Zondag 29 Augusti 1909 5 centiemen per nummer 65sSe Jaar 4181 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 1 Arrondissement van Aalst. God en wetenschap. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. Ë&üftt r i fe- - I i - 'I m cj VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. CLAUDE MICHON Een woordje over 't leerlingschap. CoDgres van Mechelen. Legerhervorming. NDERBODE Dit j)lad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, N' 31 en in alle Postkantoren des Lands. r. AM T i 7" - ■- "'f ~>'l r-ff'? CUIQUE IUUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den.dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. AelelAu«. 1909. Hedendaags wordt er met alles den spot gedreven de onbetwistbaarste waarheden zelfs worden bestreden, ja, geloochend. Het eerste het beste liberaal baantje vooruit hoort men in de herbergen zee veren dat er geen God bestaat De eerste de beste liberale wijsneus hoort men in meetingen stoutweg uit roepen dat na de dood alles dood is, dat er geen leven hierna kan bestaan. Wie die zeeveraars en wijsneuzen hoort, zou allicht tot zich zeiven kunnen zeggen die mannen moeten de zaken grondig gestudeerd hebben, anders zou den zij het niet durven bevestigen. Maar neen, zoo is 't niet Van tien liberalen en socialisten die met hunne goddeloosheden te koop loo- pen zijn er ten minste 7 die uauwelyks kunnen lezen en schrijven en toch durven zij uitspraak doen over de grootste waarheden van ons R. K. Geloof. De overige 3 zyn kerels die, alhoewel ge leerdheid bezittende, toch dom genoeg zijn,om als handlangers der maconnieke logie, de vrijdenkerij of godverlooche ning aan te kleven en te verspreiden. 't Zijn zy die in de meetingen en bij voordrachten, gelijk in den geuschen tak uit vloekeu Er is geen Ood 't Is mogelijk dat er vroeger tijd een Ood bestaan heeft nu heden bestaat er geen God meer 't Zijn zij die in de liberale dag- en weekbladen, lijk De Dendergalm van verachtelijke nagedachtenis neerschrij ven Wetenschap en geloof zijn niet over- een te brengen. Het bovennatuurlijke bestaat niet en kan niet bestaan. Zoo braakte het een handlanger der vrijmetselarij, een afgezant der hel, ic De Dendergalm uit. Wie geen godverloochenaar is kan dat niet uitbraken. Ja, inderdaad, wij herhalen het: Dom genoeg moeten ze zijn; immers de groot ste geleerden bekennen ootmoedig er moet een God zijn en de eene of andere blauwe of roode neuswijs komt tegen die geleerden op verklaren er bestaat niemendal, er is geen God l Talrijk zijn do wetenschappelijke ge tuigenissen en bewijzen, die met zeker heid het bestaan van een Opperwezen vaststellen. Een enkel bewijs onder velen willen wij voorstellen Het levend wezen vindt het bestaan niet in zich zelf 't heeft het leven ver kregen van één vorig wezen die het voortbracht en waarvan het slechts de voortzetting is. Episode uit de Fransche (Revolutie 19e vervolg. Robespierre zag eerst weer hem aan, daarna zag hij nadenkend het weelderig salon rond en over de tafel, waar de fijnste wijnen van Frankrijk overvloedig stroom- den. Eindelyk zegde hy kort en somber neen Niet f en Dan ton vloog verrast en ontstemd op. Neen zegde nog eens Robespierre kort en afgemeten. Als ik myne vrouw verzeker Moet zy dan honger lijden na mijne dood vroeg Danton, spottend met den kleinen bleeken man naast hem. Het is beter honger to lijden, dan brood te eten, waaraan onrechtveerdigheid kleeft. Danton had te veel gedronken. Hij vloog by het woord onrechtveerdigheid op, als wilde hij zijnen