Zondag 28 November 1909
5 centiemen per nummer
648le Jaar J210
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van de Stad on 't Arrondissement van Aalst.
Nieuwe Legerwet.
Leger kwestie.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
STAD AALST. Opvoeringen der PASSIESPELEN gedurende den aanstaanden Vasten,
op Zondagen 6, 13, 20 en 27 Maart en Maandagen 7, 14, 21, en 28 Maart 1910.
ÏW Wie een abonne
ment o|> <i De Dender-
bode neemt voor 't jaar
1910, zal het blad van
beden af ontvangen.
Leest en verspreidt
De Denderbode vrij
en onafhankelijk or
gaan.
Wederlegging
der Voordeelen
Kamer van Volks
vertegenwoordigers.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
itening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
vimgen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Goowens, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CHIQUE aUUM.
«elil, No,. IS»Ot>.
De beer Th. De Naeyer, Gemeenteraads
lid onzer Stad van Aalst, verzoekt ons het
volgendo te willen meêdeelen
door M. De Sadeleer en vrienden
toegekend aan de nieuwe Militiewet.
M. De Sadeleer, Vertegenwoordiger van
ons Arrondissement in de Kamor, heeft
ondervonden, zegt hij, dat vele personen
weinig of 'met bekend zijn met het wets
ontwerp der Regeering. Daarom heeft hij
op zich genomen de groote voordeelen
ervan te doen uitschijnen en zijne stemming
te verrechtvaardigen.
Aangezien M. De Sadeleer dit ontwerp
stemde te zamen met al de liberalen en met
al de socialisten, is die verrechtvaardiging
zyn recht en is die uitlegging zijn plicht,
want een Volksvertegenwoordiger is ge
houden aan zyne kiezers rekening te geven
over het mandaat dat zy hem toevertrouw
den.
Doch de kiezers hebben ook het recht de
rekening hunner gekozenen uit te pluizen
en eens zorgvuldig na te zien tot hoeverre
deze rekening juist is, of in welke maat ze
overeenkomt met den gegeven last. Een
eenvoudige kiezer wil zich deze moeite ge
troosten, hij zal dan ook vry en vrank zijne
meening zeggen, M. De Sadeleer stap voor
stap volgende.
I. De Vrijwilligers.
De Vrijwilligers worden behouden. Dit
is waar, ten minste toch op papier. De wet
van 1902 eischte slechts 18U0 vrijwilligers
voor het contingent. Kwamen er meer, zoo
stelde elk overige vry williger een militiaan
vry. 1000 vry willigere boven de 1800,
verlosten dan duizend militianen van den
kazerndwang. Dat is nu afgeschaft. Dus
eerste groot nadeel der nieuwe wet
geen vrystelling meer voor militianen dooi
de vrijwilligers, uitgenomen voor broeders
van den vry williger. Voortaan, hoe meer
vrywilligers, hoe meer soldaten, zonder
dat er iemand profijt uit trekke, anders
dan door eene gebeurlyke dienstverminde
ring, die wy verder zuilen hespreken.
