Donderdag !8 November 1909 5 centiemen per nummer 64sle Jaar 4207
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
MOEDERHART!
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
STAD AALST. Opvoeringen der PASSIESPELEN gedurende den aanstaanden Jasten,
op Zondagen 6, 13, 20 en 27 Maart en Maandagen 7, 14, 21, en 28 Maart 1910.
Frankrijk ontvolkt
Over de mieren.
De militaire kwestie.
DERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31
eo in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel - Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3" bladzijde 60 centiemen. - Dikwijls te herbalen bekendmakingen Lij accoord.
- Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CU IQ UK BUUM.
Aelai. lï Mov. 1909.
't Fransche staatsblad l'Officiel
brengt ons ter kennis van den uitslag
der volksoptelling gedurende de eerste
helft van 1009.
Ziehier de vergelijking met 't voor
gaande jaar voor de huwelijken, echt
scheidingen, geboorten en sterften.
1909 1908
Huwelijken 156,294 162,494
Echtscheidingen 6,148 5,605
Geboorten 398,710 411,402
Sterften 426,913 401,894
't Is waarlijk droevig. Het geboorte
cijfer van 1908-1909 vermindert met het
kolossaal getal van 12,692. Het getal
sterften integendeel is met 25,019 ver
meerdert. 't Is de bevolking eenergroole
stad. En hij die wat verder de toekomst
inblikt, zal alras 't verval en do ver
dwijning van dit volk hebben bemerkt.
Hij die wil uitcijferen stelt vast dat na
verloop van 750 jaar geen sterveling
op Franschen bodem meer zal leven.Ja,
nog een 180 jaar en België zal eene
gelijktallige bevolking hebben met
Frankrijk.
Ja, Frankrijk vervalt, sterft uit ge
lijk een verouderde vermolmde boom die
geen levenssap meer krijgt. Zijne le
venskrachten verminderen meer en meer
juist gelijk de afgaande zonne haar
warmtekracht meer en meer verliest,
tot zij eindelijk verdwijnt en de warmte
kracht met haar.
Zoo ook is 't met de levenskracht
eener natie die aan 't zakken is, immer
meer en meer daalt, totdat zij uitgeput
sterft aan gebrek van voortzetting van
haar leven.
Maar aan wat toch dien val dezer
natie toe te wijten
't Is noch de ouderdom der natie,
noch de levensuitgeputheid van dit volk,
maar de oorzaak ligt hier, dat dit volk
om zijne eigene zonden wordt uitgeroeid.
Hier worden Gods woorden waarheid
- Ik zal het volk straffen waardoor het
gezondigd heeft 't Heelt het nage
slacht in zijn opkomend leven uitge
moord en uitgeroeid. Het is aan den
huwelijksphckt te kort gekomeu en
kinderen die moesten tot het leven ko
men, hebben nooit het daglicht mogen
aanschouwen. En dat is 't schelmstuk
der natie, gevolgd van hare natuurlijke
straf.
Zoo straft God de volkeren die zijne
wetten versmaden.
De mieren, evenals de honingbieëa
en andere insecten, leven in gezelschap,
in koloniën bijeen. De mannetjes en de
wijfjes zijn gevleugeld de arbijdsters
ongevleugeld. Alle vrouwelijke mieren
hebben giflklieren sommige soorten
hebben hebben een angel en steken op
de wijze der bieën en wespen.
Gedurende het grootste deel des jaars
vindt men slechts in de mierennesten
arbeidsters, larven en poppen. De voort
telers, mannelijke en vrouwelijke mie
ren komen te voorschijn in den loop
van den Zomer en verdwijnen voor de
intrede van den Winter. Op een schoo-
nen helderen zomerdag vliegen zij in
groot gelal uit. 't Is alsdan dat de be
vruchting plaats heeft. Zijn de wijfjes
eens bevrucht, dan laten zij zich op den
grond vallen, verliezen hunne vleugels
eu worden door de arbeidsters naar het
mierennest overgebracht, waar het eier-
leggen begint.Na eeuigeu tijd gaan dezo
eitjes eerst in larven en dan in poppen
over. Het zijn deze poppen,ten onrechte
door het volk miereneieren genoemd,
welke verzameld worden om als voeder
aan de opgeslotene insectetende vogels
te dienen.
