Zondag 29 Augusti 1909
5 centiemen per nummer
65sSe Jaar 4181
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 1 Arrondissement van Aalst.
God en wetenschap.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
Ë&üftt
r i
fe- - I
i - 'I
m cj
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
CLAUDE MICHON
Een woordje over
't leerlingschap.
CoDgres van Mechelen.
Legerhervorming.
NDERBODE
Dit j)lad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, N' 31
en in alle Postkantoren des Lands.
r.
AM
T
i
7" - ■- "'f ~>'l
r-ff'?
CUIQUE IUUM.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den.dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AelelAu«. 1909.
Hedendaags wordt er met alles den
spot gedreven de onbetwistbaarste
waarheden zelfs worden bestreden, ja,
geloochend.
Het eerste het beste liberaal baantje
vooruit hoort men in de herbergen zee
veren dat er geen God bestaat
De eerste de beste liberale wijsneus
hoort men in meetingen stoutweg uit
roepen dat na de dood alles dood is, dat
er geen leven hierna kan bestaan.
Wie die zeeveraars en wijsneuzen
hoort, zou allicht tot zich zeiven kunnen
zeggen die mannen moeten de zaken
grondig gestudeerd hebben, anders zou
den zij het niet durven bevestigen.
Maar neen, zoo is 't niet
Van tien liberalen en socialisten die
met hunne goddeloosheden te koop loo-
pen zijn er ten minste 7 die uauwelyks
kunnen lezen en schrijven en toch durven
zij uitspraak doen over de grootste
waarheden van ons R. K. Geloof. De
overige 3 zyn kerels die, alhoewel ge
leerdheid bezittende, toch dom genoeg
zijn,om als handlangers der maconnieke
logie, de vrijdenkerij of godverlooche
ning aan te kleven en te verspreiden.
't Zijn zy die in de meetingen en bij
voordrachten, gelijk in den geuschen
tak uit vloekeu Er is geen Ood 't Is
mogelijk dat er vroeger tijd een Ood
bestaan heeft nu heden bestaat er geen
God meer
't Zijn zij die in de liberale dag- en
weekbladen, lijk De Dendergalm van
verachtelijke nagedachtenis neerschrij
ven
Wetenschap en geloof zijn niet over-
een te brengen.
Het bovennatuurlijke bestaat niet en
kan niet bestaan.
Zoo braakte het een handlanger der
vrijmetselarij, een afgezant der hel, ic
De Dendergalm uit.
Wie geen godverloochenaar is kan
dat niet uitbraken.
Ja, inderdaad, wij herhalen het: Dom
genoeg moeten ze zijn; immers de groot
ste geleerden bekennen ootmoedig er
moet een God zijn en de eene of andere
blauwe of roode neuswijs komt tegen
die geleerden op verklaren er bestaat
niemendal, er is geen God l
Talrijk zijn do wetenschappelijke ge
tuigenissen en bewijzen, die met zeker
heid het bestaan van een Opperwezen
vaststellen.
Een enkel bewijs onder velen willen
wij voorstellen
Het levend wezen vindt het bestaan
niet in zich zelf 't heeft het leven ver
kregen van één vorig wezen die het
voortbracht en waarvan het slechts de
voortzetting is.
Episode uit de Fransche (Revolutie
19e vervolg.
Robespierre zag eerst weer hem aan,
daarna zag hij nadenkend het weelderig
salon rond en over de tafel, waar de fijnste
wijnen van Frankrijk overvloedig stroom-
den.
Eindelyk zegde hy kort en somber
neen
Niet f en Dan ton vloog verrast en
ontstemd op.
Neen zegde nog eens Robespierre
kort en afgemeten.
Als ik myne vrouw verzeker Moet
zy dan honger lijden na mijne dood vroeg
Danton, spottend met den kleinen bleeken
man naast hem.
Het is beter honger to lijden, dan
brood te eten, waaraan onrechtveerdigheid
kleeft.
Danton had te veel gedronken. Hij vloog
by het woord onrechtveerdigheid op, als
wilde hij zijnen buurman met eenen slag
van zyne geweldige vuist neervellen.