Door de wet van 1902 beloofde men
aan de vry willigers voordeelen die men hun
nooit gaf, omdat de legeroverste hot vry-
willigerschap altijd hardnekkig tegenwerk
ten in de nieuwe wet zou het ernstig zyn
men belooft veel meer voordeelen, en na-
melijk deze twee, te weten
1. De vrijwilliger maakt al zijne broe
ders vrij. 't Is de moeite weerd Elk ge
dwongen soldaat maakt ook al zijne broe
ders vrij men moet dus daarvoor geen
vrywiiliger worden. Dit groot voordeel
is dus eenvoudig zand in d'oogen 1
2. Zes duizend plaatsen worden alle
jaren toegekend aan vrijicilligers. Eerst
zien zei do blinde. En indien het waai' is,
I zullon wij ons afvragen hoe het komt dat
het Staatsbestuur nu al met eens zoo wat
6000 plaatsen jaarlijks aan de vrijwilligers
schenkt. Men heeft nu geen vrijwilligers
meer noodig om het contingent aan te vul
len, ze dienon nog enkel om de reeds zoo
overtollige als nuttelooze legerkosten te
vermeerderen, terwyl betzelide Staatsbe
stuur aan de vry willigers VEEL beloofde
en NIETS gaf, onder de wet van 1902, als
wanneer de vrywiliigers waarlijk nuttig
waren aan de jongens die door hen vry
bleven, zonder de kosten van het leger te
vermeerderen. Het antwoord is klaar nu
vorderen de vrijwilligers den weg naar het
alleman soldaat elk vrywiiliger is een
soldaat te meer. Vroeger was eik vrijwil
liger een gedwongen soldaat te minder, en
daarom werden de vrywiliigers gevlucht,
misprezen en verstooten duizende stron-
kelsteenen versperden hun den weg tot de
kazern, en eens daar eindelijk toch ingc
raakt, doemde men ze tot de laagste dei-
karweien, zonder het kleinste voordeel by
liet eindigen van den dienst. En zoo komt
het dat het cijfer van 1800 vrijwilligers
nooit werd bereikthet vrijwilligersleger
bleef erder theorisch dan praktisch, daar
de legeroversten het moedwillig vertrapten
en vergruisden. De wijze op do welke liet
oorlogsdepartement tot hiertoe zijne plech-
tigste beloften verbrak en dit ook zon
der ooit eene enkele uitzondering laat
ons heden toe te zeggen de 6000 beloofde
plaatsen zijn eenvoudig verguldsel gestre
ken aan de bittere pil die men ons doet
slikken, als waren die plaatsen zelf in de
wet aangeduid
M. De Sadeleer zegt ons 't getal vrij
willigers doet den diensttijd verkorten
voor gansch het leger want in het mid
delmatig getal soldaten, werkelyk onder
de wapens tot het vormen van de 42,800
manschappen in vredestyd, telt van nu af
één vrijwilliger voor twéé militianen, om
dat zijn dienst het dubbel duurt, en wat
meer is, 1000 vrywiliigers brengen ééne
maand dienstvermindering bij.
Dat schijnt duidelijk gesproken maar
anderzyda heeft Minister Schollaert even
klaar in de Kamer gezegd dat 1000 mili
tianen, (niet 1000 vrijwilligers,) ééne
maand dienstvermiuderiiig by brengen. N'u
volgens M. De Sadeleer geldt één enkel
vrijwilliger, voor den diensttijd twee mili
tianen volgens die waarde zouden 1000
vrijwilligers TWEE maanden dienstvermiu
deriiig bijbrengen. Wie heeft nu gelijk,
ofwel M. De Sadeleer, ofwel M. Schol
laert 1 De waarheid is, dat die zoogevierde
dienstvermindering niet vast in de wet ge
schreven staathet zyn woorden en onze
kere beloften, waaraan wij geen geloof
mogen hechten, aangezien het oorlogs-
departement alléén; door een koninklijk
Besluit over den dienst mag beschikken
dit departement hoeft ons alty'd met val-
gche beloften om den tuin geleid, en zal
ons in het vervolg nog deerlijk foppen.
II. Manschappen in tyd van vrede.
In 1902 bepaalde de wet dat men om
trent de 42,800 man noodig heeft om het
orde binnen het land te verzekeren. Zonder
de Wetgeving te raadplegen mocht men
dat cyfer niet overtreffen in een woord,
men mocht geen enkel soldaat inlijven zon
der de Kamers te raadplegen. Dat is nu
ook afgeschaft. Nu hebben de Kamers al
hunne macht afgestaan aan den Koning,
deze mag naar willekeur alle eerstgeboren
zonen binnenlijven, al waren er ook vijftig
duizend telken jare Aan de Kamers kon
den de kiezers rekening vragen als zij er
wat te diep inbeten aan den Koning kun
nen de kiezers geene hoegenaamde reke
ning vragen, bij is volkomen meester, en
sedert eenigen tijd heeft men maar al te
goed ondervonden hoe hij zich met de
openbare meaning bekreunt. En dit is ook
al GROOT VOORDEEL, volgons M. De
Sadeleer
III. Manschappen in tijd van oorlog.
Hier nog is niets veranderd aan 't cyfer
van 1902, zegt M. Do Sadeleer. Volgens
de verklaring der Regeering, zegt hy,
indien het cijfer voor oorlogstijd, geschat
op 180,000 man, overschreden wordt, mag
men de oudste klassen niet meer oproepen:
de jongste klassen alléén moeten naar den
oorlog trekken.