buurman met eenen slag van zyne geweldige vuist neervellen. Hy wist heel goed, wat Robespierre met dat woord bedoelde. Deze had hem vroeger al eens verweten, dat hy zich geld had toe- gróf «nd van de weduwe Capet, waarmede Indien wij van kinderen tot ouders en van ouders tot grootouders gansch de reeks dor levende wezens opklimmen, dan moeten wij noodzakelijk tot het eerste paar komen van 't welk het gansche menscheljjk geslacht afstamt. Van waar komt het eerste paar Van waar komt de eerste mensch Van een aap beweren zekere blauwe en roode godverloochencnde neuswij zen. Laat ons dit nu een oogenblik als waarheid houden. Zeg eens, neuswijzen, van waar komt dan de eerste aap. Om u pogen uit den slag te trekken, kunt ge antwoorden vaD een min vol maakt dier. Maar dit min volmaakt dier van waar Als men voortgaat die vragen te stel len, dan moet men eindelijk er toeko men te vragen Van waar kwam het leven en het eerste wezen t En de godloochenaar zal antwoorden van de Natuur Hola kadéééé De wetenschap en al de geleerden, Pasteur aan 't hoofd, teekenen protest aan tegen die dwaze bewering. De natuur die in zich zei ven dood is, kan het leven niet geven. Blauwe en roode domhoofden alleen durven lieden nog houden staan dat de Natuur of do doode stof iets kan levend maken. Dat is immers onmogelijk Wij besluiten Er is een God welke het leven geeft aan wat leven heeft. De wetenschap is het hieromtrent eens wie het durft loochenen is een domhoofd die niets weet of kent van al wat de wetenschap in deze laatste tijden door honderden bewijsvoeringen heeft bewezen In de meeste ambachten wordt, bene vens een groote handvaardigheid, vrij veel vakkennis vereischt. Die twee onmisbare hoedanigheden van een bekwaam ambachtsman worden slechts verkregen na een min of meer langen leertijd. In de meeste landon van Europa wordt thans geklaagd over de lastige aanwer ving van leerjongens, alsmede over de niet minder gebrekkige wijze van aan- leeren van een ambacht. Dit wordt zoowat overal genoemd de crisis in het leerlingschap. Overal ook werden maat regelen getroffen tegen deze crisis, 't zij door menschlievende instellingen en niet minder door de regeeringen, inzon derheid in de landen waar men zich voor hij veel moeite had gehad in de Conventie. Het scheen ook wel, dat Danton op dit punt niet heel zuiver was, want hij verge noegde zich met verachtend zyne schouders op te halen, zyn glas leeg te drinken en dan minachtend te zeggen Robespierre, gij zyt en blijft een stijve filosoof, die enkel met beginsels en theories rekening houdt en nooit zult begrijpen wat eigenlijk het leven is. Gij zijt een mensch, die de natuur alleen by vergissing, met vleesch en been heeft begaafd. Gij hadt als een afgetrokken begrip, als eene reken kundige formuul of als een meetkundig figuur op de wereld moeten verschijnen niet als mensch. Robespierre wa6 ook opgestaan en had Danton van 't hoofd tot de voeten opge nomen. Daarna zegde hy kalm en gerekt, alsof hy zyn tegenstander nog meer wilde sarren Zoooo Ja, zoooo I aapte Danton hem na. Gy verbeeldt u een voorbeeld van deugd en gerechtigheid te zjjn en in uwen waan om allo menschen deugdzaam te maken, zoudt ge 't liefst van de vijf-en-twintig millioen inwoners van Frankryk er de helft op het schavot willen brengen. Vier-vyfden, Danton, vier-vyfden, als de overigen slechts deugdzaam en gelukkig werden, antwoordde Robespierre koud en stijf. Hoe meer een lichaam zweet, des te gezonder wordt het en Frankrijk heeft ook genoeg aan vijf millioen inwoners, als