Donderdag 3 Juni 1909 5 centiemen per nummer 63ae Jaar J160 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. MOEDERHART! GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Werkmans woningen. Boomen langs de wegen. Overal dezelfde. Zondagrust. DE DENDERBODE Dit olad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in by C. Van de Putte-Goomens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. CUIQUE «IJUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3*® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelat, 2 Juni 1909. HetStatistiek Jaarboekdat onlangs is verschenen, bestatigt dat, in 1907, de oppervlakte van België verdeeld was in 6,822,336 kadastrale perceelen. Zestig jaren geleden waren er slechts 5,720,976 kadastrale perceelen, dus eene vermeerdering van meer dan een mil- lioen perceelen. Wat bewijst die vermeerdering Het bewijst dat, in dit tijdverloop, een groot getal personen zyn eigenaars geworden van hun woonhuis of een stukje grond. Die vermeerdering van 't getal eige naars toont aan dat de algomeene wel vaart en de voorspoed vermeerderd zijn. Men bestatigt ook dat onder de Katholieke Ministeries welke zich, se dert 1884, opvolgden het getal der eige naars 't meest is aangegroeid. Vooral in de steden en dicht bevolkte centrums zijn de perceelen soms zeer klein en men treft er aan van eene grootte van slechts 100 vierkanto meters en ook al min. Maar die perceeltjes zijn bebouwd en vertegenwoordigen eene be trekkelijke groote weerde... De wet tot het bevorderen van 't bou wen van werkmanswoningen,heeft onbe twistbaar veel bijgedragen om 't getal der kleine eigenaars te vergrooten. Duizenden werklieden en kleine land bouwers zijn eigenaars geworden van hun huis of hofsteedje 't zij door aan koop, 't zij door het te bouwen. In ons Arrondissement van Aalst be staan er 3 Maatschappijen te Aalst, te Ninove, te Geeraardsbergen die aan werklieden en kleine landbouwers, onder zekere voorwaarden, geld er toe verschaffen. De verbrokkeling van den grond gaat sneller voor uit in de steden dan op den buiten. Op den buiten is het somtijds zeer moeilijk om zich een stukje bouwgrond te kunnen verschaffen en dit zelfs tegen hooge prijzen. Men schrijft dit vooral toe aan de sterke gehechtheid van de buitenlieden aan den grond waarvan ze eigenaars zijn, grond, dien zij meest altijd van hunne ouders of verwanten hebben Waarlijk spijtig is 't, dat de wet op 't bouwen van werkmanswoningen zoo onvoldoende is gekend vooral op den buiten... Wij zijn overtuigd dat ware men er beter over ingelicht, vele buitenlieden, zouden zich verhaasten zich een eigen woonstede met een plekje grond te verschaffen. Onze vrienden op den buiten welke zich met sociale werken onledig houden zullen wel doen er gedurig de aandacht op in te roepen. Nu, daar voorbeelden trekken zouden zij kunnen werken om eenige voorbeel den tot stand te brengen, die eene ge stadige aanbeveling zullen wezen. Vele lieden verkeeren in 't gedacht dat zoo ze kwamen te overlijden vóór dat de jaarlijksche afkortingen ten volle uitbetaald zyn, hunne vrouw en kin deren het huis moeten verlaten en slechts het gestorte geld terug bekomen. Dit is eene dwaling... De aankoop van eene woonstede volgens de bepa lingen der wet op de werkmanswonin gen, gaat altijd samen met eene verze kering op 't leven en dus, in 't geval van overlijden van 't hoofd des huisge- zins, worden vrouw en kinders eige naars van 't huis of der hofstede zonder eenige vergoeding of jaarlijksche rente te moeten betalen. Werklieden en kleine landbouwers die over spaarpenningen kunnen be schikken,kunnen ze voordeelig besteden aan eene eigene woonstede. Hier te Aalst wende men zich tot de Maatschappij Eigen Haard. Voor eenige dagen is er in de Kamer spraak geweest van... boomen. De heer Visart, Volksvertegenwoor diger van Brugge, de kwestie bespre kend, zegde vriend te zyn van de boomen en begeert, dat ze langs de wegen be houden blijven. De boomen dienen niet alleen om het landschap een schoon uitzicht te geven, maar ze zijn ook zeer nuttig aan de landbouwde boomenrijen, voorname lijk de groote boomen, breken de winden welke vele schade doen aan de weiden, de bezaaide landen