Donderdag 29 Juli 1909 5 centiemen per nummer 658,e Jaar 4175 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. MOEDERHART GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Tegen Laster... eerbied Onsterfelijkheid der ziel. Landbouw. Legerhervorming. EEN EN ANDEIt. DE DENDERBODE. Dit i)lad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in by C. Vau de I»utte-Goo»«eii», Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. GUIQUE aiiui Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelat, Juli 1900. Op onze dagen hoort men wel eens door godvergeten monden en nog meer in goddelooze bladen en schriften onze Ëriesters beschimpen en bespotten [en zou zeggen dat men het eens is om de faam en naam der geestelijken te bemodderen. En wat denkt ge, beste lezer of zoudt ge moeten knielen en ja knikken voor de zoogezegde knevelaars die op onze treinen, in onze herbergen of open bare plaatsen onze katholieke priesters aanranden Verre van ons, zulke laf heid Wij, christenen, wij katholieken, weten maar al te wel dat zulks gedaan wordt uit haat meer dan uit overtui ging. Doch het is soms wel goed en noodig die leugentaal te weêrleggen. De meest verspreide leugen is «De priesters zijn nietsdoeners Als beschaver staat de katholieke Eriester op den eersten rang. Hier val- sn mijne oogen op een schryven van luitenant-generaal Leutwein, gewezen gouverneur van Duitsch-Afrika, die daarvan in deze laatste tyden getuigde. Bemerkt het evenwel, hy is protestant.. zoodat zijne getuigenis van dubbel waarde is. De katholieke Missionarissen, die in onze Zuid-Westerkolonie arbeiden, schrijft hy, zijn mannen van hunnen tjjd en vooruitgang. Verre overtreffen zy, door hunne opvattingen en hunne daden, onze protestantsche zendelingen, die in alles zeer ten achter staan. Doch ook op alle ander gebied is er geen enkel vak, dat door den onvermoei- baren iever des priesters niet werd op gevat geen enkele akker, die door zyn naarstigen vlijt en ooafgebrokene werk zaamheid niet werd bevrucht Hoe zouden gilden en instellingen zooals onderlingen bijstand, hoerengil den, pensioenkassen, veeverzekeringen, syndikaten en wat weet ik nog al, zon der het krachtdadig optreden van den priester in menige buitengemeenten groeien en bloeien Dit weten de vijanden van Kerk en Godsdienst wel 1 Ze roepen en schreeu wen: de priesters zijn nietsdoeners...» maar van den anderen kant houden zy staan dat de priester in zijne kerk moet blijven. O neen duizendmaal neende pries ters moeten of mogen in hunne kerk niet blijven Dèir is en blijft wel hunne eerste plicht en daaraan komen ze ook niet te kort doch als het 't heil der zielen geldt, zelfs als er stoffelijk welzyn te behartigen is met het oog op geestelyk goed, dan is de plaats van den priester d&kr waar zyne zending hem roept, dè&r waar de noodkreet opstijgt 't zij in gilden, werkhuizen, 't zij op straat of elders... De Godsdienst wordt door de weten schap aangevallen. Welnu, de priester zal met dat zelfde wapen, met de we tenschap, zynen godsdienst verdedigen Velen worden door de maatschappe lijke werken aan den godsdienst onttrok ken. Welaan, de priester vat de teugels van dien wagen van 't stoffelijk welzijn en voert er de verdoolden meê terug op de rechte baan. Ha wat zouden de vij anden der Kerk lachen, wat zouden ze schoon spel hebben, bleve de priester in zijne kerk Immers, als de herder opgesloten blijft, dan hebben de wolven vry 8P®1 me* d® schapen. Wat hieruit besloten, beste lezer Tegen laster... eerbied Tegen leugen... waarheid Ja, diepen eerbied voelen wy voor den katholieken priester en met vreugde op politiek en maatschappelijk gebied. Hou ENDE TROUW. Juist zooals het leven, is de dood een ondoordringbaar mysterie dat, niette genstaande de wederspannige natuur, het menschdom voorkomtals verdel ging of verandering in de oogen van den goddeloozen, als verlossing en als hoop vol onsterfelijkheid in de oogen van den kristen. De rede overigens heeft moeten be kennen, dat de natuur 'n afschrik heeft van het niet, waDt het geloof aan de onsterfelijkheid der ziel behoort het onveranderlijk erfdeel der menschheid. De eeredienst der graven bestond gansch de oudheid door. Alle volkeren