Donderdag 9 December 1909 5 centiemen per nummer 04^ Jaar 4212
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
van do Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Ter eere van Maria
MOEDERHART!
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
F
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID
STAD AALST. - Opvoeringen der PASSIESPELEN gedurende den aanstaanden Vasten,
op Zondagen 6, 13, 20 en 27 Maart en Maandagen 7, 14, 21, en 28 Maart 1910.
Wie een abonne
ment op De ltender-
bode neemt voor 'l jaar
1910, zal het blad van
heden af ontvangen.
Leest en verspreidt
De Denderbode vrij
en onafhankelijk or
gaan.
Ave Immaculata
DEUGD.
Persoonlijke
Dienstplicht.
NDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
koning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-GooMens, Korte Zoutstraat, Nr 31
en in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. i-00 Vonnissen op
3*» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CUIQUK «VJKJM
Aeist, 8 Dcc.
8 December
Wie is die schoone dageraad,
Die giDder opklimt in het Oosten
En die, gehuld in feestgewaad,
Het bange hart, de ziel komt troosten
Wie is de Moeder van dat Kind
Dat tot ons redding is geboren
En rond wiens wiegje, blij gezind
Gods Euglen zingen hunne koren
Wie is zij die daar staat, vol pracht
Die Maagd met schittrend licht omgeven
En die, beklped met hooger macht.
De hel eo duivelen doet beven
Die Moeder-Maagd, die dageraad
Is de Onbevlekte, Wonderschoone
Der schepping is zij het sieraad
Ze is Koningin, in 's Hemels wone.
Voor Haar is 't, ja, dat Satan beeft;
De helle wordt met schrik bevangen
De Hemel trilt en de aard' herleeft,
Want Zij is zonder vlek ontvangen.
Haar beeld is in mijn ziel gedrukt
Haar naam is schoon en lief: Maria
Haar schoonheid heeft mijn hart ver-
Ave, Ave, Immaculata [rukt,
Een Kind van Maria.
In de Fransche Akademie van Parijs,
werd verleden week oene merkwaardige
zitting gehouden, in welke de prijzen
werden toegekend, aan de personen
welke zich door toewijding aan hunne
evennaaste en menschenliefdo, in een
woord door deugd, hebben onderschei
den.
De heer burchtgraaf EugeendeVoguë,
welke de plechtigheid voorzat heeft
hulde gebracht aan de uitverkorenen,
en ook aan de deugd van welke, zoo
hij zegde, hij het niet wagen durft, den
oorsprong op te sporen.
Nietlemin blijft de redevoering van
burchtgraat de Voguë ook eene hulde
aan den Godsdienst, aan den katho
lieken Godsdienst nu zoo vervolgd in
Frankrijk. Immers, bijna al de personen
welke waardig geacht zijn eenen prijs
van deugd te ontvangen, zyn katholie
ken, priesters of kloosterlingen.
Wij geven het volgende, stichtend en
troostend uittreksel van zijne redevoe
ring
h In de ver verwijderde streken van
den Slillen Oceaan, ten Zuiden van do
eilanden-groep Gambier, ligt er een
klein leelijk eilandje Mangarewa ge
noemd.
Gij weet allen dat do melaalschheid
woedt onder de bevolkingen van Poly
nesia.
Drie nederige Bretonsche vrouwen,
kloosterzusters van den H. Jozef van
Cluny, verzorgen de melaatschen van
Mangarewa. Ze worden dikwijls afge
lost. Het is niet zeker dat onze gift van
1000 fr. deze zal bereiken voor welke
ze gevraagd werd het is niet omdat zij
huDne ballingschap moede zijn, hot is
omdat do vervangen Zusters, ofwel, ge
storven zijn, ofwel krankzinnig gewor
den, zooals het gebeurd is met eene
hunner het arme meisje was afge
schrikt «loor den afkeer welke de eon-
zaamheid dezer zeeën inboezemt.
