niT
Donderdag 17 Februari 1010 5 centiemen per nummer 64"* Jaar 4254
Booze Geest.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
STAD AALST. Opvoeringen der PASSIESPELEN gedurende den aanstaanden Vasten,
op Zondagen 6, 13, 20 en 27 Maart en Maandagen 7, 14, 21, en 28 Maart 1910.
Wetenschap
zonder God.
De nieuwe Fransche
toltarieven
DE
EEN EN ANDElt.
DERBODE
Dit blad verschynt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
tening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
le Stad 5 frank met den Post verzonden e frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
ïindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
gingen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men Schrijft in bij C. Van de Putte-Gooasens, Korte Zoutstraat, Nr 31
an in alle Postkantoren des Lands.
Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op
34a bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd. Heerén Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
CHIQUE »UUM
Ael.l, 16 Feb. ÏOIO.
Hot Parijzer blad Le Gaulois, die
geen kwezelaar is, schrijft het volgen
de
Sedert gisteren is het uitzicht van
Parijs veranderd. Parijs is ernstig, be
kommerd de Parijzenaars houden
geene lichtzinnige gesprekken meer de
groote ramp is het eeuige onderwerp dat
de gemoederen bezig houdt.
Onze beschouwingen zyn hooger
geplaatst en de zedeles die uit de ver
schrikkelijke bcproeviug voortvloeit is
vooral van wijsgeerigen aard.
Het is op den oogenblik dat de We
tenschap haar toppunt heeft bereikt
op het uur dat men met welslagen do
verovering der lucht beproefd, na de
zee onderworpen en de aarde aan banden
te hebben gelegd dat oen weerkundig
verschijnsel de geleerden komt overrom
pelen, het ijdele hunner pogingen
komt aantoonon en hun bewijzen dat er
eene hoogere macht bestaat, waarvan
de meesten onder hou het bestaan loo
chenen en die in eenige dagen
hunnen hoogmoed vernedert en tijdelijk
hunne opeengehoopte werken vernielt.
Wij zijn teruggekeerd tot deze ver
verwijderde tijdstippen als den mensch
de vooruitgang onbekend was met wel
ken wij nu verzadigd zijn.
Men verlicht zich bij middel eener
keers, de telefoon is stom en doof, de
trams en ondergrondsche spoorweg lig
gen stil en wij betreuren de diligeuciën
niet te hebben welke onze voorvaders
vervoerden.
Een regen van eenige weken is vol
doende geweest om al do ontdekkingen
over welke wij zoo fier waren nutteloos
te maken.
En terwijl wij in eenen middel-
eeuwschën nacht verzinken, verschijnen
weêr onder eenen meer modernen vorm,
de groote benden, waarvan Duguesclin
Frankrijk verloste.
De apachen, vereenigd voor de mis
daad, richten de metodische plundering
in van de stad en de moordertj van de
zen die hun goed willen verdedigen.
Men heeft er gister eenen hoog en droog
opgehangen, gelyk aan do galg vau
Montfacon.
- De oude middelen zyn nog altyd de
beste
We beleven weer de akeligheid der
belegering van Parijs met deze verzwa
ring, dat de dagelijksche strijd tegen de
uitwendigen vijand de gemoedereu op
wekte en den moed versterkte tegen
de huidige overrompeling kunnen wij
niet worstelen.
Het is de failliet van de Wetenschap
zonder God.
Men heeft God gebannen uit het
leger, onder voorwendsel dat er geen
oorlog meer zou zijn, men heeft den
God der naastenliefde verbannen omdat
de solidariteit der beroepen voldoende
is voor de moderne zielen den God
der overeenkomst, omdat de verdeeld
heid onder de menscheu de voornaamste
steun is van de Regeering onzer mees
ters, eindelijk men heeft den God van
het Ideaal verbannen, omdat de Rede en
de Wetenschap de «enige Godheden zijn
welke zy aanbidden.
i) En zie, hunne verbrijzelde afgoden
liggen ter aarde en met hen de hoo-
veerdij van den mensch die reeds waan
de den meester der aarde te zijn.
