Zondag 16 Mei 1909
5 centiemen per nummer
65^ Jaar 4155
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Vakonderwijs.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
CLAUDE MICHON
Wat er mede gedaan
DITJES en DATJES.
DE DENDERBODE.
Dit Dlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vi ngen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. "Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
CLIQUE SLUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
ilelst, 1» Mei 1909.
Moest men onze driekleurige tegen
strevers op hun woord gelooven, dan
deugt het openbaar Vakonderwijs in
België geen zier en is 't niet in staat om
onze jeugd tot ernstige en welgeoefende
vakmannen, i. a. w. bekwame ambach-
ters-kunstenaars op te leiden.
Maar zoo oordeelt men er niet over in
Frankrijk, waar de radikaal socialisten
aan 't bewind zijn.
Een wetsontwerp betrekkelijk het
vakonderwijs wordt door de Fransche
wetgevende Kamer onderzocht.
De heer Astier, een radikaal-socialist,
ging in zijne hoedanigheid van verslag
gever na hoe het in andere landen gele
gen is met het vakonderwijs.
Natuurlijk vroeg hij ook inlichtingen
over België en ziehier wat hij over
't Vakonderwijs hier te lande zegt,
't welk, volgens de rooden, blauwen en
groenen veel, zeer veel te wenschen
laat
b België laat op zijn grondgebied tal
van vrije leergangen ontstaan en zich
ontwikkelen. Maar, daar zij enkel hulp
gelden krijgen van den Staat, nadat zij
bewijzen hebben geleverd en na een
ernstig onderzoek van wege het Ministe
rie van Nijverheid en Arbeid, is het
zeldzaam dat zij niet beantwoorden aan
wezenlijke behoeften.
Inderdaad elke inrichting is geschikt
voor de zeden, gewoonteD en gebruiken
der streken wapr zij gesticht zijn.
(Het geldt zoo goed voor meisjes als
voor jongens).
i De inrichting, (der vakscholen) de
zorg met welke men van het programma
alles verwijdert wat nutteloos is hun
uitnemend praktisch karakter, maken
dat zij de gunst dor familiën verworven
hebben.
Het is belangrijk aan te stippen dat
de jonge dochters welke deze scholen
verlaten, na een diploom van vakstudiën
verworven te hebben, gemakkelijk eeno
plaats vinden indien zij er eene begeeren.
De dagschool is de regel in al de
gestichten zonder uitzondering. Hooge
of gemeentelijke scholen, allen genieten
dezelfde voordeelen en zijn onderworpen
aan dezelfde verplichtingen.
Zü moeten, om te kunnen genieten
van de hulpgelden van den Staat, aan
den bevoegden Minister voorleggen
rekeningen, begrootiugen, programmas
der leergangen en de reglementen van
inwendige orde de benoemingen der
leeraars, onderwijzers en onderwijze
ressen doen goedkeuren en zich aan het
toezicht onderwerpen.
Voor het overige wordt eene groote
vrijheid gelaten aan de bijzondere voor-
Episode uit de Fransche (Revolutie
8e vervolg.
Lieve Kinderen,
De hemel, die ons allen zulke zware
beproevingen oplegt, moge u genadig zijn.
Hét zou rnjj liever zijn geweest, als ge naar
Italië waart gegaan en mij aan mijn lot had
overgelaten. Gy hebt liet anders gewild en
déarofn wil ik uwé krachten in uwe onder
neming steunen.
j» Men heeft mij reeds gisteren aange
kondigd, dat ik naar Parijs zal gevoerd
worden ik zal daar wel mogen afstappen
aan de conciergerio, de wachtzaal van de
guillotine, zooals het volk deze gevangenis
noemt.
Myn proces zal voor de revolutionnaire
rechtbank behandeld worden. Wat dat
beteekent zult ge wel in Parys vernemen.
Ik ben zonder hoop.
Wanneer gij nu werkelijk naar Parys
wilt, mgldt u dan aan by mijne nicht,
gravin van Laurac. Zy zal u uit oude
vriendscha behulpzaam zyn, zooveel in
baar vermogen ligt. Vóór alles vermaan
handneming, daar het Gouvernement
geen enkel program noch geen enkel
reglement oplegt.
n Het getal leerlingen beliep in 1901
tot 46.500 geen twijfel dat het nu de
50,000 overtreft.
n Rekening houdende van de verhou
ding tusschen de Belgische en de Fran
sche bevolking, zou het vakonderwijs
in Frankrijk zesmaal zooveel leerlingen
moeten tellen als in België, 't is te zeg
gen, 300,000. Het is echter niet bewezen
dat wij er in het geheel veel meer heb
ben dan onze Noorderburen.