ze slechts gelukkig zyn. de opbeuring van den middenstand beyvert. Het aanleeren van een ambacht en dit geldt voor elk bedrijf kan niet ernstig genoeg geschieden. Thans zijn onze jongens bij 't verlaten van de lagere school meestal niet vol doende onderlegd om, met hoop op wei- gelukken, een ambacht aan te leeren. Doorgaans zijn het dan nog, jammer genoeg, de beste leerlingen niet, die stielman worden. Om een vruchtbaren leertijd door te maken, een bekwaam werkman en eens zelfs patroon te worden, moet de leerjongen, in onze dagen, behalve lust voor 't vak, ook inspanning en moed aan den dag leggen. In gemeenten waar geen nijverheids scholen bestaan, is het leerlingschap bij den ambachtsman het eenig middel om een ambacht aan te.leeren. Daar waar nijverheidsscholen bestaan, moet de leerjongen de lessen er van bijwonen, 't zij tijdens zijn leerlingschap, 't zij vooraleer hij bij een baas werken gaat. Een leerjongen moet in alle geval een goed lager onderwijs genoten hebben en daarby de noodige lichaams- en geestes gaven bezitten voor het door hem geko zen vak hy moet teekenlesseu volgen, in teekenscholen, academies. St-Lucas- scholen of nijverheidsscholen, want, gelukkiglijk vindt men thans in bijna ollie streek zulke nuttige instellingen. Dit alles is volstrekt noodig, indien de leerjongen een van de door den Staat ter bevordering van het handwerk, ingestelde leerlingenbeurzen bekomen wil. Ziehier nu, wat het departement van nijverheid en arbeid aan de uitgelezen bazen en leerjongens toezegt Eerstens een jaarlijksche premie van 50 fr. hoogstens driemaal toe te staan, aan den ambachtsman die een leerjon gen opleiden wil. Vervolgens een bijpremie van 50 fr. aan den baas wiens leerjongen, na twee of drie jaren leerlingschap een be- kwaamheidexaam aflegt. De leerjongen die zulk exaam aflegt, bekomt van den Staat behalve een be kwaamheidsdiploma, gereedschap en boeken ter waarde van 100 fr. Dit exaam wordt afgenomen door een keurraad, bestaande uiteen door den minister afgevaardigden ambtenaar, een bestuurder van een nijverheidsschool en drie bazen of gewezen bazen. De leerjongens staan onder het toe zicht van de vakvereenigingen van hun ambacht. In sommige steden bestaan reeds te dien einde zoogenaamde secretariaten voor leerjongens. Een secretariaat voor leerjongens is een comiteit van dienstvaardige lieden en vakmannen die deftige leerjongens by bekwame bazen plaatst, tusschen deze geschreven contracten opmaakt en over de uitvoering van deze overeen komsten toezicht houdt. Het doel van die secretarissen is dus eigenlijk, de oude plaatselijke instellin gen betrekkelijk het leerlingwezen herop te beuren en de leerjongens te bescher men. Het is dus een goede instelling voor de jonkheid en een uitmuntende hef boom tot bevordering van het vak wezen; het is een practisch hulpmiddel voor het behoud van den middenstand en van de plaatselijke bedrijven. De regeering verleent een toelage van 200 fr. aan de pas gestichte en bij het ambt der ambachten en neringen aan gegeven secretariaten. Zij doet deze instellingen regelmatig bezoeken en houdt eenigzins toezicht over haar be heer. Zij doet ook de bazen, dezer werk huizen en leerlingen bezoeken. Met dezen betrekkelijk jongen dienst van het ministerie van nijverheid en arbeid werd het ambt der ambachten en t neringen belast. Aan het hoofd hiervan staat de heer Mommaert, algemeen be stuurder, aan wien aanvragen om inlich tingen kunnen toegezonden worden. In verschillende steden, als Brugge, Roeselare, Verviers, enz., hebben