zijn voor het graf komen neêrknielen. (Gard. Decliamps). Op onze dagen hebben de vrydenkers schoon te zeggen en te houden staan, dat hunne burgerlijke begrafenissen niets zijn als het onderdelven van in ontbin ding zijnde lijken de onsterfelijkheid der ziel heeft aan dit stoffelijk overschot iets medegedeeld dat niet toelaat deze overblijfselen te verwarren met de over blijfselen der gemeinste dieren en dat de goddeloozen, hun den eerbied afdwin gend, bewijst dat 't al niet uit is daar to aar hun redelooze strijd tegen Qod sou willen ophouden Een bewijs, zegt Chateaubriand, een levend bewijs dat de ziel onsterfelijk is, en waar moet op gesteund wordenligt besloten in den eeredienst welken de mensch het graf toewijdt. Dèèr is het, dat door 'n onoverwinbare heerlijkheid, de dood aan 't leven de hand toereikt dè&r is het, dat de menschelijke natuur zich bovenal de andere schepsels verheft en zyne edele bestemming verklaart. Kent de beest het graf en is zij bekom merd om haar stof... Wat maken den mensch de beenderen zijns vaders Van waar dan komt de sterke gedachte die wij over 't afsterven dragen Eenige stofkorreltjes, zouden zij onzen eerbied vergen 1 Voorzeker, neen wij eerbiedigen de assche onzer voorouders omdat eene stem ons zegt dat niet alles in hen dood is. En 't is die stem, welke bij al de volkeren der aarde de dood in eere houden allen zijn gelijkelijk overtuigd dat die slaap niet kan blijven duren zelfs in het graf, en dat de dood niet anders is als 'n glorierijke verrij zenis (Génie du Christianisme). Het eggen van natuurlijke weiden. Men kent het groot nut der natuur lijke weiden en de belangrijke rol welke zij in den veekweek vervullen. Ook zien wij dat de landbouwers er zich op toeleggen om hunne weiden langs om beter te verzorgen. Onder de verschillende onderhouds werken, die door de landbouwkundigen aangeprezen worden om de opbrengst, zoowel van nagras als van hooi te ver- grooten,vinden wij ook het eggen. 't Is op het einde van den winter, vooraleer de groei herneemt, dat die bewerking moet uitgevoerd worden. Gewoonlijk doet men dat in 't begin van Meert, na den dooi, zoohaast het weder zulks toelaat. Doch stellen wy het dan niet langer meer uit en maken wij ge bruik van eerste schoone lentedagen om onze weiden te eggen, want *t is onder weinig opzicht zeer voordeelig. Inder daad het eggen heeft de volgende goede uitslagen Het draagt veel by tot het vernietigen der mossen door ze los te ruaken en te ontwortelen het opent de dichte graszade en laat toe dat lucht, licht en warmte er beter indringen. Dit laatste heeft voor gevolg dat de nitrifi- catie er ten zeerste door bevordert wordt. Meer in de lengte en in de breedte eggen, in 't kruis, zooals men gewoon lijk zegt, ten einde overal de aarde goed te raken. Na het eggen vergadert men met de hark het losgerukte mos en gras en anderen afval opdat de weide zuiver zij. Onnoodig te zeggen, meenen wij, dat men, vooraleer te eggen, goed de mol- hoopen zal openstrooien. Eindelijk na het eggen is het altijd aan te prijzen er eens de rol te laten over loopen ten einde den grond wederom te effenen en het maaien te vergemakkelijken. Van eenen anderen kant, zoo men uitgesteld heeft tot hiertoe van de schei kundige meststoffen toe te dienen, 't is zeer aanbevelenswaardig ze te strooien onmiddelijk vóór het eggen. Men zal dus zonder uitstel per hectare geven 150 kgr. ammoniaksulfaat, 150 kgr. chloorpotasch en 300 kgr. superfosfaat. Al deze meststoffen mogen, zonder het minste gevaar gemengd worden en in eens uitgestrooid. Door het eggen en rollen zullen zij goed in aanraking gebracht worden met den grond en hunne werking zal des te meer verzekerd zyn. Eggen, rollen en bemesten geschieden best, wij herhalen het en steunen er op, voor dat de graszade uitschiet, dus met de eerste schoone dagen. William. Het Katholiek Demohratisch Verbond van Antwerpen ver gaderde Vrijdag avond 11. en stemde eene dagorde de ge kozenen van 't Arrondisse ment Antwerpen verzoekend TEGEN het legerontwerp der regeering te stemmen en de begrooting van oorlog, alsmeê het contingent te ver werpen, zoolang de legerwet van 1902 niet wordt toegepast. Men wil kortom trouw blijven