Dus in Frankrijk zijn er in verhou
ding zijner bevolkiDg min leerlingen in
de vakscholen dan in' België.
Na, dit bestatigd te hebben stelt de
verslaggever de vraag
Is dat niet eene der redetien, de meest
beslissende icellicht, van den zoo snellen
ekonomischen vooruitgang, door België
gedaan in de 15 laatste jaren. 0
Is dit niet hulde gebracht aan ons
Katholiek Ministerie en aan de Katho
lieken welke het vakonderwijs zoo
middadig ondersteunen
Immers de groote helft der Belgische
vakscholen, zijn vrije gestichten door
katholieken tot stand gebracht, door
hunne milde giften in 't leven gehouden
en veelal door kloosterlingen bestuurd.
Maar al de lofspraak zal toch niet
beletten dat de blauwen, rooden en
groenen zullen blijven over do daken
uitbazuinen
't Vakonderwijs in België deugt geen
zier
Maar of ze zich bespottelijk maken
zullen in de oogen van ernstige lieden
Jan, landbouwer van beroep, wandelt
door zijne velden en ziet er niet al te
wel gezind uit. Daar komt juist de zoon
van den burgemeester voorbij, die land
bouwingenieur is, en hy spreekt den
pachter aan.
De Ingenieur. Jan, mijn vriend, gij
schudt zoo het hoofd en ge ziet er min
of meer mistevreden uit. "Welke vlieg
heeft er u nu 'gesloken
Jan. Ehwel, neen, 'k ben niet al te
zeer op mijn gemak. En 't en is van
geen vlieg dat er spraak is, maar van
mijn klavers daar. Gij ziet wel dat ze
te dun staan. De eerste snede zalmaar
half zijn en de tweede nog slechter,
want mij dunkt dat er nog hier en daar
planten verkwijnen. En 'k en wete niet
wat er medegedaan
De Ingenieur't Is waar, Ik heb er
zoo nog eene partij of twee gezien. Ik
vrees ook dat 't bederf zal voortgaan.
Jan. Ongetwijfeld. En wat zoudt
gij raden te doen
De Ingenieur Mijn gedacht is dat
gij best zoudt doen ze na de eerste snede
om te rijden en er koolrapen op te plan-
ik u, uw leven niet op het spel te zetten,
om het mijne te redden.
Ik moet eindigen. De ronde komt, God
bescherme u... ik kan het niet meer.
«Uw vader,
ROLAND.
In plaats van hen teleur te stellen, had
deze brief hun moed aangewakkerd. Maar
Aimée werd onderweg ziek en in Montelo-
mar moesten ze weer stil blyven. De zon
had hare huid verbrand, zoodat die op vele
plaatsen gesprongen was. Zij had zich met
opzet gedurende de reis nog niet gewas-
schen. Zij wilde niet het uiterlijk van eene
gravin hebben, maar van eene landloopster.
De vertwijfeling had haar met moed
bezield. Zij kende slechts één levensdoel
de redding haars vaders en de gehecle
werkzaamheid van haren geest was op dat
punt gericht Maar haar geest was sterker
dan haar lichaam want dit gaf het weldra
op. Men moest te Montelemar twee dagen
rusten.
Eindelijk daagden de torens van Parijs
in don grauwenmorgendnevel op: eindelijk
meenden zij ontslagen te zijn van het
eeuwige martelende - Wie zyt gij, en
w aar gaat gij heen
Claude Michon .verheugde zich niet min
der, eindelijk voor Parijs te zijn. Hij was
volstrekt niet uitgeput van de reis, ofschoon
hefc310gilykst0. cn meeste werk op hem
neergekomen was. Zyne reuzengestalte en
nydige oogen waren op den heirweg het
ten. Zaai er onmiddelyk eene zekere
hoeveelheid in den eenen of anderen
hoek van uwen hof, want die plant kan
men gemakkelijk verpoten, evengoed
als de koolzaad planten, waarvan zij
schijnt af te stammen.
