Zondag 16 Mei 1909 5 centiemen per nummer 65^ Jaar 4155 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Vakonderwijs. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. CLAUDE MICHON Wat er mede gedaan DITJES en DATJES. DE DENDERBODE. Dit Dlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- vi ngen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. "Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE SLUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. ilelst, 1» Mei 1909. Moest men onze driekleurige tegen strevers op hun woord gelooven, dan deugt het openbaar Vakonderwijs in België geen zier en is 't niet in staat om onze jeugd tot ernstige en welgeoefende vakmannen, i. a. w. bekwame ambach- ters-kunstenaars op te leiden. Maar zoo oordeelt men er niet over in Frankrijk, waar de radikaal socialisten aan 't bewind zijn. Een wetsontwerp betrekkelijk het vakonderwijs wordt door de Fransche wetgevende Kamer onderzocht. De heer Astier, een radikaal-socialist, ging in zijne hoedanigheid van verslag gever na hoe het in andere landen gele gen is met het vakonderwijs. Natuurlijk vroeg hij ook inlichtingen over België en ziehier wat hij over 't Vakonderwijs hier te lande zegt, 't welk, volgens de rooden, blauwen en groenen veel, zeer veel te wenschen laat b België laat op zijn grondgebied tal van vrije leergangen ontstaan en zich ontwikkelen. Maar, daar zij enkel hulp gelden krijgen van den Staat, nadat zij bewijzen hebben geleverd en na een ernstig onderzoek van wege het Ministe rie van Nijverheid en Arbeid, is het zeldzaam dat zij niet beantwoorden aan wezenlijke behoeften. Inderdaad elke inrichting is geschikt voor de zeden, gewoonteD en gebruiken der streken wapr zij gesticht zijn. (Het geldt zoo goed voor meisjes als voor jongens). i De inrichting, (der vakscholen) de zorg met welke men van het programma alles verwijdert wat nutteloos is hun uitnemend praktisch karakter, maken dat zij de gunst dor familiën verworven hebben. Het is belangrijk aan te stippen dat de jonge dochters welke deze scholen verlaten, na een diploom van vakstudiën verworven te hebben, gemakkelijk eeno plaats vinden indien zij er eene begeeren. De dagschool is de regel in al de gestichten zonder uitzondering. Hooge of gemeentelijke scholen, allen genieten dezelfde voordeelen en zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen. Zü moeten, om te kunnen genieten van de hulpgelden van den Staat, aan den bevoegden Minister voorleggen rekeningen, begrootiugen, programmas der leergangen en de reglementen van inwendige orde de benoemingen der leeraars, onderwijzers en onderwijze ressen doen goedkeuren en zich aan het toezicht onderwerpen. Voor het overige wordt eene groote vrijheid gelaten aan de bijzondere voor- Episode uit de Fransche (Revolutie 8e vervolg. Lieve Kinderen, De hemel, die ons allen zulke zware beproevingen oplegt, moge u genadig zijn. Hét zou rnjj liever zijn geweest, als ge naar Italië waart gegaan en mij aan mijn lot had overgelaten. Gy hebt liet anders gewild en déarofn wil ik uwé krachten in uwe onder neming steunen. j» Men heeft mij reeds gisteren aange kondigd, dat ik naar Parijs zal gevoerd worden ik zal daar wel mogen afstappen aan de conciergerio, de wachtzaal van de guillotine, zooals het volk deze gevangenis noemt. Myn proces zal voor de revolutionnaire rechtbank behandeld worden. Wat dat beteekent zult ge wel in Parys vernemen. Ik ben zonder hoop. Wanneer gij nu werkelijk naar Parys wilt, mgldt u dan aan by mijne nicht, gravin van Laurac. Zy zal u uit oude vriendscha behulpzaam zyn, zooveel in baar vermogen ligt. Vóór alles vermaan