Zondag 12 September 1909
5 centiemen per nummer
648te Jaar 4188
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Algemeen Stemrecht
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
DE GRANEN.
CLAUDE MICHON
Katholieke Ouders
Kroning van 0. L. Vr.
van Averbode.
Zondagrust.
Katholiek Congres.
DITJES en DATJES.
DE DENDERBODE
Dit iilad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Gooisens, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. i-00 Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aelat,ll Sept. 1909.
Moest men de voorstaanders van dit
kiesstelsel gelooveu dan zou het den
openbaren vrede en de welvaart te weeg
brengen.
Nu om te onderzoeken of dit wel de
waarheid is, hoeft men slechts de zaken
na te gaan in de landen waar het in den
breedsten vorm bestaat.
Wat zijn de gevolgen ervan in Frank
rijk waar het gansche volk tot de kies-
bus, tot de politieke strijden is geroepen?
Het recht van vereeniging en dit van
vergadering zijn er besnoeid geworden;
De vrijheid van onderwijs is er om
zoo te zeggen afgeschaft
Het recht van eigendom is er gedeel
telijk afgeschaft, getuigen den roof der
kerk- en kloostergoederen.
Dit bewijst onbetwistbaar dat de uit
slagen van hot A. S. nadeelig zijn aan de
vrijheid...
Maar zijn de toestanden der arbei
dende klassen door het A. S. in Frank
rijk verbeterd
Zijn de werkstakingen er onbekend
Heerscht de vrede er voortdurend
Geenszins
Welk voordeel heeft de algemeenheid
des volks, de massa, door het A. S. ge
noten
Zijn de menschen er door gelukkiger,
vredelievender, meer te vrede over hun
lot geworden
Klaagt men min over slechten tijd in
de landen waar het A. S. in voege is
Helaas! neen, 'tis er integendeel ver
slecht, omdat do onderste lagen der
samenleving naar boven werden ge
bracht en, daar er geene teugels bestaan
om ze in te toornen, hebben zij naar
hunne grillen kunnen handelen.
Aldus zijn zy er toegeraakt de overigen
te overheerschen en bijzonderlijk dezen
die er nochtans belang by hadden er
zich tegen te verzetten maar er zich
weinig meê bekommerden.
Het A. S. bestaat in Frankrijk, maar
ontelbaar zijn dezen welke er geen ge
bruik van maken, die hun kiesrecht
nooit uitoefenen
De waarheid is dat de kiesgelykheid
door de nijdigheid, de afgunst van
heerschzuchtigen is verwekt.
Nu, 't volk zou dit moeten begrijpen
ja, het zou moeten begrijpen dat zijne
baatzuchtige vrienden die het A S.
eischen tot zijne ontvoegdiug, tot zyu
zoogezegd geluk eenvoudig heersch
zuchtigen zijn die zich langs zijne schou
ders naar vetbetaalde ambten willen
verheffen
Maar ongelukkiglijk laten velen zich
door schooue beloften van welvaart,van
geluk verleiden.
Wij besluiten dus dat in die landen
waar het A. S. bestaat de middenstanden
en de arbeidersklassen er niet gelukki
ger, niet welvarender zyn dan elders 1..
Pieter Weihoe, Jaak, ge zijt op
uw voordeelge voert al mest naar den
akker
Jaak. Als het goed is mogen wij
geenen dag verliezen. Want de oogst is
ten achteren geweest en wij dragen er
nu de gevolgen van.
Pieter. Inderdaad, 't Is al voor de
zaaityd dat ge mest
Jaak. Zeker. En 'k heb dit jaar
nog al veel zaailand. Ten andere als de
prijzen zoo blijven is het graan eene
winstgevende vrucht.
Pieter. Ik ben van uw gedacht, te
meer dat wij thans, door het gebruik
van scheikundige meststoffen tot hooge
opbrengsten kunnen komen, wat niet
het geval was over 50 jaar.
Jaak. Ja, maar daar ligt heel de
kuoop. Hooge opbrengsten, zegt ge
Maar als ge wat veel vet, loopt ge
gevaar het graan vroeg te zien vallen.