aan de leusSoldaat die wil en niemand ge dwongen soldaat Die leus wordt door de groote meer derheid des volks overal bijgetreden. (O) 34e Vervolg. Zeker Zyne eerlijkheid is de mijne waard, beste graaf. Des te beter Eva deelde uw gedacht niet zij wantrouwde dien man en ik beken u dat ik dezen morgen in zijne rekeningen zekere posten opgemerkt heb die ik moei lijk kan uitleggen. Papa heeft gelyk, onderbrak Hen drik. Uw Mercutio schijnt mij een gevaar lijke kerel, neef. Ik schuw hem. Hij is eenvoudig door de natuur van schoonheid niet bedeeld, mijn jonge vriend dit belet echter niet dat ik aan zyne eer lijkheid geloof. Ik vraag u verschooning, heer graaf, als ik u tegenspreek ik be grijp dat het zien van dezen man u onaan genaam is, maar geloof mij, ik zou hem tot hier niet medegebracht hebben indien zijne aanwezigheid niet volstrekt noodig was. Thans handelt gij niet rechtvaardig, hij heeft uwe belangen verdedigd alsof het de zijne waren geweestindien uwe goe deren welke twaalf jaren geleden vervallen waren heden in driedubbele waarde zijn gestegen, zijt gij zulks aan hem verschul digd. Zooveel te beter I want mijn per soonlijk fortuin is gering. Ik ben op weg om het te vergrooten weliswaar voor het oogenblik maken de eigendommen van S* Domingo alleen het gansche vermogen uit van mijne twee dochters en van dien guit, welke hier zit. Pablo dacht het oogenblik gekozen en stelde stoutweg de vraag Ware het van mijnentwege onkiesch, mijnheer, als ik vraag of gij altijd bereid zijt het huwelijksontwerp goed te keuren, waarover wij verleden winter in onze briefwisseling handelden? Gy weet dat deze hoop mij bijzonderlijk aangezet heeft naar Frankrijk te komen. De graaf werd als door deze vraag ver slagen. Op zijn voorhoofd verschenen rim pels. Het is onmogelijk, sprak hij na eeni ge stonden, u zoo spoedig een bepaald ant woord te geven. Ik mag natuurlijk zoo licht over zulke belangrijke zaak niet stappen. Gelief nog eenige dagen te wachten Zaterdag aanstaande zal ik terug op het kasteel zijn en wij zullen dit onderhoud hervatten. Dit was, zoó niet een verlof, minstens eene verwittiging om van gesprek te ver anderen, Pablo begreep het na eenige mi nuten over verschillende zaken gekout te hebben, verwijderde hij zich om Mercutio te gaan vinden. Hy wilde hem volstrekt spreken, hem vragen wat er des morgens in het kabinet van den graaf was voorge vallen. Niemand kon aan Pablo zeggen wat er van zijnen beambte geworden was hij was na het morgenmaal verdwenen en men had hem niet meer teruggezien. Na vruchteloos al de hoeken van het park doorzocht te hebben, ondekte senor d'Aranjuez eindelijk zijnen dienaar, met eene lijn in de hand, bezig te visschen. Dwaashoofd riep Pablo uit, ik zoek u reeds meer dan eene uur op. Wat hebt gij dezen morgen tegenover den graaf uit gestoken Gy hebt ons in nesten gebracht. Edmond die gisteren zoo vertrouwelijk scheen, is vandaag ongerust en ik vermoed dat hij te mijnen opzichte van gedacht ver anderd is Beschuldig mij niet, ik ben voor niets tusschen in deze verandering, welke u evenmin als aan mij zal ontsnapt hebben. Terwijl ik in zijn kabinet was, heeft men uwen toekomenden schoonvader de brief wisseling gebracht. Hij heeft ze doorbla derd en ze haastig overlezen. Ik sloeg hem aandachtig ga. Toen hij zekeren brief gele zen had, op welker omslag het kenteeken van adeldom stond, zag ik zijne gelaatsuit drukking eensklaps veranderen hy luis terde nog enkel gedwongen en verstrooid naar mij. Ik vraag u of zulks mijne fout was Een mijner brave landgenooten heeft Noodklok. Socialistische steenkap pers hebben te Vierset-Barse, zegt 't Fondsenblad, nabij Hoei, het uitbaten eener steengroef in samenwerking aan gevangen. De steengroef, zegt Vooruitis aller best gelegen, de steen van goede hoeda nigheid de zaak moet gelukken. Maar twee ongelukken hebben de samenwerking getroffen ten eerste zij heeft een proces verloren dat 30,000 fr. kost, ten tweede er heefteene instorting plaats gehad, die veel schade heeft ge daan. Kortom, volgens Vooruit zijn er 100 duizend fr. noodig om de zaken in orde te stellen en te kunnen vooruitgaan. 