en de boomgaarden. Zij spelen ook eene rol in het regelen der weersgesteltenis; indien wy noch bosschen noch boomen hadden, dan zou Vlaanderen wellicht eene woestijn zyn -«(O)— 27e Vervolg. Jeanne en kinderen waren reeds eenige dagen op het kasteel, waar de graaf aÜe weken, van den zaterdng tot den maandag verbleef. Daar do onderwijzeres nog ziek was, had zij gevraagd nog eenige dagen te Parijs te mogen blijven. Ik sta u den gevraagden tijd toe, mijne lieve jufvrouw Brown, had de Ame- rikaansche welwillend geantwoord, maar ik bid u, maak geen misbruik van de toe lating. De kinderen hebben u hoogst noo- dig, des te meer daar het mij onmogelijk zal wezen mij met hen te bekommeren. Wij gaan bezoek op het kasteel krijgen me vrouw de Sapincourt en den heer Pablo d'Aranjuez, neef der eerste vrouw van mij nen echtgenoot. Mijne plichten als meeste res des huizes zullen al mijnen tijd vragen. Gy zoudt mij verplichten indien gij zater dag avond kwaamt met heer de Merinville uwe komst zal voor uwe leerlingen eene aangename verrassing wezen. Jeanne scheen niet jaloersch te wezen, ondanks de gevoelens van erkentenis welke de graaf sedert de ziekte van Hendrik je gens de onderwijzeres had betoond. Als Eva dacht dat. zij in denzelfden reis wagen als haar man ging zitten, misschien rechtover hem, was zy bevreesd... Zij schreef aan Madame Gy zijt veel te edelmoedig, madame, en ik heb zelf een dag bepaald. Zulk lang tijdverloop behoef ik niet. Vier dagen vol komen rust zullen ruimschootst voldoen gij vertrekt morgen, maandag vrijdag aanstaande zal ik u komen vervoegen. En hare belofte getrouw, trad zij in den valavond eene statie binnen, in de naby- heid van het kasteel gelegen. Aldaar wachtte een rytuig van 't kasteel op haar. De nacht was aangebroken toen het licht gespan de lange dreef inreed, waarop het oude verblijf der de Merin- villo's uitgaf. Aan allo vensters ontwaarde men licht. Vroolykheid en geluk sloegen daarbinnen den hoogen toon. O, dit lief, oude huis Als Eva het van verre bemerkte, klopte reeds haar hart, zy herinnerde zich zeven tien jaren vroeger deze dreef van populie ren gevolgd te hebben... Zy en haar man, de hand in elkander gelegd, stapten voort, Edmond fluisterde haar zulke zoete woor den aan het oor... Thans werd zij gewaar dat hier op het kasteel haar bovennatuurlijke krachten moesten bezielen, om zich aan de gevaren te onttrekken, om het bewustzijn harer daden te behouden, om zich niet te verra den. Als eene bijzondere zaak beschouwde zij de noodzakelijkheid harer eerste aan doening niet te laten opmerken en vervol gens gauw de haar bestemde kamer te be trekken. Al loopende trok zy den trap op, terwyl Zy brengen in den zomer ook koelte en frischeid bij. Maar, zegt de heer Visart, er is toch wel iets te doen, om te zorgen dat de boomen door hunne wortelen zoo wei nig mogelijk kwaad doen. Men zou vooreerst boomsoorten kun nen uitkiezen, die hunne wortels niet te wyd uitsprijden. Men zou ook kunnen vermijden de boomen geheel op de kant te planten. Reeds heeft men eene nieuwe manier van wegen aan te leggen, beproefd. De hanen worden in drie reepen gesplist: het middendeel, de eigenlijke steenweg, voorbehouden aan de rijtuigen van allen aardmen zou de boomen nevens den eigenlijken steenweg planten. Langs beide kanten zou er dan eene streep overblyven. Met andere woorden de aardewegen of zomerwegen, zouden buiten de boo men liggen, in plaats van lusschen den steenweg en de boomen. Ziedaar het gedacht van M. Visart. De Qazet van Hasselt voegt daar eenige gepaste bekenkingen by De ontwikkeling en de wijziging van de verkeermiddelenrijwielen, automo bielen, buurttrams, welke allen de ge wone banen benuttigen, vereischt dat die banen op geschikte wyze aangelegd worden. In de eerste plaats zal men er op moe ten bedacht zyn de wegen van groot verkeer te verbreedea. Het middendeel zou voorbehouden worden voor allerlei gespannen, rijwie len en automobielende eene zijde voor eene tramlynde andere zijde voor de voetgangers en wielrijders. Daar waar nog geen tramlijn ligt zou de eene zijde voor voetgangers en de andere zijde voor wielrijders kunnen ingericht worden. De beide zijwegen zouden door eene ry