Sommige mierensoorten zijn scha
delijk, andere lastig en onaangenaam,
doch geene enkele nuttig aan den land
bouw.
Ze zijn schadelijk doordien zij den
grond omwoelen, waardoor de wortels
der gewassen losgeraken en niet moer
in voldoende aanrakiDg komen met den
grond. De plant wordt in haren groei
tegengehouden ze kwijnt en sterft
zelfs weg.
Evenals de wespen, brengen zij schaê
toe aan de rijpe boomvruchten ook
vernielen zij weieens de boomstammen
die zij uitknagen.
Verder valt er op te merkeD dat de
mieren de nauwste vriendschapbotrek-
kingen hebben met de groene luizen,
welke zich soms zeer talrijk vertoonen
aan do uiteinde der teedere twijgjes
van roselaars, appelaars en andere ge
wassen. Ze vergasten zich aau het zoete
vocht dat deze laatste uitwerpen. Ze
streelen zelfs de luizen met hunne sprie
ten over het achterlijf om de afzondering
van dit zweet te bevorderen. Meermaals
gebeurt het dat de raiereu de bladluizen
overbrengen op de plautendeeleu welke
zij verkiezen eu waar zij het best ge
dijen. Zijn deze laatste uitgezogen dan
worden zij wederom op andere gezonde
frissche plantendeelen overgebracht. Op
deze wijze verschaffen de mieren het
noodige voedsel aan de schadelijke blad
luizen, zy houden ze in 't leven of ver
lengen het meer dan gewoonlijk en zijn
zij ook de oorzaak dat zij in aantal too-
nemen.
Soms zijn de mieren lastig en onaan
genaam. Dit worden zij door het aan
leggen harer nesten onder de dorpels
van vensters en deuren, onder de vloe
ren van woningen, schuren, enz.
Verscheidene middelen worden aan
bevolen of ten minste aangeduid ter
vernieling dezer schadelijke en lastige
diertjes.Het voornaamste middel bestaat
in het uitroeien der nesten. Hoe kan
men daarin gelukken Men zoeke de
nesten op en, heeft men ze ontdekt, dan
doodt men de mieren met er petrolie
of kokend water op te gieten. Op
plaatsen waar het geen gevaar ople
vert, giet men in de nesten zwavelkool
stof, welke men vervolgens in brand
steekt.
Ongebluschte kalk, in T nest ge
bracht en welke men on middel ijk met
een weinig water bluscht. doet een
zekere warmte ontstaan en verwekt de
dood van 't kleine volk.
Sommigo nemen de nesten weg,
brengen ze op zekere afstand in pot
en pan en gieten er insgelijks kokend
water op,ofwel een sterk afkooksel van
noteblaren.
Anderen vangen ze in flesschen, ook
in schoteltjes, met zout water gevuld.
Eenige brokken houtskolen, gelegd
op de plaatsen door de mieren bezocht,
zouden de eigenschap bezitten deze te
verjagen,
Men beweert dat het vertrappen van
de miereuhoopen eu het vastleggen van
den omgewoelden grond, meermaals
herhaald, het verdrijven der mieren
voor gevolg heeft.
Eindelijk nog een middel om de fruit-
boomen van de mieren te vrijwaren of
om deze te beletten langs de stammen
op te klimmen of langs dezelfde af te
dalen Daartoe plaatst men eenvoudig
roud de stam eenen band papier, die
men met vogolteer of met eene andere
vastklevende stof besmeert. De miertjes
worden op hunnen doortocht tegenge
houden of opgevangen.
—(o).-
50* vervolg.
En hij trok Eva met geweld in het huis
Hij opende de deur van eene kleine wel
verlichte spreekkamer en legde de nicht
Pablo op eenen zetel...