Hy wist heel goed, wat Robespierre met
dat woord bedoelde. Deze had hem vroeger
al eens verweten, dat hy zich geld had toe-
gróf «nd van de weduwe Capet, waarmede
Indien wij van kinderen tot ouders
en van ouders tot grootouders gansch de
reeks dor levende wezens opklimmen,
dan moeten wij noodzakelijk tot het
eerste paar komen van 't welk het
gansche menscheljjk geslacht afstamt.
Van waar komt het eerste paar Van
waar komt de eerste mensch
Van een aap beweren zekere blauwe
en roode godverloochencnde neuswij
zen.
Laat ons dit nu een oogenblik als
waarheid houden.
Zeg eens, neuswijzen, van waar komt
dan de eerste aap.
Om u pogen uit den slag te trekken,
kunt ge antwoorden vaD een min vol
maakt dier.
Maar dit min volmaakt dier van
waar
Als men voortgaat die vragen te stel
len, dan moet men eindelijk er toeko
men te vragen
Van waar kwam het leven en het eerste
wezen t
En de godloochenaar zal antwoorden
van de Natuur
Hola kadéééé De wetenschap en al
de geleerden, Pasteur aan 't hoofd,
teekenen protest aan tegen die dwaze
bewering.
De natuur die in zich zei ven dood is,
kan het leven niet geven.
Blauwe en roode domhoofden alleen
durven lieden nog houden staan dat de
Natuur of do doode stof iets kan levend
maken.
Dat is immers onmogelijk
Wij besluiten
Er is een God welke het leven geeft
aan wat leven heeft. De wetenschap is
het hieromtrent eens wie het durft
loochenen is een domhoofd die niets
weet of kent van al wat de wetenschap
in deze laatste tijden door honderden
bewijsvoeringen heeft bewezen
In de meeste ambachten wordt, bene
vens een groote handvaardigheid, vrij
veel vakkennis vereischt.
Die twee onmisbare hoedanigheden
van een bekwaam ambachtsman worden
slechts verkregen na een min of meer
langen leertijd.
In de meeste landon van Europa wordt
thans geklaagd over de lastige aanwer
ving van leerjongens, alsmede over de
niet minder gebrekkige wijze van aan-
leeren van een ambacht. Dit wordt
zoowat overal genoemd de crisis in het
leerlingschap. Overal ook werden maat
regelen getroffen tegen deze crisis, 't zij
door menschlievende instellingen en
niet minder door de regeeringen, inzon
derheid in de landen waar men zich voor
hij veel moeite had gehad in de Conventie.
Het scheen ook wel, dat Danton op dit
punt niet heel zuiver was, want hij verge
noegde zich met verachtend zyne schouders
op te halen, zyn glas leeg te drinken en
dan minachtend te zeggen
Robespierre, gij zyt en blijft een stijve
filosoof, die enkel met beginsels en theories
rekening houdt en nooit zult begrijpen wat
eigenlijk het leven is. Gij zijt een mensch,
die de natuur alleen by vergissing, met
vleesch en been heeft begaafd. Gij hadt als
een afgetrokken begrip, als eene reken
kundige formuul of als een meetkundig
figuur op de wereld moeten verschijnen
niet als mensch.
Robespierre wa6 ook opgestaan en had
Danton van 't hoofd tot de voeten opge
nomen. Daarna zegde hy kalm en gerekt,
alsof hy zyn tegenstander nog meer wilde
sarren Zoooo
Ja, zoooo I aapte Danton hem na. Gy
verbeeldt u een voorbeeld van deugd en
gerechtigheid te zjjn en in uwen waan om
allo menschen deugdzaam te maken, zoudt
ge 't liefst van de vijf-en-twintig millioen
inwoners van Frankryk er de helft op het
schavot willen brengen.
Vier-vyfden, Danton, vier-vyfden, als
de overigen slechts deugdzaam en gelukkig
werden, antwoordde Robespierre koud en
stijf. Hoe meer een lichaam zweet, des te
gezonder wordt het en Frankrijk heeft ook
genoeg aan vijf millioen inwoners, als ze
slechts gelukkig zyn.
de opbeuring van den middenstand
beyvert.
Het aanleeren van een ambacht en
dit geldt voor elk bedrijf kan niet
ernstig genoeg geschieden.