Zie, in de lente had ik mijn tarwe nog
eens ferm gebeird en tengevolge van
den natten zomer, heb ik meer kwaad
dan goed gedaan. Heel de partij lag in
den grond alsof men er met den rolblok
over gegaan was. Zouden de chimieke
vetten 't zelfde nadeel niet hebben
Pieter. Volstrekt niet, als ge nen
goeden keus doet en ze dan goed ge
bruikt. Om kloek graan te winnen, dat
in de maat van het mogelijke aan het
legeren weerstaat. Ziehier hoe gij te
werk gaat Van in den zaaitijd moet
gij, by stalmest, scheikundige meststof
fen gebruiken, b. v. 50 tot 75 kgr.
ammoniaksulfaat, 300 kil. kalksuper-
fosfaat en 150 kgr chloorpotasch. In
lichte gronden, b. v. in zandgrond, mag
chloorpotasch door kaïniet vervangen
worden, doch in zware gronden is
chloorpotasch te verkiezen.
Jaak. Moeten die meststoffen inge
werkt worden of bovenop gestrooid
worden
Pieter. De minerale meststoffen, d.
w. z. de superfosfaat en chloorpotasch
worden best met het stalmest onderge-
ploegd. Het ammoniaksulfaat strooit
men op de sneden en men egt ze goed
in. Nu, vroeg in het voorjaar, volgens
den stand van het gewas, gebruikt men
nog 75 tot 100 kgr ammoniaksulfaat als
dekvette. Maar 't is altijd aan te raden
dan nog eens te eggen of ten minste te
rollen, opdat de meststof goed in aanra
king zij met den grond. Kon men bij
goed weder de voren eens uit doen en
de aarde er over werpen, dat ware nog
beter.
Jaak. Dat wil ik eens beproeven.
Ik ga seffens de meststoffen comman-
deeren. Maar zet dat eens op een brief-
ken, opdat ik mij niet bedriege.
Pieter. Volgaarn... Ziedaar
WILLIAM.
Episode uit de Fransche (Revolutie
21e vervolg.
Waarom dan, vroeg hy zich in deze
stemming af, kan de verstandigste man
ook niet eens naar onzin gaan luisteren
Heeft Marat het ook niet gedaan Hebben
duizenden anderen het niet eveneens ge
daan Doet het pyn, eens eene dwaasheid
aan te hooren Kan men daaruit niets
leeren Ongetwijfeld men kan uit alle
levensomstandigheden leeren, men moet ze
evenwel op de juiste weerde schatten.
Gedurig zweefde hem het lot van Marat
voor den geest. Robespierre was van jongs
af wantrouwend en hy werd het nog meer,
naarmate hy in macht toenam en meer
invloed kreeg. Hy wilde op zyne hoede
zyn.
Mad. Tallien had gelyk, hy was het
verplicht. Wat ging het hem aan, hoe
Mad. Théot aan die wetenschap kwam
Volgens talrijke uitkomsten had zy toch
bewezen wel iets van de toekomst te weten.
Verklaarbaar of niet, begrynelyk of onbe-
grypelyk, toevallig of niet, er was in elk
geval iets van aan. Waarom dus niet
Het was reeds donker geworden,
Léonore terugkwam. Zy bracht het
51 f
in, toen
het ant- I
woord, dat burger Robespierre op ieder
uur zeer welkom was en dat hij haar heden
avond ongestoord kon spreken. Zij zou nie
mand, behalve hem ontvangen.
Wie is er thuis vroeg Robespierre
aan het meisje.
Myn vader en St-Just, antwoordde
Léonore.
Ja, burger Robespierre.
Goed. Zorg voor een rijtuig en laat
het op my wachten.
Het huis van burgeres Katharina Théot,
was als 't ware voor haar bedrijf gebouwd.
Het benedengedeelte was dag en nacht
donker, of zij moest bezoek afwachten.
Niemand waagde het,zonder begeleiding in
de labyrintische gangen te dringen. Een
der kleine benedenkamers was tiaar gewoon
verblijf, maar voorname bezoekers bracht
zy boven,waar het luchtiger en rijker was.
Beneden werd elke bezoeker onplezierig
gestemd door vertrekjes, die slechts spaar
zaam met keersen verlicht waren, waarin
allerlei doodc dieren waren opgezet, soms
in dreigende houdingen, waar oude bogen
en pijlen aan den muur hingen, waar glim
mende doodshoofden en soortgelyke dingen
lagen opgestapeld.