Jan. En dat is een goed voeder
voor de beesten
De Ingenieur. Ik geloof het wel
Volgens Mijnheer Danseaux overtreft
de koolraap of rutaboga rapen en zelfs
vele voederbeuten. En zoo gy ze goed
bemest, kan zij u 35 tot 40 duizend kgr.
per hectare geven.
Jan. Maar hoe bemesten 'k heb
noch stalmest noch beir daarvoor ge
noeg.
De Ingenieur. Vergeet gij dat er
scheikundige meststoffen beslaan
Jan. Bah neen ik, maar wat zoudt
gy mij aanraden le koopen
De Ingenieur. Ziehier hoe gij moet
te werk gaan. Koop per hectare250kgr.
ammoniaksulfaat, 500 kgr. superfos
faat en 200 kgr. chloorpotasch. Meng
dat goed ondereen en strooi daarvan den
helft eer gy uw land omplotgt en den
anderen helft op de sneden en gij zult er
mij nieuws van weten te vertellen.
Jan. Nog iets. Zou ik dan niet even
goed de koolrapen rechtstreeks ter plaats
kunnen zaaien 1
De ingenieur. Dat zoudt gy ook
wel kunnen doen. Maar gij gaat alzoo
eenen kostelijken tijd verliezen. Inder
daad, als gij ze nu zonder uitstel in
uwen hof zaait, op zeer vruchtbaren
groDd, kunt gij er binnen eene maand al
uitplanten, naarmate dat uw klaverland
ledig komten 't ware zooveel gewon
nen.
Jan. 't Is waar. En hoe ze dan
planten
De Ingenieur. Vel in rijen van
ongeveer 40 cm. afstand en in de rijen
wat min, b. v. 30 cm.
Jan. - Dank voor uwen raad. Ik zal
het eens beproeven en u later weten te
zeggen hoe ik er meê gevaren ben.
William.
Naar den afgrond. De liberale
schrijvelaars herhalen gedurig dat de
Katholieke Drukpers het Fransche
Staatsbestuur beliegt en belastert als ze
zegt dat Frankrya naar den afgrond
loopt.
Nu, de Belgische Katholieke Drukpers
is alleen niet om aldus over den toestand
in Frankrijk te oordeelen, maar Duit-
sche en Engelsche dagbladen, die verre
zijn van katholiek te wezen, spreken
't zelfde woord.
Natuurlyk de Fransche dagbladen
aan de solde der firma ClemenceauA Cle,
zeggen dat alles om te best in Frankrijk
gaat, i. a, w. dat alles er op wieltjes
loopt.
beste paapoort geweestzonder hem zou
den de vermomde aristocraten dikwijls aan
gehouden en in de gevangenis geworpen
zyn.
Zy reden nu langs de Seine, recht op de
torens van de Notre Dame aan, tusschen
lachende heuvels, die Parys in het Zuiden
omgeven.
Tegen den middag kwamen zij te Cha-
renton eene voorstad van Parys. In de stra
ten en op de pleinen hadden de nationale
garden hun bivak opgeslagen. Tusschen de
rijen tenten liepen ziDgende en gillende
vrouwen rond met roode mutsen op, en die
elkander gedurig grofheden toeriepen. In
de wijnhuizen en kroegen zag men overal
het borstbeeld van Marat, die zich in deze
dagen in de volksgunst verheugde, ondanks
zijnen breeden mond en laag ineengedrukt
voorhoofd.
Voor een der dranktenten ging het
bijzonder luidruchtig toe. Voor den ingang
stond een soldaat, die het omstaande volk
toesprak en van tijd tot tijd met een gebrul
van instemming werd begroet.
Zonder hindernis kwam ons reisgezel
schap vóór do muren van Parys hier
ging het nog woester toe. Vóór eene afge
brande kapel had men het standbeeld van
de nieuwe godin - De Rede opgericht,
en op het pleintje ervoor danste men de
Carmagnole, de beruchte dans der omwen
teling, waarvoor men elkaar voor de vrij
heid bezielde. Voor een wijnhuis waren
groote plakkaarten aangeplakt, waarop de
eigenaar bekend maakte dat hij een nieu-
Doch M. Picard, gewezen socialisti
sche senateur, deelt die zienswyze der
Fransche dagbladen niet.