Wie weet of de nieuwe zondvloed,
voor de ongelukkigeu, welko de Vrij
metselarij misleidt, het doopsel niet zal
zijn in hetwelk zy zullen herboren wor
den, met zich te zuiveren. -
Zeker is het dat de Wetenschap door
de overstrooming eenen leelijken knak
heeft gekregen.
De overgroote ramp welke de Fran-
sche hoofdstad treft, bewijst hoe zwak
de berekeningen zijn onzer ingenieurs
en de werken die zij uitvoeren, tegen
hetgeen zij de natuurkrachten noemen.
Verleden jaar werden Messina, Reg-
gio en omstreken door eenige aard
schokken vernield, en duizenden men
scheu in hunnen slaap begraven, nu
komt het water en ontreddert alles in
eene der belangrijkste steden der we
reld
en hunne economische gevolgen.
Het Fondsenblad, geeft over dit punt
een welberedeneerd artikel ten beste.
De kwestie der nieuwe tarieven,
welKo Frankrijk wil invoeren om
geld te slaan blijft aan de orde van
den dag.
Dat is geen wonder, 't is eene levens
kwestie voor duizenden Belgische werk-
5® vervolg.
Uit hare overpeinzingen ontwakend, zag
zij om zich heen en bemerkte dat men op
haar lette. Een student, of mogelyk een
luitenant in burgerkleeding, was blyven
•taan, zag haar aan en toon langzaam be
sluiteloos stapte door en keerde weer terug.
Aan de overzijde wandelde nog zulk een
schildwacht aarzelend op en neer. En de
vrouw die de groentenkelder sloot, en de
twee oude huurkoetsiers, die onder de
lantaarn stonden, en een troep werklieden
die voorbijkwamen, allen zagen ze haar
brutaal in het gezicht.
Verschrikt zonder to weten wat zy deod,
vluchtte ze in het huis, het portaal door,
naar eene daarachter gelegen binnenplaats,
Daar was niemand, alles was er stil en rus
tig, want de kantoren waren al lang ge
sloten. Ook vandaar kon zjj Benno zien
binnenkomen en zy hoopte dat hij nu maar
spoedig komen zou. Maar zy gevoelde zich
toch alles behalve op haar gemak in die
vreemde, onbehaaglijke omgeving. Slechts
haren vasten wil en do gedachte dat er
geen ander middel was, dedon haar op
haren post blijven.
Het ergste was dat, wie het portaal bin-
lieden, voornamelijk voor die der grens
streken.
Te Moeskroen is eene vergadering
gehouien van de Gomeenteoverheden
der voornaamste West-Vlaamsche ge
meenten langs de Zuidergrens gelegen.
Er werd besloten by het Belgisch
gouvernement aan te dringen, opdat het
krachtig zou optreden om het stemmen
der taks op de Vreemde werk liedon te
voorkomen.
Het belang is overgroot. Moeskroen
bijvoorbeeld telt 5000 werklieden,welke
dagelijks naar Rysel, Roubaix, enz.
gaan werken.
Indien die werklieden 25 fr. per week
winnen, dan zouden ze het vyfde deel
daarvan afgehouden worden, dat ware
25,000 fr. dat zy wekelijks minder zou
den te vertereu hebben, of 1 millioen
300 duizend franks per jaar.
't Is eene ramp niet onkel voor de
werklieden, maar voor de nering
doeners.
Zoo is het in evenredigheid voor alle
Belgische gemeenten der streek dage
lijks gaan 30 duizend Belgische werk
lieden de grenzen over, om in de fabrie
ken van Fransch-Noordeu het dage
lijks brood te gaan verdienen.
Het is nochtans niet zeker dat die taks
zal gestemd worden. Indien ze Diet ge
stemd wordt, dan zal het niet zyn in
het belang der Belgische werklieden,
maar wei in het beiang der Fransche
ny verheid zelve.
