Zondag 12 September 1909 5 centiemen per nummer 648te Jaar 4188 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Algemeen Stemrecht GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. DE GRANEN. CLAUDE MICHON Katholieke Ouders Kroning van 0. L. Vr. van Averbode. Zondagrust. Katholiek Congres. DITJES en DATJES. DE DENDERBODE Dit iilad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Gooisens, Korte Zoutstraat, Nr 31 en in alle Postkantoren des Lands. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. i-00 Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelat,ll Sept. 1909. Moest men de voorstaanders van dit kiesstelsel gelooveu dan zou het den openbaren vrede en de welvaart te weeg brengen. Nu om te onderzoeken of dit wel de waarheid is, hoeft men slechts de zaken na te gaan in de landen waar het in den breedsten vorm bestaat. Wat zijn de gevolgen ervan in Frank rijk waar het gansche volk tot de kies- bus, tot de politieke strijden is geroepen? Het recht van vereeniging en dit van vergadering zijn er besnoeid geworden; De vrijheid van onderwijs is er om zoo te zeggen afgeschaft Het recht van eigendom is er gedeel telijk afgeschaft, getuigen den roof der kerk- en kloostergoederen. Dit bewijst onbetwistbaar dat de uit slagen van hot A. S. nadeelig zijn aan de vrijheid... Maar zijn de toestanden der arbei dende klassen door het A. S. in Frank rijk verbeterd Zijn de werkstakingen er onbekend Heerscht de vrede er voortdurend Geenszins Welk voordeel heeft de algemeenheid des volks, de massa, door het A. S. ge noten Zijn de menschen er door gelukkiger, vredelievender, meer te vrede over hun lot geworden Klaagt men min over slechten tijd in de landen waar het A. S. in voege is Helaas! neen, 'tis er integendeel ver slecht, omdat do onderste lagen der samenleving naar boven werden ge bracht en, daar er geene teugels bestaan om ze in te toornen, hebben zij naar hunne grillen kunnen handelen. Aldus zijn zy er toegeraakt de overigen te overheerschen en bijzonderlijk dezen die er nochtans belang by hadden er zich tegen te verzetten maar er zich weinig meê bekommerden. Het A. S. bestaat in Frankrijk, maar ontelbaar zijn dezen welke er geen ge bruik van maken, die hun kiesrecht nooit uitoefenen De waarheid is dat de kiesgelykheid door de nijdigheid, de afgunst van heerschzuchtigen is verwekt. Nu, 't volk zou dit moeten begrijpen ja, het zou moeten begrijpen dat zijne baatzuchtige vrienden die het A S. eischen tot zijne ontvoegdiug, tot zyu zoogezegd geluk eenvoudig heersch zuchtigen zijn die zich langs zijne schou ders naar vetbetaalde ambten willen verheffen Maar ongelukkiglijk laten velen zich door schooue beloften van welvaart,van geluk verleiden. Wij besluiten dus dat in die landen waar het A. S. bestaat de middenstanden en de arbeidersklassen er niet gelukki ger, niet welvarender zyn dan elders 1.. Pieter Weihoe, Jaak, ge zijt op uw voordeelge voert al mest naar den akker Jaak. Als het goed is mogen wij geenen dag verliezen. Want de oogst is ten achteren geweest en wij dragen er nu de gevolgen van. Pieter. Inderdaad, 't Is al voor de zaaityd dat ge mest Jaak. Zeker. En 'k heb dit jaar nog al veel zaailand. Ten andere als de prijzen zoo blijven is het graan eene winstgevende vrucht. Pieter. Ik ben van uw gedacht, te meer dat wij thans, door het gebruik van scheikundige meststoffen tot hooge opbrengsten kunnen komen, wat niet het geval was over 50 jaar. Jaak. Ja, maar daar ligt heel de kuoop. Hooge opbrengsten, zegt