Dit nieuw GROOT VOORDEEL van M.
De Sadeleer. is eenvoudig een lolleken...
eene verklaring, waartoe geen enkel ver
bintenis in de wet bepaald staat. Ware
zulks ernstig, wel, waarom zet men het
niet klaar en duidelijk in de wet Voor
allen dwang, zyn er strenge en stevige
artikels in de wetvoor alle verzachtingen
zijn er enkele vei-klaring en... een echte
lollcmanswinkel om de Belgen te foppen.
IV. Geen loting meer,
maar één zoon per familie.
De stokoude Cooremans van Antwerpen,
die blind is, en sedert jaren in de Kamer
niet meer verscheen, liet zich dezer dagen
nog eens ter zitting leiden, om uit zyne
laatste krachten zich tegen de militaire
ongelukswet te verzetten. Hy zegde het
zoowel aan de ministers en aan zijne on
trouwe vrienden De afschaffing der
loting, zegde hy, ware voorzeker eene
schoone zaak, indien het vrywilliger-
schap alléén aangesteld ware om de
noodige manschappen aan 't leger te
verschaffenmaar nu is de afschaffing
der loting een KOLOSAAL BEDROG
(uae vaste fumisterie) I In plaats van de
i» loting af te schaffen komt 't gouverne-
n ment en neemt het al de goede nummers
uit den trommel en laat er niet anders
meer dan slechte nummers inliggen.
Voortaan zal alleman een slecht nummer
trekken, zoo hij het ongeluk heeft als
eerstgeborene zoon op de wereld te ver
schijnen. Eertijds nam de lichting slechts
EEN VIJFDE der lotelingen Had
men nu aan Cooremans het woord niet
afgenomen, hij zou er bijgevoegd heb
ben - nu neemt men bijna den helft onzer
n gave jongelingen I
Inderdaad, de loting bestaat niet meer
op twintigjarigen ouderdom, zij is overge
bracht naar de geboorte. Het blinde lot
der natuur heeft het lot des trommels ver
vangen, met het eenig verschil dat er nu
TWEE MAAL ZOOVEEL jongelingen tot
den kazerndwang gedoomd zyn. Alle
eerstgeborene is van nu af,hetzij belast door
den dwang, hetzy beschadigd door week
heid of kwalen niet zelden zal hij in den
schoot zijner moeder worden neèrgelegd
onder het leeken van bittere tranen De
geboorte van een militaristen zoon alléén
kan men vroolijk vieren, en aan de vrien
den lekkers deelen van suikerkanons, ge-
weeren en helmen van chocolatwat lek
ker VOORDEEL niet waar
V. Nog- al andere voordeelen.
Wy hadden er reeds een pak doch er
zijn er nog veel andere Ziet liever want
men zou toch den duivel danken, werden
er niet eenige beuzelarijen ten goede geof
ferd aan die brave kiezers, wiens zonen
men gaat ia de kazern stoppen.