Nu, sprak hij. gelieve u niet boos te
maken en spreken wij gerust, gij hebt er
alles by te winnen. De toekomende van
juffrouw Paquita, don Pablo, dien gij niet
smoorlijk bemint, hij weet het genoeg,
heeft mij gelast u vijf schoone bankbriefjes
van duizend frank aan te bieden indien gy
er in toestemt onmiddelijk naar uw Enge
land terug te keeren. Daar, en hij toonde
de papieren waarden, zult gij nu nog zeg
gen dat hij niet edelmoedig is Gy zoudt
wel moeilijk zijn, indien gij bet met aan-
vaardet.
Morgen, in den loop van den dag, ver
trekt uit de Havre een boot voor Sout-
hampton ik sal u aan boord geleiden
Staat u dit voorstel aan? Gtfantwooidt
niet gy luidt straks de tong slapper om
mil en mijnen meester te belecdigen.
Het voorstel trof inderdaad Eva zoo erg
dat zij geen woord vond om te weigeren
of om hare verontwaardiging uit te druk-
k6ïndien Mercutio haar voor eene onder
Komt te verschijnen
ALMANAK van
AFFLIGEM
voor het jaar Onzes Heeren 1910. --
Prijs 30 centiemen, per post 40 cen
tiemen. Te verkrijgenten Bureele
van De Denderbode.
De verdeeldheid onder de katholieke
Kamerleden was hevig op 't einde der
voorlaatste week.
De Minister Renkin had ter vergade
ring der Rechterzijde op 4 November
harde, onvoorzichtige, betreurenswaar
dige verklaringen gcidaan, hij zegde tot
zijne katholieke Collegas Het wetsont
werp is aan te nemen of te verwerpen en
daarmeê is amen en uit....
Hierdoor verloochende hij de katho
lieke meerderheid en deed eon beroep
op de tegenpartijen.
De Rechterzijde stond verbaasd.
De tegenpartijen namen dadelijk ge
bruik van dezen toestand en in zitting
van Vrijdag lieten zij aan 't Ministerie
kennen op welke voorwaarden het op
hunn&medewerking mocht rekenen.
Die voorwaarden zijn de tegenpar
tijen zullen het ontwerp der Regeeriug
stemmen mits persoonlijken dienst, dus
afschaffing der plaatsvervanging en 15
maanden diensttijd,
Minister Schollaert heeft die voor
waarden aangenomen, slechts eenige
voorbehouding makende aangaande de
15 maanden.
Aan de liberalen en socialisten, aan
eenige katholieken die hunne partij ver
loochenen, zal de persooulyke diensten
het stelsel van een zoon per huisgezin
gestemd worden, zonder bepaling van
het jaarlyksch te leveren contingent.
Het zal dus aan den militairen slokop
vrij spel laten om zooveel jongelingen
naar de kazern te sleuren als hij lust.
Het is dus een stap nader tot het
alleman soldaat.
Onvermijdelijk zal dit de krijgslasten
grootelijke doen verzwaren.
Wie de verantwoordelijkheid er over
te dragen zal hebben, is dus gekend en
't Zal in alle geval de katholieke
Meerderheid niet zijn men heeft ze
niet geraadpleegd, men heeft ze niet
aanhoord, men heeft zo verloochend, zij
is dus niet verantwoordelijk voor de
gevolgen.
Het kiezerskorps zal het zich by de
stembus herinneren.,.
In eene Brusselsche correspondentie
van Het Handelsblad leest men
Een feit, dat nu uitgemaakt i3, is
het bestaan van eene stellige verbin
tenis aangegaan door M. de Trooz
tegenover den Koning.
- Ik had u dit feit over eenigen tijd
aangekondigd, welnu, die verbintenis
loopt niet alleen over Congo en over
de legerkwestie. Ik weet uit goede
bron dat zij ook de schoolkwestie en
het stemrechtvraagstuk omvat. Als
grens werd aangeduid Oplossing
van die vraagpunten voor de troons-
beklimming van prins Albert.
En men mag er zich aan verwachten
-1 dat wy den leerplicht zullen zien
invoeren door de zelfde middelen als
heden de legerkwestie door den per-
soonlyken dienstplicht is opgelost.
't Zou dus op bevel des Kouings zijn
dat onze Ministers hunne meerderheid
hebben verloochend om met liberalen en
socialisten samen te spannen om de
stemming van de legerwet te verkrijgen.