ge Maar als ge wat veel vet, loopt ge gevaar het graan vroeg te zien vallen. Zie, in de lente had ik mijn tarwe nog eens ferm gebeird en tengevolge van den natten zomer, heb ik meer kwaad dan goed gedaan. Heel de partij lag in den grond alsof men er met den rolblok over gegaan was. Zouden de chimieke vetten 't zelfde nadeel niet hebben Pieter. Volstrekt niet, als ge nen goeden keus doet en ze dan goed ge bruikt. Om kloek graan te winnen, dat in de maat van het mogelijke aan het legeren weerstaat. Ziehier hoe gij te werk gaat Van in den zaaitijd moet gij, by stalmest, scheikundige meststof fen gebruiken, b. v. 50 tot 75 kgr. ammoniaksulfaat, 300 kil. kalksuper- fosfaat en 150 kgr chloorpotasch. In lichte gronden, b. v. in zandgrond, mag chloorpotasch door kaïniet vervangen worden, doch in zware gronden is chloorpotasch te verkiezen. Jaak. Moeten die meststoffen inge werkt worden of bovenop gestrooid worden Pieter. De minerale meststoffen, d. w. z. de superfosfaat en chloorpotasch worden best met het stalmest onderge- ploegd. Het ammoniaksulfaat strooit men op de sneden en men egt ze goed in. Nu, vroeg in het voorjaar, volgens den stand van het gewas, gebruikt men nog 75 tot 100 kgr ammoniaksulfaat als dekvette. Maar 't is altijd aan te raden dan nog eens te eggen of ten minste te rollen, opdat de meststof goed in aanra king zij met den grond. Kon men bij goed weder de voren eens uit doen en de aarde er over werpen, dat ware nog beter. Jaak. Dat wil ik eens beproeven. Ik ga seffens de meststoffen comman- deeren. Maar zet dat eens op een brief- ken, opdat ik mij niet bedriege. Pieter. Volgaarn... Ziedaar WILLIAM. Episode uit de Fransche (Revolutie 21e vervolg. Waarom dan, vroeg hy zich in deze stemming af, kan de verstandigste man ook niet eens naar onzin gaan luisteren Heeft Marat het ook niet gedaan Hebben duizenden anderen het niet eveneens ge daan Doet het pyn, eens eene dwaasheid aan te hooren Kan men daaruit niets leeren Ongetwijfeld men kan uit alle levensomstandigheden leeren, men moet ze evenwel op de juiste weerde schatten. Gedurig zweefde hem het lot van Marat voor den geest. Robespierre was van jongs af wantrouwend en hy werd het nog meer, naarmate hy in macht toenam en meer invloed kreeg. Hy wilde op zyne hoede zyn. Mad. Tallien had gelyk, hy was het verplicht. Wat ging het hem aan, hoe Mad. Théot aan die wetenschap kwam Volgens talrijke uitkomsten had zy toch bewezen wel iets van de toekomst te weten. Verklaarbaar of niet, begrynelyk of onbe- grypelyk, toevallig of niet, er was in elk geval iets van aan. Waarom dus niet Het was reeds donker geworden, Léonore terugkwam. Zy bracht het 51 f in, toen het ant- I woord, dat burger Robespierre op ieder uur zeer welkom was en dat hij haar heden avond ongestoord kon spreken. Zij zou nie mand, behalve hem ontvangen. Wie is er thuis vroeg Robespierre aan het meisje. Myn vader en St-Just, antwoordde Léonore. Ja, burger Robespierre. Goed. Zorg voor een rijtuig en laat het op my wachten. Het huis van burgeres Katharina Théot, was als 't ware voor haar bedrijf gebouwd. Het benedengedeelte was dag en nacht donker, of zij moest bezoek afwachten. Niemand waagde het,zonder begeleiding in de labyrintische gangen te dringen. Een der kleine benedenkamers was tiaar gewoon verblijf, maar voorname bezoekers bracht zy boven,waar het luchtiger en rijker was. Beneden werd elke bezoeker onplezierig gestemd door vertrekjes, die slechts spaar zaam met keersen verlicht waren, waarin