1. Men mag de inlijving verschuiven
van 18 tot 24 jaar. De 8 a 10,000 jongens
die nu zullen moeten optrekken, terwyl ze
eertijds vrij waren door het lot, zijn daar
vet meê wat vroeger of wat later, wat
kan dit baten, ze moeten toch optrek
ken. Al wie op 24 jaar zijne studiën
niet heeft voltrokken moet opmarcheeren
en de boeken in het dak steken, 't Is daar
dat de roede kwetst. Doch wat kan er
verder nog gebeuren Ofwel zal die ver
schuiving aan elke militiaan vrij staan, of
wel zal ze afhangen van 't oorlogsdeparte
ment. Dit laatste geval zet men de deur
open voor lieve kinderen en willekeur in
het eerste geval kan het uitkomen op aller-
koddigste uitslagen en inderdaad, veron
derstelt eens dat een groot getal militianen
gelijktijdig hunne mlyving verschuiven
nagenoeg tot op denzeliden termijn, wel
dan zullen er middelerwijl schier geen
soldaten onder dienst zijn, en op den ver
valdag der verschuiving krijgt men ze alle
maal te gelijk Is dat geen grappig voor
deel f
2. Een broeder mag de plaats nemen
van zijn broeder. Dat is goed. Maar
hoe dikwyls zal zulks gebeuren Van nu
af maken vele gebroeders twist onder een,
wanneer er in de familie spraak is van den
oudsten zoon door een jongeren te vervan
gen. Dit schoon voordeel zal maar al te
dikwyls aanleiding geven aan erge oneenig-
heden in de huishoudens.
3. De loting trof meest de talrijke fami-
liën. Dezen waren inderdaad meest
blootgesteld. Nochtans, doordien de loting
slechts EEN VIJFDE DEEL dor jongelin
gen nam, menige huishoudens ontsnapton
geheel en gansch, soms zelfs wanneer er
talryke broeders varen Nu ontsnapt er
geen enkel huisgezin meer is de oudste
zoon niet goed voor den dienst, men neemt
den tweeden of den derden, enz. Wat meer
is, elk weet en de militaristen bekennen
het onbewimpeld de nieuwe wet is de
eerste stap tot 't «ALLEMAN SOLDAAT»
en daar zullen dan, binnen weinigen tyd de
talrijkste familiën ook het meest aan toe
leggen. Men geeft hun slechts krediet tot
later Dan zullen alle Belgen, die der
groote huishoudens zoowel als die der
kleinste, allen gelyk staan voor den dwang.
4. Men zal zich nu op voorhand kunnen
bereiden. Eertyds moest men zich niet
bereiden men kon ontsnappen. Nu kan
men niet meer ontsnappeu men is ver
plicht zich te bereiden, juist gelyk een ver
oordeelde die alle dagen op ec-ne halsrech-
ting wacht Een schoon voordeel, voor
waar
5. Men zal eene groote vermindering
vinden aan den diensttijd. Dat moeten
wy eerst zien, want moest de dienstver-
mindering volgen naarmate het getal sol
daten vermeerderen zal, dan kwame hy
welhaast op het derde en dat zal men nooit
beleven. Hierop komen wy later terug.
6. De dienstvermindering zal het
lichaam en de ziel der militianen redden.
Zoo Zoo 1... men bekent liet de
kazern is dus een huis van lichamelyken
ondergang en vau zedelyk verderf Men
mag er geen uur langer inblijven als het
striktnoodig is Eene Katholieke Regee
ring moet zorgen voor die lichamen en die
zielen daar zoo deerlyk blootgesteld En
deze die daar reeds zestien maanden inge
zeten hebben, moeten er seffens uitkomen,
ééne enkele maand meer. en ze waren be
dorven naar ziel en lichaam!? En die zelfde
Katholieke Regeering vindt er geene scru
pule!) of bezwaar in, van in die verderfe-
lijkeii kazern jaarlyks TIEN DUIZEND
jongelingen te doen verpesten TIEN
DUIZEND jongelingen die daar nooit of
nooit zouden binnengaan, hadde die Katho
lieke Regeering, te samen met de liberalen
en met de socialisten en met M. De Saede-
leer, die jongelingen in dat verderf niet
gestooten Om eene maand dienst te redden
stort men 1000 jongelingen in 't verderf
7. Zy die zeggen dat de nieuwe wet de
lasten niet zal doen klimmen, loochenen
de zon op het middagsuur. Meer manschap
pen eischen toch meer kazernen, meer
kleedij, meer geweeron, meer kanonnen,
meer paarden, meer oorlogstuigen in een
woord. Wat zou men anders beginnen
moest het leger eens gemobiliseerd wor
den
Zullen er nu meer manschappen zyn Er
zullen er onbetwistbaar twee maal zooveel
zyn.