Thans zijn onze jongens bij 't verlaten
van de lagere school meestal niet vol
doende onderlegd om, met hoop op wei-
gelukken, een ambacht aan te leeren.
Doorgaans zijn het dan nog, jammer
genoeg, de beste leerlingen niet, die
stielman worden.
Om een vruchtbaren leertijd door te
maken, een bekwaam werkman en
eens zelfs patroon te worden, moet de
leerjongen, in onze dagen, behalve lust
voor 't vak, ook inspanning en moed
aan den dag leggen.
In gemeenten waar geen nijverheids
scholen bestaan, is het leerlingschap bij
den ambachtsman het eenig middel om
een ambacht aan te.leeren.
Daar waar nijverheidsscholen bestaan,
moet de leerjongen de lessen er van
bijwonen, 't zij tijdens zijn leerlingschap,
't zij vooraleer hij bij een baas werken
gaat.
Een leerjongen moet in alle geval een
goed lager onderwijs genoten hebben en
daarby de noodige lichaams- en geestes
gaven bezitten voor het door hem geko
zen vak hy moet teekenlesseu volgen,
in teekenscholen, academies. St-Lucas-
scholen of nijverheidsscholen, want,
gelukkiglijk vindt men thans in bijna
ollie streek zulke nuttige instellingen.
Dit alles is volstrekt noodig, indien
de leerjongen een van de door den Staat
ter bevordering van het handwerk,
ingestelde leerlingenbeurzen bekomen
wil.
Ziehier nu, wat het departement van
nijverheid en arbeid aan de uitgelezen
bazen en leerjongens toezegt
Eerstens een jaarlijksche premie van
50 fr. hoogstens driemaal toe te staan,
aan den ambachtsman die een leerjon
gen opleiden wil.
Vervolgens een bijpremie van 50 fr.
aan den baas wiens leerjongen, na twee
of drie jaren leerlingschap een be-
kwaamheidexaam aflegt.
De leerjongen die zulk exaam aflegt,
bekomt van den Staat behalve een be
kwaamheidsdiploma, gereedschap en
boeken ter waarde van 100 fr.
Dit exaam wordt afgenomen door een
keurraad, bestaande uiteen door den
minister afgevaardigden ambtenaar, een
bestuurder van een nijverheidsschool en
drie bazen of gewezen bazen.
De leerjongens staan onder het toe
zicht van de vakvereenigingen van hun
ambacht.
In sommige steden bestaan reeds te
dien einde zoogenaamde secretariaten
voor leerjongens.
Een secretariaat voor leerjongens is
een comiteit van dienstvaardige lieden
en vakmannen die deftige leerjongens
by bekwame bazen plaatst, tusschen
deze geschreven contracten opmaakt en
over de uitvoering van deze overeen
komsten toezicht houdt.
Het doel van die secretarissen is dus
eigenlijk, de oude plaatselijke instellin
gen betrekkelijk het leerlingwezen herop
te beuren en de leerjongens te bescher
men.
Het is dus een goede instelling voor
de jonkheid en een uitmuntende hef
boom tot bevordering van het vak wezen;
het is een practisch hulpmiddel voor
het behoud van den middenstand en van
de plaatselijke bedrijven.
De regeering verleent een toelage van
200 fr. aan de pas gestichte en bij het
ambt der ambachten en neringen aan
gegeven secretariaten. Zij doet deze
instellingen regelmatig bezoeken en
houdt eenigzins toezicht over haar be
heer. Zij doet ook de bazen, dezer werk
huizen en leerlingen bezoeken.
Met dezen betrekkelijk jongen dienst
van het ministerie van nijverheid en
arbeid werd het ambt der ambachten en
t neringen belast. Aan het hoofd hiervan
staat de heer Mommaert, algemeen be
stuurder, aan wien aanvragen om inlich
tingen kunnen toegezonden worden.
In verschillende steden, als Brugge,
Roeselare, Verviers, enz., hebben deze
secretariaten reeds vruchten afgewor
pen.
Het is hoogst wenscholijk dat er hier
in onze stad van Aalst ook dergelijk
secretariaat worde gesticht.