allerlei doodc dieren waren opgezet, soms in dreigende houdingen, waar oude bogen en pijlen aan den muur hingen, waar glim mende doodshoofden en soortgelyke dingen lagen opgestapeld. Boven werd op de verbeeldingskracht gewerkt door groote verrekijkers en op tische werktuigen door merkweerdige spiegels, door schermen en allerhande humbug. Gy, welke geroepen zijt om de school te verkiezen aan dewelke gij, de opvoe ding en 't onderwijs uwer kinders gaat toevertrouwen leest het volgende en overweegt Wie beeft dat gezegd Ik smeek iederen huisvader eene nakomelingschap te vormen, die het Evangelie kent. en zelf de groote waar heden, in dit verheven boek geleerd, te overwegen en ze in de hersens zijner kinderen in te prenten Wie heeft dat gezegd Voltaire. De eerste allernoodzakelijkste kennis voor de jonkheid is de godsdienst, eenige grondslag der zedenleer. Wie heeft dat gezegd Diderot. Voedt voor ons uwe dochters op als geloovigen en niet als redeneersters. Wie heeft dat gezegd Napoleon I. Meerder onderwijs maakt geenszins de zedelijkheid beter. Niet het onder wijs, maar de Godsdienst maakt den mensch zedelijk. Het Christendom moet de grondslag zijn van het volksonder wijs. Het onderwys moet christelijk zyn. De openbare school is een heiligdom, waaruit de Godsdienst niet mag geban nen worden. De godsdienstige beginselen zyn dui zendmaal noodzakelijker voor de volken dan de burgerlijke wetboeken en de politieke instellingen. Wie heeft dat gezegd Victor Cousin, Het lager onderwijs, om waarlyk goed te zyn, moet innig godsdienstig wezen. Wie heeft dat gezegd Guizot. De onwetendheid is beter dan eene slechte geleerdheid. Daarom verlang ik oprecht, en om meer te zeggen, vurig, dat het onderwijs godsdienstig zij. Wie heeft dat gezegd?—Victor Hugo. De grootste ramp voor eenen Staat is, dat God niet gekend wordtden Gods dienst ondermijnen is, den grondslag van de samenleving vernietigen. Wie heeft dat gezegd Plato. Nooit heeft er een volk bestaan, dat den Godsdienst niet ten grondslag had. Wie heeft dat gezegd?—J.J. Rousseau. De liberalen dus, dio de school en den Staat zonder Godsdienst willen, zijn goddeloozer (of is het domheid dan Voltaire, Diderot, J. J. Rousseau, enz. Wie heeft dat gezegd Ik, ant- woord i onze Confrater De Qazet van Kortrijk wy ook en duizenden met ons Wy lezen in den Bode van O. L. Vr. van 't H. Hart, van Averbode, dat het Z. H. den Paus behaagd heeft, door een eigenhandig schryven aan Zyne Emi nentie den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen de macht te verleenen, in 's Pausen naam plechtig te kronen het beeld van O. L. Vr. van 't H. Hart, dat in de Abdijkerk van Averbode vereerd wordt. Van 's middags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 12 September 1909, M. BONNER, Bis schopstraat. Hij, die voor het eerst deze kamer be trad, kreeg door deze voorwerpen den indruk, dat hier groote wanorde heerschte, maar hy vatte dan de bedoeling niet. Eerst wanneer men meermalen hier kwam en dan nog zeer merkzaam was, merkte men, dat de spiegels met eene fijne berekening ware* geplaatst, zoodat het mogelijk werd personen gade te slaan, zonder dat de onin gewijde er iets van bemerkte. Burgeres Théot zat beneden in haar ge woon vertrek, midden tusschen oude been deren, vleermuizen en uilen, toen zy in de anders stille straat een rytuig hoorde aan komen, dai voor baar huis stil hield. Onmiddellijk daarop klopte men, mis schien volgens eene afgesproke wyze, op de deur en burgeres Théot stond op