handneming, daar het Gouvernement geen enkel program noch geen enkel reglement oplegt. n Het getal leerlingen beliep in 1901 tot 46.500 geen twijfel dat het nu de 50,000 overtreft. n Rekening houdende van de verhou ding tusschen de Belgische en de Fran sche bevolking, zou het vakonderwijs in Frankrijk zesmaal zooveel leerlingen moeten tellen als in België, 't is te zeg gen, 300,000. Het is echter niet bewezen dat wij er in het geheel veel meer heb ben dan onze Noorderburen. Dus in Frankrijk zijn er in verhou ding zijner bevolkiDg min leerlingen in de vakscholen dan in' België. Na, dit bestatigd te hebben stelt de verslaggever de vraag Is dat niet eene der redetien, de meest beslissende icellicht, van den zoo snellen ekonomischen vooruitgang, door België gedaan in de 15 laatste jaren. 0 Is dit niet hulde gebracht aan ons Katholiek Ministerie en aan de Katho lieken welke het vakonderwijs zoo middadig ondersteunen Immers de groote helft der Belgische vakscholen, zijn vrije gestichten door katholieken tot stand gebracht, door hunne milde giften in 't leven gehouden en veelal door kloosterlingen bestuurd. Maar al de lofspraak zal toch niet beletten dat de blauwen, rooden en groenen zullen blijven over do daken uitbazuinen 't Vakonderwijs in België deugt geen zier Maar of ze zich bespottelijk maken zullen in de oogen van ernstige lieden Jan, landbouwer van beroep, wandelt door zijne velden en ziet er niet al te wel gezind uit. Daar komt juist de zoon van den burgemeester voorbij, die land bouwingenieur is, en hy spreekt den pachter aan. De Ingenieur. Jan, mijn vriend, gij schudt zoo het hoofd en ge ziet er min of meer mistevreden uit. "Welke vlieg heeft er u nu 'gesloken Jan. Ehwel, neen, 'k ben niet al te zeer op mijn gemak. En 't en is van geen vlieg dat er spraak is, maar van mijn klavers daar. Gij ziet wel dat ze te dun staan. De eerste snede zalmaar half zijn en de tweede nog slechter, want mij dunkt dat er nog hier en daar planten verkwijnen. En 'k en wete niet wat er medegedaan De Ingenieur't Is waar, Ik heb er zoo nog eene partij of twee gezien. Ik vrees ook dat 't bederf zal voortgaan. Jan. Ongetwijfeld. En wat zoudt gij raden te doen De Ingenieur Mijn gedacht is dat gij best zoudt doen ze na de eerste snede om te rijden en er koolrapen op te plan- ik u, uw leven niet op het spel te zetten, om het mijne te redden. Ik moet eindigen. De ronde komt, God bescherme u... ik kan het niet meer. «Uw vader, ROLAND. In plaats van hen teleur te stellen, had deze brief hun moed aangewakkerd. Maar Aimée werd onderweg ziek en in Montelo- mar moesten ze weer stil blyven. De zon had hare huid verbrand, zoodat die op vele plaatsen gesprongen was. Zij had zich met opzet gedurende de reis nog niet gewas- schen. Zij wilde niet het uiterlijk van eene gravin hebben, maar van eene landloopster. De vertwijfeling had haar met moed bezield. Zij kende slechts één levensdoel de redding haars vaders en de gehecle werkzaamheid van haren geest was op dat punt gericht Maar haar geest was sterker dan haar lichaam want dit gaf het weldra op. Men moest te Montelemar twee dagen rusten. Eindelijk daagden de torens van Parijs in don grauwenmorgendnevel op: eindelijk meenden zij ontslagen te zijn van het eeuwige martelende - Wie zyt gij, en w aar gaat gij heen Claude Michon .verheugde zich niet min der, eindelijk voor Parijs te zijn. Hij was volstrekt niet uitgeput van de reis, ofschoon hefc310gilykst0. cn meeste werk op hem neergekomen was. Zyne reuzengestalte en nydige oogen waren op den heirweg het ten. Zaai er onmiddelyk eene zekere hoeveelheid in den eenen of anderen hoek van uwen