Een voorbeeld In 1910 zyn er in de
stad Aalst 123 militianen eerstgeborenen,
dus 123 die moeten soldaat worden, indien
•ze goed zyn voor den dienst Nemen wy
dat er dertig vry blijven voor lichaamsge
breken en steun dertig was hier altijd de
middelmaat. Hewel nu moeten er omtrent
HONDERD jongens uit de stad Aalst op
trekken, terwijl de wet van 1902 er in
middelmaat maar VIJFTIG nam. Is dat
geen schoon VOORDEEL
Bij mobiliseering zal men de oudste
t'huis laten. Daar gelooven wij niets van
De Koning is daarvan alleen meester, er
staat niets van in de wet. Hij mag en hy
zal zooveel klassen binnenroepen als hy
wil
8. 40,000 familiën worden van allen
dienst verlost.
Eenigo beweeren dat alle familiën, in
dewelke een of meer zonen geloten hebben
hetzy in of uit, voortaan vrij zyn van allen
dienst. Anderen beweeren dat elk® familie,
om vry te zijn ten minste een zoon aan het
leger moet geleverd hebben. Wat er ook
van weze, dit is het lekkerste lokaas, dat
men aan de kiezers uitsteekt, om ze allen
zonder tegenstand of achterdocht, in hot
saldalengareel te jagen. Zoo zijn er die
eerst tegen dc w«st .varen, maar overwe
gende dat ze nu goedkoop zouden ontsnap
pen, gezwind bun blad draaiden, en de
nieuwe wet nog ZOO SLECHT niet vinden.
Maar hoeveel baatzuchtige en kortzichtige
huisvaders zijn er zoo Hoevele zijn er
die alle eerstgeborene willen slachtofferen
aan de vrystelling hunner eigene zonen 1
Zien ze niet dat hunne kinderen ook zonen
hebben, of zullen hebben, en dat deze het
tegenwoordig voordeel door het ALLE
MAN SOLDAAT eersttijds zullen moe
ten betalen
9. De maandelijhsche vergelding voor
de ouders der soldalen wordt niet afge
schaft. De waarheid is, dat men die ver
gelding heeft willen afschaffen, maar dat
men niet gedurfd heeft, omdat de nieuwe
wet al hatelyk genoeg is. Maar in plaats
van één frank daags te betalen, waarom
betaalt men geen TWEE franken daags
Men verspilt zooveel millioenen aan dwaze
en kostelijke werken, die maar dienen om
de grillen van den Koning te voldoen, en
om den dienst der soldaten behoorlijk te
betalen heeft men geen geld Moest men
de soldaten behoorlijk betalen, niemand
meer ware gedwongen soldaat en elke
werkersjongen kon zich gratis doen
remplaceren, met eenvoudig zyne vergel
ding aan een makker af te staan. Dat ware
de oprechte demokraiische soldatendienst
Niemand gedwongenen elk behoorlyk be
taald en dit met betrekkelijk weinig
kosten.
TEN SLOTTE
De liberalen en socialisten zyn overtuigdo
en onbewimpelde voorstaanders van den
algemeenen soldatendienst zy steken hut
noch achter stoelen noch banken. En liet
is juist daarom, omdat de nieuwe militie-
wet onbetwistbaar de EERSTE STAF is
naar den algemeenen dienst, dat de libera
len en socialisten het monsterverbond sloten
met het gouvernement en met eenige ka
tholieken waaronder (M. De Sadeleer),
monsterverbond die de wet er door dreef
tegen wil en dank der getrouwe katholie
ken. Verders weten de anti-katholieken
zeer wel dat ze weldra zullen bestand zyn
't nieuw lollemanskraam omver te stooton
om voort te stappen naar den algemeenen
dwang.
De plaatsvervanging-.
De vrijstelling der priesters en klooster
lingen zal niet behouden blijven, wat M.