Het nieuws uit het Vaderland wordt
er enkel alle zes maanden aangebracht
door een zeilschip dat 40 dagen noodig
heeft om den afstand tusschen Tahiti en
Mangarewa af te leggen.
nik zou U de brieven willen voorlezen
aan hunne ouders gezonden door deze
verwijderde voorposten der liefdadig
heid zij wasemen den geur vaD moed
en zielsvrede uit.
»De Zusters bedienen het hospitaal zij
houden eene school... zy hielden eene
school, wil ik zeggen.
»De strenge wet heeft haar uitwerksel
gehad tot op het eilandje, waarvan men
zou kunnen gelooven hebben dat het
nooit zou opgemerkt geworden zijn,
door een bestuurlijk oog in de baren van
den Stillen Oceaan.
Daar zij gemachtigd zijn. hebben
die kloosterzusters nog de vergunning
hun leven te wagen in de kringen der
melaalschheid maar zij hebben de
school moeten ontruimen, in welke zij
aan do kleino Polynesianen een onder
wijs gaven, dat meer besmettelijk is dan
de melaatschheid, zoo het schijnt.
«Onze berichtgever meent te weten dat
het gezonde onderwijs nu gegeven
wordt door eenen meester uit Nouméa
gezonden, een half-witte Kanaak.
Bijna al de verslagen welke ons die
groote verzakingen van de menschelijke
natuur aanbrengen, toonen er ons ook
de trouwe drijfveer van aan, namelijk
een zeer levendig godsdienstig Geloof,
oorsprong van eene zeer teedere liefde.
i Ik doe deze aanstipping als een feit
dat men moet vaststellen, zonder er mij
mede te bekommeren te onderzoeken of
het zal behagen aan de eenen, mishagen
aan de anderen ik wijs erop als op een
grondslagvoorde statistiek; de socio
logen zullen er naar hunne beliefde de
behoorlijke gevolgtrekkingen uit aflei
den.
Behalve dat, kunnen wo niet zeggen
van eenige bijzondere kuituur dat zij
meer dan eene andere voordeelig is aan
de ontluiking der deugd
«De deugd is nu eens zeer onwetend en
dan een» zeer geleerd
Het is dus klaarBurchtgraaf de
Voguë kan buiten den Godsdienst geene
enkele oorzaak, geene enkele opvoeding
aanwijzen die bijzonder geschikt is om
iemand tot de deugd te voeren.
De Godsdienst is de bron, waarin
verre uit het meeste getal de kracht put
ten om deugdzaam, meuschlievend,
liefdadig te zijn en zichzelven te geven
voor hunnen evennaaste.
Wij vertalen uit Le Bien Public
Dus de plaatsvervanging is afge
schaft en de persoonlijke dienstplicht
aangenomen door de Kamer En volgens
alle waarschijnlijkheid zal de Senaat de
Kamer volgeu, zonder veel acht te geven
op sommige voorbehoudingen, die door
enkele leden zullen opgenomen worden.
Het ware te wenschen nochtans dat de
te brengen. Wat ik eertijds enkel hoopte,
is thans voor mij eene werkelijkheid ge
worden zooeven heeft graaf de Merinville
mij de hand uwer bevallige zuster ver
leend, welke ik uit ganscher harte bemin.
Welaan mijn lieve schoonbroeder, wenseht
gij mij geen geluk
En daar Hendrik zweeg
Gij zijt nog een weinig ingeslapen,
schijnt het kom met mij mede naar het
kasteel, dit zal u wakker maken. Van
Parijs heb ik voor u eenige voorwerpen
medegebracht die u zullen behagen een
(o)
53* vervolg.
Daar vatte hij een gansch plan op, by
moest zijnen vader spreken, vandaag zelts,
ia hij diende hem het bewijs te leveren
welken valschaard hij herbergzaamheid
verleende.