En 't is M. Picard toch niet die men
van partijdigheid zal durven verdenken:
De bevolking van Frankrijk, zegt
hij, gaat niet vooruit zijn handel is
achteruitgaande; zijne zeden ontaarden,
zijne werkkracht wordt hoe langer hoe
slapper, de karakters worden onver
schillig, willoos, zijne kunst ontaardt
in zinnelijkheid, zijne groote schrijvers
hellen over tot moeilijkheid, zijn eigen
kinderen schijnen een boosaardig ver
maak te scheppen in 't diskrediteeren.
Zal het de prooi worden van de
kosmopolieten, die het verslinden door
de schandelijke betooveringen van het
geld Of zal de nationale geest, die zoo
verheveo, zoo edelmoedig was op den
bodem van eigen aard, weer de kracht
vinden om zich op te richten, om alles
weer te herstellen, en de woekeraars
over de grenzen te jagen, die het uitzui
gen Zal het weer alles heroveren
d Kom toch, kom toch, zuiverende
ommekeer, door het Noodlot belast met
dit wonder l
Do godverloochenaar die 't orgaan
der firma Vijf Ezels C° 0 helpt aan
eenflanzen zal zeker toch niet beweren
durven dat M. Picard ook al een van
die afschuwelijke katholieken is...
Immers 't schrijven zelf van M. Picard
zou hem logenstraffen, want 't bewijst
dat hij niet in God gelooft daar hij de
redding van Frankryk van 't noodlot
verwacht.
In alle geval ziedaar weeral een van
deze voorbeelden die Frankrijk ons geeft
en die hier, volgens de liberalen, zouden
dienen nageleefd te worden. Bedankt
voor de bedorvene pensen
Wat onze liberalen deden en
willen
De liberalen waren aan het bewind
van 1878 tot 1884.
Gedurende die jaren hebben zy voor
niets anders gewerkt, dan om het gods
dienstig onderwys uit de scholen te
verbannen. Niet eene belangrijke wet
ten voordeele van den landbouw, den
werkersstand of de kleine burgerij heb
ben zy in de Kamer doen stammen.
Sedert het jaar 1884 tot na toe, hebben
zy niets anders betracht dan alle her
vormingen en verbeteringen te beletten
ofte dwarsboomen.
Wy stellen de vraag of de liberalen
wel een enkel stellig punt in hun pro
gramma hebben
Zijn zij voor of tegen den werkman
Dat weten ze niet.
Zyn zy voor of tegen het Vlaamsch
Dat weten ze niet.
Zyn zy voor of tegen de kleine bur
gerij Dat weten ze niet.
Zijn zij voor of tegen de grondwet 1
Dat weten ze niet.
Zijn ze voor of tegen de landbouwers,
wen aanvoer van Emigréswyn had
ontvangen
Verder was een Piekenfabriek eene
smedery, waarin op last van den Staat
pieken voor de volkswapening gesmeed
werden. Menschen stonden er om heen en
zagen toe, hoe de wapens gemaakt werden,
terwijl zy elkaar do nieuwskens van den
dag vertelden
Zijt ge vandaag in de roode mis ge
weest hoorde Leon eenen man met een
houten been vragen en de gevraagde, een
klein gedrocht met wilde oogen vol harts
tocht, lachte walgelijk en zegde
Ja, zeven-en-vyftig hebben er in den
zak geniest.
Leon begreep niet, wat daarmee bedoeld
werd, maar het was hem, of een straal
water over zijnen rug liep.
Al dat gowoel en rumoer, dat hem hier
omgaf, getuigde van zoo'n treurige en
ontaarde menschheid, dat by er van
schrikte.
Maar ook hier kwamen zyn nog onge
deerd en gelukkig door. De lieden hadden
immers te veel met zichzelven te doen dan
zich te bekommeren om drie armzalige
menschen en zes afgejaagde peerden.
Ook in de straten van de binnenstad
heerschte eene drukte, die angst aanjoeg.
In de talrijke uitdragerswinkels zag men
opvallend veel kostbare meubels, schilde
rijen, kruisen, kelken, remonstransen.
Alles werd onder spotterny tegen lage
pryzen verkocht.
Behalve de nationale garden, die een
voor of tegen die ploegen die in God
gelooven gelijk zy ze vroeger uitge
scholden hebben 1 Dat weten ze niet.
Maar wat zy eigenlijk willen dat is .-
de vryheid knakken overal waar de
katholieken dezelve genieten en den
godsdienst uitroeiën in de ziel des
volks.