hof, want die plant kan men gemakkelijk verpoten, evengoed als de koolzaad planten, waarvan zij schijnt af te stammen. Jan. En dat is een goed voeder voor de beesten De Ingenieur. Ik geloof het wel Volgens Mijnheer Danseaux overtreft de koolraap of rutaboga rapen en zelfs vele voederbeuten. En zoo gy ze goed bemest, kan zij u 35 tot 40 duizend kgr. per hectare geven. Jan. Maar hoe bemesten 'k heb noch stalmest noch beir daarvoor ge noeg. De Ingenieur. Vergeet gij dat er scheikundige meststoffen beslaan Jan. Bah neen ik, maar wat zoudt gy mij aanraden le koopen De Ingenieur. Ziehier hoe gij moet te werk gaan. Koop per hectare250kgr. ammoniaksulfaat, 500 kgr. superfos faat en 200 kgr. chloorpotasch. Meng dat goed ondereen en strooi daarvan den helft eer gy uw land omplotgt en den anderen helft op de sneden en gij zult er mij nieuws van weten te vertellen. Jan. Nog iets. Zou ik dan niet even goed de koolrapen rechtstreeks ter plaats kunnen zaaien 1 De ingenieur. Dat zoudt gy ook wel kunnen doen. Maar gij gaat alzoo eenen kostelijken tijd verliezen. Inder daad, als gij ze nu zonder uitstel in uwen hof zaait, op zeer vruchtbaren groDd, kunt gij er binnen eene maand al uitplanten, naarmate dat uw klaverland ledig komten 't ware zooveel gewon nen. Jan. 't Is waar. En hoe ze dan planten De Ingenieur. Vel in rijen van ongeveer 40 cm. afstand en in de rijen wat min, b. v. 30 cm. Jan. - Dank voor uwen raad. Ik zal het eens beproeven en u later weten te zeggen hoe ik er meê gevaren ben. William. Naar den afgrond. De liberale schrijvelaars herhalen gedurig dat de Katholieke Drukpers het Fransche Staatsbestuur beliegt en belastert als ze zegt dat Frankrya naar den afgrond loopt. Nu, de Belgische Katholieke Drukpers is alleen niet om aldus over den toestand in Frankrijk te oordeelen, maar Duit- sche en Engelsche dagbladen, die verre zijn van katholiek te wezen, spreken 't zelfde woord. Natuurlyk de Fransche dagbladen aan de solde der firma ClemenceauA Cle, zeggen dat alles om te best in Frankrijk gaat, i. a, w. dat alles er op wieltjes loopt. beste paapoort geweestzonder hem zou den de vermomde aristocraten dikwijls aan gehouden en in de gevangenis geworpen zyn. Zy reden nu langs de Seine, recht op de torens van de Notre Dame aan, tusschen lachende heuvels, die Parys in het Zuiden omgeven. Tegen den middag kwamen zij te Cha- renton eene voorstad van Parys. In de stra ten en op de pleinen hadden de nationale garden hun bivak opgeslagen. Tusschen de rijen tenten liepen ziDgende en gillende vrouwen rond met roode mutsen op, en die elkander gedurig grofheden toeriepen. In de wijnhuizen en kroegen zag men overal het borstbeeld van Marat, die zich in deze dagen in de volksgunst verheugde, ondanks zijnen breeden mond en laag ineengedrukt voorhoofd. Voor een der dranktenten ging het bijzonder luidruchtig toe. Voor den ingang stond een soldaat, die het omstaande volk toesprak en van tijd tot tijd met een gebrul van instemming werd begroet. Zonder hindernis kwam ons reisgezel schap vóór do muren van Parys hier ging het nog woester toe. Vóór eene afge brande kapel had men het standbeeld van de nieuwe godin - De Rede opgericht, en op het pleintje ervoor danste men de Carmagnole, de beruchte dans der omwen teling, waarvoor men elkaar voor de vrij heid bezielde. Voor een wijnhuis waren groote plakkaarten aangeplakt, waarop de eigenaar bekend maakte dat hij een nieu- Doch M. Picard, gewezen socialisti sche senateur, deelt die zienswyze der Fransche dagbladen niet. En 't is M. Picard toch niet die men van partijdigheid zal durven verdenken: De bevolking van Frankrijk, zegt hij, gaat