30,000 fr. om het proces te betalen 20,000 fr. voorde verbeterde inrichting der groeve en 50,000 fr. loopende geld. De opbrengst is 80,000 fr. per jaar daarvan worden 30,000 fr. besteed aan loonen 10,000 fr. voor algemeene kos ten 10,000 fr. voor financiëelo lasten en percenten. Er blijven 30,000 fr. over om het geleende kapitaal af te leggen. Eene prachtige zaak als geldplaatsing dus Vooruit doet een beroep op zyne lezers om met hunne spaarcenten de samen werkende steengroef te hulp te komen Maar zegals de zaak toch zoo schoon is, waarom springen de socialistische kapitalisten niet bij Voor Vandervelde, Grimard, baron Selys de Longchamps, Furnémont en en anderen is 100,000 fr. maar een speld van hunne mouw. Zeg, waarom nemen zij deze schoone occasie niet waar Valsche halffrankjes. In de laatste dagen werden te Brussel een aantal valsche halffrankjes verspreid. Zij dragen de beeltenis van Leopold II en het jaartal 1901zy zijn zeer wel nagemaakt, hebben een zilveren glans, doch zij geven een looden klank. Opge past dus Een duur horloge. Door den heer J. Player en zoon te Covenburg, in En geland, werd een horloge gemaakt, dat slechts 2 7/8 duim in middellijn meet. Niettegenstaande het zoo klein is, wijst het dingetje de veranderingen aan van zon, maan en jaargetijden, den op- en ondergang der zon en natuurlijk den tijd. Bovendien slaat het kwart, halve en heele uren. Vier jaren werd er aan gearbeid en het uurwerk heeft eene weerde van fr. 12,000. mij waarschijnlijk verraden te Parijs tel ik ook vijanden. Men heeft den graaf mis schien bericht dat ik ten onder was ge bracht en dit fortuin van millioenen, welk men mij toeschreef, slechts oogenverblin ding is dat ik een afschuwelijk man voor zijne dochter zou wezen.... Ik bewonder uwe vlugheid om her senschimmen voor te brengen. Ik zou wed den dat er zelfs van u geen spraak was de graaf houdt zich met groote handelsza ken bezig ten allen kante heeft hij kapi talen in ondernemingen betrokken hij ontving waarschijnlijk eenig noodlottig nieuws eene failliet, een bankroet. Moet er meer voorvallen om eene buursman het hoofd op hol te brengen 't Is mogelijk maar er bestaat een ander gevaar waartegen wij ons moeten wapenen. Dit zou ik willen kennen De onderwijzeres waarover ik u gis teren sprak, kan mij niet lijden. Ik heb het dezen morgen nog vastgesteld toen ik haar, om ze te behagen, in de kerk gewijd water aanbood. Nu deze vrouw heeft in dit huis grooten invloed de twee zusters zien door geene andere oogen dan door de hare en de graaf is, volgens de gravin my heeft medegedeeld, met die vrouw ingenomen, sedert zij het leven aan den kleinen Hen drik heeft gered. Onder ons gezegd, die onderwijzeres had beter gedaan met den knaap maar gerust aan zyn lot over te laten Nieuwe aardappelen zijn moeilyk te verteren om dat te voorkomen, moet men, terwyl de aardappelen opstaan, een ketel water aan de kook maken koken de aardappelen, dan giet men dadelijk het water er af en het kokende ater uit den ketel er weer op. en hem naar de eeuwigheid te laten ver trekken. Pablo overwoog een oogenblik en her nam Mej. Brown heeft den vader harer leerlingen tegen my opgeruid. Achttien ja ren geleden, weigerde men mij de moeder; gij zult zien dat men mij de dochter niet zal toestaan en wy met twist terug den weg naar Parys zullen inslaan. Is die onderwijzeres waarlijk zulk gevaarlijk schepsel? Dezen morgen verborg ik mij achter eenen boom om haar goed gade te slaan, toen zij met de kinderen liet park doortrok. Arm schaap Of zij reeds vervallen is Waarlijk men moet een geheugen bezitten van een senor Pablo, om te oordeelon dat zy gelijkt aan deze schoone gevangene welke gij tien jaren lang in de kelders van uw kasteel hebt gemarteld, Zwijg ongelukkige ik heb achter de haag gerucht gehoord men heeft ons bespied, wy zijn verloren. Mercutio wierp zyne lyn weg en klom haastig de trappen op, welke tot den oever van den vyver leidden. Hij kwam juist by- tijds om eene schaduw te zien, welke snol wegvluchtte. Het woud is duister, sprak hij tot Pablo die hem vervoegd hadik kon degene niet al te wel onderscheiden, die onze ge heimen heeft afgeluisterd. In alle geval, wie hij ook weze, weè hem (Wordt v.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1