O hadde Dolorês hem niet belet te spre- --0-
kenzekerlijk zou lig dergelijk geheim biljart, een werpspel en schgfsctaetrog, ik
zoolang niet bewaard hebben. wiet dat gg er een ver angdet.
zou o s By deze woorden kookte, om zoo te
Het was stikkend heet, en uitgestrekt ij zeggen, het bloed in liet hoofd van den
in het gras, zoo begon Hendrik door al te kiemen Hendrik by sprong op en alle
veel de toedracht der zaak te overwegen, j hoffelgkheid vergetende, aprak hg kwaad-
hoofdpiin te krijgen. Welhaast viel hg in i weg
nouiupjj va j it heb uwe geschenken met noodig
Hij' lag te ronken toen men op zjjnen ale gij denkt mjj zoo hot stilzwijgen op te
schouder klopte, hij ontwaakte eensklaps i leggen, bedriegt gg u, en ik zal al hetgeen
ên zijn neef Pablo bevond zich tegenover ik weet mgnen vader mededeelen.
011 U Wordt gy krankzinnig, Hendrik
Hooge Kamer hare leden eens goed
herinnerde dat deGrondwet voorschrijft
een jaarlijksch contingent te stemmen.
Nu, dat afschaffing van plaatsvervan
ging en persoonlijke dienstplicht als
oplossing der militaire kwestie zijn
aangenomen, dat verwondert ons zoo
zeer nietmaar indien het dan toch zoo
moest zijn, hadden wy, en met ons de
groote meerderheid der katholieken,
gewenscht dat die oplossing gevonden
ware geweest in voordeeliger condities
voor het Ministerie, voor de katholieke
meerderheid en voor het land.
Dienwensch had het hoofd van het Ka
binet, M. Schollaert zelve, vroeger uitge
drukt. En verleden Dinsdag betreurde
de Heer Beeruaert dat zijn levens
droom verwezenlijkt werd in zulke
droeve omstandigheden op eene manier,
die zoo weinig vertrouwen kan inboe
zemen aan de katholieken daarom
stemde hij, die voor den persoonlijken
rlienstplicht is, tegen de wet. Hij meen
de zich eerst te onthouden maar de
houding ziende van de linkerzij, en
altijd overtuigd van den ongrond vette
lijken maatregel nopens het contingent,
wilde hij zich niet voegen bij de min
derheid der rechterzij.
De twee uitstekendste leden dezer
rechterzij,dio altijd vroeger met eerbied
aanhoord werden, hebben het wetsont
werp niet willen stemmen M. Woeste,
omdat hij het beschouwt als een werk
van dwang en van bedrog M. Beer-
naert omdat het tegen de Grondwet is
6d met koppigheid werd doorgedreven.
De beteekenis dezer dubbele houding
is niet te ontkennen zy is beredeneerd
en overwogen en veelbeteekenend, en
zal grooten indruk maken op de publieke
opinie bijzonder daar men niet kan
zeggen dat de twee leden op voorhand
waren overeengekomen over hunne
stemming. M. Woeste en M. Beernaert
zijn van verschillend gedacht geweest
in verschillende zaken maar Dinsdag
waren zij het eens om te verklaren dat
het Ministerie eenen slechten weg heeft
ingeslagen.
By slot van rekening zyn het de libe
ralen en de socialisten die, dank aan
vreemden en voorbijgaanden bijstand,
mogen pochen op den uitslag der stem
ming, een groot punt van hun program
is er door en zij hebben een doel be
reikt waarnaar zij sedert lang oogden
zij hebben verdeeldheid gezaaid in onze
partij zij hebben hot gezag var, liet
Ministerie verminderd, van het Mini
sterie dat in naam der geheele rechter-
hem.
Wel, vriend, ik zocht u reeds een
uur lang in alle richtingen van het park,
zegde do kreool. ik wilde u zien en om
helzen.
Hendrik week achteruit. Pablo gebaar
de deze beweging niet te bemerken en hy
kuste den knaap op beide wangen- Judas
had geen beter navolger gevonden.