niet vooruit zijn handel is achteruitgaande; zijne zeden ontaarden, zijne werkkracht wordt hoe langer hoe slapper, de karakters worden onver schillig, willoos, zijne kunst ontaardt in zinnelijkheid, zijne groote schrijvers hellen over tot moeilijkheid, zijn eigen kinderen schijnen een boosaardig ver maak te scheppen in 't diskrediteeren. Zal het de prooi worden van de kosmopolieten, die het verslinden door de schandelijke betooveringen van het geld Of zal de nationale geest, die zoo verheveo, zoo edelmoedig was op den bodem van eigen aard, weer de kracht vinden om zich op te richten, om alles weer te herstellen, en de woekeraars over de grenzen te jagen, die het uitzui gen Zal het weer alles heroveren d Kom toch, kom toch, zuiverende ommekeer, door het Noodlot belast met dit wonder l Do godverloochenaar die 't orgaan der firma Vijf Ezels C° 0 helpt aan eenflanzen zal zeker toch niet beweren durven dat M. Picard ook al een van die afschuwelijke katholieken is... Immers 't schrijven zelf van M. Picard zou hem logenstraffen, want 't bewijst dat hij niet in God gelooft daar hij de redding van Frankryk van 't noodlot verwacht. In alle geval ziedaar weeral een van deze voorbeelden die Frankrijk ons geeft en die hier, volgens de liberalen, zouden dienen nageleefd te worden. Bedankt voor de bedorvene pensen Wat onze liberalen deden en willen De liberalen waren aan het bewind van 1878 tot 1884. Gedurende die jaren hebben zy voor niets anders gewerkt, dan om het gods dienstig onderwys uit de scholen te verbannen. Niet eene belangrijke wet ten voordeele van den landbouw, den werkersstand of de kleine burgerij heb ben zy in de Kamer doen stammen. Sedert het jaar 1884 tot na toe, hebben zy niets anders betracht dan alle her vormingen en verbeteringen te beletten ofte dwarsboomen. Wy stellen de vraag of de liberalen wel een enkel stellig punt in hun pro gramma hebben Zijn zij voor of tegen den werkman Dat weten ze niet. Zyn zy voor of tegen het Vlaamsch Dat weten ze niet. Zyn zy voor of tegen de kleine bur gerij Dat weten ze niet. Zijn zij voor of tegen de grondwet 1 Dat weten ze niet. Zijn ze voor of tegen de landbouwers, wen aanvoer van Emigréswyn had ontvangen Verder was een Piekenfabriek eene smedery, waarin op last van den Staat pieken voor de volkswapening gesmeed werden. Menschen stonden er om heen en zagen toe, hoe de wapens gemaakt werden, terwijl zy elkaar do nieuwskens van den dag vertelden Zijt ge vandaag in de roode mis ge weest hoorde Leon eenen man met een houten been vragen en de gevraagde, een klein gedrocht met wilde oogen vol harts tocht, lachte walgelijk en zegde Ja, zeven-en-vyftig hebben er in den zak geniest. Leon begreep niet, wat daarmee bedoeld werd, maar het was hem, of een straal water over zijnen rug liep. Al dat gowoel en rumoer, dat hem hier omgaf, getuigde van zoo'n treurige en ontaarde menschheid, dat by er van schrikte. Maar ook hier kwamen zyn nog onge deerd en gelukkig door. De lieden hadden immers te veel met zichzelven te doen dan zich te bekommeren om drie armzalige menschen en zes afgejaagde peerden. Ook in de straten van de binnenstad heerschte eene drukte, die angst aanjoeg. In de talrijke uitdragerswinkels zag men opvallend veel kostbare meubels, schilde rijen, kruisen, kelken, remonstransen. Alles werd onder spotterny tegen lage pryzen verkocht. Behalve de nationale garden, die een voor of tegen die ploegen die in God gelooven gelijk zy ze vroeger uitge scholden hebben 1 Dat weten ze niet. Maar wat zy eigenlijk willen dat is .