om open te doen. Eene dame geheel in 't zwart en met een dichte sluier voor het gelaat stond voor haar. Zijt gij het, burgeres Tallien Ik ben het. Gy hebt my laten roepen, burgeres. Ja, kom gauw binnen. Hy kan elk oogenblik hier zijn. Zend uw rytuig weg. Wie kan elk oogenblik hier zyn Wie anders dan Robespierre I Inderdaad vroeg burgeres Tallien zeer opgewonden. De oude Théot knikte. Daarop wenkte zij den koetsier, dat hy zou wegrijden en sloeg de deur achter Madame Tallien weer toe. Averbode is een klein plaatsje, een gehucht, dat vóór weinige jaren bijna niet bekend was dan door eenige kunst liefhebbers, welke de aloude abdij der Norbertijnen of Promonstratenzers be zochten, om er de oudheden te bezich tigen of het prachtige orgel te hooren, dat als een der voornaamste, zoo niet als het voornaamste, van België geroemd wordt. Voor 32 jaren werd in de Abdijkerk plechtig het beeld gewijd van O. L. Vr. van 'tH. Hart en de Broederschap inge steld onder dienzelfden naam, welke Broederschap reeds in 1885 tot Aarts broederschap werd verheven. Sedert is Averbode geker.d heel België dóór. Het tijdschrift der Aartsbroeder schap, wekelijks in twee talen op hon derdduizend exemplaren getrokken, welk godsdienstig, of liever welk 'tijd schrift mag op zulk getal roemen verkondigt wekelijks den naam van O. L. Vrouw en van het liefelijk oord waar zij haren zetel heeft opgeslagen. Want Averbode, gelegen op een heuvel en door het Demerdal gescheiden van Scherpen heuvel, is een plaats, die het oog des pelgrims bekoort en de harten der biddenden aangenaam aandoet. Eene buitengewone gunst van Z. H. Pius X. staat thans de kroning toe, na 32-jarige vereering van het beeld. Die buitengewone gunst zal dan ook het volgend jaar, wanneer de kroning zal plaats hebben, op eene buitengewone wijze gevierd worden. De feestelijk heden, zegt de Bodezullen die der steden by dergelijke gelegenheden evouareD De Generaal der PremonstratenzerOrde! welke in Oostenrijk verblijft, alsmede vele waardigheidsbekleders der Kerk, hebben reeds hunne tegenwoordigheid beloofd en wanneer men dan rekent het leger geabonneerde» (100,000), ijve- raars van het werk (meer dan 10,000) en leden der Aartsbroederschap (meer dan 700,000), dan kan men zich een denkbeeld vormen van hetgeen die plechtigheden het volgend jaar zullen wezen. Moge zij strekken tot meerdere eer Gods en zijner Lieve Moeder en tot wel zyn van ons dierbaar Komt te verschijnen ALMANAK van AFFLIGEM voor het jaar Onzes Heeren 1910. Prijs 30 centiemen. Te verkrijgen ten Bureele van De Denderbode. Mechelen 23-26 September 1909. (o)— Onze lezers weten dat de inrichters eene bijzondere afdeeling voor de vrou welijke werken, onder het Voorzitter schap van den Eerwaarden Heer Van Langermeersch, aan de 2' afdeeling van het Congres bijgevoegd hebben. Deze werken zijn in drie groepen ver deeld de godsdienstige werken, onder het Voorzitterschap van den heer Ka nunnik Gharlier, Algemeene Vicaris te Namen Ondervoorzitsters MM. de Markgravin du Chasleleer en de Gravin Eugeeu d'Oultremont. De liefdadige werken, onder het Voorzitterschap van Mgr. Pieraerts. MM. de Gravin Lode- wyk de Merode en Vermeulen de Mia- noyo, hebben het Ondervoorzitterschap aanvaard. De Maatschappelijke en huis houdkundige werken, bestaande uit eene Vlaamsche en Fransche afdeeling. Aan het hoofd der eerste bevind zich den Eerwaarden Heer Van Langer- meersch, alsook MM. de Gravin John d'Oultremont en de Barones Nicaise. De tweede zal'door den Eerwaarde