholen, welke recht hebben op
kosteloos onderwijs en wel op zooda
nige wijze, dat gelijkheid tusschen
dezen en genen wordt behouden.
Bestaan er in eene gemeente inrich
tingen, comiteiten of werken, ingesteld
tot het verstrekken van de tegemoetko
mingen, in art. 1 bedoeld, aan do kin-
ren der openbare scholen en aan die der
private scholen, dan worden de toelagen,
door het provinciaal Bestuur gestemd,
afgegeven aan die verschillende comi
teiten, inrichtingen of werken, naar
verhouding van het getal kinderen,
recht hebbende op kosteloos onderwijs
en met het oog waarop ze zijn tot stand
gekomen.
Bestaan er in eene gemeente inrich
tingen, comiteiten of werken, ingesteld
tot het verstrekken van de in artikel 1
bedoelde tegemoetkomingen aan slechts
ééne der soorten van scholen, dan wor
den de toelagen, door het provinciaal
Bestuur of door het Gemeentebestuur
gestemd, hun afgegeven tot bedrag van
het aan deze scholen toekomende deel
het overige deel wordt afgegeven aan
het Bureel van weldadigheid, om te
worden geschonken aan de kinderen
b der scholen, ten voordeele van welke
s geen werk, inrichting of comiteit be-
i staat.
Art. 3. Is nietig elke beslissing,
uitgaande van een provinciaal Bestuur
of van een Gemeentebestuur, welke in
strijd mocht zyn met bovenstaande be
palingen.
Art. 4. De Leden en beambten der
Bureelen van weldadigheid, die de bepa
lingen van de artikelen 2 en 3 overtre
den, worden gestraft met straffen voor
zien bij de wet van 7 Mei 1888.
Vruchten van 't liberaal onderwys.
In Frankrijk zijn op negentig dagen
zes honderd en elf minderjarigen voor
de rechtbanken geroepen.
Vier honderd negen en twintig dezer
misdadige kinderen waren nog geen
zestien jaar oud. Acht honderd een en
tachtig werden van diefstal beticht, of
voor landlooperij aangehouden. Bijna
al de meisjes van zestien tot achttien
jaar werden aangehouden omzich
op publieke plaatsen aan de meest bie
dende te hebben aangeboden.
Als men nu niet gaat gelooven dat de
scholen zonder God de beste zijn (in
Frankrijk zijn er geen andere meer) dan
heb ik er geen verstand van.
Nu moet ge niet denken, lezer, dat
't bovenstaande maar klap is die opga
ven zijn geleverd door den Vrijmetse
laar, Brisson, die in Frankrijk ergens
aan 't hoofd staat van het departement
van onderwys.
Gelukkig dat we hier onze katholieke
onderwijzers hebben, onze broerkeDS
en nonnekens, die brengen onze kinde
ren toch heel wat beter op.
De vrijdenkers (vrijzinnigen) leeren
dat de mensch een dier is en niets anders,
zonder ziel, wat wilt ge dan anders dan
dat de kinderen die zulks leeren zich als
beesten gedragen
eene ondergeschikte, eene dienstbode, be
taald om de grillen eener vreemde vrouw
te voldoen.
Men stapte terug in het rijtuig, De on
derwijzeres die zich gewoonlijk zoo wel
willend in het gesprek der kinderen meng
de, behield gansch den weg het stilzwijgen.
Als zij met hare leerlingen terug kwam,
trof zij mevrouw de Merinville aan die nog
al slecht geluimd de liefdadigheidsfoor had
verlaten.
Zij kuste uit louter gewoonte de jonge
meisjes op het voorhoofd, en zich vervol
gens tot Eva richtende, zegde zij halfluid in
het Engelsch
Ik wed dat gij van het kerkhof komt.
Wat karwei Edmond wilde er zich ook
heen begeven ik heb alle moeite der we
reld gehad om hem dit te beletten. Wat
zegt gij van dit praalgraf dat zooveel geld
lieeft gekost
Is het niet ongehoord voor de dooden
het geld te verteren dat men op nuttiger
wijze voor de levenden zou kunnen gebrui
ken Mijn vader die zooals al zijne land-
genooten een man van gezond verstand is,
vindt de zaak dwaas, niet anders dan
dwaas. Ik vraag my soms af of deze vrouw
wien verdiensten men mij by gelegonheid
voortbrengt wol noodig had op haar graf
hare beeltenis van een Maindron te heb
ben, kopijen gemaakt naar de voornaamste
meesters
De schoone Amerikaanscho moest in hare
eigenliefde erg getroffen zyn om zich zoo
In het leger. Een liberaal blad
verhaalt het volgende, vernomen, zegt
het, uit goede bron
Eene fout was begaan in de krijgs
school van Etterbeek de plichtige was
onbekend maar de fout moest gestraft
worden. Men besloot dus lotje te trek
ken deze wien het lotplichtig viel,
zou zich beschuldigen van de bedreven
fout en de straf ondergaan.