- de vryheid knakken overal waar de katholieken dezelve genieten en den godsdienst uitroeiën in de ziel des volks. Dit is het eerste en het laatste woord hunner politiek Iets overtabak. De tabak wordt in hetalge.meen alsnadeelig voor de gezondheid gehouden. Men leze het volgende, dan zal men zien dat de gezonde menschen Diet be vreesd moeten zyn een goed pijpje te stoppen. Er is reeds zooveel kwaad gezegd van de tabak, dat'ook eens de andere klok mag gehoord worden.~Een jong profes sor van Leuven, dokter Ude, 'heeft zich met de ineerherstelling der tabakpiant Zoolang men, eigenlyk, geen misbruik maakt van tabak, kan de werkiDg van nicotine niets dan goed verwekken, meent de jonge geleerde. Wat moet echter verstaan worden door misbruik 0 Professor Ude meent dat het rooken van tien zware sigaren daags, dus een 15tal pijpen, als niet overdreven moet aanzien worden. In de Duitsche geneeskundige kringen komt m«n ook tot het oud gebruik terug. Men begint er de therapeutische rol der sigaar of der pyp naar waarde te schatten. De tabakpiant, zegt men, brengt eene prikkelende, weldoende werking te weeg op het brein. De Berljjnsche hoogleeraars Munck en Ewald keuren het verbruik van tabak goed en professor Rosecbach acht dat, zoo het rooken over de g°nsche wereld is verspreid, dit niet alleen te wijten is aan den geest van naaping die het menschelijkgeslacht kenmerkt, maar ook omdat men overal den weldoenden invloed van de tabak heeft gevoeld. Het rooken klaart den geest op, ver drijft de humeuren, maakt opgeruimder en zet tot meer geestesarbeid aan. De soldaat die rookt, zegt Rosenbach, zal veel beter de vermoeinissen en den honger doorslaan dan zijn kameraad die aan sigaar of pijp verzaakt heeft. Het rooken, besluit professor Ilde, is voor den werkman en den geestesarbei- dereen vermaak en eeno verstrooiing. En uitspanningen geestelijke vermaken zijn voor den werker zoo onmisbaar als het dagelyksch brood. Wat de nadeelen van de tabak betreft, die zijn onbeduidend. Zoo men maar geen te korte pijp ge bruikt of de sigaren niet tot het laatste eindje oprookt, bestaat er niet het minste gevaar voor vergiftiging. Geraadzaam echter is het zich te gewennen bij het rooken geen speeksel te verkwisten. Zy die aan hartziekten of borstkwalen uniform droegen, bemerkte men op straat eon groot aantal sansculotten, slechts van pieken voorzien eerst kortelings door de regeering bezoldigd en wier taak was, de bewindhebbers dier dagen elk oogenblik ten dienst te staan. Bij alarm, bij bloedoproeren, die in den laatsten tijd dikwyls voorkwamen door de ongehoorde hooge pryzen der voedings middelen, bij verschil van meening in de Conventie, of tusschen de staats- on stads- regeering of wel in de politieke clubs, vooral inde beruchte Jacobynencluk, liepen de sansculotten in groote menigte samen en verdedigden de majesteit van 't volk. Voeg hierbij nog ecnige arbeiders zonder werk, ontaarde vrouwen, die zooals do bekende breidsters van Robespierre met de breikous in de hand dagelijks de terechtstellingen op het Rëvolutieplein bijwoonden en verder nog troepen vuile kinderen in lompen en ge hebt het beeld van Parys, zooals onze reizigers het aan schouwden, van Parys, waar alle tucht was opgeheven, allo orde omvergeworpen. Den jongen hertog word 't nu eerst dui delijk, wat hij ondernomen had, tegen welke zwarigheden hjj den strijd had aangebonden, welk eene vreeselijke verant woordelijkheid hy op zich geladen had. Daarbij kwam nog, dat hy er verre van was, Claude Michon zyn volle vertrouwen te schenken. Hy had onderweg dikwyls bemerkt, dat het donkere hartstochtelijke oog van den jongeling somber en vol baat op hem ge- lydend zyn zullen echter voorzichtig handelen de pijp en de sigaar