boomen beschut blyven, daar deze zouden geplant worden zooals de heer Visart het voorstelt. Door het feit zelf zouden de hoornen ten minste twee meters van de aanpa lende eigendommen staan, zooals de wet vereischt. Wij begrijpen niet waarom de Staat het slechte voorbeeld geeft met zijne boomen op eer. kleineren afstand te planten, iets wat hy aan gewone eige naars, en niet zonder reden ver biedt. Gezel Terwagne, socialistisch ge meenteraadslid en Volksvertegenwoor diger van Antwerpen, heeft Maandag in de zitting van den gemeenteraad eene ondervraging gedaan, nopens gewetens- drukking uitgeoefend op bestedelingen van de Antwerpsche Godshuizen, door kloosterzusters, Zekere Meulepas, besteed in het kloos ter te Wiekevorst, had gezel Terwagne inlichtingen verschaft en die inlichtin gen loopen op zulke beschuldigingen uit, tegen de Zusters, dat deze waar schijnlijk een proces zullen inspannen voor laster. Onder andere worden de Zusteip be ticht brieven te hebben geopend aan be stedelingen gestemd. Het katholiek raadslid, de heer Ryck- mans heeft daarop dadelijk geantwoord: Die betichtingen zullen aan het ge recht overgemaakt worden, dat, ofwel de Zusters zal vervolgen ofwel hunnen beschuldiger. De heer schepene Desguin, die bekend staat als een volbloed liberaal, heeft aan gezel Terwagne geantwoord dat tot nu toe alle beschuldigingen, tegen de Zus ters ingebracht, valsch bevonden zijn en dat zij hunne taak als verzorgsters en verpleegsters op de meest lofwaardige wyze kwijten. Ziedaar eene hulde welke niet ver dacht kan voorkomen. Het optreden van gezel Terwagne maakt eehter deel uit van een stelsel door de vijanden van den Godsdienst gevolgd om te komen tot de verwijde ring der Zusters uit de hospitalen, gods huizen, weezenhnizen, enz., enz. Te Gent hebben wy socialisten in den gemeenteraad hetzelfde stelsel zien vol gen. En te Gent ook zijn liberalen recht gestaan welke die aantijgingen hebben te niet gedaan en den lof der klooster lingen gemaakt. In andere steden heeft men hetzelfde zien gebeuren en overal heeft men vast gesteld dat de kloosterzusters als zieken- verzorgsters onovertroffen zijn. Nochtans, ondanks alles wordt de verwereldlijking der gestichten van liefdadigheid door de geuzen voortge zet, vooral in Frankrijk. Talrijk zyn de gevallen dat de we reldlijke ziekenverplegers of verpleeg sters te wenschen laten, dat zij zorge loos zijn, ruw, verslaafd aan den drank, oneerlijk, enz. een knecht, met haar reiskoffer gelast, haar voorafging. Maar om de bovenverdieping te berei ken, moest zij voorby de kamer van de meesteres des huizes trekken, voorby die kamer waar Eva de eerste maand van haar huwelijk had doorgebracht. Juist stond de deur, in den gang uitge vende, wijd open de onderwijzeres keek er vlug binnen niets was er veranderd. De blauwe drapperyen, een weinig ver sleten, waren altyd op hunne plaats hot vuur brandde in den haard. Op tafel zag men allerhande reukfleschjes staan en op den leunstoel lagen een wandelmantel en een kostuum ruwweg geworpen. Met be hulp van een harer bovenmeiden hielp Jeanne zich aankleeden, terwyl Hendrik, die volop genas, op het tapijt zich ver maakte. Als Mej. Brown meende aan het waak zaam oog van het kind ontsnapt te zijn, bedroog zy zich. De kleine sprong op en riep Moeder, daar is Mej. Brown zij vlucht weg, zonder ons te groeten En ik, die deze komst zoo verbeidde om haar te omhelzen Dit zeggende, snelde hij als een zinne- looze buiten de deur en vatte de onderwij zeres by den mantel als deze de kamer ging binnentreden welke voor haar voorbehou den was. Ah Mej. Brown, wat ben ik geluk kig u te zien Ik heb zoo ongeduldig op u gewacht, want ik heb u zoo lief Papa heeft gezegd dat zonder u de kleine Hendrik reeds be- weegloos in de kapel van PèreLachaise zou rusten, in plaats van nu als een vlinder op het kasteel te dartelen. Vele kussen kwamen terecht op de wan gen van het kind. Eva vergat alles en gaf lucht aan hare vreugde Hendrik gered te hebben, den kleine zyne erkentenis te heb ben hooren uitdrukken. Ik wilde de eerste wezen om u te verwelkomen, hernam het kind. Kom gauw bij onze moeder, zij is u thans zeer genegen. Het aangezicht der onderwijzeres ver