Ik verlangde ook de eerste te wezen,
vervolgde hij, om u eene gelukkige tijding
Welk onthaal genieten mijne woorden van
ware vriendschap en innige genegenheid
Maar, mijn beste, wat heb ik u toch mis
dreven
Ditmaal verloor de zoon var. Eva alle
voorzichtigheid.
Wat gy misdreven hebt, gij valsch
aard, gij, schijnheilige, gij, monster Die
vraag moest u de tong en de lippen ver
branden. Wat gy miedreven hebt Gy
hebt eene vrouw tien jaren lang in een
keldor opgesloten. Wat gij misdreven
hebt?... Gij hebt deze gekerkerd, di» vol
vertrouwen tot u kwam Wat gij mij
misdreven hebt I Gij beweert de dochter te
zullen huwen van uw slachtoffer... mijne
moeder. Ah weg van hier, weg! weg
ik zweer u dat dit huwelijk door u zoo
schandalig uitgebaat, niet zal doorgaan
Pablo kon geen woord uiten. Hij stond
daar als aan den grond genageld hij, die
dacht vogelvrij te zijn, werd op zulke tref
fende wijze ontmaskerd
Maar de goede God is rechtvaardig,
hernam het kind, en uwe misdaden zullen
u geen geluk bijbrengen. Onze lieve moe
dor leeft, zij heeft aan uwe martelingen
weerstaan en wij zullen haar wel terug
vinden, alhoewel gij haar opnieuw hebt
doen verdwijnen.
Indien Hendrik over de mededeelingen
der negerin nog eenigen twyfel had ge-
koet8terd, zou het plotseling uitwerkiel
door dit gezegde teweeggebracht, hem
overtuigd hebben.
De kreool die rood in zijn aangezicht
wa», werd eensklaps zoo bleek als was.
Als een stier, opgehitst door een rooden
doek welke men hem toewerpt, sprong hij
naar Hendrik.
Kleine vlegel I Weihoe, gij durft mij
uitdagen Als gij u inbeeldt dat ik uwe
leugens zoo welwillend aanneem, bedriegt
gij u. Deze schoone dingen zult gy aan
uwen vader niet gaan vartellen, maar aan
zy zou moeten handelen en de zaken
bestieren. Zij zingen triomf en beginnen
reeds uit te bazuinen dat de algemeene
dienstplicht zal volgen.
Wat het Ministerie betreft, wij nemen
niet aan dat het, hoe het ook schijne dit
te doen, zich geluk mag wenschen over
de manier op dewelke het de crisis heeft
doorstaan en nog minder dat het met
gansch gerust oog de toekomst kan
inzien. De ministers zeiven waren niet
ten akkoord, en drie hunner hebben in
bewoordingen die juist geen overgroote
fierheid verraden, de wet gestemd... om
hun ontslag niet te moeten in te dienen.
Zulke houding is ook niet van aard don
gewonen man grooten eerbied in te
boezemen voor lien die met hoog gezag
bekleed zijn.
De meerderheid der rechterzij heeft
eene nederlaag geleden. Zij is ontevre
den, zeer misnoegd dit is licht te
begrijpen. Doch zij zou eene fout be
gaan, indien zij zicb wilde wreken uit
spijtige misnoegdheid. Men moet, wil
men de uitbundige vreugde van de
tegenstrevers nog niet vermeerdereu,
men moet de ontvangen stooten kunnen
vergeten en de persoonlyke wonden
ook, om boven alles de hooge belangen
van de Goede Zaak te beschouwen en in
't oog te houden.
Hopen wij ook dat de leden der rech
terzij, die met de linkerzij - verbroe
derd d hebben, niet te lang in dat ge
vaarlijk gezelschap zullen verkeeren en
er geen slechte manieren mogen aange
leerd hebben, maniereu die een gevaar
zouden daarslellen voor do katholieke
partij. Zij hebben een vijfdagenbiljet
genomen naar vreemde streken, maar
zy zullen toch slechts toeristen willen
heeten, geen uitwijkelingen Katho
lieken, zooals zij er zijn, moeten niet op
hun gemak zitten by Blauwen en Roo
den zij zullen het heimwee opdoen, en
naar moeders haard terugkeeren.