Dit is het eerste en het laatste woord
hunner politiek
Iets overtabak. De tabak
wordt in hetalge.meen alsnadeelig voor
de gezondheid gehouden.
Men leze het volgende, dan zal men
zien dat de gezonde menschen Diet be
vreesd moeten zyn een goed pijpje te
stoppen.
Er is reeds zooveel kwaad gezegd van
de tabak, dat'ook eens de andere klok
mag gehoord worden.~Een jong profes
sor van Leuven, dokter Ude, 'heeft zich
met de ineerherstelling der tabakpiant
Zoolang men, eigenlyk, geen misbruik
maakt van tabak, kan de werkiDg van
nicotine niets dan goed verwekken,
meent de jonge geleerde.
Wat moet echter verstaan worden
door misbruik 0 Professor Ude meent
dat het rooken van tien zware sigaren
daags, dus een 15tal pijpen, als niet
overdreven moet aanzien worden.
In de Duitsche geneeskundige kringen
komt m«n ook tot het oud gebruik
terug. Men begint er de therapeutische
rol der sigaar of der pyp naar waarde
te schatten. De tabakpiant, zegt men,
brengt eene prikkelende, weldoende
werking te weeg op het brein.
De Berljjnsche hoogleeraars Munck
en Ewald keuren het verbruik van
tabak goed en professor Rosecbach acht
dat, zoo het rooken over de g°nsche
wereld is verspreid, dit niet alleen te
wijten is aan den geest van naaping die
het menschelijkgeslacht kenmerkt, maar
ook omdat men overal den weldoenden
invloed van de tabak heeft gevoeld.
Het rooken klaart den geest op, ver
drijft de humeuren, maakt opgeruimder
en zet tot meer geestesarbeid aan.
De soldaat die rookt, zegt Rosenbach,
zal veel beter de vermoeinissen en den
honger doorslaan dan zijn kameraad die
aan sigaar of pijp verzaakt heeft.
Het rooken, besluit professor Ilde, is
voor den werkman en den geestesarbei-
dereen vermaak en eeno verstrooiing.
En uitspanningen geestelijke vermaken
zijn voor den werker zoo onmisbaar als
het dagelyksch brood.
Wat de nadeelen van de tabak betreft,
die zijn onbeduidend.
Zoo men maar geen te korte pijp ge
bruikt of de sigaren niet tot het laatste
eindje oprookt, bestaat er niet het minste
gevaar voor vergiftiging. Geraadzaam
echter is het zich te gewennen bij het
rooken geen speeksel te verkwisten.
Zy die aan hartziekten of borstkwalen
uniform droegen, bemerkte men op straat
eon groot aantal sansculotten, slechts van
pieken voorzien eerst kortelings door de
regeering bezoldigd en wier taak was, de
bewindhebbers dier dagen elk oogenblik
ten dienst te staan.
Bij alarm, bij bloedoproeren, die in den
laatsten tijd dikwyls voorkwamen door de
ongehoorde hooge pryzen der voedings
middelen, bij verschil van meening in de
Conventie, of tusschen de staats- on stads-
regeering of wel in de politieke clubs,
vooral inde beruchte Jacobynencluk, liepen
de sansculotten in groote menigte samen
en verdedigden de majesteit van 't volk.
Voeg hierbij nog ecnige arbeiders zonder
werk, ontaarde vrouwen, die zooals do
bekende breidsters van Robespierre
met de breikous in de hand dagelijks de
terechtstellingen op het Rëvolutieplein
bijwoonden en verder nog troepen vuile
kinderen in lompen en ge hebt het beeld
van Parys, zooals onze reizigers het aan
schouwden, van Parys, waar alle tucht
was opgeheven, allo orde omvergeworpen.
Den jongen hertog word 't nu eerst dui
delijk, wat hij ondernomen had, tegen
welke zwarigheden hjj den strijd had
aangebonden, welk eene vreeselijke verant
woordelijkheid hy op zich geladen had.
Daarbij kwam nog, dat hy er verre van
was, Claude Michon zyn volle vertrouwen
te schenken.
Hy had onderweg dikwyls bemerkt, dat
het donkere hartstochtelijke oog van den
jongeling somber en vol baat op hem ge-
lydend zyn zullen echter voorzichtig
handelen de pijp en de sigaar ter zijde
te leggen.