deze secretariaten reeds vruchten afgewor pen. Het is hoogst wenscholijk dat er hier in onze stad van Aalst ook dergelijk secretariaat worde gesticht. De mensch is de gunsteling der natuur, maar niet in dien zin, dat de natuur alles voor hem gedaan heeft, maar zoo dat zij hem de macht verleend heeft alles voor zichzelven te doen. By dezo woorden, die eren stellig wer den uitgesproken, alsof het eene reken kundige formuul gold, kregen de meeste aanwezigen het kiekenvleesch. Niemand sprak en aller blikken rustten ontsteld op de kleine zenuwachtige ge stalte, die 't lot van Frankryk beheerschte. Danton alleen behield zijn tegenwoordig heid van geest. Met zyne driftige en dreu nende stem, riep hy Gy zyt dan de duivel in persoon, Robespierre 1 Allen verschrikten en richtton den blik weer op hem. Men bereidde zich op iets verschrikkelijks voor op aller gezichten stond schrik en angst te lezen. Maar Robespierre glimlachte, wel be dachtzaam en hoonend, maar 't was toch een lach. Niemand der aanwezigen had hem ooit zien lachen, het was, alsof deze lach het bloed in de aderen deed stolten. De duivel is ook een god, antwoordde Robespierre maar staken we dit gesprek. Gy hebt my ten eten gevraagd, goed. Ik heb geëten en ga nu weer heen. Als gy lust hebt met my te redetwisten, dan zal ik mij Diet te vergeefs laten uitnoodigen. Ik wensch u dan evenveel strydlust als van daag Gy zult hem kunnen gebruiken. En hiermeê... leef wel. Robespierre boog terloops en vluchtig, bood toen met boersche deftigheid zynen arm aan Léonore Duplay en verbet met haar de kamer. Het pynlyke van dit voorval werd nog Het Komiteit van de i,u afdeeling wan het Congres (Godsdienst en Liefdadig heid) vergaderde Maandag te Brussel onder 't voorzitterschap van den E. P. De Bruyn,van Antwerpen.M. de Bavay, voorzitter, te Sint Niklaas weerhouden zynde door het Congres der Kleine Burgerij. Er werdt beslist twee onder-afdeelin- gen te vormen de oerste zal zich bezig houden mot de Patronagen, Werkmans kringen, Retretten voor heeren en werklieden,Kringen van Godsdienstleer, Broederschappen van het H.Sakrament, Anti-alcoolism, Parochiale inrichting, Catechismus. Het vraagstuk der Patronagen en der Retretten zullen tot besprekingen van het grootste belang aanleiding geven. In de 2de onder-afdeeling, bedraagt het dagorde het Werk der Vlaamsche vergroot, toen onmiddellijk ook Lebas met zijne vrouw, St-Just en Couthon de eetzaal verlieten. Er heerschte eene drukkende stilte onder de achterblijvers. De laatste woorden van Robespierre verborgen een giftigen angel, eene bedreiging, welke duidelijk bewees, dat het uit was met de vriendschap tusschen de hoofden der Revo lutie. Danton verbrak het eerst het stilzwygen. Hij hief met trotschen overmoed zyn glas op en zegde luid - Hy is gek, laten wij ons aan hem niet storen. Drinkt, vrienden en laat ons vroolijk zyn, zoolang de dag duurt. Wie weet, hoe gauw het nacht wordt, drinkt Leve, wat wy beminnen Men klonk ook, men klonk om den spreker te bebeven, maar eene sombere stemming, bleef onder de feestelingen, zoodat men bly was, toen men van tafel kon opstaan. Van verschillende zyden raadde men nu Danton aan, deze aangelegenheid niet tot het uiterste te drijven, en de breuk met Robespierre niet volledig te maken. Men gaf hem te verstaan, dat hij de Conventie en het stadhuis voor eemgen tyd moest my den, totdat de eerste en grootste opge wondenheid wat bedaard was. Anderen gingen nog verder en drongen er op aan, dat hij op zijne veiligheid bedaebt