Een leerling verzette zich daartegen,
vindende dat zulks belachelijk en on
rechtvaardig was.
Een andere gaf hem daarom een
De kameraden wilden dat de belee-
'digdo den beleediger in tweegevecht
zou beroepen.
De beleedigde antwoordde dat hy dat
niet zou doen daar de Godsdienst zulks
verbiedt.
Men zegt dat er spraak zou zijn, den
leerling weg te zenden, omdat hij niet
in tweegevecht wil gaan
Schoone opvoeding, niet waar
Het tweegevecht is niet alleen verbo
den door den Godsdienst, maar ook door
de wet, en men zou iemand straffen
omdat hjj de wet niet wil overtreden
Het leger is eene school van eerbied
en beschaving, heeft men eens gezegd
in de Kamers.
Zonderlinge eer Zonderlinge bescha
ving
Ons gerecht en onze straffen.
Men scliryft ons
Men spreekt zeer veel over kerkdief
ten en over den Duitschen kerkdief
Abel Sterzenbach.
Ziehier eenige inlichtingen
Die Sterzenbach heeft in 1888 acht en
twintig inbraken bedreven in kerken en
is te Brussel veroordeeld voor 1
jaren dwangarbeid. Negen jaren nadien
was hy los en herbegon hij werd go-
klampt te Ressegem-bij Aalst eu veroor
deeld tot 5ÏO jaren gevang.
Hij is nu wederom aan 't stelon.
Is het geene schande dat men dien
Duitschor zoo zacht behandelt
't Is oprecht een duivel. Hij zegt het
zelve, dat hij overal kan inbreken.
Als hij eenige kasteelen en eonige
rijke huizen zal geplunderd hebben, dan
zal het gerecht zyn oogen open doen.
Het geval van Sterzenbach, zegt het
Fondsenblad, bewijst dat onze strafwet
ten veel te zacht zijn voor de groote
onverbeterlijke misdadigers.
Voor28kerkdieften kreeg Sterzenbach
voor eene onderwijzeres te beklagen. Op
het aangezicht van Eva verscheen eene
zegevierende uitdrukking WatDe jonge
vrouw, de gelukkige echtgenoote, was
jaloersch over eene doode Hoe zou zij
opkijken moest zij de waarheid kennen
Het was reeds laat do kinderen hadden
verlof voor het overige van den dag. Pa-
quita en Carmen hadden toelating in do
bibliotheek te gaan lezen Hendrik was in
den hof gaan spelen.
Een half uur later, keerde hij terug,
sidderend van de koorts. Dolorès ging aan
stonds Eva halen die in hare kamer alles
droevig overwoog.
Mevrouw, zegde zy kom gauw Hen
drik is niet goed. Dezen morgen gevoelde
hy reeds eene ongesteldheid, hy zal onge
twijfeld op de wandeling eene koude gevat
hebben. Ik acht het voorzichtig hem naar
bed te brengen en hem eonen warmen
drank toe te dienen.
Eva was zeer ongerust op het aange
zicht cn de handen van het kind bemerkte
men purperen plekjes de kleine beefde
uit al zijne ledematen en kloeg over erge
pyn in het hoofd.
Met behulp van Dolorès, ontkleedde Eva
den knaap en leidde hem naar bed. Voor
aleer aan de bedsponde plaats te nemen,
moest de onderwyzeres eenen plicht kwy-
ten de welvoegelij klieid eischte dat zy
Jeanne ging verwittigen en haar raad
vroeg. Zy, de moeder welke volkomen
recht zou hebben naar goeddunken te be-
maar 15 jaar hy kon evenveel gehad
hebben voor ééne.
Volgens de wet heeft men al die
inbraken maar als ééne aanzien.
Dan, 15 jaar beteekent eigenlyk 9 en
20 is maar 12.
Zooals men ziet men komt daarmeê
niet zeer ver.
GROENE PIE. - Al de dagbladen,
katholieke, liberale en socialistische,
Vlaamsche en Fransche gansch 't land
door deelen meê dat Groene Pie, ziek is,
dat hij te Sleydinge in 't Kneipgesticht
verblijft, dat hij rusten moet en geen
dagbladen lezen mag.