Heer Karsseleers, Pastoor van St-Eligius te Antwerpen, voorgezeten wordon. De Ondervoorzitsters zijn MM. de Vreese en Roosenbroeck. Het programma van deze verschillige afdeelingen bevat al de werken die het huishondkundig, zedelijk en godsdiens tig lot van de Belgische vrouw aanbe langen. Menigvuldige verslagen zijn voor de volgende onderwerpen aangekondigd Eerste afdeeling. Christelijke werken. Werken der retraiten voor vrouwen Christelijke leeringswerkenwerken tot het H Sakrament dos Altaars behoo- rend Godsdienstige vereenigingen. Vrouwelyke afdeeling. Tweede afdeeling. Liefdadige werken. Kalvarieswerken werken der Damen van Liefdadigheid en Barmhartigheid patroonschappen, huwelijkswerken, werken der arme weezen werken dei- foorkramers internationale werken voor het beschermen van het jonge meisje werken der logementen voor werkvrouwen opvoeding voorzienig heid plaatsing; werk der Heilige Francisca Romana eene werkbeurs voor vrouwen; vereeniging; vrouwen werken verzedelijking. Gelief het bedrag uwer bijtreding per postmandaat of postzegels aan den heer Valentyn BrifautSchrijver, 151, Stas- sartstraat, (Stephaniaplaats), Brussel, te doen geworden. Zij bracht hare bezoekster onmiddellyk naar boven. Gij gelooft dus waarlijk, begon weer de opgewonden en ongeduldige Mad. Tal lien, maar de oude vrouw onderbrak haar door kort en met nadruk te zeggen Wees stil. Wy hebben misschien nog maar eenige minuten tyd en die moeten wy benuttigen om de noodige aanwyzingen te doen. Gy neemt dus plaats, achter dat gordijn, burgeres. Daar staat een stoel, waarop gy gaat zitten. Zoolang het onder houd duurt, verroert gjj u niet. Verstaan Maar gy hadt mij toch beloofd, dat ik hem zou kunnen zien, zonder dat hij mij... Wees nu stil, zeg ik u. Hy komt op dezen stoel te zitten en wanneer gy van uwe schuilplaats uit in dien spiegel ziet, die daar ginder links in dien hoek hangt! dan kunt gy zyn beeld zien, zonder dat hy het zelf kan zien, ja zelfs maar vermoeden kan, dat hy gadegeslagen wordt. Ga nu zitten, burgeres, daar staat nw stoel. Maar... Houd u stil. Ik doe het licht uit. De kamers moeten in het donker liggen, ;.ls hy komt. Hy kan anders op vermoedens komen, die my niet bevallen. Hiermeê werd alles rondom Mad. Tallien in het donker gehuld. Nog eens nu, burgeres Tallien, gij begrypt,dat wy een gevaarlyk spel spelen. Wees dus voorzichtig. Verraad ons niet. Maak niet het minste gedruisch, zoolang hy hier is. Verroer u niet. Goed begrepen, burgeres Wees zonder zorg, klonk het achter het scherm. Er verliep een geruime tijd. Het geduld van de schoone, maar wraakzuchtige Mad. Tallien werd op eene harde proef gesteld, daar elke minuut haar wel eene eeu' wigheid scheen in deze zwygende duis ternis. Hij zal niet komen, mompelde zij ein delijk. Hij zal vandaag niet komen. Een rijtuig naderde Onmiddellijk daarop werd er geklopt. Daar is hy, hoorde Mad. Tallien de waarzegster zeggen. In volslagen duisternis ging de oude vrouw den hoekigen trap af. Zij kon dit gerust doen, want zy kende iedere trede. Beneden gekomen ontstak zij licht en deed open. Rebesnierre trad binnen. Hy was alleen. Hij hield ééne hand in den zak, waar een pistool in stak. Kent gij my nog, burgeres Théot vroeg hij. Wie zou u niet kennen, burger Ro bespierre Het is reeds lang geleden, sedert wy elkaar ontmoetten. Ruim een jaar, burger. Weet gy nog, wanneer gij voor 't laatst hier waart Het was den 12 November 1792. Den vol genden dag hield gij uwe beroemde rede voering tegen