Boven werd op de verbeeldingskracht
gewerkt door groote verrekijkers en op
tische werktuigen door merkweerdige
spiegels, door schermen en allerhande
humbug.
Gy, welke geroepen zijt om de school
te verkiezen aan dewelke gij, de opvoe
ding en 't onderwijs uwer kinders gaat
toevertrouwen leest het volgende en
overweegt
Wie beeft dat gezegd
Ik smeek iederen huisvader eene
nakomelingschap te vormen, die het
Evangelie kent. en zelf de groote waar
heden, in dit verheven boek geleerd, te
overwegen en ze in de hersens zijner
kinderen in te prenten
Wie heeft dat gezegd Voltaire.
De eerste allernoodzakelijkste kennis
voor de jonkheid is de godsdienst, eenige
grondslag der zedenleer.
Wie heeft dat gezegd Diderot.
Voedt voor ons uwe dochters op als
geloovigen en niet als redeneersters.
Wie heeft dat gezegd Napoleon I.
Meerder onderwijs maakt geenszins
de zedelijkheid beter. Niet het onder
wijs, maar de Godsdienst maakt den
mensch zedelijk. Het Christendom moet
de grondslag zijn van het volksonder
wijs.
Het onderwys moet christelijk zyn.
De openbare school is een heiligdom,
waaruit de Godsdienst niet mag geban
nen worden.
De godsdienstige beginselen zyn dui
zendmaal noodzakelijker voor de volken
dan de burgerlijke wetboeken en de
politieke instellingen.
Wie heeft dat gezegd Victor
Cousin,
Het lager onderwijs, om waarlyk
goed te zyn, moet innig godsdienstig
wezen.
Wie heeft dat gezegd Guizot.
De onwetendheid is beter dan eene
slechte geleerdheid. Daarom verlang ik
oprecht, en om meer te zeggen, vurig,
dat het onderwijs godsdienstig zij.
Wie heeft dat gezegd?—Victor Hugo.
De grootste ramp voor eenen Staat is,
dat God niet gekend wordtden Gods
dienst ondermijnen is, den grondslag van
de samenleving vernietigen.
Wie heeft dat gezegd Plato.
Nooit heeft er een volk bestaan, dat
den Godsdienst niet ten grondslag had.
Wie heeft dat gezegd?—J.J. Rousseau.
De liberalen dus, dio de school en den
Staat zonder Godsdienst willen, zijn
goddeloozer (of is het domheid dan
Voltaire, Diderot, J. J. Rousseau, enz.
Wie heeft dat gezegd Ik, ant-
woord i onze Confrater De Qazet van
Kortrijk wy ook en duizenden met
ons
Wy lezen in den Bode van O. L. Vr.
van 't H. Hart, van Averbode, dat het
Z. H. den Paus behaagd heeft, door een
eigenhandig schryven aan Zyne Emi
nentie den Kardinaal-Aartsbisschop van
Mechelen de macht te verleenen, in
's Pausen naam plechtig te kronen het
beeld van O. L. Vr. van 't H. Hart, dat
in de Abdijkerk van Averbode vereerd
wordt.
Van 's middags tot middernacht, eenige
dienstdoende Apotheker, op Zondag 12
September 1909, M. BONNER, Bis
schopstraat.
Hij, die voor het eerst deze kamer be
trad, kreeg door deze voorwerpen den
indruk, dat hier groote wanorde heerschte,
maar hy vatte dan de bedoeling niet. Eerst
wanneer men meermalen hier kwam en
dan nog zeer merkzaam was, merkte men,
dat de spiegels met eene fijne berekening
ware* geplaatst, zoodat het mogelijk werd
personen gade te slaan, zonder dat de onin
gewijde er iets van bemerkte.
Burgeres Théot zat beneden in haar ge
woon vertrek, midden tusschen oude been
deren, vleermuizen en uilen, toen zy in de
anders stille straat een rytuig hoorde aan
komen, dai voor baar huis stil hield.
Onmiddellijk daarop klopte men, mis
schien volgens eene afgesproke wyze, op
de deur en burgeres Théot stond op om
open te doen.
Eene dame geheel in 't zwart en met een
dichte sluier voor het gelaat stond voor
haar.
Zijt gij het, burgeres Tallien
Ik ben het. Gy hebt my laten roepen,
burgeres.