Maar voor de toekomst Zou men
zonder den weerd, zonder de meerder
heid des volks niet kunnen rekenen
Wij twyfelen er niet aan.
In alle geval de genegenheid des volks
voor Leopold II zal diep geschokt zyn
wijzeres nam, had Pablo haar bijgevolg
niet in te lichten dat Eva terug op het
kasteel was verschenen om de twee mis
dadigers te kastijden. Zou zy veinzen de
aangebodene som te aanvaarden om alle
vermoedens af te weren, en zou zij zich
voor Engeland laten inschepen, vrijden
volgenden dag den weg van het kasteel in
te slaan.
Zij oordeelde dit laatste gedacht, het
beste.
Geef my eenen nacht om te overwe
gen, zegde zij ik val van vermoeienis
morgen zal ik u antwoorden.
Zeer goed, dacht Mercutio, zij zal
het voorstel inwilligen, vijf duizend balie
kens vallen niet te versmaden de Engel-
sche is zoo onbaatzuchtig niet als Pablo
het beweert. Ik zal in deze zaak mijnen
meester een grooten dienst bewezen heb
ben en zou dan ook eene milde belooning
verdienen, maar de kreolen zijn zoo ik
zuchtig en zoo ondankbaar 1 Hij is in staat
mij wandelen to zenden. Ik ben geen man
om de rol van geslachtofferde te spelen.
Indien hy met mij afbreekt zooveel te
slechter voor hem Hij zal het zich bekla
gen.
Terwijl Mej. Brown zich van hare aan
doening herstelde, zien wy wat op het
kasteel voorvalt.
Zooals Carmen gezegd had, loeide een
ongelukswind boven het huis. Na ganscb
den nacht gewaakt te hebben, bad de graaf
De vrijheid bij de socialisten.
De genaamde H..., sigarenmaker, die
gedurende verscheidene jaren lid was
van het socialistisch syndicaat, was zon
der werk gevallen en oefende nu sedert
eenigen tijd het beroep van metserdien
der uit, om in de behoefte van zijn huis
gezin to voorzien. Die arbeid beviel hem
niet, en hy ging werk vragen bij den
sigarenfabrikant Mr. P. aan wien hij
zijnen toestand blootlegde. Hij werd als
sigarenmaker aanvaard.
Nu was hij ook vast besloten zich
niet meer bij de socialisten te laten
inschrijven hij kende maar al te goed
den hatelijkcn dwang, waaronder hy
gebukt had gegaan. Dadelijk ging hy
eene zinken plaat koopen, welke de siga
renmakers voor hun werk behoeven.
Ongelukkig ontmoette hij in de Sta
tiestraat zes socialisten, oude vrien
den. Hun eerste vraag was: Hebt gij
werk H..? Ja, antwoordde de werk
man. Wel dan komt gij terug in den
bond hé Dat nooit was het krachtig
antwoord. Daarop werd H... mishan
deld, geslagen en gestampt.
Toch verdedigde hij zich moedig tegen
zyne aanvallers. Ten laatste viel de ge
kwetste werkman ten gronde. De aan
vallers vertrokken toen zeggende dat
is voor de lafaards
Gekneusd en gekwetst is het slacht
offer eene klacht gaan doen by de gen
darmerie. Deze hebben onmiddelijk een
onderzoek ingesteld. De aanvallers be
weren dat H.. u.-diko^ was. wat
ooauwkeurig is gebleken eD zeggen
nog dat hij hen beleedigd had
De rechtbank zal de zaak behandelen.
zich te bed moeten leggen, terneer gesla
gen door de koorts en het verdriet.
Pablo, die door de verdwijning van Mej.
Brown zijne koelbloedigheid en geestes-
helderheid had terug gekregen, leende zich
tot alles en regelde al de bijzonderheden,
welke gewoonlijk zulk droevig voorval
volgen.
Er was besloten dat Pablo 's anderen
daags 's morgens zou vertrekken om naar
Parijs de stoffelijke overblijfselen der gra
vin te vergezellen.
Na zo naar behooren de laatste eerbewij
zen te hebben verzekerd, zou hy eenige
dagen nadien naar het kasteel terugkeeren.