Louis Capet. Aspiranten. Zee vaartofficieren. L'Asso- cialion Maritime Beige van Antwerpen herinnert ons dat de toekom stige aannemingsexamen voor het Bel gisch schoolschip op 27 September zullen plaats hebben. Deinschry vingen kunnen nog dagelijks genomen worden. Trouwen is geen kinderspel. Eenige meisjes die reeds 25 lenten over hun hoofd hebben zien vliegon, zonder dat ze Jan van Pas, hunnen verkoren bruidegom, op hunnen levensweg ont moeten, schijnen er ongerust in te wor den en ze vragen wanneer een meisje in St-Annaschappraai zou gaan Om aan hun verlangen te voldoen hebben wij die kwestie, die niet zoo ge makkelijk op te lossen is, diep onder zocht en de statistieken geraadpleegd in alle geval, op dien ouderdom is er nog volstrekt geen gevaar. Want na 25 jaar begint men eerst voorgoed verstand te krijgen. In vele landen, in Duitsch- land en in Frankrijk vooral, zijn de huwelijken in den laatsten tijd zeer aan 't verminderen, in ons land gelukkiglijk is zulks het geval nog niet. Want in 1830 waren er in België maar 6 huwelijken per jaar op 1000 in woners en nu zijn er 16. De meening, dat een meisje van 25 jaar reeds in Sint-Anna's schappraai zou zitten, wordt door de statistieken stellig gelogenstraft, en wij vinden dit vonnis ook nergens beschreven. In 1900 stapten in het huwelijks bootje 1191 meisjes beneden de 18 jaar, 9768 van 18 tot 22 jaar. De hoogste cij fers komen van 22 tot 21 jaar, van wie er 20,490 en die van 25 tot 30 jaar, van wie er 14,427 in den echt traden, Tot dan toe is er, zooals men ziet, nog kans genoeg, maar dan beginnen ze langzaam te verminderen. Zonder echter het feit te waarborgen, denken wij dat hier de Sint Anna's schappraai begint, toch dient men dnar- om niet te wanhopen, want de schap praai wordt niet vast gesloten, om de verstokte jongmans later nog een kansje te geven De mannen wachten het gewoonlijk veel langer tijd af dan de vrouwen, zoo vinden wij dat in 19001125 mannen van de 50 tot60 jaar in den echt traden. In allen ouderdom wordt er getrouwd zelfs 3 die boven de 80 waren, waagden het nog van eene levensgezellin te nemen. Meer dan ooit blijft het waar dat men nooit mag wanhopen, hoe langer men wil wachten, hoe meer zich de waar heid van het spreekwoord bevestigt, dat trouwen geen kinderspel is. Zij waren aan den trap gekomen, die in *t duister voor hen lag. Robespierre hield nog steeds de hand in den zak. Spreek daar niet over, burgeres. Dat is voorbij. Ga, als 't u belieft, voor. Zij klommen naar boven. Heb ik u toen niet juist voorspeld Het is genoeg, burgeres. Laat dat rusten. Als ge my toen wat voorgelogen hadt, dan zou ik vandaag niet hier zijn. Gij moet my heden meer zeggen, dan toen. Wat verlangt gij toch te weten Mijn lot. Ik wil weten, wat uwe kunst mij voorspelt. Ik voel iets van Wal- lenstein in mij Ik geloof my ook afhanke lijk van de sterren. De sterren wenken ons toe zegde nu de oude ietwat geheimzinnig. De mens :h is in 't heelal als een veer in den wind. In de sterren staat ons lot beschreven van den eersten tot den laatsten dag. Maak nu niet zooveel omslag, burge res Théot, maar zeg mij wat gy meent of meent te weten. Ga daar zitten, burger, antwoordde de oude kortaf. Robespierre gehoorzaamde en zag op merkzaam toe, toen de oude nog enkele keersen aanstak en deze eigenaardig op verschillende plaatsen zette. Wilt gy, dat ik den horoscoop vcor u trek Gy moet mij zeggen, wat gy weet. Goed. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1909 | | pagina 1