De mensch is de gunsteling der
natuur, maar niet in dien zin, dat de
natuur alles voor hem gedaan heeft,
maar zoo dat zij hem de macht verleend
heeft alles voor zichzelven te doen.
By dezo woorden, die eren stellig wer
den uitgesproken, alsof het eene reken
kundige formuul gold, kregen de meeste
aanwezigen het kiekenvleesch.
Niemand sprak en aller blikken rustten
ontsteld op de kleine zenuwachtige ge
stalte, die 't lot van Frankryk beheerschte.
Danton alleen behield zijn tegenwoordig
heid van geest. Met zyne driftige en dreu
nende stem, riep hy
Gy zyt dan de duivel in persoon,
Robespierre 1
Allen verschrikten en richtton den blik
weer op hem. Men bereidde zich op iets
verschrikkelijks voor op aller gezichten
stond schrik en angst te lezen.
Maar Robespierre glimlachte, wel be
dachtzaam en hoonend, maar 't was toch
een lach. Niemand der aanwezigen had hem
ooit zien lachen, het was, alsof deze lach
het bloed in de aderen deed stolten.
De duivel is ook een god, antwoordde
Robespierre maar staken we dit gesprek.
Gy hebt my ten eten gevraagd, goed. Ik
heb geëten en ga nu weer heen. Als gy
lust hebt met my te redetwisten, dan zal ik
mij Diet te vergeefs laten uitnoodigen. Ik
wensch u dan evenveel strydlust als van
daag Gy zult hem kunnen gebruiken. En
hiermeê... leef wel.
Robespierre boog terloops en vluchtig,
bood toen met boersche deftigheid zynen
arm aan Léonore Duplay en verbet met
haar de kamer.
Het pynlyke van dit voorval werd nog
Het Komiteit van de i,u afdeeling wan
het Congres (Godsdienst en Liefdadig
heid) vergaderde Maandag te Brussel
onder 't voorzitterschap van den E. P.
De Bruyn,van Antwerpen.M. de Bavay,
voorzitter, te Sint Niklaas weerhouden
zynde door het Congres der Kleine
Burgerij.
Er werdt beslist twee onder-afdeelin-
gen te vormen de oerste zal zich bezig
houden mot de Patronagen, Werkmans
kringen, Retretten voor heeren en
werklieden,Kringen van Godsdienstleer,
Broederschappen van het H.Sakrament,
Anti-alcoolism, Parochiale inrichting,
Catechismus.
Het vraagstuk der Patronagen en der
Retretten zullen tot besprekingen van
het grootste belang aanleiding geven.
In de 2de onder-afdeeling, bedraagt
het dagorde het Werk der Vlaamsche
vergroot, toen onmiddellijk ook Lebas met
zijne vrouw, St-Just en Couthon de eetzaal
verlieten. Er heerschte eene drukkende
stilte onder de achterblijvers. De laatste
woorden van Robespierre verborgen een
giftigen angel, eene bedreiging, welke
duidelijk bewees, dat het uit was met de
vriendschap tusschen de hoofden der Revo
lutie.
Danton verbrak het eerst het stilzwygen.
Hij hief met trotschen overmoed zyn glas
op en zegde luid -
Hy is gek, laten wij ons aan hem
niet storen. Drinkt, vrienden en laat ons
vroolijk zyn, zoolang de dag duurt. Wie
weet, hoe gauw het nacht wordt, drinkt
Leve, wat wy beminnen
Men klonk ook, men klonk om den
spreker te bebeven, maar eene sombere
stemming, bleef onder de feestelingen,
zoodat men bly was, toen men van tafel
kon opstaan.
Van verschillende zyden raadde men nu
Danton aan, deze aangelegenheid niet tot
het uiterste te drijven, en de breuk met
Robespierre niet volledig te maken. Men
gaf hem te verstaan, dat hij de Conventie
en het stadhuis voor eemgen tyd moest
my den, totdat de eerste en grootste opge
wondenheid wat bedaard was. Anderen
gingen nog verder en drongen er op aan,
dat hij op zijne veiligheid bedaebt zou zijn,
spraken zelfs van eene vlucht naar het
buitenland.
Danton was veel te opgewonden, om
Werklieden in Frankrijk, de Bedevaar
ten, de menigvuldige Communiën, liet
Werk van St-Franciscus Regis (huwe
lijk der behoeftigen).