Ja, kom gauw binnen. Hy kan elk
oogenblik hier zijn. Zend uw rytuig weg.
Wie kan elk oogenblik hier zyn
Wie anders dan Robespierre I
Inderdaad vroeg burgeres Tallien
zeer opgewonden.
De oude Théot knikte. Daarop wenkte
zij den koetsier, dat hy zou wegrijden en
sloeg de deur achter Madame Tallien weer
toe.
Averbode is een klein plaatsje, een
gehucht, dat vóór weinige jaren bijna
niet bekend was dan door eenige kunst
liefhebbers, welke de aloude abdij der
Norbertijnen of Promonstratenzers be
zochten, om er de oudheden te bezich
tigen of het prachtige orgel te hooren,
dat als een der voornaamste, zoo niet
als het voornaamste, van België geroemd
wordt.
Voor 32 jaren werd in de Abdijkerk
plechtig het beeld gewijd van O. L. Vr.
van 'tH. Hart en de Broederschap inge
steld onder dienzelfden naam, welke
Broederschap reeds in 1885 tot Aarts
broederschap werd verheven.
Sedert is Averbode geker.d heel België
dóór. Het tijdschrift der Aartsbroeder
schap, wekelijks in twee talen op hon
derdduizend exemplaren getrokken,
welk godsdienstig, of liever welk 'tijd
schrift mag op zulk getal roemen
verkondigt wekelijks den naam van
O. L. Vrouw en van het liefelijk oord
waar zij haren zetel heeft opgeslagen.
Want Averbode, gelegen op een heuvel
en door het Demerdal gescheiden van
Scherpen heuvel, is een plaats, die het
oog des pelgrims bekoort en de harten
der biddenden aangenaam aandoet.
Eene buitengewone gunst van Z. H.
Pius X. staat thans de kroning toe, na
32-jarige vereering van het beeld.
Die buitengewone gunst zal dan ook
het volgend jaar, wanneer de kroning
zal plaats hebben, op eene buitengewone
wijze gevierd worden. De feestelijk
heden, zegt de Bodezullen die der steden
by dergelijke gelegenheden evouareD
De Generaal der PremonstratenzerOrde!
welke in Oostenrijk verblijft, alsmede
vele waardigheidsbekleders der Kerk,
hebben reeds hunne tegenwoordigheid
beloofd en wanneer men dan rekent
het leger geabonneerde» (100,000), ijve-
raars van het werk (meer dan 10,000)
en leden der Aartsbroederschap (meer
dan 700,000), dan kan men zich een
denkbeeld vormen van hetgeen die
plechtigheden het volgend jaar zullen
wezen.
Moge zij strekken tot meerdere eer
Gods en zijner Lieve Moeder en tot wel
zyn van ons dierbaar
Komt te verschijnen
ALMANAK van
AFFLIGEM
voor het jaar Onzes Heeren 1910.
Prijs 30 centiemen. Te verkrijgen
ten Bureele van De Denderbode.
Mechelen 23-26 September 1909.
(o)—
Onze lezers weten dat de inrichters
eene bijzondere afdeeling voor de vrou
welijke werken, onder het Voorzitter
schap van den Eerwaarden Heer Van
Langermeersch, aan de 2' afdeeling van
het Congres bijgevoegd hebben.
Deze werken zijn in drie groepen ver
deeld de godsdienstige werken, onder
het Voorzitterschap van den heer Ka
nunnik Gharlier, Algemeene Vicaris te
Namen Ondervoorzitsters MM. de
Markgravin du Chasleleer en de Gravin
Eugeeu d'Oultremont. De liefdadige
werken, onder het Voorzitterschap van
Mgr. Pieraerts. MM. de Gravin Lode-
wyk de Merode en Vermeulen de Mia-
noyo, hebben het Ondervoorzitterschap
aanvaard. De Maatschappelijke en huis
houdkundige werken, bestaande uit eene
Vlaamsche en Fransche afdeeling.
Aan het hoofd der eerste bevind zich
den Eerwaarden Heer Van Langer-
meersch, alsook MM. de Gravin John
d'Oultremont en de Barones Nicaise.
De tweede zal'door den Eerwaarde
Heer Karsseleers, Pastoor van St-Eligius
te Antwerpen, voorgezeten wordon. De
Ondervoorzitsters zijn MM. de Vreese
en Roosenbroeck.