duisterde. Zou zij de kamer intreden, waar alles haar van het verledene sprak Waar zij eene vreemde hare plaats zag innemen Neen, voor het oogenblik ontbrak haar den moed. Ik verhoop, ten minste, zegde zy, terwijl zij trachtte aan de gedachten van Hendrik eene andere wending te geven, dat gij altijd braaf zult wezen, zeer ge hoorzaam, dat gij u niet te veel zult ver moeien en stipt den raad van den dokter zult volgen. O, wees gerust vandaag ben ik slechts voor de eerste maal aan het uiteinde van het park geweest. Te voet Maar 't is verschrikkelijk ver 1 Hoe kent gij die plaats 1 Gy zijt dus reeds op het kasteel geweest Eva beet op hare lippen tot bloedens toe zij zou zich gauw verraden als zij soortge lijke gezegden nog waagde. Hendrik was; In sommige gevallen, by besmettelijke ziekten, bij voorbeeld, heeft men in Frankrijk kloosterzusters moeten ver zoeken terug te komen in de hospitalen uit welke men ze verjaagd had, omdat de wereldlijke oppassers uit vrees voor besmetting weggevlucht waren. Niettemin gaan hier in België Ter wagne en anderen voort met oorlog te voeren tegen de Zusters, enkel en alleen uit haat tegen den Godsdienst. Hoe beter de Zusters hunne taak van zelfopoffering volbrengen, hoe meer hunne belagers ze haten, omdatze weten dat de deugden der Zusters den Gods dienst nieuwen luister byzetten. Belgische vrouw te Lourdee genezen. De Belgiseh nationale Bedevaart, die thans uit Lour des is teruggekeerd, werd begunstigd door eene wonderbare genezing van eene Belgisch,© vrouw, mad'. Poulleur, van Acoz (Charleroi), die het geval volgen der wyze verhaalt Tengevolge van eenen val, twee jaar geleden, leed ik aan hevige heuppijn, waaruit eene zenuwaandoening ontstond aan het rechterbeen, en wel zoo erg, dat ik niet meer zonder krukkon kon gaan, hetgeen mij zelfs nog py'nlyk was. In plaats van te verminderen, verergerde de pijn met den tijd. Ten slotte stelde ik myne hoop van ge nezing op O. L. Vrouw van Lourdes, en ik vertrok ter bedevaart. Men moeit my in en uit den trein dragenTe Lourdes werd ik door eenen priesier-ziekendienor in een karretje van de statie naar het gast huis gebracht. Maandag namiddag om 4 l/2 uur, was ik aan de waterkranen. Men had my voor de vijfde maal in het water der fontein ge bracht, toen ik mij eensklaps ontsteld ge voelde en zegde My dunkt dat ik zou kunnen gaan En inderdaad, ik stond op, en my aan den arm van myne helpster vasthoudende, begaf ik my naar de grot, waar ik, ge knield op eenen stoel, geruimen tyd zat te weenen en te bidden. Toen ging ik, dit maal alleen, van de grot weg. Seffens wa ren honderden geloovigen rond my, en hun geestdrift was niet te beschrijven. Thans kan ik gaan, zooals vroeger, zonder eenige moeite enkel gevoel ik nog eenige zwakheid in mijn been. Van's middags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 6 Juni 1909, M. MEIRSGHAUT, Korte Zoutstraat. gelukkiglyk, te jong om uit hare woorden eenige beteekenis af te leiden en om dit alles te herstellen, verhaastte zij zich er bij te voegen Lief kind, gij denkt er niet op. Hoe wilt gij dat ik, die nooit Londen verliet, hier zou geweest zijn Ik sprak by toeval te oordeelen naar de dreef, welke ik straks doortrok, moet dit park groot zijn. 't Is het schoonste en het grootste van geheel den omtrek, antwoordde fier de knaap gij zult het morgen zien, als ik u tot aan den vijver zal geleiden. Wij zullen mijnen vriend Jacqout, den ouden papegaai, die eertyds in het groot salon was, suiker dragen. Die Jacquot riep den ganschen dag Eva dit is de naam onzer arme moeder zaliger en gy begrijpt dit maakte papa droevig. Men heeft byge- volg Jacquot eene verdere afgelegene plaats bezorgd. De aankomst van Carmen en Paquita onderbrak dit gesprek zy omhelsden vurig hunne onderwijzeres. Wat komt gij laat Wij hebben reeds het middagmaal genomen, zegde Pa quita maar men zal u gauw opdienen, waar verkiest gy het Hier of in de eet zaal Ik heb niets noodig, lieve kleinen Dolorès zal mij eene tas thée boven bren gen Ik ben wat vermoeid, morgen, na een goeden nacht doorgebracht te hebben, I zal ik hersteld wezen en dan zullen wy spreken zoolang gij wilt. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1