De E. P. Vermeersch heeft een merk-
weerdig verslag opgemaaKt betrekkelijk
het neo-paganism in de huidige samen
leving.
Stippen wij terloop nog aan tusschen
de vraagpunten, die in de afdeeling zul
len besproken worden de militaire
Missen, de Vereenigingen der H. Fami
lie, het Tweegevecht, de Derde-Orde.
Onnoodig te zeggen dat de kwestie
der Schoolsoep behandeld door M.
Georges Van den Bossche, en de inrich
ting der - Liefdadigheid door Raads
heer de Bavay, een bijzonder belang
zullen verwekken.
Mgr Van Roey, groot-vicaris, zal de
l'te afdeeling, en de Heer de Bavay de
2d* afdeeling voorzitten.
Er wordt herinnerd dat om deel te
nemen aan het Congres het voldoende
is zijne bijtreding te zenden aan M.
Valentyc Brifaut, Stassartstraat, 131,
te Brussel.
Wij nemen onze schaar en knippen
uit 't orgaan der liberale firma Vijf
Ezels en O", een schrijven van M.
Rens, onzen rood- blauwen Volksverte
genwoordiger, over de legerkwestie.
M. Rens is geenszins voor het stelsel
een man per huisgezin n 't welk aan
de liberalen niet de minste voldoening
geven kan
M. Rens is ook niet voor 't behoud
der wet van 1902 op 't vrywilligers-
schap
M. Rens wilt de afschaffing der
plaatsvervanging.
M. Rens wil alleen, namelijk, iets
waar al de liberalen, volgens hem, over
't akkoord zyn de toepassing der
princiepen van rechtveerdigheid en
gelijkheid.
Nu, wat die princiepen van recht
veerdigheid en gelijkheid zijn, daar zegt
M. Rons geen gebenedijd woordje over.
M. Rens durft het zeker niet zeggen
omdat die bedoelde princiepen niots
anders zijn dan het alleman soldaat...
Ziedaar dat is het en M. Rens is plat-
broek genoeg om het niet vlak af te
durven zeggen en waarom Omdat hjj
weet dat lal van zyne liberale kiezers
aan het alleman soldaat vijandig zijn,
't gene onze militaire lasten zoo zeer
zou verzwaren dat wij er zouden onder
bezwijken.
Het militarism en de werkloosheid.
In Üuitschland zijn er ruim een mil
lioen werkloozen, 'tis to zeggen, men
schen diode gelegenheid niet vinden om
het stuk dagelyksch brood te verdienen.
Dat is het lot van de militarische landen.
rustig te kunnen overleggen. Hy roemde
op zijne onverschrokkenheid en riep zeer
luid
Aan Danton waagt zich de sluiper
niet, gelooft mij, vrienden Danton durft
hy niet aan. Het zou zijn ondergang zijn.
De Dantonisten zijn geene Girondijnen. Ik
heb myne aanhangers onder het volk, by
de bergpartij in de Jacobijnenclub. Aan
Danton waagt hy zich niet.
Burgeres Laurac trad hem op zyde en
leidde bemin eene venstern is.
Gy bedriegt u, burger Danton, zegde
zij ernstig en kalm,als gij meent dat Robes
pierre u niet aandurft. Ik verzeker u, dat
hy geen bloodaard is. Houd hem voor
hetgeen gy wilt, maar een lafaard is hy
niet.
En als hy het doet, wat dan Ik ben
even machtig als hy. Laat hem maar
komen.
De verstandige vrouw zag hem door
dringend aan. Daarna zegde ze met eigon-
aardigen nadruk, die Danton ondanks zijnen
toorn opviel.
Ik weetniet, burger Danton, in hoe
verre gij reden hebt, zekere openbaringen
van Robespierro al dan niet te vreezen,
maar dit weet ik, dat hy op de redenaars
tribuun, in zijn bekenden geestdriff voorde
deugd, van eene mug een olifant lean ma
ken en dat bij soms misdaad ontdekt, waar
wij enkel fijne berekeningen meenen te
zien. Wees daarom verstandig en wijk uit,
loolang het nog tijd is.