Het programma van deze verschillige
afdeelingen bevat al de werken die het
huishondkundig, zedelijk en godsdiens
tig lot van de Belgische vrouw aanbe
langen.
Menigvuldige verslagen zijn voor de
volgende onderwerpen aangekondigd
Eerste afdeeling. Christelijke werken.
Werken der retraiten voor vrouwen
Christelijke leeringswerkenwerken
tot het H Sakrament dos Altaars behoo-
rend Godsdienstige vereenigingen.
Vrouwelyke afdeeling.
Tweede afdeeling. Liefdadige werken.
Kalvarieswerken werken der Damen
van Liefdadigheid en Barmhartigheid
patroonschappen, huwelijkswerken,
werken der arme weezen werken dei-
foorkramers internationale werken
voor het beschermen van het jonge
meisje werken der logementen voor
werkvrouwen opvoeding voorzienig
heid plaatsing; werk der Heilige
Francisca Romana eene werkbeurs
voor vrouwen; vereeniging; vrouwen
werken verzedelijking.
Gelief het bedrag uwer bijtreding per
postmandaat of postzegels aan den heer
Valentyn BrifautSchrijver, 151, Stas-
sartstraat, (Stephaniaplaats), Brussel, te
doen geworden.
Zij bracht hare bezoekster onmiddellyk
naar boven.
Gij gelooft dus waarlijk, begon weer
de opgewonden en ongeduldige Mad. Tal
lien, maar de oude vrouw onderbrak haar
door kort en met nadruk te zeggen
Wees stil. Wy hebben misschien nog
maar eenige minuten tyd en die moeten wy
benuttigen om de noodige aanwyzingen te
doen. Gy neemt dus plaats, achter dat
gordijn, burgeres. Daar staat een stoel,
waarop gy gaat zitten. Zoolang het onder
houd duurt, verroert gjj u niet. Verstaan
Maar gy hadt mij toch beloofd, dat
ik hem zou kunnen zien, zonder dat hij
mij...
Wees nu stil, zeg ik u. Hy komt op
dezen stoel te zitten en wanneer gy van
uwe schuilplaats uit in dien spiegel ziet,
die daar ginder links in dien hoek hangt!
dan kunt gy zyn beeld zien, zonder dat hy
het zelf kan zien, ja zelfs maar vermoeden
kan, dat hy gadegeslagen wordt. Ga nu
zitten, burgeres, daar staat nw stoel.
Maar...
Houd u stil. Ik doe het licht uit. De
kamers moeten in het donker liggen, ;.ls
hy komt. Hy kan anders op vermoedens
komen, die my niet bevallen.
Hiermeê werd alles rondom Mad. Tallien
in het donker gehuld.
Nog eens nu, burgeres Tallien, gij
begrypt,dat wy een gevaarlyk spel spelen.
Wees dus voorzichtig. Verraad ons niet.
Maak niet het minste gedruisch, zoolang
hy hier is. Verroer u niet. Goed begrepen,
burgeres
Wees zonder zorg, klonk het achter
het scherm.
Er verliep een geruime tijd. Het geduld
van de schoone, maar wraakzuchtige Mad.
Tallien werd op eene harde proef gesteld,
daar elke minuut haar wel eene eeu'
wigheid scheen in deze zwygende duis
ternis.
Hij zal niet komen, mompelde zij ein
delijk. Hij zal vandaag niet komen.
Een rijtuig naderde Onmiddellijk daarop
werd er geklopt.
Daar is hy, hoorde Mad. Tallien de
waarzegster zeggen.
In volslagen duisternis ging de oude
vrouw den hoekigen trap af. Zij kon dit
gerust doen, want zy kende iedere trede.
Beneden gekomen ontstak zij licht en
deed open.
Rebesnierre trad binnen. Hy was alleen.
Hij hield ééne hand in den zak, waar een
pistool in stak.
Kent gij my nog, burgeres Théot
vroeg hij.
Wie zou u niet kennen, burger Ro
bespierre
Het is reeds lang geleden, sedert wy
elkaar ontmoetten.
Ruim een jaar, burger. Weet gy
nog, wanneer gij voor 't laatst hier waart
Het was den 12 November 1792. Den vol
genden dag hield gij uwe beroemde rede
voering tegen Louis Capet.