Alles ingezien is de toestand niet bril-
lant en hij baart onrust bij meer dan
eenen strijder maar niets zou noodlot-
tiger wezen dan zich te laten meeslepen
door ontmoediging en wanhoop. Eene
partijdie sterk wil heeten en aan 't roer
wil blijven, moet in hachelijke omstan
digheden bet gevaar in do ougen zien en
met kalm beleid, eensgezindheid en
wilskracht het gevaar overwinnen. Wij
koesteren de troostende overtuiging dat
de katholieke partij in België zulke
party zal mogen heeten.
Eeii uitmuntende kerkprelaat, Mgr
Gerbet, schreef het eens De katholie
ken verliezen nooit hoop. Eene nieuwe
de visschen welke in dezen vijver huizen.
Dit zeggende, vatte hij den knaap vast
om hem in het water te werpen. O, voor
den stoutmoedigen Hendrik bestond geen
hoop op redding I De plaats was afgezon
derd, meer dan een kwart uurs van het
kasteel verwijderd en te midden van een
bosch gelegen.
De lezer zal zich herinneren dat zekeren
avond het kind ziek zijnde en door Mej.
Brown bewaakt, uitriep Ziet gij ginder
in het bosch, op den boord van den vijver,
dien leelijken man welke mij verwurgt
Ik ben verloren, ik stik, hulp hulp 1
Het visioen door de koorts verwekt, was
werkelijkheid geworden. Ja, de kleine
Hendrik gevoelde zich verloren, hy ging
sterven
Hulp murmelde hy in eene uiterste
P°gin8- 3
Hier ben ik, mijn kind. God zy ge
loofd I Ik kom bijtijds, antwoordde eene
stem.
En Eva, gevold van Dolorès en Concha,
verschenen plotseling.
Daar stond Pablo als verslagen...
Hij liet het kind los en bekeek degene
die zijn slachtoffer was geweest,met schrik,
ja verwilderd aan.
De zoogezegde Mej. Brown ging recht
naar haren beul
Ja, bezie mij strak in de oogen, gij
hadt gelijk de onderwijzeres te vreezen,
diegene die u nooit uit het oog verloor en
onophoudelijk waakte om u te beletten dat
gy nieuwe misdaden pleegdet. Ha, gy wil-
det de dochter huwen en u van den zoon
ontmaken zooal6 van de moeder, gy weekt
voor niets terug Op uwe beurt zult gy
vreezen, lafaard Toegevender dan gy,
bepaalt Eva zich met u aan uwe schande en
uwe gewetenswroeging over te laten, wel
te verstaan als gij nog in staat zijt deze te
gevoelen. Vertrek verre van hier eu vooral,
wacht u nog ooit op den weg van den
graaf te bevinden, van hem, mijn man...
Hij zou u als een razenden hond neèr-
schieten.
Pablo liet zich de uitnoodiging niet her
halen. Hij verdween ijlings in het bosch.
Hij is weg en binnenkort zal hy
verre van hier zyn. Mogen wy hem nooit
meer terug zien, riep 1 lolorès uit.
Hendrik die zich achter Eva verscholen
had, sprong deze aan den hals en over
laadde haar met kussen.
Teerbeminde moeder, gy hebt my
nogmaals gered. Waarom hebt gy zoolang
gewacht van te komen Waarom zoolang
ons aller geluk uitstellen en dien ellende
ling niet vroeger ontmaskerd 1
Lief kind, ik zou niet beter gevraagd
hebben, maar zoodra ik in Engeland ont
scheept was, waar ik door Mercutio ge
dwongen, was heengezonden, ben ik ziek
gevallen ik heb er acht dagen in het bed
gelegen. Gy kunt u mijn ongeduld voor
stellen. O, dacht ik, kon ik nog maar by-
tijds aankomen.
(Wordt voortgezet.^