MOORSEL. Wij verzoe
ken onze vrienden zoo wel
willend le zijn de petitie te
ondorteekenen die hun een
dezer dagen zal aangeboden
wordeu.
Het betreft het militarism
watiu te toornen..
De heeren militaristen stellen immers
voor, jaarlijks een derde meer soldaten
binnen te roepen.
Daar zulks zeer noodlottig zou zyn
voor vele huisgezinnen, alsook eene
schromelijke geldverspilling, twijfelen
wij niet of do petitie zal met honderden
handteekens bekleed zijn.
Het Comiteit.
De militaire kwestie. De «Vlaam
sche Katholieke Wacht van Boi'ger-
hout hoeft de volgendedagorde gestemd
1. Zij verklaart getrouw te bly ven
aan het program der Meeliugpartij en
aan de leuze: «Niemand gedwongen
soldaat
2. Verlangt ernstig en degelijke toe
passing der wot van 1902, on aanmoe
diging der vrijwilligers
3. Hoopt dat do Antwerpsche geko
zenen de overeenkomst met hunne
kiezers getrouw zullen naleven en hard
nekkig elke vermeerdering in man
schappen of in lasten zullen bestrijden.
Le Bien Public die het stelsel een
man per huisgezin n heeft uitgevonden
en vooruitgezet, schrijft
Laat ons niet vergeten dat de vry-
willigersschap tot op dezen dag niet
afdoende is beschermd geworden. Dat
men, vooraleer te verzaken aan de hulp
bronnen welke zy kan verschaflen, er
eenerechlzinnige proefneming mede doe,
wijs belegd en van genoegzamen langen
duur. Niet alleen zal ze dan toelaten de
ledige plaatsen aan te vullen, maar ze
zal toelaton, zooals de wetgeving van
1902 het hoopte, de lichting te vermin
deren. n
Dus onze groote Gentsche Confrater
bekent dat men de wel van 1902 aan
hooger militair hand heeft gedwars
boomd, dat ze niet eerlijk werd toege
past... Waarom dan geene nieuwe proef
mits eerlijke toepassing
Men beweert dat een vrywilïigers-
leger in België onmogelijk is, T is wel
mogelijk in Engeland, een oorlogvoe
rende natie, en België niet.In Engeland
beslaat er eene landweer samengesteld
uit vrijwilligers die zich voor drij jaren
verbinden en jaarlijks 14 dagen groote
manoeuvers doen in 't eene of 't ander
kamp. Ze worden fr. 1.25 daags betaald
Loven reiskosten en voedsel.
Engeland telt heden 200,000 land
weermannen en zal er weldra 300,000
tellen.
Een vrijwilligersleger is dus zoo on
mogelijk niet, wat Engeland kan ver
wezenlijken, kunnen anderen ook
Gy raadt my ook aan te vluchten
Voor hem vluchten
Burgeres Laurac drong nog dieper in de
nis en fluisterde nog zachter en geheim
zinniger
Luister nu, burger Danton, want ik
beoog uw welzijn. Gij zijt voldoende met
mijne familiebetrekkingen bekend, om te
weten of te vermoeden, dat ik verwant ben
aan den gevangen burger Roland de la
Tour des Meaux. Het kan u dus niet ver
wonderen, dat ik aanzocht ben, u voor zijne
vrijlating do som van honderd duizend frank
in goud aan te bieden...
Burgeres viel Danton uit.
Och, burger Danton, hoor mij aan,
tot ik uitgesproken heb. Honderd duizend
frank is eene schoone som en gij kunt daar
mee met uwe jonge vrouw over de Fran
sche grenzen een plezierig leven leiden. Na
al het bloedige en hartstochtelijke gedrijf
in Parys, waarvan het einde nog niet te
voorzien is en dat juist nu voor u liet moei
lijkste gaat worden, moot toch eene villa
aan den Ryn of in het schoone Italië voor
u aantrekkelijk zijn
Neen.
Of vreest gii een onrecht te bedrijven.
Gy kent toch het proces tegen burger Ro
land en moet dus als een man met gezond
oordeel erkennen, dat het geen onrecht
is, hem vrij te laten, maar veoleer eene
daad om een onrecht goed te maken
(Wordt voortgezet.)