Hij mag geen dagbladen lezen maar
hy mag een dagblad schry ven Eu in
derdaad in de nummers van De Werk
man en Het Land van Aelst van vrijdag
on zondag 1.1. treft men verscheidene
artikels aan onbetwistbaar te Sleydinge
door hem, Groene Pie geschreven.
Hij mag geen dagbladen lezen maar
hy mag dagbladartikels schry ven...
't Is waar 't is maar de gewoonlijke,
of liever, de zeevering van altijd.
Maar enkel willen wij de vraag stel
len Wat komedie is mij dat f
Gedachten en wenken. Oefen uwe
krachten Wat u voor 't oogenblik
moeite kost, gaat eindelijs en als vanzelf.
Men vergeet veeltijds zijn eigen rech
ten, om die van anderen door een ver
grootglas te bezien.
Wie niet voorwaarts uit en ziet.
Vindt zich achter in 't verdriet.
Orde spaart en verwerft eer. Wan
orde bedorften verkwist nog meer.
Landbouwonderwijs is zeer nuttig.
Jammer, dat het zoo dikwyls moet wor
den opgedrongen.
Vele mensehen vergeton een tegenslag
zeer spoedig, zoo zy dien slechts voor
het oog der wereld vorborgeD kunnen
houden.
De verzoening. Wij hebben in ons
nummer van Zondag 11. volgons Le
Soir de verzoening raeêgedeeld tus
schen Leeaichc Plancquaert en Groene
Pie.
Die verzoening moet wel gemeend
zijn, wantHet Recht van Zondag II.
deelt eene zeevering meê door Groene
Pie ter Volkskamer gebrabbeld, iets
wat sedert meer dan een groot jaar
nimmer gebeurde.
handelen, moest voor den wil eener vreem
de buigen.
Dien avond had Mevrouw de Merinville
een avondmaal by eenen vriend van den
graaf, een groot fondsenmakelaar en Den
del de geliefkoosde koiffeerder, schikte op
dit oogenblik de haarlokken der schoone
Amerikaansche. Het oogenblik was zoo
slecht mogelijk gekozen om haar te ver
ontrusten. Eva klopte nochtans, vast be
sloten zijnde, op de deur der opschik-
plaats
De Amerikaansche fronste sterk de wenk
brauwen als zij zoo onverwachts Mej.
Brown zag binnenkomen. De onderwyzeres
had de deur geopend, zonder antwoord be
komen te hebben.
Mevrouw, sprak zij, met hijgende
stem, de kleine Hendrik is ongesteld, hij
schynt my zeer ziek. Ik heb hem naar bed
gebracht en vraag u de toelating den dokter
te halen.
BahIs het wel noodig De kinderen
hebben van eene nietigheid de koorts. Hen
drik heeft vandaag te veel gespeeld. Mor
gen zal er hem niets meer zijn. Gij kuntu
de moeite sparen den geneesheer te ont
bieden.
En zich tot den koiffeerdor richtende,
riep zy
Maar, mijnheor Dendel, pas toch op,
gy gaat mij het voorhoofd of het haar ver
branden.
Verschooning mevrouw, als ik aan
dring, luidde de stem van Eva het kind
schijnt my gevaarlijk ziek. Ik verzeker dat
ik geenszins overdrijf.
Eva vertrok zonder een woord te
antwoorden. In alle geval, wat de Ameri
kaansche ook opwierp, Eva had de gevraag
de toelating. Zij ontbood Dr Barthès, by-
zonder gekend voor verpleging van kinder
ziekten.
Het verschil tusschen deze twee vrou
wen was groot de moeder was bevreesd
en bedroefd de vreemde was koud en on
verschillig gebleven toen zij plotselinge de
ongesteldheid van het kind vernam.
Kleine Hendrik raaskaalde het bezoek
aan het kerkhof, de rouwkapel, het mar
meren beeld, al de voorvallen van den dag
kwamen in zijn geest voor....
Mej. Brown zat over het bed gebogen,
zij wischte het voorhoofd vau het kind af
en schikte alles ten beste.
O 1 Bij den knaap stelde men een ernsti
ger onrust voor dan Jeanne wel beweerde.
Was dit de voorbode eener gevaarlijke
ziekte?
Eva wachtte met ongeduld op do komst
van den dokter.
De deur werd geopend de onderwyze
res sprong op zy stond niet voor den ge
neesheer, maar voor don vader van het
kind.
M. de Merinville stapte stillekens voort
op de toppunten zyner schoenen.
(Wordt voortgezet).