zou zijn, spraken zelfs van eene vlucht naar het buitenland. Danton was veel te opgewonden, om Werklieden in Frankrijk, de Bedevaar ten, de menigvuldige Communiën, liet Werk van St-Franciscus Regis (huwe lijk der behoeftigen). De E. P. Vermeersch heeft een merk- weerdig verslag opgemaaKt betrekkelijk het neo-paganism in de huidige samen leving. Stippen wij terloop nog aan tusschen de vraagpunten, die in de afdeeling zul len besproken worden de militaire Missen, de Vereenigingen der H. Fami lie, het Tweegevecht, de Derde-Orde. Onnoodig te zeggen dat de kwestie der Schoolsoep behandeld door M. Georges Van den Bossche, en de inrich ting der - Liefdadigheid door Raads heer de Bavay, een bijzonder belang zullen verwekken. Mgr Van Roey, groot-vicaris, zal de l'te afdeeling, en de Heer de Bavay de 2d* afdeeling voorzitten. Er wordt herinnerd dat om deel te nemen aan het Congres het voldoende is zijne bijtreding te zenden aan M. Valentyc Brifaut, Stassartstraat, 131, te Brussel. Wij nemen onze schaar en knippen uit 't orgaan der liberale firma Vijf Ezels en O", een schrijven van M. Rens, onzen rood- blauwen Volksverte genwoordiger, over de legerkwestie. M. Rens is geenszins voor het stelsel een man per huisgezin n 't welk aan de liberalen niet de minste voldoening geven kan M. Rens is ook niet voor 't behoud der wet van 1902 op 't vrywilligers- schap M. Rens wilt de afschaffing der plaatsvervanging. M. Rens wil alleen, namelijk, iets waar al de liberalen, volgens hem, over 't akkoord zyn de toepassing der princiepen van rechtveerdigheid en gelijkheid. Nu, wat die princiepen van recht veerdigheid en gelijkheid zijn, daar zegt M. Rons geen gebenedijd woordje over. M. Rens durft het zeker niet zeggen omdat die bedoelde princiepen niots anders zijn dan het alleman soldaat... Ziedaar dat is het en M. Rens is plat- broek genoeg om het niet vlak af te durven zeggen en waarom Omdat hjj weet dat lal van zyne liberale kiezers aan het alleman soldaat vijandig zijn, 't gene onze militaire lasten zoo zeer zou verzwaren dat wij er zouden onder bezwijken. Het militarism en de werkloosheid. In Üuitschland zijn er ruim een mil lioen werkloozen, 'tis to zeggen, men schen diode gelegenheid niet vinden om het stuk dagelyksch brood te verdienen. Dat is het lot van de militarische landen. rustig te kunnen overleggen. Hy roemde op zijne onverschrokkenheid en riep zeer luid Aan Danton waagt zich de sluiper niet, gelooft mij, vrienden Danton durft hy niet aan. Het zou zijn ondergang zijn. De Dantonisten zijn geene Girondijnen. Ik heb myne aanhangers onder het volk, by de bergpartij in de Jacobijnenclub. Aan Danton waagt hy zich niet. Burgeres Laurac trad hem op zyde en leidde bemin eene venstern is. Gy bedriegt u, burger Danton, zegde zij ernstig en kalm,als gij meent dat Robes pierre u niet aandurft. Ik verzeker u, dat hy geen bloodaard is. Houd hem voor hetgeen gy wilt, maar een lafaard is hy niet. En als hy het doet, wat dan Ik ben even machtig als hy. Laat hem maar komen. De verstandige vrouw zag hem door dringend aan. Daarna zegde ze met eigon- aardigen nadruk, die Danton ondanks zijnen toorn opviel. Ik weetniet, burger Danton, in hoe verre gij reden hebt, zekere openbaringen van Robespierro al dan niet te vreezen, maar dit weet ik, dat hy op de redenaars tribuun, in zijn bekenden geestdriff voorde deugd, van eene mug een olifant lean ma ken en dat bij soms misdaad ontdekt, waar wij enkel fijne berekeningen meenen te zien. Wees daarom verstandig en wijk uit, loolang het