Inderdaad, indien de taks gestemd
wordt dan zullen vele Belgische werk
lieden niet meer naar Fransch-Noorden
kunnen gaan werken en menig fabriek
zou gedwongen zijn geheel of ten deele
stil vallen.
Er zijn fabrieken waar meer dan de
helft der werklieden Belgen zyn die in
België wonen.
Het ware onmogelijk in Rysel, Rou
baix, Tourcoing, enz., Fransche werk -
lieken genoeg aan te treffen, om al de
Belgische te vervangen.
Veronderstel dat de Belgische werk
lieden in Frankrijk gaan wonen om
aan de taks te ontsnappen.
Het leven is in Fraukryk veel duur
der dan in België; die werklieden zullen
met hun oud loon niet kunnen blijven
leven, en ze zullen noodlottig eene be
weging in het leven roepen tot het
bekomen van loonverhooging, welke
de fabrikant zal moeten betalen.
Daardoor zal hy zyne voortbreng
selen moeten opslaan en zoo zal de
konkurrencie voor hem moeilijker
worden.
Het kan ook wel gebeuren dat som
mige fabrikanten, fabrieken gaan bou
wen op Belgischen bodem, ten einde
de werklieden aan minder loon te heb
ben en dan is zulks gansch ten nadeele
der Fransche nijverheid, der Frausche
nering en der Fransche schatkist.
Wordt de voorgestelde taks gestemd,
ze zal ongetwyfeld een moeilyk over
gangstijdperk teweegbrengen, voor
iedereen, fabrikanten, werklieden, bur
gers en ueringdoeners, doch we meenen
dal ze ten slotte nadeelig zal drukken
op de Fransche nijverheid in het bij
zonder.
De taks heeft een dubbel doel het
loon der Fransche arbeiders te ver-
hoogen, door de konkurrencie der
vreemde werklieden te doen verdwy-
nen, en geld in de Fransche schatkist
te brengen.
Fraukryk heeft geene werklieden te
veel, zijne bevolking groeit niet aan, de
taks moet dus eene kunstmatige ver
hooging van het loon der Fransche
arbeiders voor gevolg hebben dat kan
niet anders dan nadeelig werken op de
Frausche ny verheid.
Wat betreft geld to verschaffen aan
de Frausche schatkist, de opbrengst is
nietig in vergelijking met de Frausche
begrooling.
De taks zou voor Fransch-Noorden
indien alle werklieden naar Frauk
ryk hieven gaan werken 7 l/» mD-
joen per jaar opbrengen.
't Ware een druppel water in de zee,
ingezien de Fransche inkomsten, over
de 4 miljards bedragen.
Zonder twyfel zal men in Frankrijk
ook wel al die overwegingen maken,
alsook dat België en andere landen niet
zullen nalaten poets wederom poets te
spelen.
nen kwam, haar van uit het portaal zieü
kou, al was het dan slechts in onduidelyke
omtrekken. En iedere persoon dio ver
scheen, bleef dan ook een oogenblik staan
en zag nieuwsgierig, soms glimlachend
naar haar alvorens den trap op te gaan.
Boven belde geen der hoeren. De deuren
werden aanstonds door een buigenden lakei
geopend cn toen advokaat Ostermeier, een
beweeglijk zenuwachtig manneke, die ge
durende dertig jaren het vraagstuk oploste
hoe hy het zonder slaap kon stellen, daar j
hy over dag pleitte en zijne cliënten ont-
ving, 's avonds naar diners of naar pre
mières ging en den gelieelen nacht tot
aan de morgendichemering speelde toen
Ostermeier zich door den knecht in bruinen
frak, korte broek en schoenen met gespen,
den pels had laten afnemen, en half ver-
koud de handen wrijvend in de leeskamer
kwam, waren zyne eerste woorden
Zeg Henning is dat voor u Er staat
beneden eene vrouw in 't donker 1 Mis
schien al met het vitrioolileschke gereed 1
Hebt ge iets aan de band Bekend uwe
schuld 1
Horst von Henning was tot hiertoe de
oenige bezoeker in de leeskamer, eene
der groote lederen clubstoelen. Nu hief hij
het hoofd een weinig op en vroeg lang
zaam
Hoe ziet zij er uit
Gesluierd, mijn waarde 1 kell-
ner 1 Een cognac Niets te zien 1 Maar
heel groot.... eene soort Walkure, staat
blijkbaar op de loer... een geval... hebt gij
vermoeden wie hot zyn kan
Neen, zegde de andere kortaf.