ter zijde te leggen. Past op met zilvergeld. Te rekenen van 1 Augusti aanstaande zul len de Grieksche zilverstukken van 2 fr. i fr. en 50 centiemen niet meer gang baar zijn in ons land. De NationaleBank zal van nu af die stukken, welke zij ontvangt niet meer terug uitgeven. Zij zal ook de versleten Fransche half frankskens inhouden. De vijffrankstukken van Leopold I zullen ook ingetrokken worden. In Frankrijk worden de zilverstukjes van 50 centiemen vau vóór 1870, 't is te zeggen met do beeltenis van Napoleon III, ingetrokken, om ze door halve frankskens met de zaaister te vervangen. Flanelle wit wasschen. Bij 't wasschen wordt de flanelle gewoon lijk geel. Om dat te vermijden behandel ze als volgt Maak zeepsop gereed van warm regen water en witte zeep voeg daarby eene hoeveelheid Arabische gom in poeder, genoeg om het zeepsop vetachtig te maken. Dextrien, iödien men er kan bekomen, is ook goed. Men laat de flanelle daarin een uur of een uur en half trekken, en men wascht ze dan. Vervolgens spoelt mon ze in zuiver water. Men herhaalt de wassching en de spoeling tot dat de flanelle geheel klaar is. Tegen de botervervalsching. De landbouwgroep der Kamer heeft het besluit genomen wijzigingen aan de boterwet te brengen ten einde in te gaan tegen vervalschingen. De leden stelden namelijk voor, op de vreemde margarine de wetsbeschikkin- gen die de Belgische m&rgarina treffen, toepasselijk te maken. Er zal eene beschikking bij de wet gevoegd worden, luidend ongeveer als volgt Mogen niet voor den verkoop toebe reid, vervoerd of te koop gesteld wor den 1° Boter ingevoerd uit landen, die de verplichting niet opnamen, deze waar te vermengen met stoffen die dadelijk de aanwezigheid van margarine of vetten verraden en boter uit landen die, boven- slaanden maatregel in toepassing leg gend, geen praktisch toezicht der fabri catie, toebereiding en voortbreogst van boter en vetten hebben ingevoerd. Valt niet onder toepassing van die bepaling, do boter, voortkomend van streken waar een rijkscontrool van boteruitvoer bestaat of een controol werkend onder Staatstoezicht. 2° Boter die in te groote hoeveelheid water bevat. 3° Boter, die ten gevolge van slechte toebereiding, te groote hoeveelheid vet ten of zout bevat. 4° De verschillende soorten van mar garine. vestigd was, terwijl daarentegen de jonge boer voor gravin Aimée zoo -onderdanig, gehoorzaam en gedienstig was, dat dit alleen verklaard kon worden door eenen hartstocht te veronderstellen, die slechts op eeno gelegenheid wachtte om zich in zijne volle kracht te openbaren. Dit was de grootsto kommer van den jongon aristocraat, dat Claude Michon daarom eens op den een of anderen dag in eene menigte zou uitroepen Daar staat de vermomde aristocraatGrypt hem I Dat is de hertog de S&int-Vallier En de vrees, voor 't geen dan zou volgen, maakte hem ongelukkig, onrustig. Om deze reden had hy hem reeds geld beloofd, zoodra men veilig in Parys zou zyn, Hy wilde hem nu dat geld uitbetalen en hem tevens vijf duizend frank beloven, indien hier alles goed afliep en men veilig met den ouden graaf op de terugreis was. Terwyl hij langzaam door het gewoel reed, ontstond plotseling een tumult achter hem. Lage schimp en scheldwoorden en toen'hy omzag, werd hy gewaar, dat een sansculot een der paarden met een piek doorstak. Kunt gij de beenen niet by u houden, lomperd kan 't peerd hét helpen, als het u trapt I schreeuwde Michon terwyl h(j woedend naar de sansculot sloeg. Bedaar, Claude, om Godswil! ver maande Leon hem. Het péerd stortte néér ;'ïn een oógenblik was er een volkstoeloop. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1