nog tijd is. MOORSEL. Wij verzoe ken onze vrienden zoo wel willend le zijn de petitie te ondorteekenen die hun een dezer dagen zal aangeboden wordeu. Het betreft het militarism watiu te toornen.. De heeren militaristen stellen immers voor, jaarlijks een derde meer soldaten binnen te roepen. Daar zulks zeer noodlottig zou zyn voor vele huisgezinnen, alsook eene schromelijke geldverspilling, twijfelen wij niet of do petitie zal met honderden handteekens bekleed zijn. Het Comiteit. De militaire kwestie. De «Vlaam sche Katholieke Wacht van Boi'ger- hout hoeft de volgendedagorde gestemd 1. Zij verklaart getrouw te bly ven aan het program der Meeliugpartij en aan de leuze: «Niemand gedwongen soldaat 2. Verlangt ernstig en degelijke toe passing der wot van 1902, on aanmoe diging der vrijwilligers 3. Hoopt dat do Antwerpsche geko zenen de overeenkomst met hunne kiezers getrouw zullen naleven en hard nekkig elke vermeerdering in man schappen of in lasten zullen bestrijden. Le Bien Public die het stelsel een man per huisgezin n heeft uitgevonden en vooruitgezet, schrijft Laat ons niet vergeten dat de vry- willigersschap tot op dezen dag niet afdoende is beschermd geworden. Dat men, vooraleer te verzaken aan de hulp bronnen welke zy kan verschaflen, er eenerechlzinnige proefneming mede doe, wijs belegd en van genoegzamen langen duur. Niet alleen zal ze dan toelaten de ledige plaatsen aan te vullen, maar ze zal toelaton, zooals de wetgeving van 1902 het hoopte, de lichting te vermin deren. n Dus onze groote Gentsche Confrater bekent dat men de wel van 1902 aan hooger militair hand heeft gedwars boomd, dat ze niet eerlijk werd toege past... Waarom dan geene nieuwe proef mits eerlijke toepassing Men beweert dat een vrywilïigers- leger in België onmogelijk is, T is wel mogelijk in Engeland, een oorlogvoe rende natie, en België niet.In Engeland beslaat er eene landweer samengesteld uit vrijwilligers die zich voor drij jaren verbinden en jaarlijks 14 dagen groote manoeuvers doen in 't eene of 't ander kamp. Ze worden fr. 1.25 daags betaald Loven reiskosten en voedsel. Engeland telt heden 200,000 land weermannen en zal er weldra 300,000 tellen. Een vrijwilligersleger is dus zoo on mogelijk niet, wat Engeland kan ver wezenlijken, kunnen anderen ook Gy raadt my ook aan te vluchten Voor hem vluchten Burgeres Laurac drong nog dieper in de nis en fluisterde nog zachter en geheim zinniger Luister nu, burger Danton, want ik beoog uw welzijn. Gij zijt voldoende met mijne familiebetrekkingen bekend, om te weten of te vermoeden, dat ik verwant ben aan den gevangen burger Roland de la Tour des Meaux. Het kan u dus niet ver wonderen, dat ik aanzocht ben, u voor zijne vrijlating do som van honderd duizend frank in goud aan te bieden... Burgeres viel Danton uit. Och, burger Danton, hoor mij aan, tot ik uitgesproken heb. Honderd duizend frank is eene schoone som en gij kunt daar mee met uwe jonge vrouw over de Fran sche grenzen een plezierig leven leiden. Na al het bloedige en hartstochtelijke gedrijf in Parys, waarvan het einde nog niet te voorzien is en dat juist nu voor u liet moei lijkste gaat worden, moot toch eene villa aan den Ryn of in het schoone Italië voor u aantrekkelijk zijn Neen. Of vreest gii een onrecht te bedrijven. Gy kent toch het proces tegen burger Ro land en moet dus als een man met gezond oordeel erkennen, dat het geen onrecht is, hem vrij te laten, maar veoleer eene daad om een onrecht goed te maken (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1