Edmond scheen voor het oogenblik niet
in staat zich met iets te bekommeren en de
markiezin had het op zich genomen de
zaken alzoo te regelen.
Zij beschouwde den heer d'Aranjuez als
de verloofde harer nicht on welwillend zou
zij hem c.p voorhand t mijn neef genoemd
hebben.
Twee personen welke op het kasteel
verbleven, zagen nochtans met kwaad oog
dat de genegenheid voor Pablo toenam
deze waren Dolorès en Hendrik. De eerste,
die elk oogenblik den terugkeer harer
meesteres verwachtte, begon den moed te
verliezen en zich over deze zonderlinge ver
dwijning ongerust te maken. Hendrik ook
overwoog de zaak en in zijnen geest be
schuldigde hij Pablo zich van de onderwij
zeres ontmaakt te hebben.
a Zij hinderde hem, hy vreesde haar,
zegde hij met zijne kinderlyke eenvoudig
heid een man die gedurende tien jaar
eene vrouw opsloot is tot alles in staat.
Hopen wy dat hy onze lieve meesteres,
Mej. Brown, niet heeft opgesloten Het
spijt mij grootelyks dat vader ziek is en
het verbod, hem te naderen, mij opgelegd
werd. Ik zou hem spoedig alles wat ik
weet, gaan verhalen en hem verwittigen
jegens mijnen neef op zijne hoede te we
zen. Ik mag aan mijne zusters niets zeg
gen, evenmin aan die tante, welke met
dien leelijken man gansch ingenomen is....
Men zou mij niet willen gelooven moet
ik dan 't geheim, dat mij stikt, bewaren
Hendrik overwoog dit alles, terwijl hy
zich toelegde een schrijfwerk, hem den
vorigen dag door Mej. Brown, gegeven,
te herbeginnen. Indien de brave vrouw
terugkeerde, hoe zou zij ten minste over
hem tevreden wezen
Dolorès trad binnen om hem te berich
ten dat men aan tafel ging plaats nemen
het noenmaal geschiedde wat later uit
hoofde van Pablo, die veel werk had daar
hij 's anderendaags met den eersten trein
naar Parijs moest vertrekken.
Houdt gij veel van neef van St. Do
mingo vroeg de knaap aan Dolorès.
De negerin keek den jongen heel nieuws
gierig aan.
- - Ik zie dat gy van myn gedacht zyt
ik, ik veracht hem en daarvoor heb ik ge
gronde redenen. Zie eens, over eenige da
gen kwam ik achter de haag van 't kasteel,
dicht dij den vijver, hij sprak daar met
Mercutio, ook een gevaarlijk man....
O, ik geloof bet wel.
Het schijnt dat er ginder op hun
kasteel te Gros-Morne vergeetholen bestaan
en dat zij er eertyds eene ongelukkige
vrouw in hebben opgesloten, welke tus-
schen hunne klauwen was gevallen, de
beambte pochte er op.
Ik snelde als een haas naar het kasteel
en heb onmiddelijk al hetgeen ik vernomen
had, aan Mej. Brown medegedeeld.
Lieve Hemel 1 En wat heeft zy gezegd
Zy is voorzichtig en heeft my aan
geraden tot nader bevel te zwijgen ik heb
haar gehoorzaamd. Alhoewel zij poogde
mij te bedaren, want zooals gy kunt den
ken, was ik verontwaardigd, heb ik zeer
wel hare ontroering bemerkt, zelfs heeft
zij my laten verstaan dat zy het slachtoffer
dezer twee booswichten had gekend.
De negerin aarzelde een oogenblik.
Vervolgens nam zy eensklaps een be
sluit
Men mag u eene zaak toevertrouwen
die men aan al de kinderen van uwen
ouderdom niet zou zeggen. Gy zyt moedig,
niet waar, Hendrik
De knaap richtte zich fier op.
Drommels Waar twijfelt gy aan,
Dolorès l Ik ben een zoon de Merinvüle.
Welnu I de vervolgde vrouw, waar
over u gesproken is, was niemand anders
dan uwe moeder.
(Wordt voortgezet).