Past op met zilvergeld. Te
rekenen van 1 Augusti aanstaande zul
len de Grieksche zilverstukken van 2 fr.
i fr. en 50 centiemen niet meer gang
baar zijn in ons land. De NationaleBank
zal van nu af die stukken, welke zij
ontvangt niet meer terug uitgeven. Zij
zal ook de versleten Fransche half
frankskens inhouden.
De vijffrankstukken van Leopold I
zullen ook ingetrokken worden.
In Frankrijk worden de zilverstukjes
van 50 centiemen vau vóór 1870, 't is te
zeggen met do beeltenis van Napoleon
III, ingetrokken, om ze door halve
frankskens met de zaaister te vervangen.
Flanelle wit wasschen. Bij
't wasschen wordt de flanelle gewoon
lijk geel. Om dat te vermijden behandel
ze als volgt
Maak zeepsop gereed van warm regen
water en witte zeep voeg daarby eene
hoeveelheid Arabische gom in poeder,
genoeg om het zeepsop vetachtig te
maken. Dextrien, iödien men er kan
bekomen, is ook goed. Men laat de
flanelle daarin een uur of een uur en
half trekken, en men wascht ze dan.
Vervolgens spoelt mon ze in zuiver
water. Men herhaalt de wassching en
de spoeling tot dat de flanelle geheel
klaar is.
Tegen de botervervalsching.
De landbouwgroep der Kamer heeft
het besluit genomen wijzigingen aan de
boterwet te brengen ten einde in te gaan
tegen vervalschingen.
De leden stelden namelijk voor, op de
vreemde margarine de wetsbeschikkin-
gen die de Belgische m&rgarina treffen,
toepasselijk te maken.
Er zal eene beschikking bij de wet
gevoegd worden, luidend ongeveer als
volgt
Mogen niet voor den verkoop toebe
reid, vervoerd of te koop gesteld wor
den
1° Boter ingevoerd uit landen, die de
verplichting niet opnamen, deze waar te
vermengen met stoffen die dadelijk de
aanwezigheid van margarine of vetten
verraden en boter uit landen die, boven-
slaanden maatregel in toepassing leg
gend, geen praktisch toezicht der fabri
catie, toebereiding en voortbreogst van
boter en vetten hebben ingevoerd.
Valt niet onder toepassing van die
bepaling, do boter, voortkomend van
streken waar een rijkscontrool van
boteruitvoer bestaat of een controol
werkend onder Staatstoezicht.
2° Boter die in te groote hoeveelheid
water bevat.
3° Boter, die ten gevolge van slechte
toebereiding, te groote hoeveelheid vet
ten of zout bevat.
4° De verschillende soorten van mar
garine.
vestigd was, terwijl daarentegen de jonge
boer voor gravin Aimée zoo -onderdanig,
gehoorzaam en gedienstig was, dat dit
alleen verklaard kon worden door eenen
hartstocht te veronderstellen, die slechts
op eeno gelegenheid wachtte om zich in
zijne volle kracht te openbaren.
Dit was de grootsto kommer van den
jongon aristocraat, dat Claude Michon
daarom eens op den een of anderen dag in
eene menigte zou uitroepen Daar staat
de vermomde aristocraatGrypt hem I Dat
is de hertog de S&int-Vallier
En de vrees, voor 't geen dan zou volgen,
maakte hem ongelukkig, onrustig. Om
deze reden had hy hem reeds geld beloofd,
zoodra men veilig in Parys zou zyn, Hy
wilde hem nu dat geld uitbetalen en hem
tevens vijf duizend frank beloven, indien
hier alles goed afliep en men veilig met den
ouden graaf op de terugreis was.
Terwyl hij langzaam door het gewoel
reed, ontstond plotseling een tumult achter
hem. Lage schimp en scheldwoorden en
toen'hy omzag, werd hy gewaar, dat een
sansculot een der paarden met een piek
doorstak.
Kunt gij de beenen niet by u houden,
lomperd kan 't peerd hét helpen, als het
u trapt I schreeuwde Michon terwyl h(j
woedend naar de sansculot sloeg.
Bedaar, Claude, om Godswil! ver
maande Leon hem.
Het péerd stortte néér ;'ïn een oógenblik
was er een volkstoeloop.
(Wordt voortgezet).