De Sadeleer er ook van zegge. Immers is
er daar geen twyfel aan de socialisten
Royer en Van de Velde hebben het duide
lijk verklaard te zamen met de kopstukken
der liberalen, en M. Schollaert zelf was
het met de anti-klerikalen eens om te ver
klaren dat er nopens de vrystelling der
geestelyken geene verbintenis genomen is
of kon genomen worden. Er bestaat slechts
een gegeven woord. Maar wat is een gege
ven woord van liberalen en socialisten, als
het er op aankomt paters en broedorkens
to kwellen en de pastoors den duivel aan te
doen V Men moet eene KOLOSSALE
NAIEVETEIT bezitten om op dat woord te
vertrouwen.
Tot hiertoe nochtans was de plaatsver
vanging de eenige geldige waarborg van
de vrijstelling der geestelijkheid; wierd zelf
die vrystelling afgeschaft, en de plaatsver
vanging behouden, dan nog konden de
priesters en kloosterlingen langs de deur
der plaatsvervanging ontsnappen. Di® deur
is nu ook gesloten, en M. De Saedeleer
komt ons vragen Is dat toeeral geen
groot voordeel dat ge mij verschuldigd
zijt t De belanghebbende zullen er best
over oordeelen, zoo niet nu, heel wel zeker
LATER.
En wat was de plaatsvervanging voor
het werkvolk 1 Niet een enkel werkman
was verplicht een kapitalist of burger te
gaan vervangen dit stond hem volkomen
vrij. Om de plaatsvervanging af te schaffen
zonder wet, was het voldoende dat geen
enkel plaatsvervanger zich aanbood, dan
moest alleman marchoeren voor zijn lot.
Maar wij vragen het aan elk rechtzinnig
man, waarom moet men aan een werkman
beletten iemand voor den soldatendienst te
vervangen als hij daar zyn voordeel in
vindt en uit vryen wil doet Do nieuwe
wet ontneeemt nu die vryheid en men ver
zekert ons dat er jaarlyks in het arrondis
sement Aalst, door de nieuwe wet, meer
dan VIER HONDERD DUIZEND FRAN
KEN aan.on8 werkvolk ontnomen wordt.
M De Sadeleer besluit met deze woor
den Men ziet eens te meer wie de ware
volksvrienden zijn. Inderdaad inen ziet
het eens te meer Intusschen tijd zien wij
ook wie de gekozenen zyn die rekening
houden van de uitdrukkelijke verlangen
van de overgroote meerderheid hunner
kiezers of die zich bekommeren met de
dagorden der Associatiën, onder wiens ge
leide de volksvertegenwoordigers ter Ka
mer opklommen. En indien wij, kiezers,
op dat punt onze hartelijkste gelukwen-
schen en onze innigste dankbaarheid vol
mondig uitdrukken aan onze trouwe geko
zenen M. Staatsminister Woeste en M.
Paul Pieraert, dan gi ie ft het ons oneindig
diep dat wij daar niet eenen naam kunnen
bijvoegen aan wien we ook altyd rechtzin
nig verkleefd waren
(Get.) Th. De Naeyer.
Onze achtbare Volksvertegenwoordi
ger, den heer L. De Sadeleer, verzoekt
ons den volgenden brie! alsook het be
koopt verslag zijner redevoering te
willen meêdeelen. Wy willen aan dat
verzoek voldoening geven:
Den 23 November 1909.
Waarde Heer,
Men vraagt waarom ik de afschaffing
der plaatsvervanging en het wetsont
werp gestemd heb
Ik heb de eer Ued. het beknopt ver
slag mijner redevoering Donderdag in
de Kamer uitgesproken te zenden, als
ook een artikel van uitleggingen over
de bepalingen en de voordeelen der
nieuwe Wet.
Ik doe verders opmerken dat er voor
dé leden der Kamers te kiezen stond
lusschen de eenvoudige afschaffing en
het stelsel van M. Colfs en M. Hoyois,
beide catholieke Volksvertegenwoordi
gers, want de overgroote meerderheid,
zoo niet de eenparigheid, der rechter
zijde bekende dat het onmogelijk was
de plaatsvervanging, zoo ze nu bestaat,
blijven te houden.
Het stelsel der Hoeren Colfs en Hoyois
behield in schijn de plaatsvervanging in
tijd van vrede, maar inderdaad schafte
ze af.