Hij had moeite om onverschillig te schy-
nen. Besluitloos rookte hy voort, terwyl
de advokaat, in wiens hoofd de gedachte
altijd krijgerke speelde, al lang weer
met iets anders bezig was en in 't havanna
kistje rommelend, eene aardigheid vertelde
van 't gemaskerde bal in het Metropool-
theater. Misschien was liet toch jonkvrouw
von Wackerode niet. In elk geval wilde
hij wat meer zekerheid hebben alvorens
naar beneden te gaan en mogelyk een
vreemde dame aan te spreken.
De volgende die kwam, de jonge Pipke,
een echte domkop, zegde ais gewoonlijk
niets, maar bleef op den drempel staan,
om te zien of er nog geene partij écarté -
zou te speleu zijn.
Maar toen Ostermeier hem vroeg
Wel Pips, hebt ge beneden niets ge-
•ien antwoordde de jonge man met het
bleeke, bezorgde gezicht en de groote ooren
met voor hem buitengewone levendigheid.
Ja, we schynen beneden op de plaats
eene eerewacht te hebben.
En zyn metgezel, een Poolsclie graaf
uit Warschau die, als internationaal kaart
speler, in de clubs van Europa thuis was
en op zijne reis naar de Riviera in Berlyn
acht dagen gastvoorstellingen gaf aan de
groene tafel, knipoogde ondeugend. Het
avontuur daar beneden zou hem wel aan
staan.
Maar hy sprak te weinig Duitsch. En
ONZE achtbare Volksvertegenwoor
diger, de heer De Sadeleer, is beden
woensdag, naar Lisbonne, hoofdstad
van Portugal, vertrokken om de troons
beklimming van Z. M. Albert, ouze
Koniug, aan te koudigeu. De afwezig-
beid van den heer De Sadeleer, zal een
tiental dagen duren.
vóór alles de plicht riep. De kaarten
lagen al gereed en nu kwamen langzamer
hand al de clubleden opdagen, van het kan
toor, van beroepsheden, van het middag
maal en niets doen.
Henning die deed alsof hem de geschie-
schtedeuis van de dame beneden niet aan
ging, stond midden in den leeszaal en zag
de lange ry der aangrenzende vertrekken
af. Groene tafels en tafeltjes overal ronde
en vierkante, groote en kleine in het
derde vertrek eene lange tafel. Voor het
oogenblik was nog alles ledig. Doodsch,
slaperig stil lag deze wereld van het spel,
in den helderen glans van het elektrische
licht, middernacht afwachtend. Slechts ver
in den uitersten hoek kleefde, van de na-
middagkoffie achtergebleven, een swart
koopje van drie of vier, tegen de groene
ronde van een tafeltje, als vliegen op den
rand van een suikerscüaaltje. lil een ande
ren hoek was de slaperige clubsecretaris
bezig zijn bontgekleurde speelpenningen op
hoopjes te leggen, terwyl de knechts met
hunne gespscüoeuen, die diep in het zachte
tapijt zonken, onhoorbaar over en weer
stapien.
Bij de gedachte dat de jonkvrouw von
Wackenrode werkelijk beneden de wacht
hield, als laatste middel der wanhoop van
een onervaren meisje, om haren broeder
liet binnentreden te beletten, scheen Horst
de club nog veel ellendiger en afschuwe
lijker, dan ie hem ai die jaren toegesche
nen had, waarin hy toch iederen avond ge
walgd had van de levenslucht, die hy ïn-
Ouderdomspensioenen. Onze te
genstrevers laten geeoe gelegenheid
voorbijgaan om de ouderdomspensioe
nen, door onze vrienden tot stand ge
bracht, te beknibbelen en te bespotten.