Aspiranten. Zee
vaartofficieren. L'Asso-
cialion Maritime Beige van
Antwerpen herinnert ons dat de toekom
stige aannemingsexamen voor het Bel
gisch schoolschip op 27 September zullen
plaats hebben. Deinschry vingen kunnen
nog dagelijks genomen worden.
Trouwen is geen kinderspel.
Eenige meisjes die reeds 25 lenten over
hun hoofd hebben zien vliegon, zonder
dat ze Jan van Pas, hunnen verkoren
bruidegom, op hunnen levensweg ont
moeten, schijnen er ongerust in te wor
den en ze vragen wanneer een meisje
in St-Annaschappraai zou gaan
Om aan hun verlangen te voldoen
hebben wij die kwestie, die niet zoo ge
makkelijk op te lossen is, diep onder
zocht en de statistieken geraadpleegd
in alle geval, op dien ouderdom is er
nog volstrekt geen gevaar. Want na 25
jaar begint men eerst voorgoed verstand
te krijgen. In vele landen, in Duitsch-
land en in Frankrijk vooral, zijn de
huwelijken in den laatsten tijd zeer aan
't verminderen, in ons land gelukkiglijk
is zulks het geval nog niet.
Want in 1830 waren er in België
maar 6 huwelijken per jaar op 1000 in
woners en nu zijn er 16.
De meening, dat een meisje van 25
jaar reeds in Sint-Anna's schappraai zou
zitten, wordt door de statistieken stellig
gelogenstraft, en wij vinden dit vonnis
ook nergens beschreven.
In 1900 stapten in het huwelijks
bootje 1191 meisjes beneden de 18 jaar,
9768 van 18 tot 22 jaar. De hoogste cij
fers komen van 22 tot 21 jaar, van wie
er 20,490 en die van 25 tot 30 jaar, van
wie er 14,427 in den echt traden, Tot
dan toe is er, zooals men ziet, nog kans
genoeg, maar dan beginnen ze langzaam
te verminderen.
Zonder echter het feit te waarborgen,
denken wij dat hier de Sint Anna's
schappraai begint, toch dient men dnar-
om niet te wanhopen, want de schap
praai wordt niet vast gesloten, om de
verstokte jongmans later nog een kansje
te geven
De mannen wachten het gewoonlijk
veel langer tijd af dan de vrouwen, zoo
vinden wij dat in 19001125 mannen van
de 50 tot60 jaar in den echt traden.
In allen ouderdom wordt er getrouwd
zelfs 3 die boven de 80 waren, waagden
het nog van eene levensgezellin te
nemen.
Meer dan ooit blijft het waar dat men
nooit mag wanhopen, hoe langer men
wil wachten, hoe meer zich de waar
heid van het spreekwoord bevestigt, dat
trouwen geen kinderspel is.
Zij waren aan den trap gekomen, die in
*t duister voor hen lag.
Robespierre hield nog steeds de hand in
den zak.
Spreek daar niet over, burgeres. Dat
is voorbij. Ga, als 't u belieft, voor.
Zij klommen naar boven.
Heb ik u toen niet juist voorspeld
Het is genoeg, burgeres. Laat dat
rusten. Als ge my toen wat voorgelogen
hadt, dan zou ik vandaag niet hier zijn. Gij
moet my heden meer zeggen, dan toen.
Wat verlangt gij toch te weten
Mijn lot. Ik wil weten, wat uwe
kunst mij voorspelt. Ik voel iets van Wal-
lenstein in mij Ik geloof my ook afhanke
lijk van de sterren.
De sterren wenken ons toe zegde nu
de oude ietwat geheimzinnig. De mens :h is
in 't heelal als een veer in den wind. In de
sterren staat ons lot beschreven van den
eersten tot den laatsten dag.
Maak nu niet zooveel omslag, burge
res Théot, maar zeg mij wat gy meent of
meent te weten.
Ga daar zitten, burger, antwoordde
de oude kortaf.
Robespierre gehoorzaamde en zag op
merkzaam toe, toen de oude nog enkele
keersen aanstak en deze eigenaardig op
verschillende plaatsen zette.
Wilt gy, dat ik den horoscoop vcor u
trek
Gy moet mij zeggen, wat gy weet.
Goed. (Wordt voortgezet.)