Niemand, denk ik, zoude nog kunnen
gebruik gemaakt hebben van eene wets
bepaling, die zulke groote lasten deed
drukken op de familiën.
In tijd van oorlog, moesten immers
de militiaan en zijn plaatsvervanger
beide dienen.
In tijde van vrede, moest de militiaan
dienen
2 maanden het eerste jaar.
2 tweede
1 maand derde
en daarenboven in het leger, in het
kamp en bij de oefeningen verblijven
op z(jn eigen kosten en daarbij nog 1800
frs. betalen Welke landbouwer, welke
handelaar, wolke kleine burger, zoo ik
het in de Kamer gezegd heb, zoude,
moest dit voorstel gestemd geweest zijn,
nog eenen plaatsvervanger Kunnen stel
len
In deze stemming en in alle omstan
digheden heb ik alleenlijk beoogd de
belangen der Catholieke Partij die innig
gepaard gaan met degene van het Land
Aanvaard, waarde Heer, mijne op
rechte groetenissen.
L. DE SADELEER.
(Redevoering van M(De Sadelerr.
De heer De Sadeleer. In dit ge
wichtig vraagstuk moeien wij do we
zenlijke feiten kunnen inzien.
't Schijnt zeker dat dj plaatsvervan
ging, zooals ze nu bestaat, niet zal ge
handhaafd worden.
De heer Hoyois handelde niet over
een volledigen tekst, want zyn voorstel
behelst enkel de huldiging van een be
ginsel afschaffing van de plaatsver
vanging in geval van oorlog.
De heer Demblon. Dring niet aan,
anders zal hij nogmaals het woord vra
gen.
De heer De Sadeleer. Daarente
gen heeft do heer Colfs een volledig
voorstel ingediend.
Zijn amandement schaft de plaatsver
vanging volkomen afin oorlogstijd in
vredestijd wil de heer Colfs den per
soonlijken dienst voor de vervangenen.
Hij doet hen immers twee maanden die-
uen het eerste jaar, twee maanden het
tweede jaar en ééne maand het derde
jaar, daargelateu dat zij op eigene kos
ten moeten optrekken naar 't kamp,
naar de schiet- en legeroefeningeo en
daarenboven 1,800 frs. moeten betalen.
Er zal geen enkel landbouwer meer
zijn, geen enkel handelaar, geen enkele
kleine burger die zoo belangwek
kende stand onzer samenleving dik
wijls de 1,800 frs. leenen om hun zoon
een plaatsvervanger te verschaffen er
zal niemaud meer zijn die zijn zoon kan
doen vervangen, tenzij eenige rijke fa
miliën die het monopolio van dat voor
recht zullen bezitten. (Op verscheidene
banken Zeer wel I) Dergelijk stelsel
wordt afgekeurd door de openbare mee
ning. Herhaalde goedkeuring
Men kan anderdeels onmogelijk be
twisten dat er eene voorbereiding noo
dig is voor den wapenhandel, tenware
men de soldaten naar de slachtbank
wilde zenden de lessen der geschiede
nis zijn daar om zulks te bewijzen.
Aangevoerd door Van der Meersch, Van
der Noot en Vonck, hebben onze moe
dige Vlaamsche patriotten maar eenigen
tijd kunnen weerstand bieden en zij
offerden hun leven zonder nut of voor
deel voor 't Vaderland.
Zoo ging het ook tijdens de Fransche
omwenteling, en ware eene naburige
mogendheid ons in 1830 niet ter hulp
gesneld, 't is erg te vreezen dat wij
thans niet het dapper volk zouden zijn
dat met slechts 7 millioen inwoners en
een klein grondgebiod op economisch
gebied toch de vijfde plaats bekleedt
onder al de volken der aarde. Zeer wel
Dienstdoen in tijd van oorlog staat na
tuurlijk gelijk met persoonlijken dienst
in tijd van vrede.
Ik was altyd voorstander van gelijk
heid in zake van militaire lasten niet
tc min heb ik steeds aangenomen dat
de plaatsvervanging het onvermijdelijk
gevolg is van de loting. Het lot is blind,
't was immer pijnlijk dat hel volbren
gen van een nationalen plicht afhing