Onze ouderlingen denken er heel an
ders over.
Het schoonste bewijs nochtans der
deugdelijkheid dezer instelling wordt
ons door de Fransche auti-klerikalen
geleverd.
Na een tiental jaren zoeken en wrij
ven, zijn zy tot drij verschillende op
lossingen geraakt, de voorkeur gevende
aan het zoo beknibbeld Belgisch stelsel.
Ziehier de dry voorgestelde stelsels
1) De ouderdomspensioenen te betalen
door de lastenbetalers en door den Staat.
2) Door vrijwillige stortingen der
werklieden mettoelagen eu premies
van den Staat (Belgisch stelsel),
3) Door verplichtende afhoudingen op
het loon der werklieden, alsook ver
plichtende bijdragen der bazen.
De verslaggever besluit als volgt
Dat zekerlijk de vrye stortingen
der werklieden geen onmiddelijk ge-
volg zal hebben, dat het eene te maken
opvoeding is, maar dat het byzonder-
ste punt zyn zal den werkman te ver-
zedelijken en hem in zijne eigene ach-
- ting te doen klimmen.
Het is ons aangenaam dit besluit van
tegenstrevers te doen kennen en tevens
een nieuw bewys te bezitten der deug
delykheid der Belgische sociale wetten,
door de Katholieken tot stand gebracht.
Het woord is aan onze geuskens
Uit den nood geholpen.—Hot socia
listenblad Le Peuple schrijft
u De liberale party is eene droge
partij. Zij heeft geene (strydjliederen,
o geene uitboezeming welke hare strij-
ders met geestdrift aanheffen.
Een Volksvertegenwoordiger van
Brussel betreurt dat en doet een
oproep tot den propagandakring, op-
dat hy zich richte tot de dichters en
muzikanten der party.
We denken dat zulks niet noodig is.
Het liberale lied dat de liberalen zullen
zingen by het oprukkeu tegen de tjeven
beslaat.
Het is deze week verschenen, in
't Vaderland[eke) on is eene nabootsing
van het Transvaalsch Volkslied DeVier-
kleur van Transvaal.
We bekennen dat de nabotsing tame
lijk wel gelukt is T is
a.uuut 1
ademde, zoodra zyn voet den dorpel over
schreed. En door een plotseiingen onover-
winnelyken afkeer aangegrepen, trad bij,
zonder dat de anderen, die over de wedren
nen in Nizza twisten, zich om hem bekom
merden, naar buiten in den gang.
Terwyl hy daar op de tafel van den
portier onder andere papierkeus bet reke-
uingske van zyne koffie en cognac uitzocht
en betaalde, kwam juist de oude baron
Wydenau aan.
Zoo, gaat gij heen, Henning vroeg
hy op gerekten toon.
Ja, het is hier al te vervelend.
De grijze jonggezel stemde levendig toe.
Juist kinderen, wat gy lieden eigen-
lyk aan die kaarten vindt... nu misschien
zal ik er op rnyn ouden dag ook den smaak
nog van beet krygen. Maar hoor eens 1
Hy liet zyne stem dalen. Zie toch in het
voorbijgaan beneden de dame op de plaats
eens onder den hoed Ik gelooi dat hut do
moeite waard is.
Gelooft gy werkelijk dat er wat onder
steent
Ik houd my aan den hoed, zegde de
oude losbol met nadruk. Die hoed is eene
zeldzaamheid. Hy stampt uit den tyd van
Albrecht den Beer of ten minste van het
vorige jaar. Uit de provincie Niemand in
Berlyn zou hem meer opzetten. Daarom
vraag ik .Wat heeft eene dame uit de
provincie hier 's avonds op de binnenplaats
van de residentieclub te zoekeu
(Wordt voortgezet.;